Eén keer per jaar hebben wij de loodgieter over de vloer. Hij komt de leiding
schoonschrobben die vanaf de gootsteen in de keuken naar de afvoerbuis
loopt. Hoewel wij nooit rommel door die leiding spoelen slibt hij
toch dicht. “Dat is in veel appartementen zo”, vertelde de loodgieter. Of hij
wilde zeggen: u bent geen viespeuk.

De vorige twee keren werd het karwei geklaard door dezelfde loodgieter. Toen
ik de eerste keer – op zijn verzoek – vertelde dat ik journalist ben, liep hij leeg
als een gootsteen waarvan net de afvoer gereinigd was. Hij wist namelijk
opvallend veel over een schietpartij waarover wij net hadden bericht. Er was
een kennis van hem gerelateerd aan het slachtoffer.

Dit keer kreeg ik bezoek van een andere loodgieter. Hij had met zijn
voorganger gemeen dat hij praatgraag was. Ik vind het prima, ik hoor graag
goeie verhalen. Terwijl hij met zijn kop in het keukenkastje zat gaf hij mij een
college cryptomunten. Hij had er tot nu toe een bescheiden winst mee
gemaakt. Duizend procent. Maar hij had niet zo veel geïnvesteerd want, zo
leerde ik, cryptomunten koop je alleen met geld dat je eigenlijk niet direct
nodig hebt.

Hij zou graag voor een huisje in het buitenland sparen, maar hij moest de
winst meteen uitgeven anders ging de belasting er mee aan de haal. Ik besloot
dat cryptomunten dus niks voor mij waren.

Hij hoopte een keer een klapper te maken, want ja, hij wilde hogerop. Hij kon
natuurlijk niet zijn hele leven loodgieter blijven.

“Nou”,  zei ik, “volgens mij is er heel veel behoefte aan loodgieters. Veel meer
dan aan hogeropbaantjes. Als loodgieter heb je altijd werk”.  Ik hoorde mijn
vader in mijzelf.

“Dat is waar”,  zei hij. “Vooral als je netjes werkt”.  Hij pakte een doekje en
sopte het keukenkastje uit.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *