Vocalies (484) 2 oktober 2018

(Door Marlies)

Er is een heleboel over geschreven worden en er zal ook nog wel een en ander volgen…
over de dood van Charles Aznavour, gisteren 1 oktober 2018. Ik pretendeer
ook niet iets nieuws te beweren, ik heb gewoon behoefte erover te schrijven.
Om te helpen het verlies te verwerken, za’k maar zeggen. Want als verlies ervaar
ik het, hoewel ik het natuurlijk mijlenver had kunnen zien aankomen:  94 is niet
een leeftijd waarop je in een overlijdensadvertentie schrijft ’onverwacht overleden’.

Op de een of andere manier kwam het toch onverwacht… ik ga er soms vanuit dat
sommige mensen er altijd zullen zijn. Mijn hele zingende leven was Aznavour
er (dat deel ik met Mathijs van Nieuwkerk, ook een verstokte-fan-van-het-eerste-uur).
Dit jaar 2018 leer ik deze harde les: de aanwezigheid van je geliefden is niet
vanzelfsprekend. Ze kunnen je ontvallen, het kan zijn dat je ze af moet geven, aan de
dood en soms ook aan het leven. Ik dacht lang dat het makkelijker was ze aan de
dood af te geven (want onherroepelijk en niet jouw schuld) dan aan het leven
(soms frustrerend omdat je elkaar onrecht hebt aangedaan), maar ook dat is voor
mij niet waar.

Ik neem afscheid van de kleine grote man met een korte anekdote en het filmpje
van een van zijn mooiste hits (en een van de beste uitvoeringen daarvan, uit
2009; hij was toen bijna 85) ‘Emmenez-moi’ .

Ik was in het voorjaar van 2009 met mijn echtgenoot in New York. Een bijzonder
gul cadeau: ik werd dat jaar vijftig en in het diepste geheim had echtgenoot
een reis naar New York gepland. We liepen voorbij het New York City Center
op 55th Street, twee straten verwijderd van ons hotel. Ik zag de poster met de
aankondiging van de vier concerten die Aznavour er zou geven: ‘Only 4 concerts’
stond erop. Dat ontlokte de echtgenoot de sombere veronderstelling dat er wel
geen kaarten meer zouden zijn.  Maar er zo dichtbij zijn en dan niet gaan
informeren zou natuurlijk dom zijn en ik liep het NCC binnen. De mevrouw aan
het loket reageerde nuchter: “Where do you wanna sit, love?”

Het werd een geweldige avond: eerst aten we in de buurt, en raakten er aan de
praat met Amerikanen die ook naar het concert zouden gaan en een recensie in
hun zak hadden die ik mocht lezen, zodat ik mooi ‘opgewarmd’ werd voor
het concert.

Aan het begin van het concert kwam Aznavour op, keek op zijn gemak de zaal
in en deelde het publiek lekker nuchter mee, met dat heerlijke ‘harde’ Franse
accent in zijn Engels: “We will do the whole routine in French”. Hij ging
vervolgens ruim 2 uur aan één stuk door met zijn beste werken. Ik zat voorover
op het puntje van mijn stoel om maar niks te missen en voelde mijn rug niet eens.
Aan het einde was ik in tranen: ik besefte donders goed dat ik een
once-in-a-lifetime-ervaring had meegemaakt en dat ik met mijn faalangstige
manier van in mijn bescheiden zangcarrière staan hier een grote les had geleerd:
hoezo mauwen dat je nerveus bent? Als deze man op zijn vijfentachtigste
nog zo’n prestatie neerzet en er bescheiden over blijft, wat zeur je dan, Vocalies?

Affijn, the rest is geschiedenis. Ik zal hem nooit vergeten en schrijf hier nog
een keer vol eerbied zijn naam: Charles Aznavour

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Hoe Aznavour mij een groot inzicht gaf . . . 1 oktober 2018

Charles Aznavour is overleden. Soms vertel ik jongere collega’s een anekdote
waarin Aznavour een hoofdrol speelt. Voordat ik dat doe vraag ik eerst of ze
weten wie Aznavour is (vanaf vandaag wie Aznavour was) want anders valt
mijn verhaal in het water. De meeste van mijn toehoorders weten het niet.

Dat was vijftien jaar geleden ook zo. Een collega moest een onderwerp maken
over Charles Aznavour. Ze kende hem niet en kwam bij mij te rade. Ik was
eind veertig en vooral boos op alles en iedereen. Dus ook op mijn collega, die
mijn woede helemaal niet verdiende. Het lag echt aan mij.

Ik was boos omdat ik niet begreep hoe het kon dat iemand niet wist wie de
grote Aznavour was. Ik vertelde haar wat ik wist en vond mezelf – zoals zo
vaak in die dagen – een eikel dat ik me weer had laten gaan. Het was in de tijd
dat ik voortdurend verontschuldigingen ging aanbieden aan mensen die ik
onheus had bejegend.

Een paar weken later kwam ik op de redactie en trof daar enkele collega’s
zichtbaar in shock. Ik vroeg wat er aan scheelde, want zo was ik dan ook wel
weer. Guusje Nederhorst was overleden. Wie? vroeg ik. Mijn collega’s waren
verstandiger dan ik en legden mij geduldig uit dat Guusje hun idool was. Ik
had er oprecht nog nooit van gehoord.

Op weg naar huis viel het kwartje. Het was wel heel dom van mij niets te
weten van de belevingswereld van mijn jongere collega’s. Ik dacht terug aan
het moment dat ik boos werd op iemand die Charles Aznavour niet kende.
Was er een verschil tussen de domheid die ik haar verweet en mijn eigen
stupiditeit? Neen, driewerf neen concludeerde ik.

Dat was het moment dat ik mij heilig voor nam al het shownieuws te lezen en
nooit meer iemand onwetendheid te verwijten. Van dat eerste werd ik zo
cynisch dat ik er mee ben gestopt. Ik was nou net op het goeie pad en ik wilde
niet degene zijn die na een AA-bijeenkomst linea recta naar een louche dealer
in een vieze portiek rent. Geen onwetendheid verwijten gaat redelijk goed.

Het is nog één keer voorgekomen dat een collega mij vroeg onder
welke steen ik eigenlijk leef toen ik een bepaalde artiest niet kende “waar wij
toch al zo vaak over bericht hadden”.  Ik zweeg even en heb daarna  deze
anekdote verteld in de hoop dat Aznavour ook in het leven van anderen een
keerpunt is. Dat ze zijn muziek niet kennen is their loss.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *