Ik weet dat die kop niet deugt. In Brabant zeggen we namelijk: het is zo wait. Volgens mij bedoelen
ze daarmee dat iets ver weg is, maar ik hoor het mensen ook zeggen als het moment waarnaar
ze uitgekeken hebben daar is. Het is zo ver, zeggen ze in het westen van ons land.
Maar ik bedoel toch echt wijd. Want dat zei een paar weken geleden toen ik mij spijkerbroek
aan deed: het is zo wijd.
Ik vertel het hele verhaal.
In februari had ik zoveel last van mijn rug, dat ik de dokter raadpleegde. Die adviseerde mij een
fysiotherapeut. Bij het verlaten van de spreekkamer zei hij: en het zal ook helpen als je niet zo
topzwaar zou zijn. Ik lachte als een boer met kiespijn.
Thuis haalde ik de digitale weekschaal onder het stof vandaan. Er moest een nieuwe batterij in.
De laatste keer dat ik me woog was misschien wel acht jaar geleden. Toen woog ik 96 kilo, ik
schatte dat ik nu misschien wel 99 kilo in het schermpje zou zien verschijnen.
Het was erger, veel erger. Drie cijfers verschenen in de display: een 1, een 0 en een 4. In die
volgorde. Ik schrok. Wat nu?
“Iets minder alcohol”, zei mijn vrouw. “En misschien moeten we een diëtiste raadplegen”. Ze bedoelde
“we” tamelijk letterlijk, want hoewel zij niet zoveel overgewicht had, wilde ze wel mee doen. “Ik ben
geen patiënt”, zei ik. “Een diëtiste is schieten met een kanon op een mug”.
Ik koos om te beginnen voor bijna geen alcohol. In april had mijn vrouw haar informatie ingewonnen
en zette ze haar woorden in daden om. Ze stelde de Weight Watchers voor. Zo’n wekelijks groepje
waar je applaus krijgt als je weer vier ons bent afgevallen deed mijn spontaan braken en dat was niet
de manier waarop ik gewicht wilde verliezen. Mijn vrouw stelde mij gerust. Het kon ook online.
Dat begon met een nulmeting op 1 april. 101 kilo zag ik tussen mijn tenen verschijnen. Drie kilo in
twee maanden al kwijt, alleen door alcoholmatiging. Daarna ging het gestaag richting mijn streefgewicht,
90 kilo. Het wonderlijke is dat ik er nauwelijks iets voor hoef te laten. Althans zo lijkt het, want
natuurlijk laat ik dingen. Maar die vallen allemaal in de categorie, die kun je ook gemakkelijk laten.
Naarmate de tijd vorderde kwam ik erachter dat het een mentale kwestie is.
Daarnaast ben ik meer gaan bewegen. We wandelden al veel, dat is nu iets meer geworden, maar
niet overdreven.
Vanmorgen was het moment daar. Zonder al te veel voorover te hoeven buigen kon ik op de display
van de weegschaal 87,7 aflezen. Ik had mezelf beloofd op dat moment onmiddellijk een zak tijgernoten
te gaan leegeten. Maar, inmiddels is de discipline een tweede natuur geworden.
Over twee weken loopt de proefperiode bij de Weight Watchers af. Dan wil ik met die club stoppen,
want dat kost met toch bijna 18 euro in de maand. Nu vraag ik me wel af of ik het red zonder die
stok achter de deur. Omdat ik begrijp dat die gedachte hun verdienmodel is, put ik uit de mentale
kracht die ik de afgelopen maanden in mijzelf heb ontdekt. Dat is ook wel weer een verdienste van de WW.
Met mijn rug gaat het stukken beter. Dankzij de vaardige handen van Lotte.
En hoe het met mijn vrouw gaat, vraagt u? Die valt ook af.
marlies
15 juli 2019 at 09:54
volgens mij smokkel je twee kilo… 🙂
maria
16 juli 2019 at 10:15
Stel je voor, dat de volgorde van die cijfers anders was… alleen maar slechtere alternatieven.
Sàmen calorieën laten staan stimuleert echt!