Supporters -Van Bommel 1-0 9 december 2019

PSV-trainer Van Bommel is gered met de 5-0 op Fortuna Sittard, dat zo onthutsend zwak speelde
dat je met een ouderwetse gevangeniskogel om één been moest spelen, wilde je daar van verliezen.

Maar volgens mij leed de trainer desondanks een grote persoonlijke nederlaag. Hij wisselde
eindelijk Pablo Rosario, niet omdat hij dat zelf wilde maar omdat de supporters deze
onfortuinlijke voetballer in de eerste helft tot de grond hadden afgebroken met een fluitconcert.
Die jongen zou voor eeuwig beschadigd zijn geworden als hij was blijven staan. Zo dwongen de
supporters Van Bommel tot een keuze die hij met zijn eigenwijze hoofd al maanden niet wilde maken.

In de tweede helft dwongen de spreekkoren Van Bommel ertoe om Ibrahim Affelay op te stellen.
Deze volksheld liep warm waarna ook de supporters hun stembanden warmdraaiden. Daarna
ging hij weer zitten en brak de verbale hel los. Het legioen gilde over Van Bommel: hij luistert
wel, hij luistert niet, hij luistert wel, hij luistert niet.

Opnieuw werd Affelay van de reservebank geplukt. Ondertussen bleef het stadion schreeuwen.
Uiteindelijk mocht de 34-jarige voetballer zijn rentree maken. Het volk zong Van Bommel
luidkeels toe. Het cynisme golfde door het stadion.

Het kan niet anders of het moet voor een trainer die zo ongelofelijk eigenwijs is als een nederlaag
voelen dat de supporters hem uiteindelijk op de knieën dwongen. Dat is misschien nog wel erger
dan een wedstrijd verliezen. Het betekent namelijk dat de tienduizenden in ieder geval voor één
keer jouw macht hebben gebroken.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De Lift der Zuchten 6 december 2019

In Venetië heb je de Brug der Zuchten. Daaronder werden mensen gevangengehouden en
die kreunden en steunden dat het een oordeel was.

Wij hebben de Lift der Zuchten. De afgelopen twee weken is het me drie keer overkomen
dat er dame instapte die een diepe zucht slaakte. Zo vaak en zo diep dat ik er onzeker van
werd. Waarom slaken vrouwen een diepe zucht als ze in de lift stappen waar ik in sta?

Daarom vraag ik direct of er iets aan de hand is. Gewoon, om illusies en
schuldgevoelens uit te sluiten.

De eerste dame was veel ouder dan ik, dus tamelijk bejaard. “Wat een zucht”, zei ik. Ze was
moe, zei ze. Doodmoe. Een ritje met een lift is leuk om jezelf in recordtijd te pitchen als de
ideale sollicitant, het is te kort om het leed van oudere dames over te nemen. “Veel rusten”,
was dan ook het enige dat ik kon uitbrengen tussen het moment dat de liftdeuren zich sloten
en het moment dat we op de bestemde vloer aankwamen. “Dat ga ik nu doen”, zei ze.

De tweede keer was de zuchtende vrouw een jonge moeder. “Wat een zucht”, zei ik. “Druk,
druk druk”, antwoorde ze. Ze moest de kinderen van school halen en dan nog met die twee
naar de tandarts. Daarna boodschappen doen en eten koken. Ze rende voor me uit door de
parkeergarage.

De derde zuchtende dame was een moeder met een kindje van drie turven hoog. “Wat een
zucht”, zei ik. Ze vertelde dat de kleine jengelig was omdat die wilde gaan slapen. Ze had zelf,
vertelde ze, ook wel behoefte aan een dutje want zo’n kleine meid was doodvermoeiend.

Had ik niet dezelfde ervaring vroeger, wilde ze weten. Nee, zei ik, de moeder van mijn
kinderen was veertig jaar geleden, toen ze voor de eerste keer zwanger was, meteen gestopt
met werken. Zij zorgde daarna voor de kinderen, ik voor inkomsten en een beetje voor
de kinderen.

“Zo ging dat bij ons vroeger ook”, zei ze. “Mijn moeder was altijd thuis. Vreselijk vond
ik dat. Soms dacht ik: mens ga weg, laat me met rust”.

Ik had willen vragen of haar moeder dan niet vreselijk moe van haar werd, maar toen
gingen de liftdeuren alweer open.

  1. Laurent (reply)

    7 december 2019 at 22:05

    Hahaha, die laatste wending 😀

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gelukkig hebben we de voetbalhumor nog 4 december 2019

Wat moet je ervan zeggen? Je kunt er veel over zeggen, je kunt er helemaal niks over zeggen.
Heel even dan. Het gaat niet goed met mijn kluppie PSV en dat is balen. Je rijdt door weer en
wind op je fietsje naar het stadion om daar het voetbalhart te laten verwarmen. Dat gebeurt niet.
Teleurstelling stapelt zich op teleurstelling.

Thuis voor de buis naar uitwedstrijden kijken is helemaal geen onverdeeld genoegen. De laatste
weken heb ik halverwege de wedstrijd de TV uitgezet en toen ik drie kwartier later naar de uitslag
keek bleek dat ik mijzelf had getrakteerd op een halve minuut ergernis in plaats van nog eens 45.

In het stadion loop je niet weg, want dan word je uitgejouwd met teksten als Ajax-publiek,
Ajax-publiek . . . .  Of: Laat je club maar in de steek . . . .  Zoveel aandacht wil je niet als je in
je eentje de trappen af sjokt.  Het is maar goed dat dat gebeurt want ik denk dat het
voorkomt dat na een uur het stadion halfleeg is.

Is er dan helemaal niks om je vrolijk over te maken? Een beetje. Ik zit in een appgroep met
diehard supporters. Het cynisme druipt nu uit mijn smartphone. Maar dat niet alleen, ook
de typische voetbalhumor stroomt als diarree over mijn scherm.

Het is ongelofelijk hoe snel er gephotoshopt wordt en hoe snel grappen ontstaan. Ze zijn
niet altijd even leuk, maar er zijn er ook waar ik ontzettend om moet lachen.

Sowieso kan voetbalhumor mij wel bekoren. Dan bedoel ik de humor van al die gewone
jongens die zich door de week bij hun baas een slag in de rondte werken en dan op zaterdag
samen een spandoek maken waarmee wij zondags verrast worden. Er zijn veel creatieve
gasten bij. Dan heb ik het nog niet over de eenlingen die in hun vrije tijd grappen bedenken,
fotocollages maken en die dan rondsturen.

Geloof me, als de spelers op het veld maar de helft van die creatieve invallen zouden hebben,
dan zouden we er nu heel veel beter voor staan.

De leukste:

Black Friday bij PSV, bij aankoop van 1 trainer een gratis TD. Twee linksbacks voor de prijs
van één (weinig gelopen, altijd binnen gestaan). Handjevol oud-internationals (opknappertjes)
tegen elk aannemelijk bod. Voormalig wonderkinderen, setje van 3, nu voor de helft.
Uruguayaanse topspeler, licht beschadigd maar erg goed uitgerust, over 4 maanden gratis
af te halen. En nog een restpartij aanvoerders, 1 kapot, 1 loopt niet lekker, voor de hobby. Op = Op.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Onze gemêleerde wijk 30 november 2019

Wij wonen in een Eindhovense wijk die diep in de vorige eeuw begon als arbeiderswijk. Langzaam
gleed de wijk af naar een achterbuurt. De straatnamen gaven de wijk de naam kruidenbuurt.
Jarenlang was alleen al het uitspreken van die naam genoeg om andere Eindhovenaren te doen
huiveren.

Begin jaren negentig woonden wij er een aantal jaren. Aan de goede kant, in de huizen waar vroeger
de chefs van Philips en DAF woonden. Wij vonden het een fijne volkswijk met rauw volk waarvan
je wist wat je eraan had.

Na een aantal jaren bracht het werk van mijn vrouw ons naar een aantal andere plaatsen.
Ondertussen ging het arbeidersgedeelte van de kruidenbuurt op de schop. Nou ja, op de schop.
Je kent het niet meer terug.

De gemeente besloot dat er in de wijk een mix van bewoners moest komen. De oorspronkelijke
bewoners keerden terug in mooie nieuwe sociale huurwoningen, maar er werd ook gebouwd voor
mensen van buiten de wijk die zich een eigen huis konden veroorloven. De gemeente vond dat een
gemêleerde wijk beter was. Ik denk dat de gemeente dacht dat de wat beter gesitueerden dan wel op
die arbeiders zouden passen of zoiets.

Aan de rand van de wijk kwam in 2008 een appartementencomplex. Een landmark, want dat wilde
elke gemeente toen. Vijf jaar geleden streken wij daar neer. Het complex bestaat uit twee gedeelten:
de hoogbouw en de laagbouw. De hoogbouw is waar wij wonen. Een deel van die appartementen is
eigendom, een deel wordt verhuurd voor exorbitant hoge prijzen. Daar wonen dus expats uit de hele
wereld in waardoor wij samen met een deel van onze buren een internationale mix vormen en ik in
de openbare ruimtes meer Engels dan Nederlands praat. Ik vind het leuk.

Het andere gedeelte is de laagbouw. Die appartementen zijn verhuurd aan de mensen die vroeger in
die kleine maar o zo gezellige woninkjes in de kruidenbuurt woonden. Ook dat is een internationale
mix, zij het iets minder gevarieerd.

Wij vormen dus onder die aan elkaar grenzende daken een gemeenschap zoals de gemeente zich dat
ooit voorstelde. In de hoogbouw de middenklasse die een huis kan betalen en goedverdienende expats,
die (al dan niet met hulp van hun werkgever) voor hetzelfde vloeroppervlak twee of drie keer zoveel
betalen en in de laagbouw de mensen die afhankelijk zijn van sociale woningbouw.

Beide complexen hebben een ingang aan dezelfde kant. Telkens als ik door ons straatje loop valt me
iets op. Bij ons voor de deur ziet het er altijd keurig is. Bij de laagbouw is vaak de ruit van de voordeur
gebarsten en ligt er voor de ingang altijd rotzooi.

De afstand tussen die twee werelden is pak ‘m beet dertig meter. De kloof onmetelijk. Ik denk dat ik
dit weekend het vuistdikke reglement van onze VVE eens napluis om te kijken of daar iets in staat
over wat de gemeente nou voor had met de gemêleerde wijk en of ik andermans stoepje moet
gaan vegen.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

‘Ongehoord Nederland’: de gotspe van het jaar 27 november 2019

Ongehoord Nederland. Dat is de naam van een nieuwe aspirant omroep onder leiding van de
bekende en gerespecteerde journalist Arnold Karskens. Die omroep wil Nederlanders die nu
niet gehoord worden een stem geven.

ON moet er komen voor mensen die het opnemen voor de Nederlandse cultuur, kritisch zijn
op de EU, immigratie en de huidige plannen om klimaatverandering tegen te gaan.

Nou werk ik al sinds 1974 als journalist. We waren elitair. Wij zonden, het volk ontving.
Nog voor de eeuwwisseling vond er een ommekeer plaats. Wij spraken toen in termen als:
journalisten komen uit hun ivoren toren.

Wij trokken zonder enig plan de wijken in om te luisteren naar wat wij toen ‘het volk’ noemden.
Internet nam een grote vlucht. Mensen konden zelf hun boodschap de wereld in sturen.
Facebook, Twitter en noem maar op werden de platforms waarop dat allemaal werd gestructureerd.

Het liep uit de hand. Het bleek dat mensen massaal gebruik maakten van de mogelijkheid
anoniem, achter de computer, vuil te spuien, te beledigen, te kwetsen en te bedreigen.
Kranten sloten de reactiemogelijkheid omdat het geen doen meer was al die reacties te fatsoeneren.

In de media kwamen Powned en WNL die al die bagger in beeld brachten zodat zo
langzamerhand iedereen met een mening en die daar wel voor durfde uitkomen een gezicht kreeg.

De politiek nam de taal van de straat over. Het werd in de Tweede Kamer een
pandemonium van gelukszoekers die meenden op te moeten vallen met taal die wij aan de
keukentafel niet eens gebruiken. Journalisten schreven dat gretig op omdat ze al lang
waren opgeschoven van informeren naar infotainment naar entertainment. Bovendien
was die parlementaire vuilbekkerij goed voor de kijkcijfers.

Het opvallende was dat vooral de mensen met de grootste bek de meeste aandacht kregen.
Dat zijn niet altijd de mensen met de grootste geest. Klimaatontkenners, racisten, vuilbekkers,
ze pakken allemaal hun kans en sneeuwen iedereen onder die nadenkt en dan met een
genuanceerde mening komt.

Ik vind het prima een nieuwe zender te beginnen.  Maar om een zender te beginnen voor
mensen die het opnemen voor de Nederlandse cultuur, kritisch zijn op de EU, immigratie en
de huidige plannen om klimaatverandering tegen te gaan, Ongehoord Nederland te noemen,
dat vind ik de gotspe van het jaar.

  1. Irene (reply)

    27 november 2019 at 12:17

    Het is de omroep voor de verongelijkten. Die vinden het fijn om zich ‘ongehoord’ te voelen, dan kunnen ze zich daarover ook lekker verongelijkt voelen. Bodemloze put hoor, daar komt nooit iets positiefs uit.

  2. Laurent (reply)

    27 november 2019 at 23:21

    Ja precies, dat soort rechts-populistische bagger horen we als sinds Pim Fortuyn.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wim Geurts 1931-2019 25 november 2019

Wim Geurts is overleden. Ons pap voor mijn vrouw, schoonvader Wim voor mij. Hij is 88 geworden.
Hij was vitaal, scherp van geest. Nog nooit een dag noemenswaardig ziek geweest. Tot afgelopen vrijdag.

Toen kreeg ik een telefoontje van mijn vrouw, terwijl ik bij de vergadering van Provinciale Staten was.
Ons pap was met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Ze was gebeld door de politie die hem in huis
had gevonden nadat hij tegen de grond was gegaan. Met vereende krachten had hij zelf 112 gebeld.
Het klonk niet best.

In het ziekenhuis in Weert troffen we een lijkbleke man, maar geestelijk nog even helder als altijd.
Na een uur bracht dokter Astrid de moeilijke boodschap. Een ader was gescheurd. Levensbedreigend.
Mijn schoonvader kon naar het ziekenhuis in Eindhoven voor een operatie. Als hij dat wilde.

“Hoeveel kans heb ik?” vroeg hij aan Astrid. Ze schetste hem een eerlijk maar weinig hoopgevend beeld.
“En als u het overleeft zult u vermoedelijk niet meer mobiel zijn en waarschijnlijk ook niet meer terug
naar huis kunnen”, zei ze.

Mijn schoonvader dacht kort na. Keek haar aan, keek naar ons en zei: “Dan is 88 jaar mooi geweest.
Et erit in pace memoria eius”.  (En in vrede zal zijn nagedachtenis zijn). Ik schoot vol. Ik vond het moedig
en heftig tegelijk iemand met zoveel nuchterheid over zijn eigen lot te horen beslissen.

“Het was vreselijk toen ik vanmiddag thuis op de grond lag en niet meer overeind kon. Vreselijk”, zei
hij later toen we alleen waren. De uren daarna zou hij dat nog enkele keren herhalen. Hij was tot de
laatste dag gewend lopend, fietsend of met de auto overal naar toe te gaan. De dag ervoor had hij nog
een kegelwedstrijd voor ouderen gewonnen. Het verlies van zijn mobiliteit en dus zijn zelfstandigheid
was voor hem een groter doembeeld dan te sterven.

Ons pap was een man van veel woorden. Voor sommige mensen te veel woorden. Hij was de man die
tijdens ouderenbijeenkomsten, bejaardenuitstapjes, jubilea en feesten speechte. De spotlights trokken
hem aan als een motvlinder.

Hij was geestig, soms met gedachtenkronkels die niet voor iedereen te volgen waren. Hij kon ook met
een paar welgekozen woorden messcherp zijn. Zijn gevoel voor rechtvaardigheid bracht hem meermaals
in problemen omdat hij niet wilde begrijpen dat gelijk hebben en gelijk krijgen niet altijd hetzelfde is.

Dat leidde ertoe dat sommige mensen hem vilein en sarcastisch vonden. Hij liep keihard aan tegen de
hiërarchie van defensie, waar hij tientallen jaren als burger werkte op de Legerplaats Budel. Uiteindelijk
won hij een arbeidsconflict, maar stond hij wel met lege handen. Na jaren bundelde hij de verhalen die
hij daarover voortdurend over ons uitstrooide in een boek. Een hilarisch boek, dat dan weer wel.

Mijn schoonmoeder begreep hem niet en hij begreep haar niet. Na veertig jaar huwelijk besloot ze de
toorn van God, die hen had verbonden, te trotseren en ging ze haar eigen weg.  Eénmaal los van de
huwelijkse staat stortte mijn schoonvader zich in het vrijwilligerswerk en dat viel zelfs de Majesteit op
die hem koninklijk onderscheidde.

Waar anderen soms zuchten om de verplichting van Kerstmis bij de ouders liet hij ons altijd ruim
tevoren weten dat wij niet konden komen omdat hij een volle kooragenda had.

Zijn grote passie was het gregoriaans koor waar hij nog als een jonge god zong. Zijn tweede grote
interessegebied was de Tweede Oorlog. “Don’t mention the war” was onze running gag onderweg
naar ons pap. Dat hoefde ook niet. Hij noemde hem zelf wel.

De laatste tijd was er op dat front een kleine verschuiving gaande. Niet langer stonden zijn eigen
kleine oorlogservaringen als jongeman centraal. Hij had zich verdiept in de doodsstrijd van Polen.
Dat had hem naar de strot gegrepen. Een land dat door de Duitsers én de Russen was vermorzeld.
Vreselijk vond hij dat. Hij vertelde ons waar de boeken over dat onderwerp in de boekenkast stonden.
We hebben ze gevonden, Wie ze hebben wil mag ze komen halen, wij kennen de inhoud.

Zijn laatste verhaal voordat de dormicum zijn geest in nevelen hulde ging over de oorlog in Polen.
Sterker nog zijn laatste woorden waren: tja, Polen.

 

 

  1. Carin (reply)

    25 november 2019 at 10:39

    Prachtig monument voor jullie pap..?

  2. josé van Boxmeer (reply)

    25 november 2019 at 12:26

    Jouw stroomopwaarts beschrijft de boekdelen! Zo`n doorleefd leven van een bijzondere man. R.i.p.

  3. Irene (reply)

    25 november 2019 at 17:14

    Je hebt hem mooi uitgeluid.

  4. maria (reply)

    25 november 2019 at 20:37

    mooi gedaan.
    Sterkte

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Als eenzaamheid een naam heeft is het Hermen 22 november 2019

Ik volg vandaag voor Omroep Brabant Provinciale Staten. Niet al mijn verhalen komen
op de website van mijn omroep omdat ze als te weinig concreet worden beoordeeld. Zo’n
beslissing respecteer ik. Politiek is soms niet zo concreet, maar meer beschouwend en daar
zit niet iedereen die zich informeert via een massamedium niet op te wachten.

Onderstaand verhaal blijft dus beperkt tot mijn blog.

 

Als eenzaamheid een gezicht heeft dan was dat vrijdag het gezicht van Hermen Vreugdenhil.
Deze CU/SGP politicus in Provinciale Staten riep Gedeputeerde Staten ter verantwoording omdat,
volgens hem, Brabantse industriële bedrijven werken zonder een natuurbeschermingsvergunning.

Volgens Vreugdenhil stoten ze vieze stoffen uit en is er niemand die dat controleert.
Bovendien zou de provincie industriële bedrijven bevoordelen boven boeren. Na een potje
armdrukken werd de christelijke politicus door vrijwel het hele Brabantse parlement in de hoek gezet.

Namens GS diende gedeputeerde Rik Grashoff (GroenLinks) Vreugdenhil van repliek. Aan het
eind van het door Vreugdenhil aangevraagde interpellatiedebat stond hij met lege handen en
een oproep om op te houden “met uw hardnekkige poging het college van GS in diskrediet te
brengen”, zoals Tom Ludwig (GroenLinks) de menig van een groot aantal Statenleden verwoordde.

Een aantal Statenleden en Grashoff vielen Vreugdenhil aan op zijn Twittergedrag. Grashoff:
“Elke vergunning wordt naar eer en geweten verleend. Je kunt er over discussieren of die
vergunning te ruim zijn. Wat u doet is ons in een kwaadlicht stellen. U twittert dat de uitstoot
van de Amercentrale de laatste jaren veel meer uitstoot, terwijl dat juist minder is. U suggereert
dat wij een onbetrouwbare overheid zijn. Dat werp ik verre van mij. Ik vind dat zelfs laakbaar”.

Vreugdenhil voert al weken strijd. Het begon op Twitter, het landelijke TV-programma
EénVandaag pikte het op en daarna volgden meer media.

Heel kort door de bocht komt het erop neer dat grote bedrijven als de Amercentrale, bierbrouwer
InBEV in Valkenswaard en Verbrandingsoven ATM in Moerdijk hun gang kunnen gaan terwijl
een boer tonnen moet investeren om uitstoot te voorkomen. Aldus de versie van Vreugdenhil.

De christelijke politicus merkte op dat enkele grote industriële bedrijven een vergunning kregen,
een week voordat de Raad van State de PAS-wetgeving in de prullenbak gooide. Vreugdenhil vond
dat verdacht. Dat viel bij Grashoff verkeerd. Hij vond dat een insinuatie die nergens op slaat omdat
niemand kon weten wat die uitspraak zou worden.  “Ik constateer dat het stemvolume van de heer
Vreugdenhil oploopt. Dat gebeurt meestal als hij zijn verhaal kwijt is”, aldus Grashoff.

Daar waar Vreugdenhil suggereerde dat de provincie met twee maten meet, weerlegde Grashoff
voor de andere partijen voldoende dat dat niet zo is. De gedeputeerde gaf toe dat er nog stappen
gemaakt moeten worden als het gaat om vergunningen aan industriële bedrijven. “Daar wordt
keihard aan gewerkt. Hopelijk is vandaag duidelijk dat er in Brabant niet met twee maten wordt gemeten”.

VVD-politica Wilma Dirken steunde Grashoff met haar opmerking dat uit de reportage van
EénVandaag (waarin Hermen Vreugdenhil een prominente rol speelde) bleek dat Brabant
in Nederland vooroploopt als het gaat om vergunningverlening.

In zijn slotwoord beloofde Vreugdenhil zeker terug te komen op de hele kwestie. Dan zal hij
niet meer insinueren, beloofde hij, want dat was nooit zijn bedoeling geweest. Zijn Twittergedrag
zal hij niet aanpassen, verzekerde hij zijn collega-Statenleden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Aast Eindhoven nog steeds op Nuenen? 21 november 2019

Ter promotie van de stad Eindhoven is er weer een kerstfilmpje gemaakt. Een jongeman strandt
op kerstavond in de stad. Hij komt in een vreemd hotel terecht. Achter elke deur ontdekt hij
steeds meer van de stad.

Een bijrol is weggelegd voor burgemeester John Jorritsma, die vooral zichzelf relativeert. Hulde
aan de makers, die hem zo gek hebben gekregen.

De nabespreking van het filmpje focust zich vooral op een rolletje van VVD’er Klaas Dijkhoff, die
openlijk solliciteert naar de baan van burgemeester van Eindhoven. Het is als grapje bedoeld, maar
Jorritsma en Dijkhoff zijn VVD’ers, dus ik doe het nog niet meteen als scherts af.

Ik zag in dat filmpje iets anders dat mij veel meer triggert. De echte hoofdrolspeler, de gestrande
jongeman, kan alle deuren openen, behalve één. De liftboy van het hotel (gemodelleerd naar de
liftboy in het boek Grand Hotel Europa van Ilja Pfeiffer) vertelt hem dat die deur ook niet kàn
worden geopend.  “Dat is de deur van Nuenen. Daar hebben we nog geen sleutel van”, zegt de liftboy.

Eindhoven en Nuenen stonden op de nominatie te fuseren, maar dat plannetje strandde onder
druk van de Nuenenaren. De discussie daarover was de grootste politieke soap van het jaar totdat
het CDA het bestuurspodium betrad. Maar dat is weer een ander verhaal.

De hele crux van die ene zin in dat filmpje zit ‘m in het woord NOG.  “Daar hebben we NOG geen
sleutel van”. Het woord heeft iets van verwachting in zich. We hebben de sleutel op dit moment
nog niet, maar ooit zal het ervan komen.

Als de scriptschrijvers het relativeren van Jorritsma echt tot in de finesses hadden willen doorvoeren
dan hadden ze de liftboy beter kunnen laten zeggen: Daar hebben we geen sleutel van, die is gerold
toen de burgemeester in Den Bosch ging winkelen.

Ach, het zal wel aan mij liggen. Ik moet niet te veel op details letten en gewoon genieten van een
overigens vermakelijk filmpje.

  1. maria (reply)

    24 november 2019 at 12:15

    Dank! Het is mooi gedaan. Kovacs, ontdekking voor mij dit jaar toen ze eind juni een van de treinen naar het westen had genomen;
    muzikaal en veelzijdig. ik mis natuurlijk de typisch Eindhovense knipogen, maar het gevoel komt over.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Bekend van TV! 20 november 2019

Ik passeerde een auto van een attractieverhuurder. Springkussens, dolle stieren, van dat werk.
Achterop het busje stond in zwierige letters Bekend van TV!  Met een uitroepteken.

Waarom pronkt iemand daar mee, dacht ik. Ik kom een enkele keer op de regionale TV om
moeilijke politieke dingen uit te leggen. Dat moet altijd binnen twee minuten, liefst korter.
Ik word alweer weggedraaid voordat ik sowieso bekend kan worden van TV.

Bekend van TV!  Als je bij een TV-station werkt dan ben je daar eigenlijk niet zo mee bezig.
De ijdeltuiten daargelaten natuurlijk. Je bent dan bezig met je werk, net als een huisschilder,
een bankdirecteur of een politieagent. Voor buitenstaanders schijnt het magisch te zijn.

Bekend van TV! als iets om mee op de achterkant van een busje te pronken zegt mij helemaal
niks. Als ik ergens een springkussen zie van de betreffende firma dan is niet mijn eerste
gedachte: ik ken dat kussen van TV. Die kans is overigens ook niet zo groot want ik zie
zelden programma’s waarin springkussens voorkomen.

Vroeger toen we nog twee TV-netten hadden waar iedereen naar keek was het aantal mensen
bekend van TV klein. Je had Tante Hannie, Pipo, Swiebertje, Dorus  en Rikkie en Slingertje.
Nu moeten er zoveel uren zendtijd volgeplempt worden dat je als Nederlander al een
tamelijke loser bent als je niet ooit één keer op TV te zien bent geweest. Zeker sinds het journaille
een jaar of vijftien geleden de wijken in trok om voxpop te halen. Geloof me als er nog nooit
een cameraploeg in jouw wijk heeft aangebeld dan is je wijk dichtgeplakt met kranten.

Een paar weken geleden stond ik bij de kassa van onze buurtsuper. Voor mij stonden een man
en een vrouw van half dertig. Ze legden samen de boodschappen op de band. Plotseling dook
er een horde kinderen uit de buurt op de man. Foto, foto schreeuwden ze. De man liet het
allemaal gebeuren.

Buiten vroeg ik de kinderen met wie ze nou op de foto waren gegaan. “Hij is van Spangas”,
zei een te dik ventje in een camouflagebroek. Zeg maar het type jongetje waardoor onze
wijk regelmatig door programmamakers wordt gefrequenteerd, Ik vroeg hoe de man, bekend
van TV, heette.  “Hoe heet die gast, dat wil hij hier weten”, riep het jongetje naar een meisje
dat een met rode substantie gevulde plastic fles over het parkeerterrein trapte.  Waarop het
meisje riep: “Hoezo, die kent hij toch niet”. Zeg maar het type meisje waarvan je als
programmamaker hoopt dat zij de deur opendoet als je aanbelt.

Tja, waarom zou zo’n meisje energie verspillen aan een vent van middelbare leeftijd
die zulke stomme vragen stelde.

Ik heb die man natuurlijk wel gegoogeld. Hij blijkt een bijrolletje te hebben gespeeld in
Spangas. En dus bekend van TV!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Duiken! Daar komt de grijze golf 19 november 2019

Ik was gisteren in het nieuws en het is allemaal mijn schuld. Nou ja, bij wijze van spreken dan.
Ik hoorde op de radio dat de vergrijzing ertoe gaat leiden dat het slechter zal gaan met de
Nederlandse economie. Aangezien ik elke ochtend constateer dat ik grijzer word behoor ik
tot die groep die ons land in het verderf gaat storten.

Dat komt omdat ik over dik twee jaar geen enkel economisch nut meer heb en de deur plat ga
lopen bij de dokter. Vooropgesteld dat ik dan nog kan lopen natuurlijk. Anders wordt het rollen
in een door belastingbetalers gesubsidieerde scootmobiel. Voor minder doe ik het niet.

ik voel me schuldig. Nu al. Net zo schuldig als die vitale jonge fitgetrainde bankiers die de wereld
tien jaar geleden meesleepten in hun val. Niet dus . . .

Er zijn mensen die ouderen niet meer van economisch nut vinden. Kunnen wij aanstormende
– of moet ik zeggen: voortstrompelende – grijsaards daar iets tegenin brengen? Hoewel ik nooit
grootvader zal worden (mijn zonen hebben mij dat zelf verzekerd) hebben veel vrienden kleinkinderen.
Daar passen ze op. Meestal een dag in de week.

Dat doen ze omdat anders hun eigen kinderen, de ouders van dat jonge grut, onvoldoende kunnen
werken om het jonge gezin draaiende te houden. Die jonge ouders zouden wel een tandje minder
kunnen, maar dan werken ze alleen nog maar om de kinderopvang te kunnen betalen. Daar draait
de consumptie-economie natuurlijk niet op. Indirect draagt die grijze golf dus wel een steentje bij,
maar het lijkt erop dat die arbeid wordt geschaard in de categorie huisvrouwen en -mannen.
Zwaar onderschat dus.

Overal hoor ik dat er een tekort is aan arbeiders. Onderwijl zitten vijftigplussers, zestigplussers en
zelfs zeventigplussers thuis duimen te draaien omdat niemand hun kennis en ervaring nog wil gebruiken.
Die mensen zouden nog graag iets willen doen. Goed, niet meer vijf dagen in de week, maar wel
twee of drie dagen.

Ik denk wel eens: zouden we niet de knop om kunnen zetten in dit land en ervoor kunnen zorgen
dat de grijze golf verandert in een vitale beek vol arbeidskracht.  Als je erin slaagt om ons allemaal
100 te laten rijden moet dat toch een fluitje van een cent zijn. Het zal wel moeten want als straks de
lucht schoner wordt leven we nog langer.

  1. Els (reply)

    20 november 2019 at 15:28

    Tjee, wat een goed stuk! Bedankt, mede namens mijn 80-jarige vrijwilliger, die bij de Landelijke Luisterlijn werkt, die met mensen praat, ze aanhoort, vaak klanten van de GGZ, eenzame ouderen, waar men niet voldoende tijd aan kan besteden vanwege werkdruk of desinteresse. Hij is zo grijs als ’n duif en daar hoeft ie niet eens voor in de spiegel te kijken! Hij doet z’n telefonische hulpdiensten met veel passie en houdt er, als het aan hem ligt, nog lang niet mee op. Nuttig, toch?

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *