Nieuwe namen 29 oktober 2019

Voor wie later is ingeschakeld op deze blog: ik heb lijst met mensen van wie de naam op
enigerlei wijze te maken heeft met hun beroep. Mensen kijken daar soms van op omdat
ze denken dat dat maar sporadisch voorkomt. Mijn lijst telt meer dan duizend namen.

Ik hem ‘m weer eens bijgewerkt met de namen die ik de laatste maanden heb
gelezen of toegestuurd heb gekregen.

De volledige collectie staat op deze website onder namenverzameling.

Henk Bouwer is als maquettebouwer verbonden aan Architectenburo Mecanoo.

Frans Groenen is themabeheerder groen bij de provincie Brabant.

Erik van ’t Padje is bushcrafter. Dat laatste is niet direct een beroep, maar ik vond ‘m
te aardig om te laten gaan.

Johan Mees is stadsecoloog in Den Bosch.

Antoon Boot. Vertelt als gids het verhaal van het turfschip Breda.

Iemand schreef mij: “Mijn huurbaas in Eindhoven heeft een goede naam voor je lijstje,
denk ik: Maarten Rentmeester.

Masten Stavast. De man die het geld inde van de dames die op onder meer de Wallen werken..

Mevrouw Sweeb kwam ik tegen in haar rol als paardentrainster. Dat is er eigenlijk eentje die
je moet horen in plaats van zien. Ik bedoel de naam, niet de mevrouw.

De heer Vogelenzang is producent van slavinken.

Dan hebben we nog een hovenier die Hulst heet.

Er zijn meerdere aannemers en bouwvakkers die Timmerman heten heb ik ontdekt.

Tot slot nog een aannemer met de naam Groothuis.

Nog eentje dan: trombonespeler Charles Toet.

  1. Laurent (reply)

    30 oktober 2019 at 23:25

    Ah leuk, ik ben er al heel lang geen meer tegen gekomen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geschokt uit het Philipsstadion 28 oktober 2019

Nee, dit stukje gaat niet over voetbal. Er was een andere reden waarom ik zondag geschokt
uit het Philipsstadion kwam.

Dit stukje gaat over zes jongetjes van een jaar of acht. Ze zaten in het stadion een paar
rijen achter ons. Gelegenheidssupporters vanuit de losse kaartverkoop. Ze waren zonder
toezicht van ouders. Ik sluit niet uit dat het een verjaardagsuitje was.

De zes snotneuzen hadden blijkbaar besloten dat ze een middagje hooligan van het ergste
soort zouden gaan spelen. Al kort na de aftrap begonnen ze richting de scheidsrechter
en de AZ-spelers woorden te roepen waarvan ik niet wist dat knulletjes van een jaar
of acht ze kenden.

Na de rode kaart voor een PSV-speler begonnen ook andere supporters zich te uiten op een
manier waar ik me voor schaam. De jongetjes deden er een schepje bovenop. Eén had
zo’n arsenaal ziektes paraat voor scheidsrechter Pol van Boekel dat het niet anders kan
of zijn moeder of zijn vader werkt in de medische sector.

De ziekten werden steevast gevolgd door de geuzennaam waarmee Ajax-supporters
zichzelf benoemen.

De schelle kinderstemmetjes pitchen over ons tribunevak. Omdat aan de andere kant
volwassen supporters de moeder van scheidsrechter Van Boekel uitmaakten voor iets
wat de arme vrouw niet was riep de stadionspeaker op de spreekkoren te staken. Dat
gebeurde, de supporters begonnen hun eigen club weer aan te moedigen. Niets zo gezeglijk
als een groep supporters.

De jongetjes achter ons daarentegen zetten er nog een tandje bij. Ze hadden de middag
van hun leven. Om mij heen hoorde ik steeds meer volwassen supporters morren dat die
knulletjes toch wel erg grof werden. Totdat er een paar oudere PSV-fans opstonden en de
jongeheren aan het verstand peuterden dat hun gedrag wangedrag was.

De zes dropen af. Iedereen opgelucht. Tien minuten later kwamen ze terug. Ze hadden
een zakje chips gekocht. Of het kwam omdat ze de mond vol hadden of omdat ze door
omstanders terecht waren gewezen weet ik niet, maar we hebben ze niet meer gehoord.

Wat moet dat worden als die gastjes straks van het meegekregen geld geen chips meer
kopen maar pillen.

  1. Gerben Welling (reply)

    28 oktober 2019 at 10:02

    Tja Jan,
    Schokkend. Maar uit welk nest komen deze jongens. Worden ze er thuis op aan gesproken of is er dialoog over wat je of niet zegt.
    Wat hebben wij, onze generatie laten gebeuren dat dit gebeurd?

  2. Laurent (reply)

    30 oktober 2019 at 23:29

    Die nemen dat over van hun ouders. Bij mij in de straat woont een familie die niet op normaal volume met elkaar kan communiceren. Altijd gebrul heen en weer als ze met de auto vertrekken of aankomen, kinderen nemen dat over.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Boer zoekt vrouw en vindt Ankie 26 oktober 2019

Is Ankie de Hoon de vrouw waar elke boer naar op zoek is. Of is ze een flirt die na een snelle kus
op de wang je hoofd op hol brengt en dan in de donkere nacht verdwijnt. De tijd zal het leren.
Misschien komt ze nooit terug, misschien is ze er opeens weer.

Ankie de Hoon is de voorzitter van de CDA-fractie in Provinciale Staten. Ze speelde de
vrouwelijke hoofdrol in de twee stikstofdebatten. De mannelijke hoofdrol was voor Hermen
Vreugdenhil van CU/SGP. Wat ze gemeen hebben is de C van Christelijk in hun partijnaam.

De Hoon is van de partij die zich na jaren van absentie terugvocht in het college van
Gedeputeerde Staten en die in de verkiezingscampagne beloofd heeft dat ze zou opkomen
voor de boeren.

Dat had niet direct effect want de nieuwe coalitie hield de strenge maatregelen van 2017 fier
overeind.  Met dit verschil dat de datum waarop boeren een vergunning voor een
milieuvriendelijke stal moeten aanvragen verschoof van 1 januari naar 1 april 2020. De Hoon
claimt dat als een CDA-succes. De meeste oppositiepartijen haalden er meelijwekkend hun
schouders over op. Ze vonden dat te mager.

Tot twee weken geleden het eerste stikstofdebat was. Daar kondigde De Hoon een amendement
aan dat verder ging dat die verschuiving van data. Ze wekte verwachtingen. Een week later kwam
het CDA met een eisenpakket dat nog verder ging dan de stoutste verwachtingen. Het CDA
legde een bom onder de coalitie.

Vrijdag was de tweede editie van het debat. Wat bleek, een week koortsachtig overleg tussen
de coalitiepartners leverde een motie op met versoepelingen voor de boeren. Was getekend:
de VVD. Het kan niet anders of De Hoon heeft ongelofelijk op haar falie gekregen voor het gedrag
van haar partij. Maar ze kreeg voor een groot deel ook haar zin. Dat zijn geen beloningen
waarmee doorgaans in de politiek opstandig gedrag wordt gehonoreerd. Dus werd het: wel
je zin niet de credits. En die gaan dan naar de grootste partij. Het is een hard vak. Je mag als
CDA  al blij zijn als je over twee weken bij begrotingsbehandeling in ruil voor je loyaliteit extra
geld ophaalt bij de collega’s waarmee je één van je kroonjuwelen kunt verzilveren.

De Hoon werd vervolgens in het tweede debat door de oppositie keihard uitgelachen. Zo hoog
van de toren blazen en dat dit. Dit, is de versoepeling die volgens de oppositie niet ver genoeg gaat.

De Hoon gaf in het debat geen krimp. Ze speelde haar rol als voorbeeldig coalitiegenoot met
verve, maar somde onverstoorbaar op wat haar partij had bereikt. Uitstel van de
vergunningendatum, geen verplichte krimp van de veestapel en boeren wordt geen luchtwassers
door de strot geduwd. Misschien speelden we te hoog spel, zei ze, maar als het CDA niet was gaan
meeregeren was er helemaal niks bereikt voor de boeren.

Daar heeft ze een punt. Ze heeft meer bereikt dat Maikel Boon van de PVV die zichzelf opwerpt
als de beschermer van het boerenfamiliebedrijf. Waar De Hoon in het brandpunt van de Brabantse
regering nog een halve lijst met ingewilligde “eisen” kan overleggen kan de PVV vanaf de zijkant
alleen maar lege briefjes tonen.

Ankie de Hoon is ongrijpbaar. Ze speelt hoog spel, wint hier en daar en neemt haar verlies. Ze wekt
soms de indruk volstrekt onverstoorbaar op haar doel af te stevenen, waarbij ze hinderlijke types
vanuit de oppositie met een zeker dedain aan de kant schuift. En soms staat er achter het spreekgestoelte
een kwetsbare vrouw die toegeeft dat ze hoog spel speelt, maar dat ze niet anders kan.

Ondertussen dieselt ze op haar doel af. Een slimme boer schrijft zo’n vrouw na de eerste
kennismaking nog niet af.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Elk klein mens voelt het intuïtief aan 24 oktober 2019

Ik had vroeger een paard. Een bruin paard op een plankje met wieltjes. Mijn paard had een huid
van vilt, lange vlassige manen en een rood hoofdstel. Aan het plankje was een touwtje bevestigd
zodat ik het paard achter me aan kon trekken. Het ging altijd daar waar ik wilde dat het ging.

Waar de dikke kokosmat over ging in zeil moest je goed opletten. Als je te hard ging sloeg het
paard om. Buiten kon je eigenlijk niet met je wankele paard spelen, want mijn wereld bestond
uit een grindpad en een grasveldje. Een echt paard heeft daar geen moeite mee, voor een klein
vilten paard op wieltjes met maar één peuterkracht is dat een onneembare hobbel.

Dezer dagen zaten wij in een restaurant. Achter in de zaal klonk kindergekrijs. Er zijn een paar
dingen waar ik een hekel aan heb, één daarvan zijn kinderen die mijn maaltijd verstoren
met gekrijs.

Na enige tijd was het kind stil. In plaats daarvan klonk er een licht geratel over de plavuizen
van het ietwat klassiek ingerichte etablissement. Achter een tafel dook een jongetje van drie
turven hoog op dat iets voorttrok. Hij had blijkbaar plezier. Net zoveel plezier als ik op die
leeftijd had als ik mijn paardje achter me aan sleepte, inmiddels zestig jaar geleden.

Het jongetje kwam onze kant op. Hij had een wit snoertje in zijn hand. Aan het uiteinde
daarvan sleepte een oplaadstekker van een smartphone over de grond. Ik moest er een beetje
om lachen en benijdde mijzelf dat ik een vilten paardje had met vlassige manen in plaats
van zo’n kale stekker.

Maar het jongetje glunderde van oor tot oor. Hij was blij met zijn speeltje. Eigenlijk begreep
ik dat wel. Elk klein mens voelt intuïtief al aan hoe machtig het is als het een touwtje in
handen heeft waarmee het iets in z’n eigen voetspoor kan laten volgen.

  1. maria (reply)

    24 oktober 2019 at 12:25

    mooi
    (al zou ik het gekrijs er hebben uitgelaten, al geeft het wel een mooi contrast)

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het met bloed doordrenkte laken 23 oktober 2019

Kinderen moet je beschermen. Ze zijn kwetsbaar. Op veel plaatsen zie je daarom van die groene
plastic poppetjes langs de weg. Ze duiden aan dat je een gebied in rijdt waar kinderen wonen
en dus mogelijk kunnen oversteken als ze bijvoorbeeld achter een wegrollende bal aanrennen.

Nou komt dat laatste niet zo vaak meer voor want kinderen spelen niet meer zo vaak op straat.
Ze spelen veilig op de bank een computerspelletje. Het ergste wat hun dan kan overkomen is dat ze
hun duim verstuiken.

Als ze al buiten spelen dan is dat vaak in speciaal daarvoor aangelegde kooien of speelveldjes met
hekken, veilig voor automobilisten.

In onze wijk staat ook zo’n groen poppetje dat waarschuwt dat er mogelijk een kind zou kunnen
oversteken. Het is ongetwijfeld neergezet door ouders die er alles aan doen hun kinderen
te beschermen.

Het huis op de hoek, achter het vriendelijke poppetje, is al een week in Halloweenstemming.
Er hangt bijvoorbeeld een enorm spinnenweb aan de muur. Sommige mensen vinden
spinnenwebben het toppunt van eng.

Naast de deur hangt een groot laken met een rode substantie die bloed moet voorstellen.
Een laken vol bloed dat suggereert dat er zojuist een slachting heeft plaatsgevonden of dat
de 72 maagden die bestemd zijn voor de martelaren hier allemaal tegelijk hun maagdelijkheid
zijn kwijtgeraakt.

Stel dat een kind met de schrik vrijkomt als het achter een bal aanrent, dan mag je hopen dat
het niet alsnog een trauma oploopt van zo’n met bloed doordrenkt laken.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Eindhoven . . . en wel hierom 22 oktober 2019

We hebben een vriendenclub van zeven en we brengen een deel van onze tijd door met
stevige wandelingen, bier en bitterballen onderweg en een eenvoudige doch voedzame
maaltijd thuis, bereid door één van ons.

Tijdens het bier en de bitterballen is er altijd iemand die een gewetensvraag stelt waarmee
we iets van onszelf moeten blootgeven. Dit keer gaf mijn vrouw de aftrap. Zouden we hetzelfde
beroep kiezen als we ons leven over mochten doen?

De huisarts in ons gezelschap was zeker van zijn zaak: hij zou opnieuw huisarts worden.
De schrijfster/presentatrice was ook duidelijk. Zij zou boerin worden en minimaal vijf
kinderen willen.

Onze vriend met een economisch achtergrond wijdde uit over de kracht en de stilte van de
zee waar hij als kind van een tropisch eiland mee was opgegroeid. Hij zou naar de
zeevaartschool gaan als hij opnieuw mocht beginnen.

Mijn vrouw zou voor een carrière van dierenarts kiezen in plaats van zangeres. Onze
vriendin de historica/universiteitswoordvoerster droomde als kind van een baan als
archeologe maar neigde nu naar een roep waarbij ze in de grond plant dan er uit opgraaft.
De vriendin die werkt als receptioniste zou een studie antropologie gaan doen en daarna
exotische volken gaan bestuderen.

En ik? Ik zou  stedenbouwkundige worden. Tijdens het rondje waarin we onze keuze nader
verklaarden vertelde ik dat ik dat wilde om mensen een fijne woonomgeving te bieden.
Ongeveer vanuit hetzelfde veel te hoog gegrepen verheffingsideaal waarmee ik 43 jaar
geleden de journalistiek binnen sloop.

Welke stad ik als voorbeeld zag, wilden mijn vrienden weten. Nou ja zeg . . .  Eindhoven
natuurlijk. Zes van de zeven wonen in Eindhoven, maar dat bracht niet automatisch alle
handen direct op elkaar. Ik legde het uit. Ik hou van Eindhoven met z’n Philipswijken met
huisjes met rode daken, de stad met z’n naar Rotterdam hunkerende hoogbouw, de stad
met zijn omgebouwde industriecomplexen zoals Strijp-S, de stad met zijn kleurrijke huisjes
in voormalig achterstandsgebied Woensel-West, maar vooral vanwege al het groen. Mijn
stadsie heeft veel parken, kleine en grote bossen op loopafstand en is daarmee de ideale
“grote stad”. Eén van ons bevestigde dat, hij wist zelfs te vertellen dat Eindhoven de
grootste verscheidenheid aan bomen heeft van alle Nederlandse steden.

We dronken onze glazen leeg en vervolgden de wandeling door de stad. Na een half uurtje
liepen we door een klein bosgebied waar het verkeer op 50 meter langs raasde. Daar zag
ik de mooiste collectie paddenstoelen die ik de laatste weken heb gezien.
Midden in de stad.  Eindhoven dus, dacht ik.

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Omwenteling vraagt om moedige bestuurders en moedige boeren 21 oktober 2019

Boeren protesteren vanaf vandaag tot vrijdag elke dag bij het provinciehuis in Den Bosch.
Vrijdag praten Provinciale Staten weer over stikstofmaatregelen. De boeren willen dat die
maatregelen op z’n minst uitgesteld worden.

Sinds de Raad van State de PAS-wetgeving naar de prullenbak verwees zijn stikstof en
boeren niet meer uit het nieuws weggeweest. In Den Haag, de Nederlandse provinciehuizen
en aan elke boerenkeukentafel ligt het woord stikstof op ieders lippen bestorven.

Ondertussen zoekt iedereen naar een oplossing om de natuur te redden en de boeren een
goed bestaan te garanderen. Het lijkt oorlog tussen de overheid en de boeren maar ik
denk dat beide kampen in hun eigen loopgraaf hetzelfde doel nastreven.

Dat is wat de kwestie zo ingewikkeld maakt, er gebeuren dingen die niet lijken wat ze zijn
omdat de grootste schreeuwers de meeste aandacht krijgen.  Zo wordt het zelfs voor de
best ingevoerde toeschouwers een tocht door een maisdoolhof.

In die hele strijd tussen boeren enerzijds en overheid anderzijds staan wij, de consumenten,
langs de zijlijn toe te kijken. Onze gevoelens voor de boeren slingeren heen en weer tussen
sympathie voor de mensen die voor ons eten zorgen en haat als we in de file staan achter
een stoet tractoren.

En als we dan eindelijk veel te laat thuis komen schieten we nog snel even binnen bij
de supermarkt waar we etenswaren inslaan. We vinden het heel normaal dat we
daarvoor een bonusprijsje betalen. Dat kan omdat de grootgrutters zoveel macht hebben
opgebouwd dat ze de boeren tot op het bot kunnen uitwringen.

Ik kan mij niet aan de gedachte onttrekken dat de boeren die deze week elke dag
protesteren in Den Bosch met hun actie niet bereiken wat zij, de overheid en wij in ons
hart allemaal willen. Misschien dat de druk ertoe leidt dat de regels worden versoepeld.
Een dan? Is dan het stikstofprobleem opgelost? Krijgen boeren dan een betere toekomst?

De enige echte oplossing is kringlooplandbouw. Daar zijn al heel veel boeren mee bezig,
maar het levert vooralsnog niet zoveel op als duizend varkens of vijftigduizend kippen
in een schuur die aan het eind van de rit naar het buitenland worden geëxporteerd.

Dat is het wezenlijke probleem waarvan wij consumenten doordrongen moeten worden.
Hoe dat kan? In plaats van protesteren aan de Brabantlaan in Den Bosch zouden de
boeren beter hun tractoren kunnen opstellen voor de poorten van de magazijnen van
de grootgrutters.

Is het dan allemaal de schuld van de supermarkten. Nee, die maken namelijk net als
iedereen deel uit van een systeem dat vijftig jaar geleden werkte maar nu volledig
achterhaald is.

Het roer moet om. Boeren moeten anders gaan produceren, politici moeten daarvoor de
mogelijkheden bieden, supermarkten moeten niet alleen maar meer aan winsten denken
en consumenten moeten meer gaan betalen voor hun eten. Daar raken wij wel van
doordrongen als we niet in de file staan op de A2 maar voor de supermarkt.

Voor zo’n omslag zijn moedige bestuurders en moedige boeren nodig. Ja, dat gaat pijn
doen, zoals ook de sluiting van de mijnen, de teloorgang van de textielindustrie en
het vertrek van Philips uit Eindhoven pijn deden. Maar we leven nog . . . .

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies: bij het overlijden van Jessye Norman 20 oktober 2019

(Door Marlies)

Al weer even geleden: het overlijden van Jessye Norman. Om precies te zijn op 1 oktober.
Het nieuws ontging mij. Ik liep in Oostenrijk in de zon, gekleed in slechts een hempie en een
wandelbroek een heerlijk tochtje. De enige momenten dat alles wat mij bezighoudt naa
berg oploop en daar al mijn concentratie en conditie bij nodig heb. Dan en alleen dan is
het leven even alleen maar die berg.

Momenten die ik koester, want ik ben mij er eentje, za’k maar zeggen: altijd vooruit aan het
leven (ondanks de talloze mensen die ik bewonder die zeggen: “live in the now”), altijd
aan het interpreteren van de dingen die om mij heen gebeuren, altijd met een wijsje in
mijn hoofd, altijd het laatste boek dat ik las, de laatste film of serie die ik bekeek aan
het overdenken… U snapt het: ik word soms een beetje moe van mezelf…

Dus dat Jessye overleed ging even aan mij voorbij en het duurde zelfs tot een paar dagen
nádat ik thuis was, dat het nieuws tot mij doordrong. Het voeren van een website-je over
vocale klassieke muziek verplicht mij wel er wat van te vinden, Norman heeft veel betekent
voor de klassieke zang. Haar interpretaties van Wagner, Strauss, Mahler, Schubert zijn
legendarisch. Je kunt erover van mening verschillen of  ze mooi of niet mooi vinden, maar haar
betekenis staat voor mij vast.

Ze werd in Europa vooral bekend nadat ze zich in 1969 hier vestigde: in de opera in Berlijn
werd ze met haar debuut een van de eerste gekleurde operazangers ter wereld.

Trouw omschrijft haar treffend: “Daar stond iemand die niet zomaar een recital gaf, maar
een hoogmis van de zangkunst celebreerde.” Dat was ook een beetje wat mij aan haar irriteerde:
dat onontkoombare, zowel qua verschijning als qua geluid. Soms zou je wensen dat ze opging
in de heilige muze van de zangkunst, maar dat deed ze niet: ze stak die muze eerder naar de
kroon: die demonstratie van hoe ze haar techniek beheerste en het bijna triomfantelijke waarmee
ze lastige passages zong. Ik had wel eens de neiging mijn ogen dicht te doen. En als ik dat deed
voltrok zich het wonder van de muze… en daarvoor moeten we haar eeuwig dankbaar blijven.

Ik laad een opname op van het troostrijke lied van Richard Strauss ‘Und morgen wird die Sonne
wieder scheinen’, ik kan het niet horen zonder dat de tranen me in de ogen springen. Maar
luister het uit, doe uw ogen dicht en wellicht komt ook u er gelouterd uit.

Dank, Jessye Norman!

Und morgen wird die Sonne wieder scheinen und auf dem Wege, den ich gehen werde,
wird uns, die Glücklichen sie wieder einen inmitten dieser sonnenatmenden Erde…
und zu dem Strand, dem weiten, wogenblauen, werden wir still und langsam niedersteigen,
stumm werden wir uns in die Augen schauen, und auf uns sinkt des Glückes stummes Schweigen.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het CDA en de boeren 19 oktober 2019

Vandaag heb ik voor Omroep Brabant een analyse geschreven over de bom die het
CDA in Brabant onder de coalitie heeft gelegd.

De Brabantse CDA-fractie wil dat de regels die de provincie heeft geformuleerd voor het
landbouwbeleid worden aangepast en zo snel mogelijk in lijn worden gebracht met het
landelijke landbouwbeleid. Dat betekent dat de christendemocraten willen dat de veel
strengere Brabantse regels van tafel gaan.

Het CDA maakte dat vrijdagavond bekend in een persbericht. Fractievoorzitter Ankie de
Hoon wil geen toelichting geven. De collega-politici, de boeren en de media moeten het
er maar mee doen.

De Hoon heeft vrijdag wel met collega’s in Provinciale Staten gesproken, maar het lijkt
erop dat het CDA in het persbericht verder gaat dan in dat gesprek.

Op 11 oktober kondigde De Hoon al aan dat ze met een voorstel zou komen. Nu ze feitelijk
de Brabantse regels van tafel wil is dat een regelrechte bom onder de kersverse coalitie.

De vraag is of De Hoon en haar coalitiepartners het zo hard gaan spelen. De coalitie is na taaie
onderhandelingen tot stand gekomen. Het CDA vocht zichzelf – na jaren langs de kant te hebben
gestaan – binnen en nam genoegen met portefeuilles die door velen worden gezien als pretpakket.
De partij nam er genoegen mee omdat ze zo graag aan de bestuurstafel wilde zitten.

Dat is niet zo gek want aan die tafel kun je invloed uitoefenen en dat blijkt nu wel. Maar hoe
ver ga je?  De andere coalitiepartijen D66, VVD en PvdA, sinds de laatste verkiezingen aangevuld
met GroenLinks, hebben het strenge Brabantse veehouderijbeleid bedacht in weerwil
van boerenprotesten in 2017.

D66, PvdA en GroenLinks zullen niet zo gemakkelijk een krimp geven. De VVD is iets flexibeler.
Er zal nu veel van de lenigheid van de VVD afhangen. VVD-voorman Christophe van der Maat
zal net als tijdens de coalitie-onderhandelingen deze week overuren moeten maken.

De situatie doet in de verte denken aan de discussie over de fusie van Nuenen en Eindhoven.
Toenmalig SP-coalitiepartner zette de boel ook op scherp. Uiteindelijk vond de coalitie een
vluchtweg omdat er in het zicht van de haven nieuwe landelijke regels werden gemaakt waarbij
zo’n fusie nog voor de eindstreep zou kunnen sneuvelen. Na drie vergaderingen besloot de
provincie dat risico niet te nemen en de fusie af te blazen.

Landbouwminister Carola Schouten heeft een pas op de plaats aangekondigd om alle
consequenties van alle stikstofmaatregelen nog eens op ene rijtje te zetten.

Brabant zou daarop kunnen meeliften. Dat betekent in feite uitstel van wat Brabant eigenlijk
wil. Daar ziet met name GroenLinks gedeputeerde Rik Grashoff geen heil in. Maar een adempauze
kan de coalitie redden. Dat is ook wat waard want de onderhandelingen daarover hebben al
aangetoond dat er weinig alternatieven zijn om Brabant eensgezind te besturen. Als er iemand
is die dat weet is het Ankie de Hoon.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies: Don Carlo, wat een opera! 22 september 2019

(Door Marlies)

Ik heb weer een nieuwe liefde…. Nou ja, in ieder geval tot de volgende prachtige opera langskomt
dan: Don Carlo. Ik keek ‘m gisterenavond op TV (een uitvoering van The Met uit 2010) met
echtgenoot naast me op de bank en was bijna verbijsterd. Wat een opera! Maar liefst vijf bedrijven
heeft Giuseppe Verdi nodig om zijn punt te maken. Vijf bedrijven vol met de prachtigste aria’s,
duetten, trio’s en kwartetten. Mamma mia, en wat een zware, zware rollen. Maar liefst 7 grote
stemmen heb je nodig om er een waardige productie van te maken: Don Carlo, tenor, Elisabetta,
sopraan, Eboli, mezzosopraan, Rodrigo, bariton, Filippo, bas en een machtige bas met een kleinere
rol die de verschijning van de oude Don Carlo kan zingen en een al even machtige bas die de rol
van de Grootinquisiteur kan zingen, ook een kleine rol, maar erg lastig goed te bezetten.

The Met slaagde erin, tuurlijk, die kunnen een duit uitgeven… Maar dan nog moet er ook de
chemie zijn… en die was er, zelfs met Roberto Alagna in de titelrol, waar ik niet zo’n fan van
ben: een meer dan geslaagde productie.

De aria’s? Bijna teveel om op te noemen: Elisabetta moet wachten tot het allerlaatst tot ze haar
‘Tu che le vanitá’ mag zingen, razend moeilijk. Eboli heeft er twee: ‘Nel giardin del bello’ en
‘O don fatale’. De sterfscène van Rodrigo. Het duet tussen Fillipo en de Grootinquisiteur. Het
allermooiste vind ik eigenlijk wel de aria van Filippo ‘Ella giammai m’amò‘.

Het plot is nu eens tamelijk logisch en goed te volgen: Don Carlo zal trouwen met de mooie en
edele prinses Elisabetta van Frankrijk. Op het laatste moment besluit zijn tamelijk wispelturige
vader zélf met Elisabetta te trouwen en de twee geliefden moeten al afscheid nemen na hun
eerste liefdesduet. Het afscheid vernietigt Carlo, zijn karakter lijkt, ondanks dat het de titelrol is,
tamelijk slappig uitgewerkt.  De grote sterke rol is voor Rodrigo, die probeert tussen iedereen
te bemiddelen maar uiteindelijk vermangelt wordt in de complotten. Er is tussen Elisabetta en
Carlo niks onoirbaars (wat een woord eigenlijk…) gebeurd, maar Filippo is zeer achterdochtig
en jaloers. In eerste instantie dacht ik altijd dat de oude koning wel deugde en alleen maar een
oude vermoeide man was, maar na gisterenavond ben ik van mening veranderd. Eboli houdt
ook van Carlo en als haar liefde niet beantwoord wordt is haar wraak verschrikkelijk en die
vernietigd ook haar.  Neem op de achtergrond het geduvel tussen Spanje en Vlaanderen en je hebt
alle ingrediënten voor ellende.

In het filmpje de aria van Filippo. Een bassen-killer, deze aria: lang, hoog, met lange lijnen. En al
die tijd moet het vermoeid en aan het einde van je krachten klinken.

Tijdens een masterclass in 1989 (mijn hemel wat lang geleden!) in Salzburg was er een jonge bas
die de aria geweldig vertolkte.  Hij zong ‘m tijdens een groepsles geheel en al uit zonder één
onderbreking van de maestro, professor Rudolf Knoll, zelf bas. Wij luisterden ademloos en ontroerd.
De pianist kromde zich over de het niet malse piano-uittreksel van de partij en begeleidde boven
zijn kunnen. Zulke momenten in de klassieke muziek zou ik u gunnen: alles lijkt op zijn plaats te
vallen. Aan het einde bleef het lang stil en tenslotte stonden we allemaal op en applaudiseerden.
Professor Knoll liep op de jonge bas af en knuffelde hem en sprak toen eigenlijk vernietigende
woorden: “Het enige dat ik erop aan te merken heb is dat je oud en moe moet klinken en dat jij
met je twee-endertig jaar en alle energie die er in je stem klinkt de aria nooit zó op het toneel zal
zingen… Je moet nu alleen nog een jaar of dertig ouder worden…”Daar sta je dan, als jong aanstormend
talent. Waar zou-d-ie gebleven zijn, deze prachtige jonge stem… ? Hij is nu dertig jaar ouder.

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *