Vocalies (475) 17 juni 2018

(Door Marlies)

Ik mopper wel eens dat er te weinig aandacht is voor klassieke muziek in de
kranten en op social media. De laatste tijd heb ik niks te klagen. Het donderde
en bliksemde even rond Lotte de Beer’s enscenering van Mozart’s ‘Die
Zauberflöte’, maar ik heb de indruk dat die polemiek als een nachtkaarsje is
uitgegaan…

Er stond een flink stuk in ‘ons eigen’ Eindhovens Dagblad over nieuw
aanstormend talent  Laetitia Gerards – al groef het niet erg diep – en in De
Volkskrant over hoe het is om te zingen het koor van de Nationale opera.

Op Facebook ook lekker veel muziek; daar zit ik welbewust in mijn eigen
bubble… ik gebruik Facebook namelijk als ‘feestboek’; hard ander nieuws haal
ik bij bronnen die daartoe toegerust zijn en op Facebook geniet ik van alles
wat collega’s in de klassieke muziek voor elkaar boksen en posten. Ik vind het
prima zo.

En als je echt helemaal niks anders meer te doen hebt is daar nog altijd
YouTube. Ik kook wel eens (niet vaak, manlief doet dat meestal en
overheerlijk…) en heb dan enige minuten over tussen het moment dat het eten
klaar is en de sleutel in het voordeurslot wordt omgedraaid en ik onverwijld
op moet dienen… ik hou van goeie timing… Op zulke momenten zit ik te
surfen op YouTube. Soms op zoek naar nieuwe dingen, soms mezelf
trakterend op dingen waarvan ik al weet dat ze leuk zijn.

Vaak kwam ik uit bij Patty Lupone. Leek een soort van musicalster, maar met
die term doe ik haar zwaar tekort, zo bleek toen ik wat verder zocht,
nondepatatten wat een strot van beton! Die kan alles zingen en ze stoeit met
alle stemtechniek die beschikbaar is: het zaakje over laten slaan, van borst
naar top-register in twee noten, mét lucht (‘gevoileerd’ zeggen wij
zangpedagogen dan sjiek), zónder lucht en messcherp. Ze is door en door
Amerikaans, maar kan alle accenten imiteren, ze danst alsof ze nooit anders
gedaan heeft .

Ik zocht even haar CV op:
Ze is geboren in 1949 en heeft aan de Juilliard School. Ze debuteerde in 1972
al in het theaterstuk ‘The School for Scandal’ en was vanaf dan niet meer van
toneel te slaan.

Ze kreeg een  Tony  voor de hoofdrol in ‘Evita’ en later nog eentje voor haar rol
in de musical Gypsy. Ik kende haar van het gala waarin de tachtigste
verjaardag van Stephen Sondheim gevierd werd.

Haar rol als zangeres wordt in de biografieën die ik las wat onderbelicht…. Het
is een zangeres als een dragonder, munne hemel, wat kan die zingen!

Ik zoek naar een nummer waar dat te horen is en kan maar niet kiezen.
Uiteindelijk toch maar het nummer ‘Have a little Priest’ uit Sweeney Todd,
ook van componist Sondheim. Niet een makkelijke componist om te zingen,
veel tempo-wisselingen, toonsoort-wisselingen, groot qua omvang en hij
houdt weinig rekening met de grenzen en eigenschappen van de menselijke
stem.  Ik probeerde een stukkie na te zingen en kreeg het maar niet zuiver.
Lupone werpt een blik in de camera, zet de knop om en gaat als het
theaterbeest dat ze is voor het beste resultaat en geeft de twee mannen die de
rol van Sweeney Todd dubbelen, vol waar voor hun  geld!

Er zijn ook hele leuke opnamen van haar en Kristin Chenoweth in Bernstein
(verschrikkelijk lastig te zingen) musical ‘Candide’, maar ja een mens moet
kiezen, dus die gaat u lekker zelf surfen!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wonen er in Brabant alleen roomblanke jongeren?? 15 juni 2018

Soms valt je iets op. Bijvoorbeeld als je de nieuwe reclamefilmpjes bekijkt waarmee onze
provinciale toeristenorganisatie VisitBrabant toeristen warm probeert te maken voor
al het schoons dat Brabant te bieden heeft. En dat is veel.

De reeks filmpjes heet “Brabant is Open”. Brabanders heten immers gastvrij te zijn.
Wat mij op viel was dat er in die filmpjes vrijwel uitsluitend blanke mensen figureren.
En dan ook nog eens voornamelijk twintigers en dertigers.

Ik denk dat Brabant hip wil uitstralen en daarom nauwelijks grijze koppen zijn gefilmd,
in 2050 toch éénderde deel van de bevolking volgens demografen. Ik snap nog wel dat je
jong wilt uitstralen. Jong is in. Maar waarom er nauwelijks mensen met een andere
huidskleur of vrouwen met een hoofddoek zijn te zien is voor mij een raadsel. Ik zie niet het
Brabant waar ik mij dagelijks in beweeg.

De filmpjes zijn gemaakt in de grote Brabantse steden, in pretparken en op festivals. Ze geven
bijna allemaal hetzelfde beeld: vrolijke jonge mensen die zich uitstekend vermaken.
Met bier, sparerribs en nog een biertje.

In het filmpje over Den Bosch zien we alleen maar roomwitte mensen. Ik heb
veertien jaar aan de rand van de binnenstad van Den Bosch gewoond. Als ik ’s morgens
op het station kwam om naar mijn werk te reizen dan stroomde de stad inderdaad vol
met blanke vriendinnengroepen uit de ommelanden. Maar beneden op het plein waren
toch echt de kleurlingen goed vertegenwoordigd.

In het filmpje van Helmond zien we welgeteld één gekleurde man. In het filmpje over
Breda zien we alleen blanke jonge skaters en in het filmpje van Tilburg zien we ook
één kleurling. Dat is nota bene een stad met een groot aantal Surinamers, Antillianen
en Somaliërs.

In het filmpje over gastronomie zijn wel een paar kleurlingen in beeld. Het is het
horecapersoneel. De gasten zijn blank. Datzelfde geldt voor het filmpje over de
Beekse Bergen en in de Efteling komen schijnbaar geen andere mensen dan die
met een witte huidskleur.

Er zijn opnames van een festival, toch meestal een smeltkroes van culturen. We zien twee
gekleurde mannen: ééntje op het podium en ééntje wordt geinterviewd door . . . . een
vlotte jonge blonde meid.

De foto’s op de website van VisitBrabant die over “Brabant is Open” gaan laten ook
voornamelijk witte jonge Brabantse mensen zien. Geen grijze koppen, geen
donkere mensen.

Eén van de teksten op de pagina is de volgende: Beleef Brabant zoals de locals Brabant
beleven en laat je onderdompelen in hun gastvrijheid. Onze locals delen hun must-sees,
maar zeker ook de verborgen juweeltjes. En ze verklappen jou precies die geheimen die je
niet in de reisgidsen vindt. Zo gaan er voor jou deuren open, die normaal gesloten
blijven en ontdek je de meest bijzondere plekken van Brabant.

Mijn vraag is dan: wanneer ben je in Brabant een local??

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Hoe gaat het . . . 12 juni 2018

(Door Ab Klaassens)

Onlangs was ik op een feestje van mensen uit vervlogen dagen met slechts
enkelingen uit die tijd; de meesten van toen zijn al zwarte strepen op de
verjaardagskalender.

De jeugdigen hebben hoogstens van ons gehoord en vragen beleefd ‘hoe is
het’, terwijl ze eigenlijk niet rekenen op een antwoord, want de vraag is een
gebaar, zoals de Maories, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw Zeeland
hun neuzen tegen elkaar wrijven.

Ooit had ik een vriend die tijdens recepties op de vraag “hoe is het’ reageerde
met ‘nauwelijks’, wat niet tot verbazing of consternatie leidde.

Ik heb ooit een variant op die grap uitgeprobeerd door op ‘hoe gaat het’ te
reageren met ‘waardeloos’.

‘Goed om te horen’, was het antwoord.

 

  1. marlies (reply)

    12 juni 2018 at 10:44

    ik zeg wel eens alleen maar ‘dank je wel’ als ik merk dat men beleefdheidshalve informeert en niet wezenlijk geïnteresseerd is in het antwoord. Ook dat leidt nauwelijks tot wezenlijke reacties… 🙂

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Soep van de dag 11 juni 2018

We lunchen halverwege onze wandeling op de binnenplaats van zo’n prachtige
Zuid-Limburgse boerderij. Naast ons strijkt een gezelschap neer.

Een jongeman gaat naar die tafel en vraagt wat de dames en heren willen
gebruiken. De dames en heren hebben inmiddels de menukaart bestudeerd.
Eén van de mannen vraagt wat de soep van de dag is.

De jongeman moet bekennen dat hij dat niet weet maar snelt subiet weg om
het te gaan vragen.  Even later keert hij met een beteuterd gezicht terug. “Er is
helaas geen soep van de dag”, zegt hij.

“Dus er is geen soep”, zegt de man aan het tafeltje naast ons.

“Jawel”, zegt de jongeman. “We hebben uiensoep en tomatensoep. Maar geen
soep van de dag”.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (474) 9 juni 2018

(Door Marlies)

Weet u wat het voordeel is van ouder worden…??? Dat je meer verleden hebt!
En dat dat verleden soms in een gesprek ineens om de hoek komt kijken, soms
om naar te spoken, maar soms ook om achteraf nog lang te glimlachen en
dingen in een ander perspectief te zien. Na meer dan twintig jaar doet het
deksel dat je toen op je neus kreeg geen pijn meer en een compliment blijkt
langer te blijven hangen.

Ik zat deze week in mijn hoedanigheid als (soort van) secretaresse met
beleidsambtenaren aan tafel. De sfeer was licht melancholiek: de werkgroep
die om mij heen zat genoot van een laatste diner samen: ze is namelijk
opgeheven, anders ingedeeld, niet meer in deze samenstelling bezig, de focus
is verlegd, de speerpunten veranderd, ze is niet meer geborgd (ieieieiek, die
term zou verboden moeten worden…). Kortom met alle ambtelijke termen op
een stokkie en het stokkie in het vuur: het is afgelopen met deze club. Ze
zullen elkaar in andere samenstellingen nog wel tegenkomen en
samenwerken, maar zoals we hier aan tafel zaten zal dat niet meer gebeuren…

Mijn buurvrouw bij het diner was ook een oud-collega: ergens in 1997 werkten
we samen voor dezelfde gemeente. Ik als eind dertiger die een professionele
zangcarrière in rook had zien opgaan en dus weer ‘gewoon’ aan het werk was
gegaan en zij als beginnend jurist, een stuk jonger nog, aan het begin van haar
loopbaan… We hadden het over ‘ken je die-en-die nog?’ en  ‘wat is er toch van
die-en-die geworden?’ toen ze me aankeek over de rundercarpaccio en zei: “ik
weet nog dat we als collega’s mee geweest zijn naar een concert dat jij in het
gemeentelijk cultureel centrum gaf, met een paar jongere zangcollega’s,
sjonge, wat was ik onder de indruk, zoiets had ik nog nooit gezien of
gehoord… zo’n stem… als ik op TV opera zag zapte ik altijd door, maar dit was
verpletterend…”

Ik kan u nauwelijks uitleggen wat een plezier haar compliment mij deed. Ter
plaatse kon ik het concert nauwelijks nog terughalen, maar later op de avond,
thuis op de bank, kwamen de flarden terug en zat ik nog met een glimlach,
niet van mijn gezicht af te béitelen. Ja, het was een mooi concert geweest…

Ik pak mijn plakboeken zelden van de boekenplank, eigenlijk bijna nooit. Dat
bleek ook uit de spinnenwebben die ik lostrok toen ik het juiste boek
probeerde te grijpen; in drie jaar hebben die beesten flink hun best gedaan…
Wanneer zou het nou toch geweest zijn, dat concert?

Het bleek december 1997 geweest. Meer dan twintig jaar geleden, de foto’s
hielpen, bijna alles van die middag kwam terug. Ook de minder leuke dingen:
de sfeer binnen het adhoc opgerichte gezelschap was in de kleedkamers al niet
goed geweest en de recensie, die – laat ik het tactisch proberen weer te geven
– voor mij ietskes beter uitpakte dan voor de heren tenoren, kwam als een
boemerang terug: ik zou de recensent gekend en beïnvloed hebben, er vielen
harde woorden, het clubke klapte uiteen. Ik leerde toen weer een harde les:
het vak is ook binnen de amateurkringen keihard en niet altijd rechtvaardig –
ik heb namelijk een verdomd goed concert gezongen, toen – en een staande
ovatie krijgen heeft ook een keerzijde.

Het duurde tot in 2011 voor ik definitief besloot dat al die negatieve zaken de
positieve teveel overschaduwden, dat mijn faalangst me nog eens zou
vernietigen als ik niet uitkeek en dus: te stoppen met actief solo-zingen. Het is
een strijd geweest, maar zo’n ‘postuum’ compliment na meer dan 20 jaar is
een geweldige pleister op de wonde… die inmiddels trouwens goed genezen is!

De recensent had het over een ovationele reactie op mijn ‘Pace, pace, mio dio’
uit Verdi’s ‘La forza del destino’ en die doe ik mezelf dus hieronder effe
cadeau… Ik zal u lichtjes beschrijven wat er door je heen gaat als je zo’n aria
zingt, dan is het niet voor niks dat na meer dan twintig jaar het spiergevoel
nog precies terugkomt, ’s avonds op de bank.

Er zijn op YouTube talloze prachtige versies te vinden. Ik koos deze, omdat
James Levine (‘Jimmy’ voor intimi) dirigeert en ik moest glimlachen hoe hij
met een ‘opslag’ meteen het tempo haarfijn voor het orkest vastlegt. Hoezo, 4
tellen vooraf?

Bij het chromatische loopje naar beneden aan het begin leer ik nu nog dat het
geen ruk uitmaakt in welk tempo je de noten als sopraan doet, als je maar
zuiver uitkomt en ongeveer gelijk met het orkest… sopranen vrijheid…

En die prachtige lange Verdi-lijnen , die volkomen organisch komen, als je een
Verdi-zangeres met een fatsoenlijke ademtechniek bent. Gek genoeg lukte het
me bij Mozart nooit om zo’n lijn zonder bij-ademen te zingen en bij Verdi
altijd…

Die mooie pianissimo-noot halverwege? Goed afzetten op je middenrif, hem
dan los laten zweven ergens achter je neus en hem als een parachuterende
boompieper laten landen vóór je op het toneel…

En na het tussenspel op tijd inzetten als er geen Jimmy Levine is om het je
aan te geven?  Gewoon banaal tellen: dat is één… dat is twéé, dat is drie…. Als
je bij tien bent komt de tekst: ‘Misero pane…’ tel maar na! Ik had destijds
trouwens een geweldige pianist (wél vriend gebleven!), die subtiel wachtte tot
ik tot tien geteld had… de meeste sopranen kunnen immers maar tot vier
tellen (grapje, dames, grapje!)

En haal vooral adem vóór de laatste ‘Maledizion!’, die hoge bes staat volgens
mij maar als kwartnoot genoteerd, maar ach, als-ie erop zit voor veel en veel
langer: doen!

 

https://youtu.be/f1EtAVmiQOk

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Freek 8 juni 2018

(Door Ab Klaassens)

Freek heeft deze week zijn eerste AOW-uitkering ontvangen. Hij heeft er nooit
voor betaald, want werken in een baan was hem niet gegund; hij kon het niet.
En voor zelfstandig ondernemerschap miste hij ook al het talent.

Hij was zoals de eerste pannenkoek die je wilt bakken: een misbaksel. Freek
was jarenlang het zorgenkind van de familie. Drugs, drank, dromerijen, leven
aan de buitenrand van de maatschappij.

Mede door zorg van de familie kwam er de laatste jaren wat rust in het leven
van Freek. Hij kreeg een vast adres bij een vriend van de familie in Eindhoven,
maar kon gaan wonen ver van zijn oude drugsmaatjes, ergens in een oude
caravan aan de rand van een bos. Daar kon hij de boze geesten in zijn hoofd de
baas. Daar kwam hij tot rust.

Ambtenaren van de gemeente Eindhoven die jarenlang zijn bijstandsuitkering
betaalde stelden vast dat Freek niet woonde op het  adres dat hij had
opgegeven. Freek moet de gemeente nu 45.000 euro teruggeven.

  1. karin r. (reply)

    8 juni 2018 at 12:14

    en zo gaan mensen (wederom) ver vernieling in. Ik hoop dat men tussen de regels kan lezen. …

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ondertunneld 6 juni 2018

(Door Ab Klaassens)

Als ik via krant of radio verneem dat ergens een weg wordt ondertunneld raak
ik aan verwarring ten prooi. Want wat wordt er nou eigenlijk ondertunneld;
de weg of de weg waar de weg onderdoor gaat?

Rustig nou even. Breng er systematiek in. Het gaat om een nieuwe of
verbeterde weg. Die noemen we A. Die weg moet onder een andere weg door
( of  kanaal of spoorweg) Die noemen we B.

Nou heb ik berichten gehoord en gezien waarin werd vermeld dat weg A zou
worden ondertunneld. Terwijl die tunnel toch duidelijk onder B komt  te
liggen. Zodat dus B wordt ondertunneld.

De Van Dale gepakt: Ondertunneling: het aanleggen van een tunnel onder
iets.

Dat sterkt sommige schrijvers in hun overtuiging dat de nieuwe weg wordt
ondertunneld, ‘want die krijgt toch een tunnel?’ Ik krijg er een punthoofd van.

  1. Laurent (reply)

    6 juni 2018 at 20:48

    U heeft het weer eens helemaal goed, meneer Klaassens.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Rundumhaus is ook vakantie 4 juni 2018

Een flauw grapje uit mijn jeugd. Als mensen vroegen waar je op vakantie ging
zei je: Naar Balconia. Of Rundumhaus. De hedendaagse vakanties zijn meestal
avontuurlijker.

Wij gaan niet meer lang op vakantie, wel vaker. Meestal een week of een lang
weekend. Vaker kort, is onze ervaring, betekent dat je altijd in between twee
leuke uitstapjes bent die na afloop voelen als een vakantie. Dat bevalt ons
prima.

De afgelopen tijd heb ik voor het eerst sinds jaren drie weken aaneengesloten
vakantie gehad. Avontuurlijk? ’t Is maar hoe je het bekijkt. De eerste week
wandelden mijn lief en ik in Oostenrijk.

De laatste twee weken ging mijn vrouw dagelijks naar haar werk. Ik niet, ik
bleef rundumhaus. Daar koos ik voor omdat ik een heleboel vakantiedagen
heb die toch een keer op moeten en mei is een prachtige maand om de natuur
in te trekken. Alles staat in bloei en de vogels zijn druk met hun jongen. Op
haar vrije dagen trokken we er samen wandelend op uit. Zo genoten wij van al
het moois dat Brabant te bieden heeft. Met als één van de hoogtepunten een
prachtig concert van een bosrietzanger, speciaal voor ons.

Eén keer per dag, aan het ontbijt, las ik het nieuws en de mail, de rest van de
dag meed ik het leed. Dat is voor mij bijzonder, maar het werkt om los te
komen van de dagelijkse beslommeringen. Tijdens een etentje met vrienden
spraken we over het feit dat de man in het gezelschap drie weken in zijn eentje
een camino in Spanje heeft gelopen. Hij is burgemeester geweest en een leven
lang gewend in het middelpunt van de belangstelling te staan. Hij wilde wel
eens ervaren hoe het is om op jezelf teruggeworpen te zijn. Volgens mij weet
hij dat nu.

Al pratend vertelde hij over een docent Grieks die hem had verteld dat
vakantie niet alleen betekent dat je los ben van je werk maar dat je ook ruimte
hebt om nieuwe dingen te ontdekken. Hij begreep nu wat dat betekende. Dat
gevoel had ik ook wel de afgelopen weken. Ik ontdekte vooral hoe heerlijk het
is om ’s morgens op te staan en na het ontbijt pas te beslissen of het weer goed
genoeg was om naar buiten te gaan of – bij regen – op de bank te gaan liggen
met een goed boek, niet gestoord door telefoon, mail, appjes of pushberichten.

Aan het eind van de middag meld ik me weer bij de baas voor een
avonddienst. Is het dan toevallig dat op één van onze scheurkalenders
vandaag deze tevoorschijn kwam?

PS: Op het moment dat ik dit schrijf appt mijn vrouw dat we komend
weekend helemaal niks in de agenda hebben staan. Of we iets leuks kunnen
gaan doen met een overnachtinkie. Het grote nadenken is weer begonnen.

  1. E. Klaassens-Postema (reply)

    5 juni 2018 at 23:09

    Gemért is ook leuk.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wonen 2 juni 2018

(Door Ab Klaassens)

Voor het huis in de Amsterdamse buurt De Pijp, waar ik ben opgegroeid,
betaalden mijn ouders zestig jaar geleden een huur van acht gulden per week,
elke maandag  contant te overhandigen aan de eigenaar die een paar huizen
verderop woonde.

Dat zelfde huis heeft nu een huurwaarde van 1500 euro per maand. De
eigenaar van toen is al lang dood, de nieuwe eigenaar is dood voor klachten.

Oude huizen zijn in trek, ook oude huizen die al jaren op een slooplijst
stonden. De vastgoedjongens die het zagen aankomen bulken inmiddels van
het geld en leggen zich nu ook toe op de verhuur met verhogingen van de
huurprijs tot veertig procent als gevolg.

Dit kan door de marktwerking, heilig verklaard door CDA  en VVD. We wonen
met velen op een klein gebied. Als de ruimte schaars is zou de overheid toch
moeten  proberen greep te krijgen op het grondbezit, een prijsbepalende
factor bij de bouw van nieuwe woningen; van belang voor de concurrentie op
de woningmarkt. Helaas, VVD en CDA zijn tegen.

Vóór de marktwerking, maar tegen maatregelen die de marktwerking kunnen
bevorderen. Scheef, maar Rutte en Buma lullen dat wel recht.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Weerzien na vijf maanden . . . 30 mei 2018

Soms ben je ongewild getuige van een gesprek.  In de supermarkt hoorde ik
twee mensen die elkaar minstens vijf maanden niet meer hebben gezien. Ze
deden iets dat voor mij als een live-chat voelde.

Hij: Hé hallo. Da’s lang geleden. Hoe gaat het?

Zij: Hoi, dat is zeker lang geleden. Het gaat goed. Je haar is er af.

Hij: Ja. Met mij gaat het goed. Fijn dat het met jou goed gaat.

Zij: Ik heb niet veel tijd. Ik moet er zo weer ééntje van school halen.

Hij: Het is wel lang geleden dat we elkaar zagen.

Zij: Ja dat is het zeker.

Hij: Ik ben weer op vakantie geweest. Vijf maanden dit keer.

Zij: Goed zo jongen, ge moet er van genieten.

Hij: Dat doe ik ook.

Zij: Met de kinderen gaat het ook goed. Met Davy ook.

Hij: Da’s mooi.

Zij: We moeten weer eens afspreken.

Hij: Ja leuk.

Zij: Dan moet je maar een berichtje sturen.

Hij: Doe ik.

Zij: Ik moet nou gaan. Ze hebben om half drie code geel voorspeld.

Hij: Ik heb ook niet veel tijd. Houdoe.

Zij: Houdoe.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *