Vocalies (470) 9 mei 2018

(Door Marlies)

De reis naar Düsseldorf voor Musico is al weer een p[aar dagen voorbij. De signalen
via facebook zijn dat het een goede reis was, met mooi weer en prachtige voorstellingen.

Zaterdagavond was er weer een ‘double bill’, dit keer in Duisburg (die hebben zo’n prachtig
’plechtig’ operagebouw met van die hoge Griekse zuilen, geweldig!). Weer twee eenakter
‘Ariane’ (door de Duitsers consequent ‘Ariadne’ genoemd) van Boruslav Martinů en
Il Pigmalione’ van Gaetano Donizetti.

Twee voor mij volstrekt onbekende eenakters, volgens mij weinig uitgevoerd.
Dat betekent best effe zoekwerk en inleeswerk. De plot van La Traviata schud
ik uit het hoofd zo uit mijn mouw, maar dit soort eenaktertjes zijn gemeen:
je moet er wat voor doen om ervan te kunnen genieten; dat ‘doen’ is trouwens erg leuk werk…

Daar gaat-ie:
De korte opera ‘Il Pigmalione’ is het eerste podiumwerk van belcanto-meester
Donizetti en vertoont de eerste tekenen van een artistiek drama. Pigmalione
(mocht de titel u bekend voorkomen: ja, George Berard Shaw maakte een bekend
toneelstuk gebaseerd op dit verhaal) haat vrouwen en legt zich toe op de beeldhouwkunst.
Hij maakt een vrouwelijk standbeeld… waarop hij prompt verliefd wordt. Op zijn
smeekbede wekt de liefdesgodin Aphrodite het standbeeld tot leven en Pigmalione
en het beeld worden een gelukkig paar.

Het werk ontstond in 1816 toen Donizetti studeerde bij Padre Mattei in Bologna.
Aha, en nou lees ik waarom ik niet van het bestaan van de opera afwist: Donizetti
was blijkbaar niet tevreden met de eenakter en smeet het ván zich… Later werd het
weer ontdekt en de première was op 13 oktober 1960 in Bergamo.

Ariadne/Ariane

In maar vijf weken componeert Tsjech Boruslav Martinů zijn eenakter over de
Kretenzische prinses Ariadne, haar stiefbroer Minotaurus en de Atheense held
Theseus. Het mythologische verhaal heeft veel kunstenaars geïnspireerd. Bij
Martinů krijgt het thema een diep psychologische dimensie die muzikaal
verbeeld wordt aan de hand van neoclassicistische, neo-barokke en impressionistische
klanken evenals elementen uit jazz en folklore. Ik hou van het vol-vette orkestreren
van Martinů. Hij heeft mooie dingen voor mannenkoor geschreven.

Geniet hieronder in het filmpje even van een leuke intro en toelichting op
de twee producties

I

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Hoe een krant de lezer misselijk maakt 9 mei 2018

Er waren tijden – en die liggen nog niet eens zo heel ver achter ons – dat de
media pas over een dodelijk ongeval berichtten als ze zeker wisten dat de
nabestaanden door de politie waren ingelicht. Het argument was dat iedereen
van wie een familielid op die ongeluksweg reed, ongerust zou kunnen worden
bij het lezen van zo’n bericht. En geen journalist wilde iemand ongerust
maken.

Ik vond dat wel een sjieke gang van zaken, maar ik realiseer me dat sinds de
media meer doel zijn geworden dan middel en elke vorm van mededogen is
verdwenen, je wel heel sterk in je schoenen moet staan om de concurrent voor
te laten gaan in de berichtgeving.

In die strijd om aandacht wordt de rol van koppenmakers steeds belangrijker.
Ze moeten op het scherpst van de snede opereren om aandacht te trekken.
Koppen dekken meestal nog wel de lading, maar ze doen me toch ook vaak
denken aan Sam die prachtige sinaasappels aanprijst. Als Moos constateert
dat de vruchten niet te vreten zijn zegt Sam: ze zijn niet om te eten, ze zijn
voor de handel. In tegenstelling tot het dodelijke ongeluk kon zo’n mopje in
mijn jeugd wel. Nu ben ik waarschijnlijk een antisemiet.

Gisteren werd ik geconfronteerd met een kop waar ik echt van dacht: hoe
verzin je het. Een krant kondigde op Twitter een artikel en een filmpje aan van
een mishandeling met de tekst: “Misselijkmakende beelden van . . . .”  Ik vraag
me af of iemand nadenkt bij het maken van zo’n kop. Het betekent in feite dat
hij of zij iets de wereld in stuurt waarvan hij of zij weet dat de lezer er
misselijk van wordt. Ik ben zelden misselijk maar toen het mij vorige week
overkwam vond ik dat buitengewoon onplezierig.

Wedden dat heel veel mensen toch alleen al op grond van die kop het bericht
hebben gelezen. Misschien worden mensen met  veel gevoel in de onderbuik
niet zo snel misselijk.

  1. Ximaar (reply)

    9 mei 2018 at 11:25

    Of zo’n kop stoot me af. Waarom zou ik iets lezen om er misselijk van te worden?

  2. Laurent (reply)

    9 mei 2018 at 20:01

    Zodat je daarna weer extra energie hebt om te gaan schreeuwen over je favoriete haatobject.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Afvalfiets 8 mei 2018

(Door Ab Klaassens)

In NRC Handelsblad stond een bericht over de afvalfiets in het Brabantse
villadorp Waalre. Mijn levenspartner Eef combineerde het woord op het
eerste gezicht met eerdere berichten over bejaarden die moeite hebben met
hun E-bike. Het ging over iets anders.

Het nog zittende college van burgemeester en wethouders Introduceerde een
poosje geleden  de – elektrische – afvalfiets als alternatief voor de door
dieselmotoren aangedreven vuilniswagen. De afvalfiets kwam wel vaker langs
dan de dieselstoker, maar kostte de inwoners dan ook elf euro meer. Per jaar,
zei de wethouder. Per maand ageerde zijn tegenstander waarmee hij de
verkiezingsstrijd om de gemeenteraad in zijn voordeel beslechtte.

Vele jaren eerder besloten gemeenten rond Eindhoven tot invoering van een
gedifferentieerd tarief voor het ophalen van huishoudelijk afval.
Gedifferentieerd + tarief = diftar. Na invoering van dit systeem constateerden
de gemeentebesturen verheugd dat er minder afval werd aangeboden. De
boswachters daarentegen vonden dat er meer afval in de natuur werd
gedumpt.

De doorgaans goed bedeelde inwoners van Waalre, veelal werkzaam in
Eindhoven hebben jarenlang hun vuilniszakken langs de woonstraten in
Eindhoven gezet. Of ze namen ze mee naar de vuilcontainers van Philips, wat
pijnlijk aan het licht kwam toen in de jaren tachtig van de vorige eeuw Philips-
portiers  een stiptheidsactie hielden en daarom ook de kofferbakken van het
personeel controleerden op wat ze binnen brachten.

LEES OOK: Hoe de afvalfiets een dorp op z’n kop zette

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De loodgieter wil hogerop 7 mei 2018

Eén keer per jaar hebben wij de loodgieter over de vloer. Hij komt de leiding
schoonschrobben die vanaf de gootsteen in de keuken naar de afvoerbuis
loopt. Hoewel wij nooit rommel door die leiding spoelen slibt hij
toch dicht. “Dat is in veel appartementen zo”, vertelde de loodgieter. Of hij
wilde zeggen: u bent geen viespeuk.

De vorige twee keren werd het karwei geklaard door dezelfde loodgieter. Toen
ik de eerste keer – op zijn verzoek – vertelde dat ik journalist ben, liep hij leeg
als een gootsteen waarvan net de afvoer gereinigd was. Hij wist namelijk
opvallend veel over een schietpartij waarover wij net hadden bericht. Er was
een kennis van hem gerelateerd aan het slachtoffer.

Dit keer kreeg ik bezoek van een andere loodgieter. Hij had met zijn
voorganger gemeen dat hij praatgraag was. Ik vind het prima, ik hoor graag
goeie verhalen. Terwijl hij met zijn kop in het keukenkastje zat gaf hij mij een
college cryptomunten. Hij had er tot nu toe een bescheiden winst mee
gemaakt. Duizend procent. Maar hij had niet zo veel geïnvesteerd want, zo
leerde ik, cryptomunten koop je alleen met geld dat je eigenlijk niet direct
nodig hebt.

Hij zou graag voor een huisje in het buitenland sparen, maar hij moest de
winst meteen uitgeven anders ging de belasting er mee aan de haal. Ik besloot
dat cryptomunten dus niks voor mij waren.

Hij hoopte een keer een klapper te maken, want ja, hij wilde hogerop. Hij kon
natuurlijk niet zijn hele leven loodgieter blijven.

“Nou”,  zei ik, “volgens mij is er heel veel behoefte aan loodgieters. Veel meer
dan aan hogeropbaantjes. Als loodgieter heb je altijd werk”.  Ik hoorde mijn
vader in mijzelf.

“Dat is waar”,  zei hij. “Vooral als je netjes werkt”.  Hij pakte een doekje en
sopte het keukenkastje uit.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (469) 5 mei 2018

(Door Marlies)

Na een moeilijke periode pak ik vandaag de draad weer op. De laatste tijd was
de frequentie van berichtjes  laag, te laag, veel te laag. Het was een lastige tijd
en ik had nauwelijks inspiratie.

Er waren zwaardere zaken te verwerken dan de perikelen van de klassieke
muziek. Ik moest afstand doen van mijn allerbeste vriendin. Een proces dat al
lang geleden, bij mijn weten ergens  in 2011  begonnen was en waarvan we
geen idee hadden hoe lang het zou duren tot de kanker zou winnen.

Een tijd lang deden we net alsof er niks aan de hand was en maakten een
lange neus naar de kanker . . .  Maar ergens vorig jaar augustus was hij voor de
derde keer terug en dit keer definitief. Op 24 april jongstleden overleed ze, te
midden van haar gezin. We deden haar een kleine week later uitgeleide en ik
mocht daar verhalen van onze vriendschap en dat heb ik gedaan.

Geheel in haar geest probeer ik dus de draad weer op te pakken. Ik moest de
muziekreis naar Düsseldorf afzeggen; het zou zomaar hebben kunnen
gebeuren dat de vriendin tijdens of vlak voor die reis zou overlijden en ik
wilde bij haar en haar gezin zijn. Een lieve en zeer deskundige collega-
reisleider nam de reis over en heeft haar eerste twee eenakters in het Theater
van de Oper am Rhein er inmiddels opzitten.

Eerder had ik u beloofd u mee te laten genieten van de plots van de 20-ste-
eeuwse opera’s die het gezelschap in Düsseldorf gaat bekijken. Ik pik plots
hier op, mooie gelegenheid om er weer een beetje in te komen. In de loop van
de stukkies zal ik mijn sprankel wel weer terugvinden…

Gisteren zagen ze in Düsseldorf twee producties: ‘Lénfant et les sortilèges’ en
‘Petruschka’, de een een komische eenakter en de ander een ballet, de een van
Maurice Ravel en de ander van Igor Stravinsky.

Over L’enfant:
Omdat het kind onaardig en tegendraads is moet het voor straf in zijn kamer
blijven. Woedend slaat het de meubels in de kamer kort en klein en kwelt de
kat. „Ik ben boos en vrij!“ roept het triomfantelijk. Maar die triomf duurt niet
lang. Als in een nachtmerrie worden de beschadigde meubels levend en willen
zich wreken op de boosdoener. Zelfs de natuur en haar bewoners bedreigen
het kind. Dat begint te leren dat eigen daden consequenties hebben. Als het
tenslotte medelijden toont met het gewonde eekhoorntje eindigt het gespook,
tenminste… voor nu…

Over Petruschka:
Igor Strawinsky’s ‘Petruschka’ gooit de toeschouwer meteen in het uitgelaten
gedoe van een jaarmarkt, waar een onheilspellend uitziende schurk drie
poppen presenteert. Hij wekt ze met zijn toverkunsten tot leven: de kwetsbare
acrobate Ptitschka, de goedmoedige, on-opgevoede Patap en de streken
uithalende clown Petruschka.

Door hun sadistische meester tentoongesteld en gekweld, verlangen ze alle
drie naar vrijheid, maar het lukt uiteindelijk alleen Petruschka om te vluchten.
In een roes van nieuwe levensvreugde stort hij zich nieuwsgierig in het gewoel
van de jaarmarkt. Maar de vrijheid duurt niet lang…

Strawinsky’s als ballet wordt in de stijl van het Cirque du Soleil gebracht: een
combinatie van animatie en acrobatiek die de natuurwetten lijkt te tarten.
Toneel, animatie, klank en artiesten versmelten tot een ‘live-action-cartoon’
met muziek.

Het filmpje zegt meer over de beide stukken dan ik hier zou kunnen typen. Ze
moeten gisteren een prachtige avond gehad hebben daar in Düsseldorf…

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

In 1968 speelden wij cowboytje 5 mei 2018

Het is deze week vijftig jaar geleden dat de opstand in Parijs uitbrak. Het
waren de roerige sixties, die vijftig jaar later nog steeds omgeven zijn met
grote verhalen.

De NRC heeft een boeiende serie artikelen over die tijd.  Er is ook een
lezersonderzoek over die periode. Ach, dacht ik, laat ik daar eens een keer aan
meedoen. Om binnen te komen moest ik eerst kiezen uit twee mogelijkheden:
Of ik mijzelf van de generatie 1968 beschouwde of dat ik van na die generatie
was. Dat was een lastige vraag, want in 1968 was ik 13 jaar. Ben ik dan van of
na?

In 2004 woedde er in de Volkskrant een discussie over oudere jongeren en
jongere ouderen. De generatie ’68 kreeg er van langs. De babyboomers zouden
vooral goed voor zichzelf hebben gezorgd. In dat jaar was ik 49 jaar oud en
schreef ik er het onderstaand blogje over. Het is opnieuw actueel.

Iemand heeft eens gezegd dat ik tot de babyboomers behoor. Die had weinig
van geschiedenis begrepen. Er gaapt namelijk een enorme kloof tussen de
babyboomers en de 50-minners, zoals ik.  De babyboomers hebben de grote
ommekeer in de jaren zestig doorleefd. De 40-plussers hebben dat niet.

Op het moment dat wij werden geboren was de oorlog net ver genoeg weg
om nog een rol in ons leven te kunnen spelen. Onze ouders waren op het
moment van de Duitse inval zelf nog pubers. Toen de jaren zestig aanbraken
waren de 40-plussers van nu kinderen van een jaar of acht. Wisten wij veel
van provo, sexuele revolutie.

Halverwege de jaren zestig begonnen wij te puberen. Meisjes (of jongens)
waren belangrijk, met als hoogst bereikbare doel: tongen. Het enige politieke
wapenfeit dat ik me uit die tijd kan herinneren is dat we een demonstratie
voor onze school hielden en luid riepen: “Wij willen Pengel…”. We waren met
z’n achten en vermoedelijk dachten we dat Pengel een populaire leraar was
waar je mee kon lachen.

Tegen de tijd dat wij beseften dat er buiten ons dorp ook nog leven was, was
de grootste herrie in de Randstad al net zo ver weg als de oorlog dat was
voor onze ouders op het moment dat wij werden geboren. Wij waren wel
eens in Amsterdam geweest bij tante Jo in  Bos en Lommer. Een keurige wijk
waar je tijdens een zondag achternamiddag geen revolutionaire ervaringen
opdeed.

En als jongeren nu aan mij vragen hoe ik de jaren zestig heb beleefd, dan
moet ik bekennen dat ik toen cowboytje speelde. Ik durfde wel op het dak van
de schuur te klimmen van waar je de indianen zo prachtig in een hinderlaag
kon lokken. Maar dan hield het echt op.

Ik wil er maar mee zeggen dat de echte 40-plusser van nu, in de vorige eeuw
op de cruciale momenten achter het echte leven aan hobbelde. Hij kan zich
niet laten voorstaan op de titel babyboomer en hij behoort ook niet tot de
aanstormende jonge talenten. Hij is vlees noch vis. Hooguit studieobject voor
socio- of andere -logen.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nuenen kan voor Eindhoven het paard van Troje worden 4 mei 2018

De beoogde coalitiepartijen in Nuenen hebben besloten dat zij niet met
gedeputeerde Anne-Marie Spierings gaan praten over samenvoeging van
Nuenen bij Eindhoven. Ze denken dat Spierings halsstarrig zal volhouden aan
die samenvoeging en dat ze in een val trappen als ze daar met haar over gaan
praten.

De gedachtegang van de Nuenens partijen is niet helemaal vreemd. Spierings
heeft tot nu toe de poot stijf gehouden. Ze heeft al eens gezegd dat ze zich niet
kan voorstellen dat Nuenen niet bij Eindhoven wordt gevoegd. En als iets
iemand voorstellingsvermogen te boven gaat is het lastig overleggen.

Sinds die tijd is er wel iets gebeurd. De partij die het felst tegen de
samenvoeging is, W70, werd de grootste tijdens de
gemeenteraadsverkiezingen. Nog niet zolang geleden stelde de PVV in
Provinciale Staten vragen over de samenvoeging. In de antwoorden was iets
opvallends te lezen. Ging het tot dan vooral over het gebrek aan
bestuurskracht in Nuenen, nu stond draagkracht als eerste van de af te wegen
criteria. In de politiek zit het ‘m soms in de nuances.

Als gewone Eindhovenaar vrees ik de samenvoeging met grote vreze. Dat
komt omdat ik de samenvoeging van Den Bosch en Rosmalen nog op het
netvlies heb. De inwoners van het dorp Rosmalen stemden massaal op hun
lokale broeders en zusters uit het dorp, die vervolgens oppermachtig werden
in de gemeenteraad van de grote stad. Nog spreekt men in Nederland van het
Rosmaleneffect.

Dat zou ook met Nuenen en Eindhoven kunnen gebeuren. De politiek raakt
steeds meer versnipperd. Uiteindelijk is een coalitie een optelsom van veel
kleintjes. Stel dat Nuenenaren straks bij Eindhoven komen en als wraak
massaal op één lokale partij gaan stemmen dan zou dat een factor van
betekenis kunnen worden. Nuenen staat er om bekend dat er in de
gemeenteraad complete familievetes werden uitgevochten. Hoe heftig zal het
er dan straks aan toe gaan in de vete tussen Nuenen en Eindhoven. Dat kan
een stad die wil uitgroeien tot een metropool er niet bij hebben.

Ik denk dat Eindhoven met Nuenen het Paard van Troje binnen haalt.

  1. Laurent (reply)

    5 mei 2018 at 10:23

    Ik leer nog eens iets over Eindhoven op die manier. Ik woon hier al 35 jaar maar de lokale politiek heb ik nooit gevolgd.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marktwerking 1 mei 2018

(Door Ab Klaassens)

Kopers en huurders van nieuwe woningen moeten de verhuizer nog even laten
wachten doordat er te weinig personeel is voor de aansluiting op gas, water en
elektriciteit. Dat stond in de krant en ik neem aan dat dat waar is.

Er dreigt een tekort aan leraren in het basis- en voortgezet onderwijs. Dat
stond in de krant en ik neem aan dat dat waar is.

Er is een tekort van minstens honderdduizend mensen die willen werken in de
gezondheidszorg. Dat stond in de krant en er is niemand die dat bestrijdt.

Volgens de beginselen van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie – de
VVD  – los je zulke problemen op door de werking van de markt. Als de vraag
groot is verhoog je de prijs.

Het is duidelijk dat in veel sectoren van onze samenleving de vraag naar
personeel groot is. De VVD verhoogt niet de prijs – de lonen – maar de
uitkering – het dividend – aan de mensen die toch al veel hebben, de
aandeelhouders.

En dat is goed voor de werkgelegenheid, zegt Mark Rutte.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Costa Rica 18 april 2018

(Door Ab Klaassens)

In 1957 heeft de toenmalige president van Costa Rica mij de hand geschud
omdat hij dacht dat ik de burgemeester van Utrecht was.

Dat kwam zo: Ik was leerling-journalist op de viermans-redactie van Het Vrije
Volk, editie Utrecht. Tijdens het dagelijkse redactie-overleg dronken we een
kop koffie en aten we een broodje bij de cafetaria van Jan Vis in een zijstraat
van de Steenweg waar de redactie was gevestigd.

Ik moest verslag doen van het bezoek van de president van Costa Rica aan de
gemeente Utrecht, maar kwam te laat doordat de vaste fotograaf van de
redactie Utrecht per se een foto van me wilde maken, poserend in het
doorgeefluik van de cafetaria.

De president werd verwacht in  het stadhuis. Toen ik er hijgend kwam
aangefietst was de rode loper al uitgerold. Ik zag geen andere toegang naar de
stadhuishal, duwde een paar beveiligers opzij en repte mij over de rode loper
naar de hal, waar een geüniformeerde stadhuisbode me een halt toe riep, want
inmiddels was de ere-gast gearriveerd. En daardoor was ik de eerste burger
die de president tegenkwam, reden waarom hij mij hartstochtelijk de hand
schudde, terwijl op enkele meters afstand jonkheer mr. Coen  de Ranitz, de
echte burgemeester, verbaasd toekeek.

Van deze aanzienlijke aanslag op het protocol wenste destijds ook mijn
sociaal-democratische dagblad geen melding te maken en ik kreeg dan ook het
advies erover te zwijgen. Dat was makkelijk want de collega’s van andere
kranten hadden er niets van gemerkt.


(de verslaggever, poserend in het
doorgeefluik van genoemd
cafetaria)

 

 

  1. Laurent (reply)

    18 april 2018 at 18:05

    Ja, die jongeman zie ik wel aan voor zo’n stunt 😀

  2. Rob Alberts (reply)

    30 april 2018 at 22:18

    Hoe smaakt de frites in zo’n doorgeefluik?

    Nieuwsgierige groet,

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De werkende ‘oma’ 17 april 2018

Zo’n mooi verhaaltje, uit het leven gegrepen.

Een vriendin ging een dagje uit met een gezelschap waar ook een twee peuters
bij waren. De vriendin had vroeger een kapsalon in een Brabants dorp. Na
haar pensionering deed ze die over aan één van de kapsters, ze bleef er zelf op
drukke dagen werken. Extra handjes in het haar.

Tijdens het uitstapje zei één van de peuters tegen haar: “Keesje  – en hij wees
naar een andere peuter – zegt steeds oma tegen jou”. Het jongetje snapte het
niet want hoe kon een oma nou nog in een kapsalon werken. Zijn oma werkte
niet.

“Sommige oma’s vinden het leuk om nog te werken”, zei de vriendin. Het
jongetje kon het niet bevatten. Oma’s die nog werken, dat ging zijn
peuterverstand te boven.

“Ik heb maar niet gezegd”, vertelde de vriendin, “dat ik niet de oma van Keesje
ben, maar de overgrootmoeder”.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *