Brabantse lessen voor Johan Remkes 5 augustus 2022

Als Johan Remkes vandaag met de boeren praat dan hoop ik
dat hij de recente Brabantse geschiedenis heeft bestudeerd.

Onlangs schreef ik al dat boeren die vinden dat de overheid
eindelijk eens moet bewegen in het stikstofdossier iets hebben
gemist. Het presenteren van het beruchte kaartje was een
enorme beweging. Weliswaar niet zo goed doordacht, het heeft
in ieder geval iets in beweging gezet.

Nu denkt het kabinet er volgens het Eindhovens Dagblad
over de stikstofdeadline op te schuiven naar 2035, want de
datum is ondergeschikt aan het doel. Waar ken
ik dat toch van?

Van de recente Brabantse geschiedenis.
Al in het eerste decennium van deze eeuw was er – in
ieder geval in Brabant – sprake van dat boerenbedrijven
stikstofuitstoot moesten verminderen. In 2028 moest iedereen
milieuvriendelijke stallen hebben. De boeren kregen toen
een zee van tijd. De boeren met het gezondste verstand gingen
meteen het nieuwe pad op.

Ergens halverwege het tweede decennium vond een
liberaal/links college van Gedeputeerde Staten dat de meerderheid
van de boeren in Brabant niet in beweging was te krijgen.
De druk ging op de ketel, in 2017 werd de deadline vervroegd
naar 2022. 

Onder aanvoering van een door boeren onder druk gezet CDA
begon toen een jarenlange discussie over die datum. Het ene na
het andere college klapte en de datum werd 2024. Ondertussen
had iedereen z’n hoop gevestigd op nieuwe stalsystemen en
andere vernuftige technieken die weinig soelaas boden, met
als dramatisch dieptepunt stalvloeren die zo gevaarlijk bleken
dat boeren bang waren voor ontploffingen.

Boeren die wel het belang van stikstofvermindering inzagen
gingen stug door op het pad naar de nieuwe tijd. (Het valt me
op dat juist die boeren nu in de media die ik serieus neem
veel aandacht krijgen, ook een manier van stelling nemen).
Anderen haalden de tractoren uit de loods om te protesteren.

Voor mij is de Brabantse geschiedenis een leermoment.
Een deadline is een politiek dingetje, dat door partijen wordt
gebruikt om het eigen hachje te redden. Het CDA voorop. Zo’n
deadline op zich betekent niks. De enig datum die telt is die
van vandaag, waarop je moet beginnen met het terugdringen
van de uitstoot. 

Dus als ik zo’n compromis lees denk ik: OK en nu door . . .
Mijn ervaring in de Brabantse politiek de afgelopen jaren is dat
boeren (de radicale minderheid uitgezonderd) best om willen
schakelen. Als ze maar van die moordende deadline af zijn.
Noodgedwongen lopen ze al aan de leiband van de Rabobank
en veevoederbedrijven. De overheid moet niet het allerlaatste
druppeltje in de melkemmer doen.. Als Johan Remkes de
boeren mee kan krijgen door ze tijd te laten kopen en ze het
gevoel te geven dat ze baas zijn over hun laatste greintje
vrijbuitersgevoel dan is dat helemaal niet erg.

Van Brabant hebben we geleerd dat je dan wel samen met
de boeren nauwgezet aan de voortgang van het proces moet
werken. Als je ook landelijk de boel jaren laat waaien, het CDA
en de boeren eindeloos laat discussiëren over deadlines en
blijft wachten op technische ontwikkelingen, dan voorspel ik
dat over een paar jaar er nog steeds geen beweging in zit.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Trots op de postbode 4 augustus 2022

Mijn vader was postbode. Dat was in de jaren vijftig en zestig.
Begin jaren zeventig werd hij hoofdbesteller, zeg maar de baas
van de postbodes in Barneveld.

Vandaag las ik dat postbodes een vast contract krijgen. Post NL
wordt daartoe gedwongen omdat er anders geen mens meer
met brieven en pakjes lang de deur wil. In de tijd van mijn vader
was postbode een felbegeerde rijksbetrekking.

Postbode in de tijd van mijn vader was iets anders dan
postbode in de tijd van Bol.com. Mijn vader droeg een keurig
zwart kostuum. Nu realiseer ik me pas dat onze term pospak
geen recht deed aan de broek met  rode biezen langs de pijpen
en een pet met een glimmende klep waarop het koperen
kenmerk PTT was vastgenageld. 
In de schuur hing de poscape die
hij omsloeg als het hard regende. We voelden een zekere trots
bij de goedgeklede man in zijn voorname pak.

Er is een moment geweest dat Tante Pos haar medewerkers
in een lichtgroen zomeruniform hees. Mijn vader durfde er
bijna niet mee over straat.

De oranje pet die postbezorgers nu dragen, zou mijn vader
zelfs op Koninginnedag niet gedragen hebben. Dat lag aan hem,
hij was niet zo uitbundig.

Postbode was je toen voor het leven. Het was een rijksbetrekking
met zekerheid op een vast inkomen en een goed pensioen.
Dankzij het uniform had je een zeker aanzien. Het idee dat
mijn vader in een korte broek brieven zou hebben bezorgd
gaat mijn voorstellingsvermogen ver te boven.

Ruim veertig jaar lang stond mijn vader voor dag en dauw op.
Hij was al weg als wij aan het ontbijt zaten. Tussen de middag
aten we warm, waarna mijn vader de tweede tranche ging doen.
Als wij uit school kwamen deed hij een dutje, dan moesten wij stil
zijn. Het waren de offers die gebracht moesten worden voor een
vaste baan bij de Rijksoverheid.

Toen mijn vader naar Barneveld ging merkte ik opeens dat
postbode zijn ook een bijbaan kon zijn. Er bleken namelijk nogal
wat boeren uit de omgeving ook brieven te bezorgen. Dat konden
ze namelijk uitstekend combineren met hun werk op de boerderij.
Zo verdienden ze aardig wat bij en ze hadden een zekere
bestaanszekerheid.

Mijn autorijles kreeg ik van een collega van mijn vader, die ‘s morgens
post bezorgde en die na zijn middagdutje een autorijschool dreef.

In de loop der decennia is het beroep van postbode veranderd.
De tijd dat er een man in een keurig uniform fluitend door het
dorp fietste en die ‘s avonds bij de boterham de laatste roddels
vertelde die hij onderweg allemaal had opgepikt is verdwenen. 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Heineken: een vat vol tegenstrijdigheden 2 augustus 2022

Wie het beeld heeft dat bedrijven het beste voor hebben met
consumenten, u en mij,  moet nodig de geldstromen gaan volgen.
Het zijn de aandeelhouders die gediend moeten worden. Dat
kan met hoge winsten. 

Eigenlijk is er niet zoveel veranderd. Vroeger woonden
de textielbaronnen in kapitale villa’s in het groen terwijl hun
arbeiders bij elkaar klitten in smerige steegjes.

Solidariteit tussen het grootkapitaal en de minder bedeelden
is iets voor een socialistische heilstaat en we weten hoe dat
weer tot andere excessen kan leiden. 

Deze week las ik over de megawinsten van Shell en dan prijs ik
mij gelukkig dat ik zo weinig rijd dat ik maar een keer per
maand met hartkloppingen aan de pomp sta. 

Vandaag zegt een topman van Heineken dat de prijzen van
bier nog wel even zullen stijgen. En, o ja, de winst van de
bierbrouwer is enorm gestegen. Dat de prijzen van ons pilsje
desondanks het komende jaar nog hoger wordt komt omdat
de grondstoffen die dan worden gebruikt nu al al moeten
worden ingekocht. En nu zijn de prijzen hoog.

Tja, niemand had dit allemaal kunnen voorzien. Meevallertje
voor Heineken, hun frisse biertje Heineken Silver gaat als een speer,
want met de warme zomer is er behoefte aan fris bier. Mazzel
noemen ze dat bij Heineken. Weten ze bij de bierbrouwer veel
dat het steeds warmer wordt.

Heineken denkt ook dat door de inflatie mensen misschien wel
minder bier gaan drinken. Maar ze zien in Amsterdam ook dat
hun dure Premium Bier het goed doet. Ondanks alle financiële
ellende gunnen mensen zich volgens Heineken toch nog een pleziertje.

Uit het vat van de Heineken topman vloeit vooral een
stroom tegenstrijdigheden. 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De leegloop uit het Brabantse provinciehuis 28 juni 2022

Een paar maanden geleden viel het me op dat opvallend
veel leden van Provinciale Staten in Brabant opstapten. Vandaag
werd dat bevestigd door een artikel in het Eindhovens Dagblad.
Een aantal werd wethouder. Jarenlang heb ik als politiek
verslaggever het wel en wee van die Staten gevolgd.  Sinds
maart ben ik met pensioen. Toen er weer een prominent Statenlid
weg ging wenste ik hem succes en merkte op dat de leegloop
wel erg groot was. Sinds jouw pensionering is er geen houden
meer aan, appte hij terug.

Hij suggereerde geen oorzakelijk verband en ik ben wel de
laatste die dat zou durven. Zoals ik ook één van de laatste journalisten
was die nog tot diep in de nacht de vergaderingen volgde. Ik hield
van het spelletje, tot grote verbazing van mijn toenmalige
collega’s.  Het allermooiste vond ik het componeren van een
begrijpelijk artikel op basis van die enorme stortvloed aan
woorden die soms tien uur achter elkaar over ons journalisten en
een handjevol andere belangstellenden werd uitgestort.

Het waren heel vaak herhalingen. We sloten in het persvak
symbolische weddenschappen af op hoe lang het zou duren voor
de PVV het woord klimaatminaretten zou laten vallen. Voor niet
ingewijden: dat zijn windmolens. Met dat woord konden de
PVV’ers in één keer hun afkeer van twee zaken benoemen. Kort
en bondig, dat dan weer wel.

Hoe vaak hebben we niet in het persvak tegen elkaar gezegd:
“maar daar gaat de provincie helemaal niet over”,  als er weer
een overijverig Statenlid een proefballonnetje op liet. En als wij
het niet zeiden was er wel een Gedeputeerde die het zei.

Het jongste mantra kwam van Gedeputeerde Elies Lemkes.
In 2030 moet elke Brabander er drie gezonde levensjaren bij krijgen.
Uren is er over gedebatteerd, maar het bleef een abstract verhaal.
Vooralsnog wijzen recente onderzoeken erop dat
de stikstof ertoe leidt dat Brabanders een jaar korter leven.

Aan het eind van mijn loopbaan was ik dicht bij de conclusie
dat Provinciale Staten een overbodige politieke laag zijn. Als
het de afgelopen jaren al over politiek ging (vooral over de boeren)
vochten ze elkaar de kiet uit en op een toon die beschamend was.
Het was een zootje met wisselende colleges. Ik begrijp het wel dat
vooral de politici die de afgelopen jaren in positieve zin
opvielen nu allemaal iets anders doen.

  1. Ximaar (reply)

    28 juni 2022 at 14:16

    Leegloop zal toch wel meevallen, of krijgen ze in Brabant geen vervangers?

    Iets heel anders is dat je tegenwoodig de vergaderingen live en/of achteraf kan bekijken. Ik doe dat bij bepaalde commisievergaderingen van de gemeente. Vaak zoek ik zo ook nog achteraf wat na, welke partij of persoon iets zei. Ik vraag me af hoeveel mensen dat doen. Zal eenvoudig gemeten worden, maar ik heb nog nooit iets over de digitale belangstellig gelezen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Creatieve bezwaren 20 juni 2022

In het dorpje Zeelst komt een Islamitisch centrum. Zeelst is
gemeente Veldhoven. Volgens het Eindhovens Dagblad is de
stichting die het centrum wil oprichten omstreden. De club
staat al een tijdje op de radar van de NCTV.

De inwoners van het dorp houden hun hart vast, lees ik
in de krant. Ze gaan zich verzetten, hoewel de komst van de
ontmoetingsruimte volgens het bestemmingsplan is toegestaan.

Ik kan me de angst we voorstellen. Zodra ergens het
woord salafisme aan een organisatie gekoppeld wordt roept
dat beelden op van aanslagen. Zo is ons wereldbeeld vooral
sinds 9/11 nou eenmaal gevormd.

Wat ik in dit soort gevallen altijd interessant vind zijn de
argumenten die mensen gebruiken om iets in hun achtertuin
tegen te houden. In mijn journalistieke leven heb ik talloze
bezwaarmakers gesproken en bezwaarprocedures gevolgd.
Dat was een goede leerschool om te ontdekken hoe belangen
met elkaar kunnen botsen.

Als het gaat om de komst van dingen die publiek aantrekken
wordt vaak als eerste  het parkeerprobleem aangevoerd. Dat was
in Zeelst ook zo. In het eerste artikel met bezwaarmakers was
dat meteen een tegenargument. Onze hele openbare ruimte is
ingericht op de auto. Die moet ongehinderd kunnen rijden
en ‘s avonds voor de deur geparkeerd kunnen worden.

Dat is iets wat ik niet begrijp. Jarenlang heb ik aan de rand
van de binnenstad van Den Bosch gewoond en het gebeurde
vaak genoeg dat ik twee straten verder pas een parkeerplekken
vond. Dt hoort er bij, dacht ik altijd.

Behalve parkeren is er nog een constante in de
bezwarenprocedure: waardevermindering van huizen.
Ondanks het feit dat Nederland klein is vindt iedereen dat
hij recht heeft op ruimte.

Dan heb je ook nog de categorie creatieve bezwaren. Ik heb
het meegemaakt dat in een dorp waar ik werkte nieuwe huizen
zouden worden gebouwd. Dat gebeurde in de omgeving van
een woonwagenkamp. De woonwagenbewoners waren daar
fel op tegen. Dat vond ik al een beetje omgekeerd aan wat ik
gewend was. De bezwaarmakers vonden weinig gehoor. Op een
hoorzitting haalde een van hen het ultieme bezwaar uit de kast
toen hij tegen de wethouder zei: “U laat mensen toch niet
naast een woonwagenkamp wonen”.  Dat was de eerste keer
dat ik – en met mij de hele zaal – hard moest lachen tijdens
een bezwarenprocedure.

Iets soortgelijks lees ik in het zoveelste artikel over het
islamitisch centrum in het ED. Een van de bezwaarmakers vertelt
de journalist:

Dit is een uitgaansgebied, in het weekend zitten de terrassen
vol. Als bezoekers van het islamitisch centrum langs die
terrassen lopen, gaan mensen dingen roepen, zeker als ze al
wat gedronken hebben. En dat kan vervelend uitpakken.”

Ik vraag me nu af of ik indertijd ook met droge ogen het
argument van die woonwagenbewoner in mijn artikel heb
opgenomen. Ik ben bang van wel.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Generatiekloof 13 juni 2022

Mijn vrouw is klassiek geschoold, maar haar hoofdinkomsten
komen uit haar baan als ambtenaar, waarbij ze graag
aangetekend wil hebben dat ze een a-typische ambtenaar is.
Dat blijf ik een merkwaardige toevoeging vinden want
volgens mij zijn er onder ambtenaren net zo veel verschillende
mensen als in elke andere beroepsgroep. 

Op haar werk wordt niet alleen over beleid en moeilijke
stukken gesproken, maar ook over haar passie, de klassieke
muziek. Dat komt omdat ze collega’s heeft die dat interessant
vinden.  Volgens mij zijn ze daar allemaal een beetje a-typisch.

Soms laat iemand mijn vrouw een stukje popmuziek horen
met de vraag: dit komt toch ook uit de klassieke muziek.
Mijn vrouw is het type dat dan wel een gevat antwoord heeft.
Deze week werd haar deskundigheid getoetst op een stukje
muziek uit een TV-commercial.

Dat ken ik ik, riep de jongste medewerkster van de afdeling.
Mijn vrouw kende het ook: dat is uit de Notenkrakerssuite,
de Suikerfee, aldus mijn echtgenote 

De jongste medewerkster keek haar verbaasd aan. “Dat was
van mijn Barbiepop,” zei ze. 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Klap in het gezicht van burgemeesters 29 mei 2022

Een van de laatste klussen die ik voor Omroep Brabant
deed voordat ik met pensioen ging was een aantal artikelen
over de gevaren van ondermijning in gemeenten en
gemeenteraden. Dat was in de aanloop naar de
gemeenteraadsverkiezingen afgelopen maart.

Ik interviewde onder anderen de burgemeesters
Frank van de Meijden van Laarbeek en Elly Blanksma van
Helmond. Ook sprak ik een groot aantal voorzitters van
lokale politieke partijen en stelde hun de vraag hoe zij
voorkomen dat kwaadwillende lieden via hun partij een
voet tussen de deur krijgen van de bovenwereld.

Het begrip ondermijning heb ik altijd wat abstract gevonden
omdat er nauwelijks gevallen bekend zijn van zware
criminelen in een gemeenteraad. Dat legde ik voor aan Ad van
Mierlo van het RIEC, de anti-ondermijningsclub in
Brabant en Zeeland.

Hij begreep mijn reactie, want ondermijning is een
containerbegrip en een veelkoppig monster. De burgemeesters
die ik sprak bevestigden dat. Ze vertelden dat juist omdat
ondermijning zo’n diffuus begrip is, zij altijd op hun
qui-vive zijn.

Wat mij vooral opviel was dat die burgemeesters er serieus
werk van maakten om te voorkomen dat vooral de
witteboordencriminelen rechtstreeks of via stromannen
voet aan de grond krijgen in hun gemeenten. De burgemeesters
die ik sprak waren geen crimefighters die dagelijks met
toeters en bellen uitrukten om het kwaad te bestrijden, maar
die wel voortdurend in stilte bezig waren.

Soms gaan ze op de koffie bij iemand die kwade bedoelingen
heeft met als doel duidelijk te maken dat die kwaadwillende
gezien wordt. Soms leidt dat tot bedreigingen en soms moeten
de burgemeesters en hun gezin even “op vakantie tot een
storm is overgewaaid”.

Ze praten voortdurend met raadsleden en collega-bestuurders
om elkaar scherp te houden. Er zijn gemeenteraden die het
wel best vinden zo en die de burgemeester graag de
kastanjes uit het vuur laten halen. Een publiekelijke
steunbetuiging is dan het hoogst haalbare.

Als ik dan lees dat Jos van Rey, die toch is veroordeeld tot
een voorwaardelijke celstraf voor onder meer corruptie, in
zijn woonplaats Roermond opnieuw wethouder lijkt te worden,
dan vind ik dat een klap in het gezicht van al die burgemeesters
die hun stinkende best doen ondermijning tegen te gaan.

Ik ben benieuwd hoe de Roermondse burgemeester Rianne
Donders hier mee om gaat. Ze is in het Eindhovens Dagblad
genoemd als kandidaat voor het burgemeesterschap van
Eindhoven. Oké, namen noemen is maar een journalistiek
spelletje waarbij de journalist met hagel schiet om later te
kunnen zeggen: ik zei het toch . . . Maar dan nog.

Als Donders de komende dagen niet het landelijke nieuws
haalt omdat ze zich fier uitspreekt tegen de komst van Van Rey,
dan mag ze wat mij betreft van dat lijstje.

  1. Arnoud (reply)

    30 mei 2022 at 13:30

    Jij weet het ongetwijfeld beter dan ik, maar kan een burgemeester zoiets wel tegenhouden? Ik heb het gevoel dat de coalitie zelf bepaalt wie er wethouder wordt…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het aangename gevoel bij Schipholleed 28 mei 2022

Soms vraag ik me af waarom er in de media zoveel aandacht
is voor
 de wachtrijen op Schiphol. Want laten we wel zijn het
overgrote 
deel van de Nederlandse bevolking staat niet
in zo’n wachtrij. De mensen die er wel in staan zitten de volgende
dag achter een mojito en willen helemaal niet meer met
verhalen over wachtrijen geconfronteerd worden.

Je vraagt je af voor wie al die journalisten dan al opwinding
verslaan. Mijn ervaring is dat alles wat te maken heeft met
vliegvelden en vakantie zich mag verheugen in grote
journalistieke belangstelling. Tijdens mijn journalistieke
leven gingen altijd alle alarmbellen af als er op Eindhoven
Airport iets gebeurde dat afweek van wat ze bij Schiphol nu
aangenaam en voorspelbaar noemen.

Of het nu lange wachtrijen waren of een melding van een
vliegtuig in nood (waarbij het gelukkig bijna altijd goed
afliep) of passagiers die een uurtje in een vliegtuig moesten
wachten voordat het opsteeg, altijd rukte er wel iemand
naar het vliegveld uit om reacties te halen. 

Ook als er een vliegtuig arriveerde met mensen die op
een heel ander vliegveld iets onaangenaams of
onvoorspelbaars hadden meegemaakt werd in Eindhoven
de microfoonhengel boven de veilig thuis gekomen
reizigers uitgeschoven.

Veel journalistieke onderwerpen worden gemaakt om
mensen het gevoel te geven dat ze blij mogen zijn dat zij
van de beschreven ellende zijn gevrijwaard. Elk slechtnieuwsverhaal
voor een kleine groep mensen wordt zo een goednieuwsverhaal
voor de massa.

Waarschijnlijk vallen de wachtrijen op Schiphol ook in die
categorie. Ik denk dat er bij komt dat de wereld van het
vliegverkeer aantrekkingskracht heeft. Het blijft ook
opwindend om opgepropt in een cabine honderden kilometers
af te leggen naar een andere wereld.

Bovendien vliegen de meeste mensen naar een
vakantiebestemming. Dat betekent dat ze na een jaar hard
werken en sparen (hoewel je tegenwoordig volgens mij
goedkoper naar Mallorca vliegt dan je met de trein naar
Groningen reist) niet gehinderd willen worden op weg
naar die bestemming.

Als dat toch gebeurt dan is er sprake van groot leed en
dat dient door de media breed uitgemeten te worden
zodat de overgrote groep thuisblijvers zich aangenaam voelt.

  1. Arnoud (reply)

    30 mei 2022 at 13:36

    Ik woon op een paar kilometer van Schiphol en ‘geniet’ dus van de bijbehorende overlast, zijnde lawaai en vervuiling. De puinhoop op Schiphol kan me dan ook niet groot genoeg worden. Hoe minder vluchten hoe liever. Schiphol hoeft namelijk niet zo groot te zijn. Het grootste deel van de reizigers bestaat uit overstappers waar we economisch helemaal niets aan hebben, maar waar we wel de lasten van dragen. Bijkomend irritant zijn de leugens waarmee Schiphol probeert te groeien en wet- en regelgeving probeert te omzeilen.
    Dus krimpen in plaats van groeien, dan verdwijnen vanzelf die wachtrijen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Leve de mainport 27 mei 2022

Trots. Apetrots waren we toen Zuidoost-Brabant werd uitgeroepen
tot mainport. Daarmee werd de regio definitief volwassen. 

Vroeger was de regio een lappendeken van keuterboeren
die op de zandgronden een boterham probeerden te verdienen.
Dankzij de komst van de gebroeders Philips, die het
worstelende arbeidspotentieel zagen, ontwikkelde de regio zich.

Totdat Philips als een dief in de nacht vertrok. Er was
ontreddering, maar omdat de mensen in Zuidoost-Brabant
gewend waren te werken voor hun geld krabbelde de
regio op. Onderwijs, bedrijfsleven en openbaar bestuur
ontwikkelden Brainport. De regio werd de slimste van de
wereld. De regio werd mainport.

Die eer deelt Zuidoost-Brabant met Schiphol en de
Rotterdamse haven. Dat zijn de drie gebieden waar het
meeste geld voor de BV Nederland wordt verdiend.

Mainport zijn betekent dat een gebied gezien wordt door de
politici in Den Haag en dat er vaker dan voor andere gebieden
in Nederland de portemonnee wordt getrokken om de
belangrijke economische status te behouden. 

Ondertussen vraag ik me af hoe hoog de prijs is. Mainport
Rotterdam is een van de belangrijkste doorvoerhavens van
drugs. Het kost de staat handenvol geld om die criminaliteit
te bestrijden.

Mainport Schiphol beheerst dezer dagen het nieuws en niet
omdat daar geld wordt verdiend ten bate van ons aller welvaart.
Vechtpartijen omdat mensen bang zijn hun vlucht naar
zonnige oorden te missen tonen juist de uitwassen van die welvaart.

In de mainport Zuidoost-Brabant zorgt onder meer een
toenemende stroom van expats voor torenhoge koopprijzen
voor huizen, waardoor minderbedeelden niet meer aan
de bak komen.

De vraag rijst nu wie de eigenaren van de BV Nederland
zijn die de vruchten van die mainports plukken. 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Over arbeidsmigranten en expats 7 mei 2022

Twee grote werkgevers in de regio waarin ik woon pleiten
er voor om een belastingvoordeel voor expats niet af te schaffen.
De kenniswerkers zijn schaars, we leiden ze in Nederland niet
zelf op dus zijn ze duur.

Om ze te lokken krijgen ze een belastingvoordeel. Daar kan
ik me nog wel iets bij voorstellen. Maar, als buurman van een
aantal expats, vraag ik me een paar dingen af.

Ik ken een expatstel dat een appartement van bijna een
half miljoen euro kocht. Nadat er twee kindjes waren geboren
kochten ze even verderop een huis met een tuin. Het
appartement hielden ze aan en verhuren ze aan een expatgezin
uit India.

Van mij mag het, iedereen mag met zijn geld doen wat hij wil.
In ons eigen appartementencomplex wordt een deel van de
woningen verhuurd voor prijzen waar de eigenaren met een
hypotheek met hun verstand niet bij kunnen, De meeste huurders
zijn expats.

Die bedragen kunnen ze dus betalen dankzij hun riante
salarissen en waarschijnlijk ook dankzij een douceurtje van
de belastingdienst.

Hoe leg je dat uit aan de koffersjouwers op Schiphol? De Arbeidsinspectie,
lees ik vanmorgen, wil een rem op arbeidsmigranten. De
baten komen terecht bij de werkgevers en de uitzendbureau’s
terwijl de kosten voor de samenleving zijn.Het gaat dan om
goedkoop buitenlands personeel. Dan spreken wij over de
zwoegers op de aspergevelden en in de slachterijen die een
minimumloon krijgen een geen belastingvoordeel. 

Een deel van die mensen woont niet in een riant appartement
maar in kleine kamertjes en soms zelfs in verbouwde schuren.

Inspecteur-generaal Rits de Boer  vraagt terecht aandacht
voor de kwestie maar hij maakt in mijn ogen een paar
gevaarlijke opmerkingen om het standpunt van de
Arbeidsinspectie  uit te leggen. Hij zegt in het ED onder meer
dat de groei van het aantal arbeidsmigranten gevolgen heeft
voor de woningmarkt,  ongelijkheid, stikstof en klimaat.

Die twee laatste argumenten heb ik in de politieke arena van
Brabant regelmatig horen klinken uit de mond van mensen
waaruit ook steeds het woord omvolken kwam.  De woorden van De
Boer zijn dus koren op de molen van deze lieden.

Dat neemt niet weg dat de ontwikkelingen zoals die zich nu
in ons land voordoen tegen het licht moeten worden gehouden.
Want de expats waar ik het over hebt werken bij bedrijven
die miljarden winst maken voor de aandeelhouders en de
directeuren. Al de politiek iets gaat doen met de opmerkingen
van de Arbeidsinspectie zou dat meteen meegenomen moeten
worden.

 

  1. Laurent (reply)

    8 mei 2022 at 11:29

    Ik heb expatcollega’s die nota bene in Den Haag goedkopere woonruimte vonden dan hier in Eindhoven.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *