Klompen 24 maart 2018

(Door Ab Klaassens)

Fladderend door YouTube stuitte ik op George Brassens (1921-81), een
Franse dichter/zanger met vaak ondeugende liedjes die ik in mijn jonge
jaren wel begreep maar niet helemaal verstond doordat mijn schoolfrans niet
toereikend was.

Het Frans is op de scholen een laag gewaardeerd deel van het keuzepakket
geworden. Mede daardoor verdween  het Franse chanson vrijwel van de
Nederlandse radio.

YouTube bracht me weer even terug naar de kelders in Amsterdam-
centrum waar jongeren bij kaarslicht eerbiedig luisterden naar zangers en
zangeressen die het repertoire van Brassens en zijn tijdgenoten ten gehore
brachten.

Foto: https://www.ouderwetsewinkel.nl/

 

YouTube biedt, zo te zien, alles wat ik me van Brassens herinner, inclusief
de uitgeschreven teksten. Je kunt ze meelezen of meezingen als je de zanger
hoort. Ik bromde bijvoorbeeld mee met ‘Les sabots d’Hélène’ en sloeg
halverwege een hoek om naar een andere liefhebberij: de herkomst van
woorden.

Zou ‘sabot’ – klomp – iets te maken hebben met het woord saboteren?  M’n
dictionnaire d’étymologie vertelde me dat saboteren oorspronkelijk niks
anders is dan lawaai maken met je klompen.

Als de boeren dat doen in een vergadering met het gemeentebestuur kun je
dus spreken van sabotage.

  1. Arnoud (reply)

    27 maart 2018 at 23:22

    Ik leerde op school dat sabotage inderdaad van sabot komt. Arbeiders wierpen een klomp tussen de raderen van de machine om de zaak uit protest stil te leggen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lokale partijen en GroenLinks verleggen mijn focus 23 maart 2018

De Brabantse kiezer heeft gesproken. Lokale partijen en GroenLinks zijn de
winnaars.  De afgelopen week heb ik bij mijn eigen omroep op radio en
televisie regelmatig de ontwikkelingen mogen duiden. De ontwikkelingen
zoals die op dat moment bekend waren. Dat lokale partijen een steeds grotere
rol spelen was een makkelijke voorspelling, dat GroenLinks zo sterk uit de
verkiezingen zou komen had ik eerlijk gezegd niet verwacht.

Tijdens mijn eerste optreden moest ik reageren op een onderzoek waaruit
bleek dat criminaliteit voor de Brabanders het belangrijkste thema was. Zorg
stond op de tweede plaats. In een bijbehorend filmpje bleek die criminaliteit
overigens vooral vandalisme te betekenen, niet moord en doodslag. Dat klonk
mij ook wat logischer in de oren. Mensen lezen graag over zware criminaliteit,
maar het aloude hondenpoepverhaal staat toch iets dichter bij ons aller
belevingswereld.

Omdat ik tot dan toe had gelezen dat zorg, woningbouw en bereikbaarheid
Nederlanders het meest bezig houdt was ik even in de veronderstelling dat
Brabanders een ander referentiekader hebben. Maar toen ik hoorde dat in
heel Nederland de lokale partijen en GroenLinks het afgelopen woensdag
goed hadden gedaan wist ik dat Brabanders helemaal niet uit de pas lopen.

Wat betekenen die winst voor de lokalen en GroenLinks. Daar kun je
eindeloos over speculeren. Waarom ook niet?

Het bevestigt mijn gedachte dat mensen vooral bezig zijn met lokale
aangelegenheden (krijgt onze kerk een nieuwe bestemming of gaat hij plat?).
Lokale politiek is ook bezig met de vraag: blijven we als gemeente zelfstandig
of worden we samengevoegd. Samenvoegen betekent opgaan in een groter
geheel. Dat is onoverzichtelijk terwijl veel mensen al zoveel moeite hebben
met mondialisering. Twintig jaar geleden wezen onderzoeken al uit dat
uitbreiding van Europa er toe leidde dat mensen zich steeds meer in hun eigen
dorp of hun eigen regio terugtrokken. Daar voelen ze zich thuis en geborgen.
Lokale partijen zijn dan een baken waaraan ze zich kunnen vastklampen.

Omdat mensen waarde hechten aan een vertrouwde omgeving kiezen ze voor
mensen die ze kennen. Voor mensen die toezeggen dat ze de straat gaan
opknappen waar de kiezers dagelijks doorheen rijden. Mensen die zeggen dat
er meer huizen worden gebouwd. Samen werken aan het welzijn van het dorp,
dat is wat mensen willen. Volgens mij bedoelen de meeste Brabanders met
samen ook de dorpsbewoners die veertig jaar geleden als arbeidsmigranten
naar Nederland kwamen of – meer recent – vluchtelingen die
oorlogsgebieden achter zich lieten.

Dat GroenLinks zoveel zetels wint betekent volgens mij dat mensen zich
steeds meer bewust worden van milieuproblemen die de aarde bedreigen.
GroenLinks is namelijk bij uitstek de partij die zich daar heel druk over
maakt.

Provinciale Staten van Brabant hebben vorig jaar de aller strengste
maatregelen ooit genomen om uitstoot door veehouderijen aan banden te
leggen. De Q-koortsuitbraak, met ruim zeventig dodelijke slachtoffers, was
voor het provinciebestuur de druppel die de emmer deed overlopen. De
bescherming van mens en milieu tegen vervuiling was de belangrijkste
drijfveer. Volgens mij is er vorig  jaar bij veel Brabanders een kwartje gevallen.

In het provinciehuis hebben ze in ieder geval al lang begrepen dat mensen
banger zijn tijdens een fietstocht door de natuur een dodelijk virus op te lopen
dan voor een verdwaalde kogel uit een pistool van elkaar op leven en dood
bestrijdende drugscriminelen.

Misschien stel ik de zaken iets te optimistisch voor en is mijn vertrouwen in
de mensheid te groot. Maar ik denk wel dat het tijd wordt – ook voor de
media – om eens goed na te denken over wat mensen nou echt bezig houdt.

En misschien moeten we de discussie over de islam, die ons toch al weer
twee decennia in de greep houdt, afsluiten en ons focussen op de toekomst
van de aarde in het algemeen en die van onze dorpen en nazaten in het
bijzonder. Volgens mij is de tijd daar sinds 21 maart 2018 rijp voor.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De buren zijn net op tijd terug 21 maart 2018

Kent u dat, dat je in een keurige buurt woont maar dat de overburen hun huis
de hele winter onbewoond laten  waardoor het verpaupert. De stormwinden
deden hun werk en per week verkrotte het pandje  meer.

En dan worden wij Nederlanders opstandig. Want in de wetten van de
makelaardij gelden maar drie criteria: de plek, de plek en de plek. En als die
plek achteruit gaat in onze ogen dan daalt ook de waarde van onze eigen
woning. Daarom knokken we in ons land ook tegen elke vorm van verandering
in onze veilige nette buurt.

My home is my castle, zeggen de Britten. Dat geldt voor ons ook steeds meer.
In een tijd waarin wij onszelf  verder achter onze muren terugtrekken om daar
via Facebook de wereld tegemoet te treden, wordt ons huis steeds belangrijker
en waardevoller. Ons huis is tegenwoordig het hoofdkwartier van ons virtuele
leven. Een veilig onderkomen, tenminste zolang de veiligheidsdiensten niet
meekijken.

Daarom willen we niet dat de overburen de boel laten versloffen. Gelukkig zijn
ze deze week teruggekeerd en begonnen aan de renovatie.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Onkunde gemeenteraadsleden van alle tijden 19 maart 2018

Er wordt steeds vaker geklaagd over de kwaliteit van gemeenteraadsleden.
Ab Klaassens versloeg al gemeenteraadsvergaderingen in de tijd dat
journalisten een raadslid nog met u aanspraken. Ook toen constateerde hij
onkunde. Een bloemlezing.

(Door Ab Klaassens)

Ooit heb ik een vergadering bezocht van de gemeenteraad van Urk. Daarin
kwam een voorstel aan de orde voor de aanleg van een voetbalveld. Eén van
de raadsleden vroeg of de burgemeester kon garanderen dat je in de hemel
kwam als je op dat voetbalveld zou overlijden.

Een gemeentebegroting is een soort van huishoudboekje met op de
linkerpagina’s de inkomsten en op de rechterpagina’s de uitgaven. Onderaan
de pagina’s worden de bedragen opgeteld. De som wordt, voorzien van het
woord ‘transport’ overgebracht naar een volgende pagina. In een gemeente,
waarvan de  naam mij is ontschoten heb ik een raadslid horen vragen waarom
de gemeente zo veel geld uitgaf aan transport.

In de gemeente Gemert was de uitgever en redacteur van het Gemerts
Nieuwsblad, de heer Van Breukelen, ook gemeenteraadslid. Hij schreef ook
zelf de verslagen van de gemeenteraadsvergaderingen. In die verslagen
noteerde de heer Van Breukelen dikwijls ‘dat de heer Van Breukelen terecht
opmerkte dat…”

In Eindhoven presenteerde de VVD  in de jaren zeventig van de vorige eeuw
een man zonder raadservaring als kandidaat-wethouder. In zijn eerste
begrotingsdebat ontkende hij dat zijn gemeentelijke diensten zout gebruikten
bij de gladheidsbestrijding. “Wij gebruiken uitsluitend natrium-chlooride.”

Begin jaren zeventig van de vorige eeuw bestond de openbare
raadsvergadering in de Brabantse gemeente Budel uit voorlezing van de
voorgenomen raadsbesluiten door burgemeester Boudrie. Waarna de
burgemeester bij hamerslag mocht vaststellen dat de voorstellen waren
aangenomen. Wat de rol van de raadsleden was geweest bleef duister.

In de gemeente Tilburg deed een raadslid van een éénmansfractie na twee jaar
zwijgen eindelijk zijn mond open toen er een inhaalverbod op een
belangrijketoegangsweg naar het centrum werd besproken. Hij voorzag
problemen als de supporters van een fanfare de muzikanten na een
overwinning op een concours zouden willen inhalen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De wetenschapper en de journalist 18 maart 2018

Journalisten en wetenschappers, ze hebben elkaar nodig. Een journalist die
zijn artikel kan opkrikken met een uitspraak van een wetenschapper zorgt
doorgaans voor verhoging van de status van dat artikel. Immers, hoogleraren
hebben doorgeleerd, zijn dus deskundig en nog belangrijker: ze zijn objectief.
Wetenschappers kennen een ranking van wie het meest wordt geciteerd.
Geciteerd worden is goed voor je wetenschappelijke status. Tel uit je
gemeenschappelijk belang.

Uit ervaring weet ik dat het soms een hele toer is om een wetenschapper te
vinden die iets wezenlijks toevoegt aan een artikel. Dat ligt overigens niet
altijd aan die wetenschapper. Die wordt namelijk te pas en te onpas om
commentaar gevraagd op kwesties waar hij of zij nog nooit van gehoord heeft.
Soms gebeurt het dat een wetenschapper zegt: sorry, maar dat is mijn
vakgebied niet. Een wetenschapper die gewoon zegt dat hij er de ballen
verstand van heeft ben ik nog nooit tegen gekomen. Soms zegt een
wetenschapper: het is mijn vakgebied maar ik ken de specifieke kwestie niet,
geef mij even de tijd om mij er in te verdiepen. Maar journalisten hebben vaak
geen tijd, dan gaan ze wel op zoek naar een professor die wel fris van de lever
iets wil roepen.

In Helmond wordt na twee jaar justitieel onderzoek oud-wethouder
Tielemans vervolgd. Hij wordt verdacht van onder meer corruptie. Al die tijd
heeft hij gebungeld, want hij had geen idee waar het onderzoek toe zou leiden.
Maar nu is het dan zo ver. De plaatselijke krant, verbaasd over het feit dat
Tielemans zo lang in onzekerheid zat, vroeg een hoogleraar om een reactie.
Zo’n reactie waarvan ik dan denk: zou hij wel geweten hebben dat die
gepubliceerd werd?

Volgens Piet Hein van Kempen, hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de
Radboud Universiteit in Nijmegen, zou die bewering van het OM kunnen
kloppen. ,,Ik ken er de zaak niet goed genoeg voor. Maar als een oud-
wethouder wordt verdacht van corruptie, diefstal en afpersing, dan kan ik
me
voorstellen dat er groot financieel onderzoek moet worden gedaan. En
dat veel
mensen zullen worden ondervraagd. Dat zou de reden kunnen zijn
waarom
het OM nu pas een zaak heeft”, aldus Van Kempen.

  1. Harry Perton (reply)

    18 maart 2018 at 22:31

    Journalisten vragen vaak, zoals nu ook weer in dit geval, naar de bekende weg. Nu komt me een voorbeeld uit de sportjournalistiek voor ogen: atleet heeft net race gewonnen, is helemaal opgetogen en dan vraagt de pipo met microfoon: “Wat gaat er door je heen?” Net of zulks niet te zien is. Het staat ook nog eens op gespannen voet met het narratief principe: Show, don’t tell.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Hoe politici al jaren undercover gaan 17 maart 2018

(Door Ab Klaassens)

In enkele gemeenten zullen PvdA-kiezers bij de komende
gemeenteraadsverkiezingen vergeefs zoeken naar de PvdA-kandidatenlijst op
het stembiljet. Want in die gemeenten hebben de sociaaldemocraten besloten
om onder een andere naam mee te doen. Dit uit vrees dat het schokkend
kiezersoordeel van maart 2017 over de prestaties van de PvdA-landelijk de
PvdA-plaatselijk als een naschok zou kunnen treffen.

Het doet me denken aan de jaren zeventig van de vorige eeuw toen de PvdA in
de zuidelijke provincies buiten de grotere steden  nauwelijks
vertegenwoordigd was in de gemeenteraden.

De PvdA stelde toen een ‘opbouwwerker’ aan die op basis van de ledenlijst per
gemeente moest gaan onderzoeken of er draagkracht zou kunnen zijn voor
een PvdA-vertegenwoordiging in de gemeenteraad.

In enkele gemeenten lukte het voldoende mensen bij elkaar te praten voor een
vertegenwoordiging van de PvdA in de gemeenteraad. Maar minstens zo vaak
ving de opbouwwerker bot. Want veel PvdA-leden zaten al in een
gemeenteraad, zij het onder de vlag van een lokale partij. Zij wilden onder
geen beding als PvdA-vertegenwoordiger meedoen aan de
gemeenteraadsverkiezingen, vrezend dat ze dan zouden worden afgerekend op
wat hun partijgenoten er in Den Haag van bakten.

In Brabant en Limburg was in die tijd de Katholieke Volkspartij bij
verkiezingen voor de Tweede Kamer of de Provinciale Staten in vrijwel alle
gemeenten de grote winnaar. Maar bij de gemeenteraadsverkiezingen brak de
KVP-aanhang in stukjes. De arbeiders, de middenstanders, de boeren . . . zij
kozen allemaal via lokale groeperingen voor hun eigen kleine deelbelangen.
Conflicten werden zelden openbaar. De compromissen werden gesloten aan
de tap; de raadsvergaderingen waren formaliteiten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ik vrees nu al voor het Swiebertje-effect 15 maart 2018

Woensdagmorgen. Ik zit bij Omroep Meierij in gesprek met een man die een
verhaal heeft waar ik niks mee kan. De kolen onder mijn kont worden steeds
heter. Mijn telefoon rinkelt onophoudelijk. Normaal neem ik nooit op als ik in
gesprek ben, vind ik onbeleefd. Maar ja als het zo indringend wordt.
Misschien zijn mijn vrouw of mijn zonen wel in nood.

Het is een collega van Omroep Brabant. De TV-redactie had woensdagmorgen
bedacht dat het dagelijkse TV-Journaal wel iets extra’s kon gebruiken in de
aanloop naar de verkiezingen. Of ik wilde opdraven. Vijf dagen als statie langs
een stembusgang. (Ze dachten natuurlijk eerst aan een jonge, knappe,
getalenteerde,  vrouwelijke collega, maar die was te druk met andere
dingen. Zo hoorde ik later.)

Ik niet natuurlijk. Nee hoor, ik heb niks te doen. Welnee. Ik zit niet tot over
mijn oren in het werk bij Omroep Meierij, ik ben niet in mijn eentje bezig met
de productie van een twee uur durende live show waarmee wij ons als de
publieke zender voor Meierijstad willen presenteren. Ik hoef niet nog duizend
losse eindjes aan elkaar te knopen voor degene die mij over twee weken
opvolgt als hoofdredacteur. Ik heb niet dinsdag van een andere jonge
getalenteerde collega een megaklus in de maag gesplitst gekregen in verband
met de verkiezingen omdat hij het zelf te druk heeft.

Mijn geest schakelde als een dolle, maar ik kan geen nee zeggen, dus na een
half uur nadenken zegde ik toe mee te werken aan het TV Journaal. Dan maar
wat minder slapen de komende dagen. De eerste de beste jonge collega die
nog durft te zeggen dat oudere collega’s niet flexibel zijn die, die die . . . .  Nou
ja, dan gebeurt dat dus . . . .

Gisteren was mijn eerste optreden. Ze bleken mijn bijdrage een naam gegeven
te hebben. Voortaan ga ik door het leven als Jan de Verkiezingsman. Ik vrees
nu al voor het Swiebertje-effect.

(Laat maar, die grap van Malle Pietje kan ik zelf ook bedenken.)

  1. Eef (reply)

    15 maart 2018 at 14:45

    Wij hebben een Jan de Tuinopruimer.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Een onschuldig bultje 14 maart 2018

(Door Ab Klaassens)

In de dovemensenwinkel zag de audicien in de hoorgang van mijn
levenspartner Eef een kleine zwelling. Niet storend voor het gehoor, maar
toch….even bij de KNO-arts langs kon geen kwaad.

De secretaresse van de KNO-arts zei aan de telefoon dat het onderzoek zou
beginnen met een gehoortest.  Dat hoefde niet, zei Eef, want het ging niet om
klachten over het gehoor, maar om een bultje. De secretaresse zei dat ze dat
zou noteren.

De assistente aan de balie van de KNO-praktijk verwees Eef naar de
wachtruimte met de mededeling dat zijn binnen enkele minuten zou worden
opgehaald voor een gehoortest. Eef legde nog maar eens uit dat zij niet kwam
voor een test, maar voor een zwelling in de gehoorgang. “Dan niet”, zei de
assistente,  “u wordt zo opgeroepen.”

Na een kwartiertje nam een andere assistente de patient mee naar een ruimte
die Eef herkende als de geluiddichte cel waarin je moet plaats nemen bij een
gehoortest. Hoofdschuddend keerde ze terug naar de wachtruimte.

De KNO-arts stelde uiteindelijk binnen tien seconden vast dat het bultje niet
meer was dan een bultje,  een onschuldig bultje.

  1. pjotr (reply)

    14 maart 2018 at 23:04

    Ja, maar het protocol zegt, dat je bij de KNO-arts met oorklachten eerst een gehoortest moet doen!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Peper- en zoutstelletje 12 maart 2018

Vroeger, jongens en meisjes, kon het gebeuren dat je als bruidspaar heel veel
peper- en zoutstelletjes kreeg. Dat kwam omdat de mensen het niet zo breed
hadden. Omdat ome Kees en tante Mien niet met lege handen wilden komen
brachten ze een peper- en zoutvaatje mee. Niet duur en elk huishouden heeft
zo’n stukje keukengerei nodig.

Als je veel ooms en tantes had met dezelfde geniale inval kon het gebeuren dat
je de volgende dag vijf van die stelletjes in je nieuwe huis had staan. Sommige
mensen pompten hetzelfde peper- en zoutstelletje via andere bruiloften jaren
rond in de familie totdat ze tijdens weer een trouwerij tegen de lamp liepen en
de risee van de familie werden.

Wij hebben geen symmetrisch peper- en zoutstelletje. Dat komt omdat wij op
het moment dat wij gingen samenleven die stelletjes in eerdere verbintenissen
hebben achtergelaten en wij geen bruiloft hadden waar ooms en tantes hun
kleinoden konden aanbieden. Al 25 jaar lang dacht ik met regelmaat: wij
moeten eigenlijk ook een peper- en zoutstel. Het kwam er nooit van.


 

 

 

 

 

 

 

Totdat ik afgelopen weekend bij de Lidl tegen een fraaie aanbieding aanliep.
Geen stelletje maar peper- en zoutmolentjes. Hoe gelukkig kan een mens
worden. Thuis merkte is pas dat het hier elektrische apparaatjes betrof. Met
verlichting! Dat merkte ik aan het enorme papier in het doosje waarop in heel
veel talen stond hoe de peper- en zoutmolentjes gebruikt dienden te worden.
De tijd van vullen en schudden is voorbij. Het grootste deel van de tekst ging
trouwens over veiligheid want fabrikanten dekken zich tegenwoordig goed in.

Er is veel veranderd sinds ome Kees en tante Mien hun geniale inval hadden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Longen 11 maart 2018

(Door Ab Klaassens)

De röntgenfoto toonde een wit vlekje onder de rechterlong. Een beetje vocht,
vermoedde de longarts van het Annaziekenhuis. Omdat ze daar meer van
wilde weten vroeg ze om verder onderzoek via een scan.

De beelden toonden verdachte plekken in de hals en tussen de longen. Voor
weefselonderzoek is de plek in de hals  bereikbaar met een naald. Voor de
andere plek moet ik naar het Catharinaziekenhuis waar ik zal worden
ingespoten met een radio-actieve vloeistof. Daarmee kan worden bepaald van
welke aard het  verdachte plekje is.

De longen zijn ondanks veertig jaar ijverig roken alleen maar licht
gedegenereerd. Ik krijg er buisjes voor met stofjes die ik moet inhaleren,
onder andere salbutamol. Dat staat op de dopinglijst van de wielersport. Ik ga
er niet harder van fietsen. Waarom zou ik?

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *