Vocalies 13 september 2019

(Door Marlies)

Hoe is’t met u? Zomer achter de rug? Weer aan het werk? Vakantie lijkt wel erg lang geleden zeker?
Ik zal u maar niet vertellen dat ik nog lekker een weekje ga, nu u allemaal weer thuis bent. Schuiven
we mooi de winter nog effe voor ons uit.

Nee, maar serieus, het was een heerlijke zomer, rustiger en warmer dan anders, met leuke concerten,
fijne uitjes met vrienden en voorbereiding op het seizoen dat komen gaat. Op het werk was het stil,
erg stil… toen afgelopen week zowat alle collega’s weer op het honk waren en er weer min of meer
gesteggeld werd om een werkplek, sprong mijn hart van blijdschap op: ze zijn er allemaal weer, zijn
gezond en wel van vakantie terug en er is weer reuring, altijd fijn!

De theaterseizoenen zijn ook weer allemaal aan het draaien. DNO begon haar seizoen met een geweldig
combi van Pagliacci en Cavelleria Rusticana, hier en daar lekker Amerikaans afgekort tot  ‘CavPag’
(ik moest drie keer nadenken voordat ik de afkorting begreep, dacht eerst dat het om een hedendaagse
opera ging, suf hè?)

En ik ga mijn eerste schreden in het nieuwe seizoen ook weer zetten:  in oktober ben ik in Lille en
Ravenna, met allemaal prachtig repertoire.

En weet u wat het leukste was dat me op het gebied van klassieke muziek is overkomen, deze zomer?
We gaan naar Porgy and Bess in The MET! Nou ja, niet naar The Met herself, maar naar Pathé,
vroeg in 2020. Ik zag ‘m langskomen, de opera en holde naar het theater. Was maar net op tijd
voor kaartjes, ze gingen als een dolle!

Een van de top-happenings in mijn theaterseizoen: met vrienden eten en daarna naar de operafilm.
We gaan het nu voor de derde keer doen en dan is het een traditie, wat u?!

Porgy and Bess dus, een van mijn all-time-favourites. In 1935 gecomponeerd door George Gershwin,
op een libretto van DuBose Heyward en broer Ira Gershwin. Een all-blakc cast, op eis van de
componist en dat is tot op de dag van vandaag nog zo.

Ik zag ooit de film met Sidney Poitier als een buitengewoon knappe Porgy en Sammy Davis Junior
als de beste Sportin’Life ooit. De kern van het verhaal is in een paar zinnen uitgelegd: de invalide
en arme Porgy leert oud-prostituee Bess kennen en ze worden gelukkig met elkaar. Bess heeft moeite
haar cocaïne-verslaving af te leren en valt uiteindelijk in een onbewaakt moment (als Porgy er even
niet is) terug in haar oude gewoonten. Coke-dealer Sportin’Life profiteert van haar terugval en neemt
haar mee naar New York. Als Porgy hoort dat zijn Bess terug is naar New York gaat hij haar daar
zoeken. De opera eindigt hoopvol, maar je vraagt je wel prozaïsch af of dat ooit nog goed komt,
daar  in New York.

Gershwin was niet blij met de film, hij vond het teveel op musical lijken. Dat heeft er mede toe geleid
dat er maar heel weinig van te vinden is op YouTube. Ik vond een best aardig stukkie. Het is wat
donker allemaal, maar daar moet u maar even doorheen kijken. De glijerigheid van Sammy Davis jr.
is legendarisch en Sidney Poitier is in alle opzichten de knappe man die hij in mijn herinnering was.
Ik verheug me nu al op februari 2020!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Rollator 15 augustus 2019

(Door Ab Klaassens)

We deden er wat lacherig over, een jaartje geleden, toen we onze over-buurvrouw, met 92 jaar de oudste
in ons straatje, s‘avonds in het donker zagen oefenen met haar rollator.

Dat zou mij toch niet gebeuren: overeind blijven achter zo’n lullig karretje. Maar de op één na oudste
in het straatje  de 86-jarige Ab Klaassens, is dan toch bezweken.

Fietsen kon niet meer na een herseninfarct. Lopen zonder ondersteuning is volgens de nog beschikbare
aderen en spieren toegestaan tot maximaal een kilometer. Maar dan moet ik wel dagelijks oefenen met
dat verdomde karretje.

Toen ik uitgeput terugkwam bij ons huis arriveerde een schare vriendinnen van ons zeventienjarig buurmeisje.
‘Hallo Ab’, riepen zij als gewoonlijk. Alsof dat karretje er niet was.

  1. Laurent (reply)

    16 augustus 2019 at 23:27

    Ik heb de leeftijd nog niet bereikt waar fysieke beperkingen een ernstige rol beginnen te spelen, maar het moet moeilijk zijn.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies: een beroemd tweeluik: Pagliacci en Cavalleria rusticana 7 augustus 2019

(Door Marlies)

U hebt nog een stukkie tegoed over het beroemdste tweeluik uit de opera-literatuur: Pagliacci en
Cavalleria rusticana. Op 5 september 2019 gaan deze twee juweeltjes in première bij de
Nationale Opera. ‘Met een sterrencast van wereldklasse’ schrijven ze zelf. Dat belooft wat! Gelezen
naar de opvattingen van de regisseur over deze opera’s worden het in ieder geval geen commedia
dell’arte figuren in Pagliacci en geen Siciliaanse ‘couleur locale’ in Cavalleria rusticana. Regisseur
Robert Carsen gaat het anders aanpakken, zegt hij.

Wat hij er ook mee doet: het wordt prachtig! Componisten Ruggero Leoncavallo en Pietro Mascagni
brengen het verisme in deze twee opera’s naar een absoluut hoogtepunt. Gewone mensen, gewone
taal, hartverscheurend drama.

Gauw effe het plot, dan toch maar?
Pagliacci heeft eigenlijk maar één zin nodig: jalousie  en ontrouw kan drama’s aanrichten in relaties.
Canio verdraagt het niet dat zijn vrouw hem ontrouw is en steekt haar tijdens een toneelstuk – dat
ontrouw als onderwerp heeft – dood.

En eigenlijk loopt het plot in Cavalleria rusticana een beetje parallel aan dat van Pagliacci: ook daar
speelt jalousie een hoofdrol.

Als ik het goed heb wordt de al even hartverscheurende slotscène uit The Godfather begeleid door
het intermezzo uit Cavalleria rusticana, ik keek het even na en zag weer met tranen in de ogen Al
Pacino’s onzegbare leed als zijn finale nederlaag ingezet wordt als zijn dochter op de trappen van
het operahuis doodgeschoten wordt.

Ik heb ooit een filmpje voor u opgeladen van Vesti la giubba gezongen door Placido Domingo aan het
begin van zijn carrière en ergens op het eind, toen hij bijna ophield tenoren-rollen te zingen. Was een
belevenis op zich, maar die zagen we dus al eens…

Ik zocht en vond tenor Jonas Kaufmann, een scènische opname uit 2015. Ik moet u eerlijk zeggen, ik
moest effe wennen aan de tattoos op dat witte lijf en aan dat rare puntbaardje, maar als je je daar
eenmaal overheen gezet hebt, neemt Kaufmann je mee en zit je ademloos te luisteren. Hoe hij lelijk
durft te zijn en hoe zijn piano-tonen de aandacht naar zich toetrekken  en hoe hij voor zijn stem en
zijn emoties tot het gaatje durft te gaan… En in de tussentijd heeft iemand hem geleerd hoe hij met
een stiletto om moet gaan… En hoe hij het slotspel vol-acteert, volstrekt geloofwaardig… Wat een zanger!

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies: Opera in het weiland, al 30 jaar! 30 juli 2019

(Door Marlies)

U kunt er nog naar toe, maar dan moet u een beetje opschieten: de jubileumvoorstellingen van Opera Spanga.
Ze bestaan dit jaar 30 jaar. Ik weet nog goed hoe ze begonnen, het was in mijn laatste conservatoriumjaar
en medestudenten werkten aan die eerste productie mee: L’Elisir d’Amore. Ze brachten prachtige verhalen
mee terug, van ontbering, muggenplagen en over-verhitte caravans ter overnachting, maar vooral van
verbroedering en prachtige regie en muziek… Wat was ik er graag bij geweest, maar er waren toen persoonlijke
omstandigheden die dat verhinderden.

Vorig jaar zag ik hun voorstelling op Malta, in een uitwisseling van twee steden die beiden culturele hoofdstad
in 2018 waren: Valetta en Leeuwarden.

Deze zomer vieren ze hun jubileum met twee korte opera’s ‘Pagliacci’ enIl Tabarro’, Ruggiero Leoncavallo
en Giacomo Puccuni’s meesterwerkjes op één avond.

Ik kan het niet beter beschrijven dan zij zelf op hun website doen:
Opera Spanga combineert natuur en cultuur. De voorstellingen spelen in een halfopen tent in een Fries
weiland. De natuurlijke omgeving, in combinatie met een gewaagde regie, opmerkelijke decors, tot de
verbeelding sprekende belichting en verrassende kostuums, zorgen ervoor dat deze thrillerachtige opera’s
u een onvergetelijke avond bezorgen.

De recensies waren lovend en zo warm als het op de première was, zal het de komende
dagen niet meer worden, dus wat let u: gaan!

Het kan nog op 1, 3, 6, 8 en 10 augustus.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies: Un ballo in maschera 29 juli 2019

(door Marlies)

Had ik vandaag een stukkie willen schrijven over de beroemde tweeluik waarmee de Nationale Opera
haar seizoen gaat openen: Pagliacci en Cavalleria Rusticana, dat houdt u tegoed: de première is op
5 september (mooie poster trouwens DNO!).

Zaterdagavond waren we door twee korte (maar geweldige!) series heen. “Zullen we tussendoor een
opera kijken?”, vroeg  echtgenoot, “ik heb een geweldige app van The Met, jij mag kiezen…”
(da’s nou echte liefde he… dat u dat even weet).

Ik raapte mezelf op van de chaise longue waar ik van verbazing vanaf gevallen was en koos:
Giuseppe Verdi’s ‘Un ballo in maschera’. Met kerst ga ik daar met gasten van Musico naar toe en ik
heb de opera nog nooit live gezien. Er waren zelfs meerdere ‘Ballo’s’ mogelijk, maar die laatste keus was
niet moeilijk: ik koos zonder aarzelen voor de versie uit 2012 met Dmitri Hvorostovky. Hem horen
zou emoties te weeg brengen, hij stierf eind 2017 veel te jong en ik kan hem niet horen zingen zonder
dat de tranen me in de ogen springen, maar ach, ik ben nou eenmaal een dweil en waarom zou ik da
t feit uit de weg gaan. Van de tranen die je niet huilt heb je tenslotte veel meer last.

‘Un ballo’ werd het en we hadden een geweldige avond. Toegegeven, je kijkt en ervaart anders als je
thuis met een haakwerkje op de bank zit en naar de film kijkt en niet in de zaal zit met nog een paar
duizend anderen en ‘voor de echies’ beleeft, maar een beleving was het.

Door het uitstekende camerawerk zit je heel dicht op de zangers en krijg je details mee, die vanuit de
zaal nauwelijks waarneembaar zijn. Heel af en toe is er door de groothoekwerking van de camera een
wat raar toneelbeeld en lijkt een solist ineens heel ver weg te staan, maar dat gebeurt maar zelden.
En je kunt tussendoor even iets tegen elkaar zeggen over wat er zich afspeelt of elkaar erop wijzen dat
er nou een hele mooi noot aankomt…

We smulden. Voor mij droeg ‘Dima’ de voorstelling. De tenor, die uitstekend zong en het verdient hier
ook genoemd te worden: Marcelo Alvarez, vond ik niet zo’n acteur. Geweldige Oscar, hele mooie Amalia
en uitstekend bezette kleinere rollen: The MET zorgt dat het allemaal tot in de puntjes verzorgd is.
Een regie met een visie, die nergens stoorde (of het moet de speelgoed-sigaret geweest zijn die Oscar
en Ulrica aanstellerig moesten ‘roken’; ik kan niet bedenken waar dát nou naar verwees)  en die ‘klopte’.

De plot is wat lastig. Kort komt het erop neer dat koning Gustavo (van Zweden, maar in het Italiaans
krijgt-ie ineens een zuidelijke fling…) aan het eind vermoord wordt door zijn beste vriend, omdat beide
mannen van dezelfde vrouw houden. Er waren al een paar vijanden van Gustavo die een plot tegen
hem beraamden en die maken handig gebruik van de jalousie van Renato. Er zijn wat vermommingen
die wat gekunsteld overkomen, maar jongens, het is nou eenmaal opera.

Ik vond ‘Eri tu’, een van de mooiste bariton-aria’s ooit geschreven in de zetting van 2012, gezongen
door Dima Hvorostovsky, en ja ik weet het, het gaat de laatste weken vaker over hem in de contreie
van deze website, maar je kan maar een excuus hebben om prachtige opera te laten horen.

Zie het filmpje, heel veel beter wordt het niet… nooit… Zo zingt een man die zich verraden voelt door
zijn allerbeste vriend… die alle techniek meester is en van geen noot bang is, ook niet van de lage
en de hoge…

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies: In Bayreuth is het ook warm 25 juli 2019

In de smoorhitte van de dag appt een vriendin vier woorden: ‘Bayreuther Festspiele beginnen vandaag’.
Ik ben meteen wakker. Het is misschien wel eens ooit ter sprake gekomen: ik ben niet echt een Wagner-fan.
Misschien moet ik daar nu verleden tijd van maken: ik wás niet echt een Wagner-fan… Ergens in april
was ik met Musico in Essen bij een prachtige voorstelling met alleen maar Wagner en hier en daar
had-ie me bij de kladden, de oude Richard. Vooral met de ouverture tot ‘Das Rheingold’ trouwens, hoe
hij van dat ene akkoord een machtige rivier maakt, geweldig. Misschien is het toch waar: dat je soms ‘gewoon’
ouder moet worden om van sommige dingen beter te kunnen genieten.

Vanavond beginnen ze met Tannhäuser en dan de komende dagen een wisselspel met:  Lohengrinn,
Parsifal, Tristan und Isolde en Die Meistersinger von Nürnberg  – Hoe warm zou het daar eigenlijk
zijn? Ik zoek het op: 38 graden… arme musici… airco is slecht voor de stemmen en hoge temperaturen
ook, en al die slappe vioolsnaren en zwetende koperblazers, mamma mia, dat wordt afzien. –

Maar ze zullen de klus klaren daar in Bayreuth, ijzeren-heinig zijn heeft zo zijn voordelen.

Als opwarmertje (leuke woordspeling in dit verband) een opname van Isolde’s Liebestod (“Mild und
leise wie er lächelt”). Die lange, lange lijnen… prachtige opname met sopraan Waltraud Meier en
dirigent Daniël Barenboim

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Misschien ben ik wel veranderd door de meiden van de Lidl 21 juli 2019

Ik las in de Volkskrant een aardig verhaal over hoe je kunt keuvelen met iedereen. Oftewel: een
stoomcursus smalltalk.

Mij lukt het pas de laatste jaren om zomaar een praatje aan te knopen met iemand. Als ik
zakelijk een interview doe dan ken ik geen schroom, behalve als ik nabestaanden van slachtoffers
moet uithoren, maar dat vindt 99,9 procent van mijn collega’s vreselijk, dus dat hoef ik mezelf
niet te verwijten.

Maar zomaar een praatje aanknopen met iemand achter een kassa of zo, dat vond ik altijd erg
lastig. De laatste jaren gaat het eigenlijk vanzelf. Misschien is het de leeftijd. Ik had het er gisteren
nog met mijn vrouw over: naarmate je ouder wordt en je rugzak voller raakt, gaan dat soort
dingen gemakkelijker.

In het artikel dat ik las ik de volgende zin: Ten eerste, door het vaak te doen: praat met de
trambestuurder, de barista, de ober en de caissière, en het zal vanzelf makkelijker gaan.

Daar heb ik nog wel een opmerking bij, vooral waar het gaat over de caissière.  Ik woon tussen
twee volksbuurten en winkel bij de Lidl en de AH.  Ik kan u vertellen dat de ene caissière de andere
niet is. Die van de Lidl zijn voornamelijk vrouwen uit de buurt. Ze zijn adrem, hebben volkse humor
en babbelen vlot, niet in de laatste plaats omdat ze de helft van de clientèle kennen. Dat helpt mij
ook over de drempel. Misschien ben ik wel veranderd door de meiden van de Lidl.

Die van de Albert Heijn zijn van een ander slag. Het zijn voornamelijk studenten, die bovendien zo
geprogrammeerd zijn dat ze maar een paar zinnetjes kennen: heeft u een bonuskaart, wilt u spaarzegels,
spaart u mee voor de pannenactie, wilt u de bon?  Daar wijken ze niet van af en als je een praatje
aanknoopt raken ze in de war. Ik heb ooit bij het opladen van de lopende band gezegd dat ik geen
koopzegels, geen spaarzegels en geen bonnetje wilde. Drie keer raden, welke riedel ik toch over
me heen kreeg.

Doe mij maar de Lidl met z’n meiden en vrouwen uit de buurt. Dat is ook beter voor
mijn ontwikkeling.

  1. Ximaar (reply)

    21 juli 2019 at 11:10

    Ben altijd alleen op fietsvakantie geweest en vind het leuk om wat te zeggen. Na een maffe opmerking heb ik snel in de gaten of de ander het ook leuk vind. Geen idee wanneer dat begonnen is. Zo rond m’n 16de was ik erg in mezelf gekeerd. Ooit met een eerste generatie marokkaan een heel gesprek gehad op de stadswal over de kosten die banken in rekening brengen. De man was volledig geïntegreerd, hij klaagde nog beter dan menige autochtoon.

    Bij AH kom ik vrijwel niet. Vindt ze duur en idd onpersoolijk, Heb voldoende alternatieven die dichterbij zijn en daar zit vaak leuk winkelpersoneel bij.

  2. jankrosenbrink (reply)

    22 juli 2019 at 15:57

    leuk en zinvol verhaal, vroeger kon Rene, ben zijn achternaam even kwijt, op het Volkskrantblog erg leuke verhalen vertellen over zijn kassavrouwen en meisjes.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het is zo wijd 15 juli 2019

Ik weet dat die kop niet deugt. In Brabant zeggen we namelijk: het is zo wait. Volgens mij bedoelen
ze daarmee dat iets ver weg is, maar ik hoor het mensen ook zeggen als het moment waarnaar
ze uitgekeken hebben daar is. Het is zo ver, zeggen ze in het westen van ons land.

Maar ik bedoel toch echt wijd. Want dat zei een paar weken geleden  toen ik mij spijkerbroek
aan deed: het is zo wijd.

Ik vertel het hele verhaal.

In februari had ik zoveel last van mijn rug, dat ik de dokter raadpleegde. Die adviseerde mij een
fysiotherapeut. Bij het verlaten van de spreekkamer zei hij: en het zal ook helpen als je niet zo
topzwaar zou zijn. Ik lachte als een boer met kiespijn.

Thuis haalde ik de digitale weekschaal onder het stof vandaan. Er moest een nieuwe batterij in.
De laatste keer dat ik me woog was misschien wel acht jaar geleden. Toen woog ik 96 kilo, ik
schatte dat ik nu misschien wel 99 kilo in het schermpje zou zien verschijnen.

Het was erger, veel erger. Drie cijfers verschenen in de display: een 1, een 0 en een 4. In die
volgorde. Ik schrok. Wat nu?

“Iets minder alcohol”,  zei mijn vrouw. “En misschien moeten we een diëtiste raadplegen”. Ze bedoelde
“we” tamelijk letterlijk, want hoewel zij niet zoveel overgewicht had, wilde ze wel mee doen. “Ik ben
geen patiënt”, zei ik.  “Een diëtiste is schieten met een kanon op een mug”.

Ik koos om te beginnen voor bijna geen alcohol. In april had mijn vrouw haar informatie ingewonnen
en zette ze haar woorden in daden om. Ze stelde de Weight Watchers voor. Zo’n wekelijks groepje
waar je applaus krijgt als je weer vier ons bent afgevallen deed mijn spontaan braken en dat was niet
de manier waarop ik gewicht wilde verliezen. Mijn vrouw stelde mij gerust. Het kon ook online.

Dat begon met een nulmeting op 1 april. 101 kilo zag ik tussen mijn tenen verschijnen. Drie kilo in
twee maanden al kwijt, alleen door alcoholmatiging. Daarna ging het gestaag richting mijn streefgewicht,
90 kilo. Het wonderlijke is dat ik er nauwelijks iets voor hoef te laten. Althans zo lijkt het, want
natuurlijk laat ik dingen. Maar die vallen allemaal in de categorie, die kun je ook gemakkelijk laten.
Naarmate de tijd vorderde kwam ik erachter dat het een mentale kwestie is.

Daarnaast ben ik meer gaan bewegen. We wandelden al veel, dat is nu iets meer geworden, maar
niet overdreven.

Vanmorgen was het moment daar. Zonder al te veel voorover te hoeven buigen kon ik op de display
van de weegschaal 87,7 aflezen. Ik had mezelf beloofd op dat moment onmiddellijk een zak tijgernoten
te gaan leegeten. Maar, inmiddels is de discipline een tweede natuur geworden.

Over twee weken loopt de proefperiode bij de Weight Watchers af. Dan wil ik met die club stoppen,
want dat kost met toch bijna 18 euro in de maand. Nu vraag ik me wel af of ik het red zonder die
stok achter de deur. Omdat ik begrijp dat die gedachte hun verdienmodel is, put ik uit de mentale
kracht die ik de afgelopen maanden in mijzelf heb ontdekt. Dat is ook wel weer een verdienste van de WW.

Met mijn rug gaat het stukken beter. Dankzij de vaardige handen van Lotte.

En hoe het met mijn vrouw gaat, vraagt u?  Die valt ook af.

  1. marlies (reply)

    15 juli 2019 at 09:54

    volgens mij smokkel je twee kilo… 🙂

  2. maria (reply)

    16 juli 2019 at 10:15

    Stel je voor, dat de volgorde van die cijfers anders was… alleen maar slechtere alternatieven.
    Sàmen calorieën laten staan stimuleert echt!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies: Een geweldige King Lear op fort Rijnauwen 14 juli 2019

(Door Marlies)

Mooie avond was het gisteren op fort Rijnauwen (of zeg je ín fort Rijnauwen?) en welnee, ik ben niet
nat geworden en ik heb het ook niet koud gehad. Er waren fleece-dekentjes en poncho’s en de weergoden
hielden hun adem in, za’k maar zeggen…

Holland Opera bestaat 25 jaar en dat wordt gevierd, en hoe! William Shakespeare’s ‘King Lear’ is eindelijk
op noten gezet.  Lear is een geliefd toneeldrama: nu eens niet de jongen-meisje-liefde (al dan niet
onmogelijk gemaakt door families, oorlogen en ander leed…), maar familie-relaties en in het bijzonder
de relatie tussen een vader en zijn drie dochters. Een libretto van King Lear lag lange tijd op het bureau
van Giuseppe Verdi, tot een uitvoering kwam het niet.

Hedendaags componist Fons Markies maakte de combinatie van twee Shakespeare-Verdi’s (Macbeth en Otello)
en het Requiem  en vulde de leemtes op met eigen composities. Misschien doe ik hem tekort met ‘vulde de
leemtes op’, want hij heeft het geweldig gedaan: tonaal, goed zingbaar en sober: de overgangen waren
eigenlijk alleen voor Verdi-adepten te merken. Nadeeltje: het was wel een beetje een heel ‘kaal’ arrangement:
van groot symfonie-orkest naar klein blazersensemble/rockorkest (ja echt!) is wel een heel erg grote stap en
vooral het ‘Dies irea’ uit het requiem leed hieronder. Hebt u het wel eens horen spelen door een rock-orkest?
Verdi zou het geweldig gevonden hebben; ik zat er grinnikend naar te luisteren: hier kregen de rafelranden
van het stuk wél de aandacht die ze verdienden. Jammer dat Jimmy Hendrix niet meer leeft: hij zou er iets
fijns van gemaakt hebben.

Dat deed overigens het Jong Nederlands Blazerensemble ook: er iets fijns van maken: alert en hoekig spelend,
spatzuiver (op één noot in de aria van Cordelia (naar de grote aria van Desdemona uit Otello) na, de eerste
keer was de noot van de dwarfluitist kneitervals, de tweede keer raakte hij nét de noot die Verdi geschreven
heeft, maar misschien ben ik een kniesoor…).

De mannen van dansgroep 155 gaven met hun hoekige breakdance-bewegingen een geheel eigen rafel aan
het Dies irea, zeer gewaardeerd door het publiek.

Er werd uitstekend gezongen, ik ben een beetje verwend door grotere stemmen en door groot orkest en
daar ligt ook mijn liefde, maar dat is aan mij: er viel niks af te dingen op de prachtige drie vrouwenstemmen.
Ik vond het duet tussen Lear en zijn bastaard-zoon Edmund het mooiste: hoe die Edmund zich al flemend in
het hoofd van zijn vader zingt, geweldig!

Ja het was een mooie avond! Hou ze in de gaten: Holland Opera: volgend jaar doen ze ‘The divorce of Figaro’
(nou, daar heb je een opera-titel waar je wat mee kunt!) op locatie in Utrecht. Ik ga erbij zijn, als het maar
enigszins kan. U ook?

Op YouTube is er een boel te genieten. Ik wilde een kort filmpje opladen, maar daar kreeg ik een beetje jeuk
van: al die publieksreacties, daar zit u waarschijnlijk niet op te wachten. Surf zelf, het is het enige dat u blijft:
de voorstellingen tot en met 20 juli zijn allemaal uitverkocht!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dat zeg ik, zei de kok 6 juli 2019

Wij moeten eens praten, zei de kok/docent van een plaatselijk college waar hij leerlingen klaarstoomt
voor het vak van kok.

De kok had een plan voor een kookprogramma voor jongeren. Dat zou mooi passen bij
de lokale omroep waar ik tijdelijk werk.

Koken jongeren dan, vroeg ik.

Ik leid ze op, zei de kok.

Andere jongeren bedoel ik, zei ik.

Nauwelijks, zei hij. Daarom moeten we een kookprogramma voor jongeren.

Touché, gaf ik toe.

Het moet basic, zei de kok/docent.

Basic? Zei ik.

Ja, zei hij, we moeten ze leren hoe je simpel lekkere en gezonde dingen kunt maken.

Gezond?  Zei ik.  Ze eten volgens mij het liefst bij de Mac.

Tweede argument om een programma te maken, zei de kok. Weet je hoe ik op het idee kwam.

Vertel, zei ik.

Ik heb een keer friet gemaakt met de klas, zei de kok. Toen ik één van de leerlingen opdracht gaf te
beginnen met aardappels schillen keek het gros me verbaast aan.

Dat is ook corvee, zei ik.

Nee, zei de kok, ze wisten niet dat friet van aardappels wordt gemaakt. Ze hadden geen idee wat ze
uit die zak schudden die ze bij de Appie halen.

Ga weg, zei ik.

Nee, zei de kok, ik blijf want ik zie dat ik je ga overtuigen. En toen we eieren gingen koken mikte
iemand een ei zo hard in het water dat het kapot ging.

Baldadigheid, zei ik.

Nee, zei de kok, die dacht serieus dat een ei niet kon zinken.

We moeten een kookprogramma voor jongeren, zei ik.

Dat zeg ik, zei de kok.

  1. Eef (reply)

    6 juli 2019 at 12:56

    Wat dacht je van een pot rode kool versus die mooie hele rode kool die ook bij appie ligt.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *