Vogelaars 14 april 2016

De afgelopen twee weken was ik vrij. Behalve vier dagen
met mijn lief op Texel heb ik bijna alle dagen in mijn eentje
door de natuur gezworven. Ik probeer een vogelaar te
worden. Het heeft me gegrepen.

Vogelaars zijn mensen, zo heb ik tijdens mijn ontmoetingen
met andere gepassioneerden gemerkt, die het liefst
alleen of met gelijkgestemden zijn. Je hobby uitoefenen met
iemand die niks met vogels heeft, heeft geen zin. Hoewel ik
moet zeggen dat Marlies op Texel enig enthousiasme
tentoon spreidde als er bergeenden in beeld kwamen. Zij
houdt erg van bergen.

De eerste vraag die vogelaars elkaar stellen is:  heb je iets
bijzonders gezien. Ik hou me een beetje op de vlakte want ik
ben nog bang dat wat ik bijzonder vind, voor een ervaren
vogelaar geen reden is zijn telescoop uit te pakken. Mijn tijd
komt nog wel.

Hoewel vogelaars dus het liefst alleen of met andere
vogelaars op pad gaan, zijn het geen in zichzelf gekeerde types.
Integendeel, ze kletsen honderd uit. Over vogels.

Sterker nog het schept banden merkte ik gisteren. Ik raakte
in de Biesbosch aan de praat met twee vrouwen, ik denk
een moeder en een dochter. Ze vertelden dat ze in Nijmegen
woonden. De vrouw die ik de rol van dochter gaf vertelde
me dat ze een bijzondere ervaring had. Ik dacht dat ze de
zeearend had gezien, meer nee, ze was die dag iemand
tegen gekomen die ze vagelijk kende als een achterbuurman.

Ze woonden al jaren op een steenworp afstand van elkaar
maar hadden nooit meer dan goedemorgen en goedemiddag
gewisseld.

Nu waren ze (honderd kilometer van huis) in gesprek geraakt
en hadden ze ontdekt dat ze dezelfde passie hadden.
Volgende week gaan ze bij elkaar op de koffie.

  1. Harry Perton (reply)

    15 april 2016 at 16:29

    Het zijn bijzondere mensen, vogelaars. En dat zijn ze. 🙂

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Texel 12 april 2016

We waren vier dagen op Texel. Er viel me iets op: in al die tijd
heb ik welgeteld één mevrouw met een hoofddoekje gezien.
Als ik van mijn huis naar de supermarkt ga, draagt een derde van
de vrouwen die ik tegen kom een hoofddoekje.

Ik heb als kind de eerste Turkse gastarbeiders zien komen en
kan mij geen ander leven voorstellen dan een multicultureel
leven. Ik vind het prima.

Ik vraag me af hoe het is op zo’n eiland te leven met vrijwel
uitsluitend autochtonen en buitenlanders die geld brengen. Ik
las overigens in de Texelse Courant een ingezonden brief van
iemand die bekende afhankelijk te zijn van toeristen, maar
niet van plan was naar hun pijpen te dansen. Op dat vlak zal
er ongetwijfeld spanning zijn.

Maar hoe kijk je naar het nieuws dat gedomineerd wordt door
protesten tegen vluchtelingen en – te grote – asielzoekerscentra
als op jou eiland alleen maar rond de jaarwisseling 120
vluchtelingen een paar dagen in een sporthal hebben
gelogeerd?

Ik leef in een provincie waarin het nieuws wordt gedomineerd
door die protesten en door criminaliteit in het algemeen en
drugscriminaliteit met z’n afrekeningen in het bijzonder. Op
Texel praten ze over een drugsbaron als hij aan iedereen die dat
wilde wiet verkocht en die tegenover de politierechter verklaarde
dat hij eigenlijk wel spijt had.

De vraag die mij boeit is, in hoeverre het wereldbeeld van een
Nederlander die op een eiland woont verschilt van iemand die
bijvoorbeeld in Brabant woont. Brabanders staan te boek
als  gemoedelijke, bourgondische mensen. Ik heb het gevoel
dat dat beeld – in ieder geval binnen de provinciegrenzen – aan
het kantelen is. Misschien was het wel een vals beeld.

  1. Wieneke (reply)

    13 april 2016 at 16:15

    Net als dat stugge Friezen helemaal niet stugger zijn dan andere Nederlanders, zijn Brabanders heus niet gemoedelijker.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *