Over badeendjes en een jachtinstinct . . . 29 mei 2018

Als u in de natuur in de verte een badeendje hoort dan is de kans groot dat u
getuige bent van de roep van de spotvogel. Als u denkt dat u een kabouter
hoort die twee kiezelsteentjes tegen elkaar slaat dan moet u niet aan uzelf
twijfelen, dan hoort u de alarmroep van het zwartkopje. En als u vanuit één
boom tien verschillende vogelgeluiden hoort moet u zichzelf niet verbeelden
dat u in één klap tien verschillende vogels hoort. U bent dan getuige van het
imitatietalent van de bosrietzanger.

Ik ben een groot vogelliefhebber maar niet zo’n goede vogelaar. Dat zijn de
woorden die Hans Dorrestijn sprak in de leader van het programma
“Baardmannetjes” dat hij maakte met Nico de Haan. De Haan is ambassadeur
van de Vogelbescherming. In dat opzicht lijk ik wel een beetje op Nederlands
meest sombere man.

Jarenlang fietste ik dagelijks door het bos naar mijn werk. Elk voorjaar werd
ik begeleid door een vogelkoor, maar ik had geen idee wat ik hoorde. Na een
paar jaar ben ik voorzichtig wat cursussen gaan doen. Langzamerhand ben ik
de verschillende vogels van elkaar gaan onderscheiden, maar op het moment
dat ik in een bos ben waar het klinkt alsof een symfonieorkest aan het
stemmen is, raak ik het spoor nog wel eens bijster.

Omdat vogels spotte toch een hobby  is waar ik mee verder wil heb ik contact
gezocht met een vogelwerkgroep in een dorp in de buurt van Eindhoven. Ik
mocht meteen een dagje mee naar de Maasheggen om soorten te tellen. De
mensen van de club bleken graag bereid mij verder in te wijden in de
vogelwereld. Ze hielden regelmatig halt om mij  attent te maken op een
geluidje dat ik zelfstandig nooit uit de brij zou hebben gehaald. Zoals de
spotvogel die in een badeendje knijpt, bij wijze van spreken dan.

Ik ben een journalist en weet van alles iets van niets alles. Ik heb m’n leven
lang al respect voor mensen die van iets alles weten. Dat geduld heb ik nooit
echt kunnen en hoeven opbrengen, want mijn leven lang ren ik al van het ene
onderwerp naar het andere. Maar er komt natuurlijk een moment dat dat niet
meer hoeft en dan kun je maar beter een paar dingen hebben waar je je in
verdiept. En wat is nou mooier dan vogels. Ze zijn mooi, ze werken zich kapot
met slechts één doel:  de soort in stand te houden. Bovendien dwingen ze je
naar buiten te gaan en als je ze ook nog probeert te fotograferen wordt je
mannelijke jachtinstinct in stand gehouden zonder dat daar verder iemand
last van heeft.

Bijgaan een fotootje van een vrouwtjeskoekoek, die ik zelf maakte. Ik heb ook
foto’s van het mannetje, dat u dat van dat jachtinstinct niet verkeerd gaat
uitleggen.

  1. pjotr (reply)

    29 mei 2018 at 23:32

    Prachtige foto!

  2. Eef (reply)

    30 mei 2018 at 10:22

    mooi verhaal

  3. Harry Perton (reply)

    1 juni 2018 at 13:04

    Mooie foto! Koekoeken maken altijd dat ze wegkomen als ik een paar honderd meter verder mijn camera op ze richt. 🙂

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Bloot 27 mei 2018

(Door Ab Klaassens)

Soms kunnen wethouders niet meer samen door een deur, soms gaan leden
van een kabinet rollebollend over straat, soms hebben bestuurders met
slaande deuren een vergadering verlaten

Vaak lezen of horen die wethouders, ministers of bestuurders met
verwondering wat de journalistiek bakt van een verschil van mening, terwijl
meningsverschillen toch onlosmakelijk verbonden zijn met democratie:
zonder wrijving geen vooruitgang.

Soms hebben journalisten wat moeite met het gebruik van hun vertrouwde
gereedschap: het cliché.  Als een minister, burgemeester of wethouder ter
verantwoording wordt geroepen voor een misstand moet hij, zo luiden dan de
teksten, ‘met de billen bloot’.

Het komt zelden voor dat een bestuurder met de billen bloot moet als die
bestuurder een vrouw is.

Ook op dit punt is de emancipatie niet voltooid.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arnol goes English 25 mei 2018

Er is veel te doen over de “verengelsing” van onze taal. Onze universiteiten en
hogescholen geven veel onderwijs in het Engels. Dat schijnt een middel te zijn
om studenten uit het buitenland aan te trekken. Sommige mensen zijn van
mening dat het aantrekken van studenten uit verre landen slechts een
verdienmodelletje is dat niks te maken heeft met visie.

Columnist Paul Scheffer schreef deze week in de NRC dat volgens hem er
sprake is van halftaligheid: “(. . .) dan worden nieuwe generaties studenten
afgesneden van de taalgemeenschap die zo belangrijk is voor de democratie.
Wie studenten geen academische vorming geeft in de eigen taal, vervreemdt
de toekomstige bovenlaag van de samenleving.”

In mijn stadsie Eindhoven hoor je steeds meer Engels. Dat komt door de
expats die hier neerstrijken om te werken bij ASML, NXP of één van de vele
bedrijven op de Hightech Campus. Waar vroeger mensen klaagden over het
feit dat ze de buren in hun portiek niet meer konden verstaan omdat ze Turks
spraken, ken ik nu het fenomeen dat ik mijn woonomgeving mensen tegen
kom uit Japan, Italië, Frankrijk, Duitsland en Colombia. In tegenstelling tot
de mensen uit de oude portieken kunnen ze huurprijzen opbrengen die mijn
verstand als eenvoudige huizenbezitter met een mooie hypotheek ver te boven
gaan en ze spreken allemaal Engels zodat je er mee kunt communiceren.

Ze hebben ook allemaal al die twee woorden geleerd die wij elkaar toespreken
als we de lift verlaten: fijne avond. Het levert ook leuke verhalen op, zoals dat
van de blije Javier uit Colombia die de afgelopen vier jaar in New York
woonde. Hij kan er maar niet over uit dat hij zoveel woonruimte voor zo
weinig geld heeft kunnen vinden.

Sommige politici vinden dat al die aandacht van Eindhoven voor de expats
in schril contrast staat met de enorme financiële problemen waarmee de stad
kampt als gevolg van de tekorten op de zorguitgaven. Die zorg snap ik wel. Leg
maar eens uit dat de werkgelegenheid groeit voor mbo’ers die bij de
toeleveringsbedrijven werken van de multinationals die gedijen dankzij
expats, terwijl jouw oude moeder geen thuishulp meer krijgt omdat het niet
meer te betalen is.

Eén man in de stad heeft zich moeiteloos aangepast. Dat is Arnol Kox,
misschien wel de bekendste Eindhovenaar, hoewel de meeste mensen hem
kennen onder zijn bijnaam “Schreeuwjezus”. Arnol –  in een scootmobiel –
rijdt elke dag naar de binnenstad in een poging met zijn geschreeuw mensen
te bekeren tot het ware geloof. Winkeliers hebben hem liever niet voor hun
deur en daarom brengt Arnol een deel van zijn tijd door in de rechtbank om te
vechten voor een plekje tussen het winkelend publiek. Of omdat hij wél duiven
willen kunnen voeren. Of om zich te verdedigen tegen het feit dat hij volgens
justitie reclame maakt, waarvan hij overigens werd vrijgesproken.

Arnol schreeuwt zijn teksten tegenwoordig ook in het Engels. Hij volgt
tegenwoordig the lord and jesus in de hoop dat de buitenlandse studenten en
de expats ook hun pad gaan volgen. De nieuwe teksten zijn niet voor honderd
procent te verstaan, maar ja, dat waren de oude in onze moerstaal ook al niet.
Gelukkig heeft hij tekstborden.

https://youtu.be/zCliPaXiCRI

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (473) 24 mei 2018

(Door Marlies)

Allemaal leuke dingen in Amsterdam deze zomer. Nu schreeuwt Facebook me
het weer tegemoet: Sir (let wel: Sir!) Bryn Terfel zingt een van zijn
lievelingsrollen op 4 juni in het Concertgebouw: duvel Mephisto in Gounod’s
‘Faust’.

De website van het Concertgebouw noemt Terfel’s vertolking van de rol
terecht ‘elektriserend’. Behalve Faust de hel in lokken, lijkt het hem ook te
lukken het publiek mee te voeren naar duivelse omgevingen.

Oh, heerlijk: ik ben dol op bad guy’s  en girls in films, in opera’s en in boeken,
allemaal veel interessanter dan de gekwelde sopraan uithangen met rugje-
van-handje-tegen voorhoofd: “o, o, wat heeft het leven mij weer beet…”, niks
hoor: liever scheldend en tierend ten onder, dan lijdzaam wegkwijnen, wat u?!

Doe mij maar Don Giovanni, Mephisto, Abigaille, Lady Macbeth, Azucena,
Carmen, Scarpia (trouwens ook ooit weergaloos door Terfel vertolkt) om maar
eens een paar operarollen te noemen, volgorde volstrekt willekeurig en
volledigheid niet beoogd…

En Al Pacino in ‘The Devils Advocate’, Dexter in de gelijknamige serie, Glen
Close in ‘Fatal Attraction’ die het konijn van haar slachtoffergezin vangt en het
te koken zet op het vuur… En diezelfde Glen Close als Cruella de Vil in ‘101
Dalmations’. Ook hier weer geen volledigheid beoogd en er zijn natuurlijk veel
meer rollen en momenten te noemen…

Goed, Vocalies, terug naar Bryn: zijn verschijnen in het Concertgebouw (waar
hij al memorabele rollen en concerten heeft neergezet, zie YouTube) is een
mooie aanleiding om de Mefistofele-aria eens te laten horen, maar dan van
een andere componist, van Arrigo Boito (ook librettist van Verdi) in de
gelijknamige opera, de enige die hij ooit componeerde.

In plaats van u te vermoeien met de plot van Faust, die u natuurlijk al lang
kent is hieronder een vrije vertaling van de aria ‘Son lo spirito che nega’ uit
Mefistofele.

Son lo Spirito che nega sempre tutto; l’astro, il fior.
Ik ben de geest die altijd alles ontkent: de sterren, de bloemen
Il mio ghigno e la mia bega turban gli ozi al Creator.
Mijn gesneer en mijn vijandigheid verstoren de rust van de schepper.
Voglio il Nulla e del Creato la ruina universal.
Ik wil het niets en de totale vernietiging van het universum.
È atmosfera mia vital ciò che chiamasi Peccato. Morte e Mal!
Ik kik op wat men zonde noemt. Dood en verderf!
Rido e avvento questa sillaba: No!
Ik lach en sneer slechts deze ene lettergreep: Nee!
Struggo, tento, ruggo, sibilo: No.
Ik vernietig, ik verleid, ik schreeuw, ik sis: Nee.
Mordo, invischio, struggo, tento, ruggo, sibilo: No.
Ik bijt, ik verstrik, ik vernietig, ik schreeuw, ik sis: Nee.
fischio, fischio, fischio, fischio, fischio!,
Ik fluit!

Parte son d’una latebra del gran Tutto: Oscurità.
Ik maak deel uit van het grote niets
Son figliuol della Tenèbra che Tenèbra tornerà.
Ik ben zoon van de duisternis en zal ernaar terugkeren.
S’or la luce usurpa e afferra il mio scettro a ribellion
Al heerst het licht en probeert het mijn scepter af te pakken,
poco andrà la sua tenzon, v’è sul Sol e sulla Terra: Distruzion!
het gevecht zal niet lang duren: over zon en aarde zal vernietiging heersen…

Zo, eej, da’s nogal: veel leuker dan het verhaaltje over de plot van Faust. Je
krijgt er kippenvel van terwijl je het zit te vertalen. Nooit gedacht trouwens,
dat het handig is als je als operazanger op je vingers kunt fluiten, zou ik best
willen kunnen.

De aria is eigenlijk een zware, fikse bas-aria en Terfel is een tamelijk lichte
bariton, maar hij zoekt het in het venijn en slaagt daar uitstekend in. Je zou er
bijna bas voor willen zijn. Ik zocht de aria op van andere grootheden en die
doen het prima, maar dat vuige, venijnige, snerende van Terfel krijgt niemand
te pakken. Garantie voor een prachtige avond in het Concertgebouw, al is het
dan met ‘Faust’ van Gounod en niet met Mefistofele van Boito!

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het mag niet, maar ja . . . . 23 mei 2018

Strikt genomen mag het niet van onze VVE. Er mogen geen vogelkastjes of
voederhuisjes op het balkon geplaatst worden. Vermoedelijk om te
voorkomen dat de onderburen voortdurend ondergescheten worden.

Maar ja, het is de tijd dat alle vogels zich een slag in de rondte moeten werken
om voldoende voedsel bij elkaar te schrapen voor hun jongen.

Dus dan helpen alle beetjes en daarom heb ik een heerlijk potje met voedsel
beschikbaar gesteld voor de hardwerkende mezen in onze omgeving. Ik heb
het zo opgehangen dat eventuele vogelpoep op ons eigen balkon valt. En ik
heb niet in de muren geboord!

Mochten we nu een boze brief krijgen van de beheerder, dan toon ik deze foto
van dat verfomfaaide meesje met dat bezwete vogelkoppie. Dat ga je toch niet
dwars zitten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wetend dat dat niet kan 22 mei 2018

Het is 25 jaar geleden dat ik voor het eerst naar Oostenrijk ging. Ik weet nog
hoe ik mij verzette toen mijn lief – die ik op dat moment nog maar net kende
– mij er van probeerde te overtuigen hoe geweldig het daar was.

Oostenrijk, een poppetjesland. Ik droomde van verre reizen naar uithoeken
van de wereld. Zij had er een adres waar ze al met haar ouders naar toe ging.
Het echtpaar dat het pension runde waren een soort oom en tante geworden.
Ik zou er met open armen worden ontvangen.

Omdat wij beiden uit een scheiding kwamen en ons budget niet toereikend
was op dat moment mijn dromen na te jagen stapten we in mij oude auto en
reden naar het slaperige dorpje in Tirol.

Mijn Duits is rudimentair, maar dankzij mijn vrouw, koffie, zelfgemaakt gebak
en een obstler brak het ijs tussen mij en de gastvrouw en –heer binnen enkele
minuten. Zij spraken een dialect dat ik na 25 jaar begin te begrijpen. Hôpsôk,
weet ik nu, betekent: das hab ich gesagt.

Het echtpaar, inmiddels de 80 gepasseerd maar nog geen dag ouder dan toen
ik het voor het eerst ontmoette, ontvangt nu alleen nog gasten die, net als wij,
tot de vaste clientèle behoren. Bijna altijd zijn wij de enige gasten, hoewel wij
al lang niet meer als gasten worden gezien, maar als goede vrienden.

In het dorp is bijna niets veranderd. De bevolking bestaat uit vrijwel
uitsluitend boeren en mensen die bij een enorme biochemische fabriek van
Sandoz werken, een dorp verder.

De tijd heeft er stilgestaan. Het echtpaar heeft geen internet, laat staan wifi.
Een week geen contact met de grote wereld, je moet het meemaken om te
begrijpen hoe ontspannend dat is.

Voor het huis staat een bankje van waar af je minstens zestig kilometer ver het
brede dal in kunt kijken. Een bankje waarvan ik wel eens heb gezegd dat het
de enige plek is waar ik volledig tot rust kom.

Sinds die tijd rijden we er jaarlijks heen, zoals vorige week. We wandelen in de
bergen, eten in één van de plaatselijke restaurant dat dankzij de klandizie van
de biochemie de status van gutburgerlich ver is ontstegen, we lezen boeken en
slapen zoals we nergens anders ter wereld slapen. En we nemen ons elk jaar
voor om dat vast te houden als we thuis zijn. Wetend dat dat niet kan.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (472) 21 mei 2018

(Door Marlies)

U moet een beetje opschieten hoor, als u de nieuwe voorstelling van Opera
Zuid, Giuseppe Verdi’s  ‘Un ballo in maschera’ nog wilt zien.

Sorry dat ik niet eerder een stukkie er aan wijdde… ik was er effe niet… ik was
in ons geliefde Oostenrijk, zonder WiFi, zonder internet, zonder kranten,
maar mét echtgenoot, lekker eten en drinken, vier prachtige wandelingen, een
paar lekkere boeken en veel slaap… de ideale vakantie. Bij terugkomst zet ik
facebook open en zie dat de productie al begonnen is. Een speellijstje vindt u
onderaan dit stukkie.

Zin in een oud verhaal hierover?
Ik studeerde in 1989 in Salzburg (een zomer-cursus) en had via een mede-
cursist kaartjes voor de generale repetitie van deze prachtige Verdi-opera, in
het Festspielhaus. Von Karajan zou dirigeren… Het was allemaal te mooi om
waar te zijn. De gebeurtenissen in die week in vogelvlucht: Von Karajan sterft
op de bok tijdens een repetitie voor het Mozartrequiem in de Dom, Salzburg
in rouw én in rep en roer, Georg Solti neemt de directie voor ‘Un ballo’ over.
Hij besluit terecht geen pottenkijkers te willen tijdens de generale, dus
worden de kaartjes ongeldig verklaard.

Vocalies balen…. Of ik mijn geld terug gekregen heb kan ik me niet eens meer
herinneren. De mede-cursist had het onvoorstelbare genoegen er wél bij te
zijn. Hij was figurant en stond op het toneel op het moment dat Gustav III,
koning van Zweden, in 1989 gezongen door Placido Domingo, neergeschoten
(of neergestoken, daar mag ik vanaf wezen…) wordt. Zijn opmerking over
Domingo’s optreden zal ik nooit vergeten: “der Mann stirbt so schön…”

Op YouTube is trouwens de hele opera te vinden met Domingo in de hoofdrol
en inderdaad: hij kan heel mooi sterven….

Ik zocht de oude berichtgeving over deze gebeurtenissen weer eens op en zat
glimlachend de krantenartikelen te lezen.

Het is een geweldig opera trouwens. Verdi moest er een en ander aan
veranderen, vanwege politieke censuur, deed dat knarsetandend en gelukkig
is het verhaal genoeg overeind gebleven om een van de veel gespeelde opera’s
te blijven.

Het verhaal, kort:
Samenzweerders hebben het voorzien op koning Gustav III van Zweden. Zijn
vriend en adviseur Ankaström waarschuwt hem en helderziende madame
Ulrica Arvedson voorspelt ook de ellende. Gustav weigert het gevaar onder
ogen te zien. Hij heeft alleen oog voor Amelia,  Ankaström’s vrouw. De liefde
is wederzijds. Tijdens een ontmoeting tussen Gustav en Amelia, verschijnt
Ankaström. Hij herkent zijn gesluierde vrouw niet en wendt zicht tot Gustav,
die hij wil beschermen tegen de samenzweerders. Om die samenzweerders om
de tuin te leiden, wisselen de heren van kleding. Aangekomen in de stad
richten de samenzweerders zich tot de vermeende koning. Amelia werpt zich
tussenbeide, waardoor haar identiteit onthuld wordt. Ankaström sluit zich aan
bij de vijanden van de koning. Tijdens een gemaskerd bal volgt onafwendbaar
de ontknoping en gaat de voorspelling van madame Arvedson in vervulling.

Hier is het speellijstje:
26 mei, Breda, Chassé Theater
29 mei, Utrecht, Stadsschouwburg
2 juni, Tilburg, Schouwburg
5 juni, Scheveningen, Zuiderstrandtheater
7 juni, Venlo, Theater de Maaspoort
9 juni, Sittard, Schouwburg De Domijnen
12 juni, Hasselt, Cultuurcentrum – semiscenisch
14 juni, Heerlen, Parkstad Limburg Theaters
16 juni, Valkenburg, Openluchttheater – semiscenisch
19 juni, Rotterdam, Schouwburg
21 juni, Zwolle, Zwolse Theaters
30 juni, Bloemendaal, Openluchttheater Caprera – semiscenisch

Uiteraard is er meer informatie te vinden op de website én op de facebook-pagina van Opera Zuid.

In het filmpje de trailer van Opera Zuid, heerlijk: een traditioneel gezette Verdi-opera!

https://youtu.be/n__aNj5oM1s

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Kakelvers 21 mei 2018

(Door Ab Klaassens)

Lang geleden produceerde een  fabrikant van vloerbedekking het ‘kamerbreed
tapijt.’ Twee partijen annexeerden de term: een verdwaalde Brit en de
parlementaire journalistiek. Barry Hughes, voetbaltrainer en beroepslolbroek
In TV-programma’s lanceerde de carnavalshit ‘Heb op mijn kop een
kamerbreed tapijt’ en en een verslaggever van het parlementair gebeuren
noteerde dat ‘een motie kamerbreed was aangenomen.’

Doordat in de journalistiek na-aperij helaas tot de slechte gewoonten behoort
volgden alras op provinciaal niveau ‘statenbreed gedeelde opvattingen’ en
plaatselijk de ‘raadsbrede overtuiging’. Dat krijg je er alleen maar uit met
slaag en loonverlaging.

In andere sectoren van het maatschappelijk en economisch leven kan het
trouwens ook vreemd toegaan. In de supermarkt kom ik op maandag zakjes
‘dagverse sperziebonen’ tegen. Op dinsdag zijn diezelfde zakjes nog steeds
‘dagvers’.

Eieren zijn ook steeds ‘kakelvers’, al liggen ze vele dagen In de schappen. De
term heeft, net als ‘kamerbreed’, ook een bredere betekenis gekregen. Als je
voor het avondmaal een recept in NRC/Handelsblad van 15 mei wil gebruiken
moet je kunnen beschikken over ‘kakelverse tonijn’.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (471) 11 mei 2018

(Door Marlies)

Op deze vrijdag tussen de twee halve finales en de finale van het Eurovisie-
songfestival in los ik het derde en laatste deel van mijn belofte in: u hebt nog
het verhaal te goed over ‘Peter Grimes’, de Britten-opera waarmee het Musico-
gezelschap in Düsseldorf haar reis naar het festival 20e eeuwse opera afsloot,
afgelopen zaterdag.

Moet ik trouwens nog iets zeggen of vinden van het optreden van Waylon
tijdens de halve finale van het Eurovisie Songfestival? Eigenlijk niet hè, het
past alleen in deze contreien als je het criterium ‘vocaal’ hanteert: ik schrijf
over en vind iets van klassieke muziek in het algemeen en van vocále klassieke
muziek in het bijzonder… Ik heb de act even achteraf bekeken op YouTube. Ik
kan het niet opbrengen naar de rest van het Songfestival te kijken, te
lawaaierig, te vals (in alle zinnen van het woord…).

Waylon zong zuiver en goed getimed en hij leek zelf ook te genieten van het
optreden, hetgeen ook een kwaliteit is, met alles wat er rondom hem gespeeld
heeft de afgelopen dagen. Ik kan hem benijden om het  – blijkbaar uit
vermogen – aan- en uit kunnen zetten van het ‘rafeltje’ in zijn stem. Het is
langs het randje, want het lijkt me niet goed voor je stembanden, maar hij
komt ermee weg en bij de mupkes van minder dan drie minuten af en toe zo’n
rafeltje zal wel geen kwaad kunnen. Mijn boodschap aan klassieke zangers:
probeer het niet in een opera- of operetteproductie of tijdens een Liedconcert,
dat doe je waarschijnlijk maar één keer en daarna zit je weer een hele tijd
thuis met gehavende stembanden en een overwerkte zangpedagoog (vraag
maar aan Adèle…).

Het dansje van de bandleden sloeg als k.. op dirk, pardon, als een tang op een
varken, maar het was niet zo erg als men op facebook en andere a-social
media wilde doen geloven. En dat Waylon een arrogante bal is met geweldige
zangkwaliteiten wisten we natuurlijk ook al lang… Bij mij gaat zijn geluid
altijd direct naar mijn hart en daardoor vergeef ik hem zijn arrogante gedrag.

Goed, Vocalies vind weer wat, blijkbaar ben ik terug op de rails…

Peter Grimes, dus…  Een  opera in een proloog en drie akten, met een libretto,
gebaseerd op het gedicht Peter Grimes.

Het verhaal  speelt zich af in een dorp aan de kust van Suffolk ergens in het
midden van de negentiende eeuw. Peter Grimes is een visser, die het niet heel
nauw neemt met de moraal en de wet (Ev’rybody’s got a little outlaw in ‘em,
ha, daar hebben we het linkje naar Waylon…).

Peter Grimes lijkt schuldig aan de dood van een van zijn scheepsjongens; het
lijkt een ongeluk. De driftige Grimes windt zich op over de onwil van de
dorsgenoten en gaat zijn eigenwijze en onafwendbaar dodelijke gang: hij
huurt een nieuwe scheepsjongen, mishandelt die en tijdens een gang in de
storm naar de vissersboot, valt de jongen van een klif. De dorpsgemeenschap
keert zich nu echt tegen Grimes en het kleine beetje goodwill wat hij nog over
had is nu helemaal weg.

De opera eindigt met een verwarde monoloog van Grimes. Hij vaart alleen
weg in een bootje en komt nooit meer terug. In het dorp herneemt iedereen de
dagelijkse gang van zaken alsof er niets gebeurd is…

Grimes is een zware rol die lang niet iedere tenor aan zal kunnen. Hij is niet
‘the good guy’ of de held, hetgeen in de opera de tenor bijna altijd wél is… en
rafeltjes zijn in zijn partij aan de orde van de dag… gevaarlijk dus…

Ik had graag een stukkie van de ‘madscene’ willen opladen, maar vond die wel
op YouTube, maar niet van de tenor die de rol van Grimes dit keer gezongen
heeft: Corby Welch.

Daarom een stukkie van de enscenering uit seizoen 2009-2010. Ik neem maar
even aan dat de Deutsche Oper am Rhein dit keer voor dezelfde enscenering
heeft gekozen.

 

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ik zal toch niet de enige zijn die verontwaardigd is 11 mei 2018

De Brabantse media laten op dit moment een amateurfilmpje zien dat
geschoten is in Safaripark De Beekse Bergen in Hilvarenbeek.

Op dat filmpje is te zien hoe een familie midden in het park de auto verlaat om
foto’s te maken van luipaarden. De filmmaker legt het vast en spreekt zijn
verbazing uit over de onwetendheid van het – naar ik meen te horen – Franse
gezin dat volgens de filmer “het concept van het park niet begrijpt”.

Het loopt goed af, totdat het gezin een paar honderd meter verder opnieuw
uitstapt. De achter hen rijdende parkbezoeker blijft ondertussen filmen en zo
zijn we er getuige van dat de luipaarden de man, de vrouw en een kindje
besluipen. Ze kunnen zich  op het nippertje veilig in de auto
terugtrekken.

Als ik dat zie dan vraag ik me af: ben ik nou de enige die boos is op de filmer.
Die had tijd genoeg om het gezin te waarschuwen en het concept van het
park duidelijk te maken. Zelfs als het Fransen zijn moet dat met handen en
voeten of met de claxon te doen zijn. Maar nee, de man met de smartphone in
de hand bleef filmen.

Ik begrijp werkelijk niets van deze types.

LEES DIT: Gezin met kind stapt uit auto in Beekse Bergen en wordt beslopen door jachtluipaarden [VIDEO]

  1. Rene (reply)

    11 mei 2018 at 16:09

    Je bent niet de enige die dit vindt !

  2. Ab Klaassens (reply)

    11 mei 2018 at 21:36

    Journalisten kopen een filmpje dat volgens hun niet gemaakt
    had mogen worden, verspreiden het en roepen vervolgens
    de kijkers op hun verontwaardiging te uiten.

    botsing met een rinoceros moest zij – nog nooit in haar zestigjarig leven een
    druppel alcohol gedronken, een blaasproef afleggen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *