Ik ben gezegend 24 april 2022

Toen ik in 1988 bij Omroep Brabant kwam werken hadden wij
een hoofdredacteur die zei: “Jan, het is belangrijk dat je gezond je
pensioen haalt”.  Ik was begin dertig en hij – schat ik – begin
veertig. Ik vond het een rare opmerking die niet echt getuigde
van veel arbeidsvreugde.

Inmiddels is zijn missie al lang geleden geslaagd. Sinds kort
ben ik ook met pensioen, maar de gedachte dat dat ook mijn
missie had moeten zijn heb ik nooit gehad.

Sinds deze week moet ik weer aan die hoofdredacteur
denken. Vrijdagmorgen kreeg ik een mailtje van iemand die
meldde dat een oud-collega was overleden. Hij had zijn pensioen
net niet gehaald. Die collega, Gabriël van Neerven, heeft een
aantal jaren bij de omroep gewerkt. We woonden indertijd
allebei in Helmond en dronken wel eens een biertje bij mij thuis.
Vrienden zijn we niet geworden. Hij was een bevlogen journalist,
maar ook een einzelgänger.

Vrijdagavond zag ik via Twitter een bericht dat journalist Robin
Bruinsma was overleden. Hij was een jaar ouder dan ik. We
hebben samen twee jaar in het Harderwijkse kantoortje van
het Veluws Dagblad gewerkt. Ook al zo’n gedreven en
inspirerende journalist. Uiteindelijk zijn we ieder een andere
weg in geslagen en hebben we nooit meer contact gehad.

In hetzelfde bericht stond dat Robin een maand na zijn veel
jongere broer John was overleden. Ik kon het bijna niet
geloven. Met John heb ik bij de Barneveldse Krant gewerkt.
Hij kwam daar als jong broekie binnen. Ik herinner me vooral
zijn flair en zijn eigenwijsheid. We hadden ooit een discussie
over de spellingswijze van pluralis majestatis. Uiteindelijk pakte
hij de Dikke van Dale en bleek dat hij ongelijk had. Maar zo zat
John niet in elkaar: “Ik heb dus nu een fout ontdekt in het
woordenboek,” zei hij.

Ook met hem heb ik nooit meer contact gehad. Pas nu heb
ik gelezen hoe hun loopbanen verder zijn gegaan. Er staan|
liefdevolle necrologieën in de krant waar ze hebben gewerkt.

Een paar maanden geleden was ik sinds bijna veertig jaar
weer eens in Harderwijk en heb ik, staand voor dat kantoortje
– dat nu vanzelfsprekend een horecazaak is – mezelf
afgevraagd hoe het toch met Robin en mijn andere collega
Wijnand Kooijmans zou zijn. (Vandaag heb ik gezien dat
Wijnand nog steeds als freelance-journalist werkt).

Ik ben bij mezelf ook nagegaan hoeveel andere collega’s
zijn overleden voor hun pensioenleeftijd. Alleen al bij de
omroep kwam ik tot twee handen vol.

Mijn eerste hoofdredacteur in Eindhoven en ik zijn
gezegende mensen, dacht ik.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ze dachten dat ze het ANP waren 29 maart 2018

Talpa heeft het ANP overgenomen. Misschien zegt het u niks, maar voor mij
was dat best een opvallend bericht. Voor wie zoals ik al sinds 1972 in de media
werkt is het ANP een begrip. Het ANP braakte een groot deel van mijn
loopbaan via een telex een eindeloze stroom berichten uit. Er ging een belletje
als er breaking news was. Wij wisten toen niet van het bestaan van
pushberichten op een smartphone. Die kreeg je niet op een telefoon met een
draaischijf.

In mijn tijd bij de Barneveldse Krant maakten wij het regionale nieuws. Al het
nieuws uit binnen- en buitenland kwam van het ANP. Daar betaalde je
kapitalen voor. Onze binnen- en buitenlandredacteur scheurde het nieuws van
de rol, selecteerde wat hij belangrijk vond, knipte dat artikel van de rol en
zond het per buizenpost naar de zetterij.

Het ANP was niet alleen een begrip, het was een instituut. Tot internet kwam.
Toen kwam de klad er in bij het ANP. Je kon opeens overal en gratis het
nieuws vandaan halen. Er kwamen andere organisaties zoals Novum die net
zo goed waren. Er waren momenten dat ik medelijden kreeg met het ANP. Je
zag de in éminence grise langzaam aftakelen.

Gaandeweg ontdekte je dat het ANP Brabants nieuws rond pompte dat wij zelf
of andere regionale Brabantse media al uren daarvoor hadden gemeld.
Misschien zegt u dat ook  niks, maar sinds de journalistiek een wedstrijd is
geworden telt elke minuut. Als je te laat bent ben je een loser. Het ANP
verloor meer en meer terrein. Nog een korte tijd hoorde je nog wel eens de
kreet: we hebben het ANP gehaald. Maar steeds vaker hoorde je: het ANP
heeft het nu ook. Totdat dat zelfs geen vermelding meer waard was.

Mijn vrouw heeft een aantal jaren als directiesecretaresse bij Omroep Brabant
gewerkt. Vele jaren nadat wij ons verbond hadden gesloten en zij allang
ergens anders werkte heeft ze eens tegen mij verteld over het
sollicitatiegesprek bij Omroep Brabant. Ze vond dat mijn toenmalige collega’s
in de sollicitatiecommissie zich aanmatigend hadden gedragen. “Ze deden net
alsof ze het ANP waren”,  zei ze.

Dat was niet aanmatigend, zei ik. Dat was Brabantse bescheidenheid.

 

  1. Laurent (reply)

    29 maart 2018 at 22:07

    Het ANP was ook al jaren van Veronica, ook al geen aanbeveling…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De dood of de gladiolen 26 maart 2018

Toen ik vanmorgen de studio van Omroep Meierij binnen stapte was iedereen
in opperbeste stemming. De kickoffuitzending van afgelopen zaterdag was
geslaagd. Althans op zender. Tijdens de opname, afgelopen zaterdag, ben ik
duizend doden gestorven. Maar het is zoals burgemeester Kees van Rooij van
Meijerijstad na afloop zei: “Over een jaar lach je daar om”.

Dat ik zaterdag bij vlagen mijn wereld zag instorten kwam omdat na twintig
minuten bleek dat het geluid van de opname overstemd werd door een sonore
brom. Even leek het er op dat al het werk van zoveel mensen voor niks was
geweest. Maar toen stond het team van enthousiaste vrijwilliger in de
regiekamer als één man op. Meer bepaald, ze doken onder tafels door om aan
snoertjes te trekken.

Omdat een baas  met twee linker handen op zo’n moment alleen maar in de
weg loopt en mijn gevoel van onmacht en frustratie alleen maar tot
onherstelbare verstoring van goede persoonlijke relaties kon leiden, ben ik
een potje gaan kniezen in het keukentje. Bovendien hoefde niemand te zien
dat ik ook gewoon een sentimentele vent ben bij wie af en toe een traantje
over de wangen biggelt. Ondertussen knokten de techneuten aan de andere
kant van de gang voor de dood of de gladiolen. Het werden gladiolen. Over
een jaar lachen we er om.

Het doet mij denken aan de allereerste TV-uitzending van Omroep Brabant.
Een historisch moment voor onze provincie. Er was een lijntje gelegd met de
Stadsschouwburg in Eindhoven waar iedereen in Brabant die er op dat
moment toe deed, was uitgenodigd om via een groot scherm mee te kijken. Na
een paar minuten ging het beeld op zwart. Wij, de aanwezige collega’s, konden
wel massaal door de grond zakken. Nu is dat kleine drama verworden tot een
anekdote waar we hartelijk om kunnen lachen. De mediawereld is er één van
veel vallen, maar steeds weer opstaan. Daar word je een grote vent van.

  1. Carin (reply)

    26 maart 2018 at 20:36

    Spannend tot het laatst, eind goed al goed, gefeliciteerd Jan de verkiezingsman!

  2. Antoon Buiting (reply)

    26 maart 2018 at 23:30

    Ik was erbij, weliswaar in de zaal, maar voelde de spanning. We wilden als nieuwe omroep laten zien waartoe we in staat waren. In dit eerste kwartaal hebben we al een groot aantal onderwerpen in beeld gebracht maar dit zagen we als een soort masterproof. We hebben nu bewezen dat ons team technische tegenslagen op kan vangen, kan herstellen. zich op kan richten en onverstoorbaar een programma kan maken. Ga er bijvoorbeeld als presentator maar aanstaan. Ik zag het aan en stierf met Jan een tiental doden. Wat een verlichting dat het doorzettingsvermogen (ondersteund door enige krachttermen) het tij keerde! Dat betekent dat de toekomst persfectief biedt, goed perspectief! Daarom was ik een fan en ben ik een fan. Jan, bedankt voor je doorzettingsvermogen op momenten dat het tegen zat.
    Grote groet,
    Antoon

  3. Anny Stobbe (reply)

    28 maart 2018 at 15:31

    Geweldig werk, en met ingehouden adem, wat kan het spannend zijn, later met diepe zuchten van opluchting als het draait …
    Juweel van een uitzending dankzij de kracht van jou, Jan
    Stroomopwaarts ?

  4. Jan van Oort (reply)

    29 maart 2018 at 23:33

    Wat kan jij dit moment mooi verwoorden Jan! Ook wij, de cameramensen stierven duizend doden. Ik zal de krachttermen die we via onze koptelefoons binnenkregen niet herhalen, maar het maakte de spanning er niet minder om. Gelukkig waren er aan het eind van de uitzending zoals je zegt gladiolen. Vandaag hebben we afscheid van je genomen. Ondanks dat je er fysiek niet meer bent blijf je voor altijd verbonden aan Omroep Meierij. We gaan je wijze lessen, tips en vooral trucs om nieuws te vergaren in de praktijk toepassen. Bedankt dat je er was, het ga je goed…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ik vrees nu al voor het Swiebertje-effect 15 maart 2018

Woensdagmorgen. Ik zit bij Omroep Meierij in gesprek met een man die een
verhaal heeft waar ik niks mee kan. De kolen onder mijn kont worden steeds
heter. Mijn telefoon rinkelt onophoudelijk. Normaal neem ik nooit op als ik in
gesprek ben, vind ik onbeleefd. Maar ja als het zo indringend wordt.
Misschien zijn mijn vrouw of mijn zonen wel in nood.

Het is een collega van Omroep Brabant. De TV-redactie had woensdagmorgen
bedacht dat het dagelijkse TV-Journaal wel iets extra’s kon gebruiken in de
aanloop naar de verkiezingen. Of ik wilde opdraven. Vijf dagen als statie langs
een stembusgang. (Ze dachten natuurlijk eerst aan een jonge, knappe,
getalenteerde,  vrouwelijke collega, maar die was te druk met andere
dingen. Zo hoorde ik later.)

Ik niet natuurlijk. Nee hoor, ik heb niks te doen. Welnee. Ik zit niet tot over
mijn oren in het werk bij Omroep Meierij, ik ben niet in mijn eentje bezig met
de productie van een twee uur durende live show waarmee wij ons als de
publieke zender voor Meierijstad willen presenteren. Ik hoef niet nog duizend
losse eindjes aan elkaar te knopen voor degene die mij over twee weken
opvolgt als hoofdredacteur. Ik heb niet dinsdag van een andere jonge
getalenteerde collega een megaklus in de maag gesplitst gekregen in verband
met de verkiezingen omdat hij het zelf te druk heeft.

Mijn geest schakelde als een dolle, maar ik kan geen nee zeggen, dus na een
half uur nadenken zegde ik toe mee te werken aan het TV Journaal. Dan maar
wat minder slapen de komende dagen. De eerste de beste jonge collega die
nog durft te zeggen dat oudere collega’s niet flexibel zijn die, die die . . . .  Nou
ja, dan gebeurt dat dus . . . .

Gisteren was mijn eerste optreden. Ze bleken mijn bijdrage een naam gegeven
te hebben. Voortaan ga ik door het leven als Jan de Verkiezingsman. Ik vrees
nu al voor het Swiebertje-effect.

(Laat maar, die grap van Malle Pietje kan ik zelf ook bedenken.)

  1. Eef (reply)

    15 maart 2018 at 14:45

    Wij hebben een Jan de Tuinopruimer.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Taallessen van Ab 4 maart 2018

In zijn jonge jaren was mijn medeblogger Ab het taalkundig geweten van
Omroep Brabant. Dat was toen al een ondankbare taak terwijl we toen niet
eens hun hebben zeiden. We mikten er af en toe een dialectwoord tussendoor
maar dat mocht. Mits goed uitgesproken. Bij de radio, merkte ik al snel,
maakte het niet zo veel uit of er fouten in teksten stonden. Niemand hoorde
dat je ik wort zei. Ab bleef desondanks volharden om door middel van zijn
Mappie van Appie ons bij de les te houden. Soms doet hij dat hier, zoals
vandaag. En ondertussen ben ik blij voor Ab dat hij net weg was voordat
geschreven tekst op een website ons belangrijkste medium werd.

 

(Door Ab Klaassens)

De tentoonstelling opent. De politie stopt de auto. Als ik dat hoor of lees denk
ik dat ik iets nieuws hoor of lees. Want tot voor kort gold de regel dat iemand
iets opent. En dat iemand stopt met iets of iets laat stoppen . . . .

Openen is een overgankelijk werkwoord. Daar hoort een lijdend voorwerp bij.
Iemand opent dus een tentoonstelling. De tentoonstelling opent niet zichzelf.

Bij ‘stoppen’ is dat ingewikkelder. Je stopt iets in je  mond. De doelman stopte
de bal en m’n moeder mijn sokken. Stopt de politie ook de auto? Of dwingt de
politie de automobilist tot stoppen?

Volgens de voorzitter van de Taalunie maakt het allemaal niet uit; er is niks
fout, het is allemaal taalontwikkeling. “Hun zijn” kan best vindt de man. Ik
geef hij dan ook een compliment want hem kan rekenen op veel medestanders
en hun hebben allemaal groot gelijk.

Wat mij ook zeer verbaast is dat mensen spreken en schrijven over ‘een leeg
pak melk’ of  ‘een lege fles bier’, terwijl een leeg melkpak en een lege bierfles
toch dichter bij de werkelijkheid liggen. Dat heeft natuurlijk niks met de
Taalunie te maken; wel met leeg.

Dodelijkst

Het NOS-radiojournaal had op vrijdag 2 maart een bericht over een ski-
ongeval in de Franse Alpen waarbij meer doden waren gevallen dan bij
vergelijkbare incidenten in het recente verleden. De redactie van het journaal
noemde daarom dit ongeval ‘het dodelijkst’.

Is een ongeval waarbij twee doden zijn gevallen dodelijker dan een ongeval
met één dode. En is dan in  het rijtje een ongeval met drie doden ‘het
dodelijkst’?

Ik heb  al zo’n moeite met berichten waarin wordt gesproken over ‘dodelijke
slachtoffers’, want dodelijk is voor mij nog steeds ‘de dood veroorzakend’.
Maar ‘het dodelijkst’ is voor mij  tweevoudig de overtreffende trap.

 

 

  1. Harry Perton (reply)

    4 maart 2018 at 14:19

    Dodelijke slachtoffers, dat kenne allenig zombies zein. 😉

    (Overigens gold ‘niks’ in mijn krantentijd ook nog als fout, er zit dus wel wat rek in.)

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dierentuin 25 januari 2018

Ooit, ver voordat ik tijdelijk hoofdredacteur a.i. werd van Omroep Meierij, had
ik een sergeantsfunctie bij Omroep Brabant, dat ik liefkozend nog steeds mijn
omroeppie noem. In die hoedanigheid had ik eerder dan de troepen een
gesprek met een beoogd hoofdredacteur.

Tijdens dat gesprek vertelde deze nieuwe baas dat hij of directeur van Omroep
Brabant wilde worden of directeur van een dierentuin. Doe geen moeite, alle
grappen zijn al gemaakt. De hoofdredacteur diende zijn tijd uit en emigreerde
na zijn welverdiende pensionering naar Frankrijk waar hij samen met zijn
vrouw nu de scepter zwaait over een tuin. Een moestuin, waar hij ongetwijfeld
strijd levert tegen ongedierte.

Zijn opvolger had een grote staat van dienst in de journalistiek. Na een aantal
jaren bij ons nam hij de kuierlatten. Hij deed waar zijn voorganger van
droomde: hij werd directeur van Ecomare op Texel, waar hij jonge zeehondjes
vertroetelde.

Zijn opvolger kwam uit Hilversum en ging na een aantal jaren later terug naar
de landelijke omroep. Deze week las ik dat ook hij uiteindelijk heeft gekozen
voor een functie waarin hij iets kan betekenen voor dieren. Hij is
communicatieadviseur geworden van de stichting AAP.

Zijn opvolger combineerde jaren de functie van directeur en hoofdredacteur.
Die functies zijn uit elkaar gehaald. Hij is nog steeds directeur, voor het
hoofdredacteurschap is een nieuwe hoofdredacteur aangesteld. De komst van
die laatste en mijn vertrek vielen samen zodat ik nog nauwelijks contact met
hem heb kunnen hebben. Tijdens onze kortstondige kennismaking wekte hij
de indruk een aimabel mens te zijn. Hij heeft gezegd dat we hem gevraagd en
ongevraagd van advies mogen dienen. Ik adviseer hem in ieder geval alvast
een huisdier te nemen zodat de overgang straks niet zo zwaar valt.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Collega 13 december 2017

Ik werk tijdelijk in een dorp om daar als hoofdredacteur a.i. de lokale Omroep
Meierij van de grond te tillen. Mijn werkruimte is een vergaderkamertje in een
studio die is ondergebracht in misschien wel het mooiste sociaal-cultureel
centrum dat ik ooit heb gezien.

Heb je leuke collega’s, vroegen de collega’s van Omroep Brabant. Ik moest
lachen. Ik breng mijn dagen grotendeels door in stilte. Af en toe komt
er een vrijwilliger binnenlopen. Het zijn merendeels gepensioneerden. Ze
lopen binnen voor een praatje. Deze “collega’s” hebben het nooit over dingen
waar mijn officiële collega’s voor warmlopen. Het leven in dit Brabantse
Meierijdorp heeft een andere dynamiek dan ik op de redactie van Omroep
Brabant gewend ben.

Ik heb wel veel vergaderingen en besprekingen dus dan ontmoet ik mensen,
dat is overigens vaak ’s avonds. Waar je bij een professioneel bedrijf mensen
aanschiet om dingen te regelen, mail ik me nu suf. Alles gaat hier op afstand.

Het voordeel is dat ik weinig word afgeleid en dus veel kan doen. Maar als het
dan maandagmorgen is na de wedstrijd Ajax-PSV  heb ik niemand om effe
lekker over voetballen te zeiken, toch de belangrijkste bezigheid bij de
koffieautomaat.

Alleen op dinsdag en donderdag heb ik collega’s. Dat zijn Joep en Mariska,
twee mensen met een verstandelijke beperking die  – bij wijze van
dagbesteding –  samen met een begeleider Special Radio maken in de studio.
Denk niet te licht over hun programma want onlangs was Frans Bauer te gast
en ook Youp van ’t Hek schoof al eens aan.

Joep is een downer. Gelukkig is hij ook een PSV-fan. Hij weet alles van de
club. Toen ik dinsdagmorgen binnen kwam en Joep al in mijn werkruimte zat,
hoefde ik alleen maar te zeggen: “. Mogguh Joep, balen hè zondag . . . “.

“Maar woensdag winnen we van Groningen. En het seizoen is nog lang. We
worden kampioen”, antwoordde hij meteen.

Joep is een fijne collega. Als het ooit zover komt dat Omroep Meierij een
praatprogramma krijgt over voetbal weet ik al wie mijn Gijp wordt.

  1. Harry Perton (reply)

    15 december 2017 at 23:08

    Van Groningen winnen. Jaja.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Correspondent 27 oktober 2016

Mia’s is een paar uur op bezoek geweest bij de omroep. Dat mag
opmerkelijk genoemd worden. Ze is de negentig ruim gepasseerd
en haar nog immer scherpe geest huist in een broos lijf. Ze rijdt
tegenwoordig door het leven met een rolstoel die voortgeduwd
wordt door vrienden.

Mia was één van de eerste correspondenten van Omroep Brabant.
Zij was onze oren en ogen in Gemert. De omroep had vroeger in
elk kerkdorp een correspondent. Het waren allemaal mensen die
midden in hun gemeenschap stonden en iedereen kenden en alles
wisten. Het waren opvallend vaak onderwijzers.

Correspondenten kregen een kleine vergoeding voor de door hen
aangeleverde nieuwtjes. Het waren in hun eigen omgeving ook de
ambassadeurs van de omroep. Mede dankzij hun inspanning hadden
wij luistercijfers waar geen enkele omroep in Nederland nu nog
aan kan tippen.

De tijden veranderden. Mijn omroep moest noodgedwongen het
regionale editiestelsel opheffen en één programma voor de
hele provincie gaan maken. Daardoor was er geen ruimte meer
voor het kleinschalige nieuws uit de honderden dorpen die onze
provincie telt. De correspondent verdween langzaam maar zeker
uit beeld.

Mia bleef vanuit De Peel nog lang bellen met nieuwtjes uit Gemert,
waar zij zo’n status had dat de burgemeester haar persoonlijk een
lift gaf naar de gemeenteraad. Uiteindelijk gaf ook Mia het op.
Niet vanwege haar onstuitbare drang om Gemert onder de aandacht
te brengen, maar omdat het fysiek niet meer ging.

Gisteren kwam ze op bezoek, omringd door drie mensen die haar
wensdroom om nog éénmaal bij haar omroep te kunnen kijken,
verwezenlijkten. Het handjevol collega’s dat haar nog kent
deed een bakkie met haar en lunchte met haar.

Ik dacht opeens: je zou bij de voordeur van de omroep een
monument moeten plaatsen voor al die correspondenten, zodat
jongere collega’s die het fenomeen niet gekend hebben, er aan
herinnerd worden dat zij hun boterham verdienen op de fundamenten
die gelegd zijn door al die mensen die avond aan avond in touw
waren voor hun dorp en hun omroep. Ik dacht zelf aan een klein
tweetend vogeltje op een dorpspomp.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Programmamaker 6 oktober 2016

Van mijn collega J. zeg ik wel eens dat hij de herenliefde heeft
uitgevonden. Als ik zelf die geaardheid zou hebben, zou ik mij
zeker inspannen J. het hof te maken. Waarop hij dan zegt:
“En denk jij, Jan de Vries, dat ik op jouw avances in zou gaan.
Vergeet het maar knul”.

J. is in alle opzichten een geliefd collega. Dat komt omdat hij
behalve een begenadigd televisiemaker ook een klunzig type
is. Aandoenlijk klunzig. Hij kan er – bij wijze van spreken – met
één aanslag op zijn computer voor zorgen dat het hele studiogebouw
zonder stroom zit.

Als er ergens in het gebouw een eenzame sleutelbos ligt of een
in de steek gelaten portemonnee dan weet iedereen dat hij die bij J.
kan terugbezorgen. Dat doe je dan ook zonder morren, want
je houdt van die man.

J. is één van de programmamakers die verantwoordelijk zijn voor
een TV-serie over het veertigjarig bestaan van Omroep Brabant.
Ik heb hem gisteren omstandig gecomplimenteerd met het
resultaat. En ik was niet de enige. Hoewel J. bekend staat om
zijn bescheidenheid liet hij zich met zichtbaar plezier bewieroken.

In de uitzending van deze week brengt J. een bezoek aan onze
gezamenlijke oud-collega en in het Nederlands taalgebied
wereldberoemde zanger Gerard van Maasakkers.

J. torst een platenspeler met zich mee waar hij de eerste single
van Gerard op gaat draaien. Ik zat thuis met mijn vrouw te kijken.
“Dat gaat mis”, riep ik vanaf de bank. “Dat kan hij niet”. Ik zat
mij een beetje te verkneukelen. Maar het lukte wel.

Uiteraard vertelde ik J. hoezeer ik hem tekort had gedaan. Hij
barstte in een schaterlach uit. “De scene is twee keer gedaan”,
biechtte hij op. “De eerste keer schoot de naald over de plaat.
Ik was vergeten het beschermkapje er af te halen”.

Ik wist het. Ik ken hem.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Streekomroep 1 september 2016

Het is vandaag feest. De regionale omroep waar ik werk bestaat
veertig jaar. Daar merkt vandaag niemand iets van, maar voor
deze maand staat een aantal publieksevenementen en programma’s op
stapel die er veelbelovend uit zien. Van die 40 jaar heb ik er 28
meegemaakt.

Veertig jaar is zo’n moment om terug te blikken. Dat doe ik niet.
Oud-collega’s die dat doen in de programma’s die nog gaan komen
kunnen dat veel beter.

Het is ook de week waarin de regionale omroepen opeens weer
in het nieuws zijn. De zoveelste staatssecretaris die mijn pad kruist,
dit keer heet hij Sander Dekker, wil dat de dertien regionalen gaan
bezuinigen. De bestuurders van die omroepen hebben geprobeerd
een plan te bedenken om samen die bezuinigingen op te vangen.
Dat is mislukt. Dat verbaast mij niets. In al die jaren dat ik in deze wereld
mee draai is er één constante: dertien koninkrijken.

Naar aanleiding van het mislukken ontspon zich op Facebook een
kleine discussie waaraan de directeur van de lokale omroep
Studio040 in Eindhoven mee deed. Prima omroep overigens. Er
werd gepleit voor  streekomroepen in Nederland.

Dat is in de basis geen gekke gedachte. In een tijd van mondialisering
trekken mensen zich terug in kleine regio’s waar ze gelijkgezinden
treffen. Zo’n beweging zie je ook in de politiek waar bijvoorbeeld in
mijn regio de Peel- en de Kempengemeenten zich achter de wallen
terugtrekken.

Toen ik bij Omroep Brabant begon was dat een streekomroep met
alleen radioprogramma’s voor zuidoost Brabant. Iedereen luisterde daar
naar. Het is verleidelijk om daar naar terug te verlangen, maar als je daar
nu voor pleit ga je voorbij aan de nieuwe tijd.

We hadden vier studio’s die vier Brabantse regio’s afzonderlijk bedienden.
Heel kleinschalig en heel populair. In de jaren negentig bleek die
versnippering financieel niet meer houdbaar. Als dat wel zo zou zijn
geweest zou die succesformule nooit zijn opgegeven.

Regionale omroepen zijn niet langer bedrijven die alleen maar
radio- en televisie-uitzendingen maken. De focus ligt tegenwoordig op
online, het internet. Dat is ook logisch want steeds meer mensen
lezen daar het nieuws. En wie kijkt er nou nog live-televisie? Waarom zou
je anno 2016 streekomroepen gaan maken?

Als je in Nederland streekomroepen wil dan praat je over tientallen
radio- en televisiestations verspreid over een landje als Nederland, die
allemaal hun eigen koninkrijkje zijn. Die willen vast allemaal hun
eigen faciliteiten, hun eigen computerprogramma’s, hun eigen
overheid, hun eigen directies. Sander Dekker en de minister van
financiën zien ze aankomen.

Dan heb je het nog niet over de vraag wie de concessie voor een
streekomroep moet krijgen. In Den Bosch bijvoorbeeld vechten
verschillende groepen die menen het publiek te vertegenwoordigen,
elkaar het kot uit om een vergunning. Resultaat: er gebeurt niks.

 

  1. Lauk Bouhuijzen (reply)

    1 september 2016 at 10:50

    Formule OB in de jaren 90 met 4 regio’s met mix van regio en heel Brabant was idd erg succesvol. Onbetaalbaar? Had ook te maken met komst van de veel duurdere tv-afdeling. Op zich terecht en belangrijk, maar blijft wel jammer.

  2. ab klaassens (reply)

    2 september 2016 at 20:50

    De geachte auteur vraagt zich af waarom je streekomroep zou moeten maken.
    Tegenvraag: waarom maak je dan wel een provinciale omroep? De enige reden is de
    financiering. Die is voor administratief Noord-Brabant.
    Sociaal-cultureel bestaat Noord-Brabant niet.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *