Letterkunde 17 november 2015

Elke dag fiets ik langs een woonwijk met voor mij mysterieuze straatnamen.
Dat kan ik niet uitstaan. Dat knaagt dwangmatig, elke pedaaltrap.

Onder die namen staat met kleine letters “figuur uit de letterkunde”.
Ik heb in mijn leven veel boeken gelezen (nog steeds probeer ik een boek per
maand te lezen), maar de namen die ik op de straatnaambordjes lees ben ik
nog niet tegen gekomen. Het zal wel komen omdat ik mij vooral beperk
tot moderne literatuur.

Op de MAVO deden we niet aan letterkunde. De enige werken die nog een vage
herinnering oproepen zijn Karel ende Elegast en Van den Vos Reynaerde.
En natuurlijk mijn favoriet Tijl Uilenspiegel. In diezelfde rij, maar dan modern,
horen mijn helden Dik Trom en Pietje Bell.

In die wijk is bijvoorbeeld de Ferguutstraat. Ferguut? Wikipedia: De Ferguut alias
De Ridder met het Witte Schild is een Middelnederlandse niet-historische Arthurroman.
Daarom ligt de Ferguutstraat in Eindhoven natuurlijk in de buurt van de Koning Arthurlaan.

Jaromirstraat. Jaromir is geschapen door de schrijver Staring (in Barneveld hadden
we een Staringstraat). Jaromir is een verlopen student,  een karikatuur-geestelijke,
schurkachtige monnik met allerlei ondeugden.  Die moet ik zeker gaan lezen als
fan van Tijl, Dik en Pietje

Nog eentje: Kapitein Pulverstraat. De Kapiteins Haak, Koek en Zeppos ken ik wel,
Pulver niet. Dat blijkt een figuur uit een boek van schrijver R. Feenstra. Ik lees
ook dat Kapitein Pulver ooit Ferdinand Huyck heeft ontmoet. En daarover heeft
Jacob van Lennep geschreven. Daarom is er in die wijk natuurlijk ook
de Ferdinand Huyckstraat.

Ik vraag me af of mensen die in zo’n straat wonen opzoeken wie de naamgever
is. Je hebt in dit specifieke geval wel altijd een leuk middennederlands
verhaal als er bezoek komt.

Wat mijzelf betreft: het fietst prettiger nu ik weet wie wie is.

  1. Irene (reply)

    17 november 2015 at 17:30

    Toen ik in Den Bosch werkte (dat is heel lang geleden) had ik een klant die naar eigen zeggen in de Koperen Nikusstraat woonde, het duurde even voor ik dat herleid had tot Copernicusstraat. Een andere woonde in de Pizarroowstraat, met klemtoon op de oow. We hebben het er niet over gehad maar ik weet bijna zeker dat deze twee die namen niet hadden opgezocht.

  2. Wieneke (reply)

    17 november 2015 at 17:56

    Ja, dat kan ik me voorstellen. Er ging een wereld voor je open nu zeker? 😉

  3. Marlies (reply)

    18 november 2015 at 11:40

    en dat legendarische verhaal van die taxichauffeur in Tilburg: hij moest naar de Púkkieniestraat…. en die hadden ze in Tilburg niet… wel de Puccini-straat… in de componistenbuurt

  4. Nicolette (reply)

    18 september 2017 at 23:53

    Dankje !
    Ik woon sinds kort (een half jaar) op de Kapitein Pulverstraat.
    Dank voor deze uitleg

  5. Hein (reply)

    22 oktober 2020 at 18:36

    Erg grappig! Bedankt.
    Elckerlyclaan

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Sil 17 november 2015

(Door Ab Klaassens)

Deze week hebben wij,  bewoners van de Uiverlaan in Eindhoven
afscheid genomen van Sil, van nummer 17.

Dat zouden we niet hebben gedaan zonder Ingrid, van nummer 3.

Ingrid vond, toen ze in ‘onze’ straat kwam wonen dat wij in ons straatje langs
elkaar heen leefden. Zij ging de deuren langs en organiseerde tien jaar geleden
de eerste buurtborrel bij ons op de oprit, tussen nummer 8 en nummer 10.

Motto: iedereen brengt wat te eten en te drinken mee en dan zien we wel
hoe het gaat. Zo is het tien jaar lang goed gedaan en zo hebben wij van de
Uiverlaan  en aangrenzende straten elkaar leren kennen.

Dus dankzij Ingrid  van nummer 3 was bijna de hele straat aanwezig
bij de uitvaart van Sil (Sylvia) Kreuze, bij leven stewardess bij de KLM,
vaak samen vliegend met Henry Both, gezagvoerder bij de KLM.

En we luisterden naar een mooie toespraak van Ocker, op nummer 15.

Sylvia heeft na lange strijd haar leven verloren aan de kanker.
Ze was, nog blij lachend, bij onze straatborrel van eind augustus 2015 ,
op de oprit tussen nummer 8 en 10.

Maar dat we er waren bij de uitvaart komt nog steeds door Ingrid Koenen,
van nummer 3.

  1. Wieneke (reply)

    17 november 2015 at 17:55

    De Ingrids onder ons zijn hun gewicht in goud waard, vind ik. Ik noem dit soort mensen altijd de smaakmakers. In mijn dorp heb je er ook een paar rondlopen en die trekken de sociale kar. Ik kan ze niet genoeg prijzen voor hun initiatieven. Het is heel goed voor de samenhang, anders leeft iedereen maar langs elkaar heen en weet je helemaal niks van elkaar. Je helpt elkaar wat gemakkelijker en sneller als je kennis hebt gemaakt. Voor nieuwkomers is het ook fijn om direct al een boel mensen te kennen.

    Als iemand jong moet gaan, dan is dat altijd erg droef. Mooi dat jullie samen als buurtgenoten afscheid konden nemen. Voor de familie vast
    erg troostrijk.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Journaal 16 november 2015

(Door Ab Klaassens)

“Goedemiddag mevrouw Duivenpoort…”

“Ik ben Annelies Drooglever en die naam op de deur is van m’n ex. Die rotzak….”

“Sorry mevrouw Drooglever, mijn naam is Kees Polderman
van het NOS-journaal en we willen….”

“O jee, de televisie…ben ik al in de uitzending?”

“Nee mevrouw Duivenpoort…sorry, Drooglever, nee mevrouw
Drooglever wij van het NOS-journaal willen graag van gewone
mensen zoals u horen wat zij vinden van het plan van de regering
om de dijken te verhogen in verband met de klimaatverandering.”

“Nou meneer daarover heb ik wel iets gelezen op Face-boek.
Die opwarming van de aarde komt allemaal van links en
daar ben ik dus zwaar op tegen.”

“Als u dat in beeld zou willen zeggen bellen wij opnieuw
bij u aan en dan doet u blij verrast voor ons open. Okay?”

  1. Wieneke (reply)

    16 november 2015 at 12:47

    Oh, dus dat soort dingetjes gebeurt niet spontaan????? Jeeeee, wéér een illusie armer 🙂

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Parijs 14 november 2015

“Het is oorlog”, koppen de Franse kranten, na de gruwelijke
aanslagen van vrijdagavond in Parijs. Er is geen weldenkend
mens die de terroristische daad van vrijdag de dertiende
november niet zal veroordelen.

Maar om nu te koppen dat het oorlog is, is rijkelijk laat.
Sinds Franse- en Nederlandse vliegtuigen het leger van
Islamitische Staat bombarderen is het oorlog.

Wij winden ons op de sociale media op over mensen die
een veilig heenkomen zoeken uit de eindeloze beschietingen
in Syrië, maar wij discussiëren zelden over het feit dat wij
een land in oorlog zijn. Een oorlog die niet op Facebook
wordt uitgevochten.

Misschien komt het omdat het voor de meesten van ons
logisch is dat wij Islamitische Staat bestrijden. De strijders
van IS zijn in onze ogen barbaren, onze piloten zijn helden.
Maar we zijn wel een land in oorlog.

In de hoofden van IS-strijders is een heel ander denkproces
aan de gang. Zij denken dat zij een goddelijke staat stichten
en zij zien de westerse landen die dat proberen te voorkomen
als barbaren. Zij hebben een heel andere kijk op de oorlog
waar we samen in verwikkeld zijn.

Ja, het is oorlog in Parijs, maar het was al oorlog. Het nieuwe
is dat door de aanslagen het front verlegd is, zoals vaker
gebeurt in oorlogen.

Wij, hier in het westen, leven met de gedachte dat IS de
handen vol heeft aan onze gevechtsvliegtuigen en de
strijd duizenden kilometers oostwaarts gevoerd wordt.

Maar we zijn niet veilig. IS werkt niet met grote
troepenconcentraties die op de radar te zien zijn. Ze werken
met goedgelovige zelfmoordenaars die ongrijpbaar zijn
voor onze geheime diensten, die elke aanslag aangrijpen
om meer geld te vragen, waarmee ze niet in staat zijn ons
te beschermen Daarom wint IS af en toe een slag en
kunnen ze het front razendsnel verplaatsen naar waar we willen.

Ik ben de laatste om in een angstkramp te schieten zoals
terroristen graag willen, maar politici die vooral daarop hameren
zouden ook de onprettige boodschap die daar bij hoort moeten
vertellen, namelijk dat we in oorlog zijn en dat in een oorlog
altijd aan beide kanten doden vallen.

  1. ab klaassens (reply)

    14 november 2015 at 22:49

    Het aantal doden op één dag in deze oorlog wekt veel emotie doordat er zo veel tegelijk zijn. Dat
    zie je ook bij vlieg- en treinrampen en bij grote verkeersongelukken, Grote aantallen per dag
    wekken veel onrust, Grote aantallen per jaar worden zelden omgerekend tot gemiddelden per dag.

  2. Irene (reply)

    15 november 2015 at 10:38

    Bedankt. Het is een opluchting om je stukje te lezen, na al die facebookberichten gisteren en vandaag, waar het wel lijkt of door de schok van die aanslagen alle rationaliteit is losgelaten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Jan 13 november 2015

(Door Ab Klaassens)

Onlangs kregen we een brief in de bus waarin stond dat we dertig euro,
exclusief administratiekosten, moesten betalen omdat we met ons
autootje te hard hadden gereden op een weg in Geldrop.

We zijn op de vermelde  dag helemaal niet in Geldrop geweest, maar op de
foto die je via internet kon bekijken  stond wel degelijk ons autootje,
met ons  kenteken.

Eén van de aardigste mensen die ik mijn leven heb ontmoet is
Jan Boereboom. Hij heeft een leven lang tweedehands auto’s ingekocht,
opgeknapt en verhandeld, doet ook APK-keuringen, verhelpt storingen
en weet precies bij wie je moet zijn voor herstel bij deuken en lakschade.

Jan heeft het door hem opgebouwde bedrijf inmiddels overgedragen aan
zijn nazaten, maar blijkt prominent aanwezig  als je de bescheiden
onderneming – midden in een woonwijk –  bezoekt. Hij lult je  de oren
van je kop.

Na lichte lakschade door een foutje bij het inparkeren ging mijn echtgenote
bij Jan op consult met de vraag wat herstel zou kunnen kosten.
Jan moest daarvoor  met ons autootje naar de enige lakspuiter die hij  vertrouwt.
En die woont in  Geldrop.

Wij hebben de boete betaald, maar konden niet nalaten Jan erop te wijzen dat
hij zich niet aan de regels had gehouden.

Toen werd hij boos.

Op zich zelf.

  1. Laurent (reply)

    15 november 2015 at 20:38

    Hahaha, mooi verhaal!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Downdaten 12 november 2015

“Dommer? Als hij maar lief is”. Dat stond boven een artikel in het Eindhovens Dagblad.
Het verhaal ging over het boek Date-onomics van de Amerikaan Jon Birger.

Strekking: vrouwen zijn steeds vaker hoog opgeleid, mannen niet. Vrouwen zullen
daarom vaker genoegen moeten nemen met een lager opgeleide man. Maar ja,
als hij maar lief is.

Als je beneden je stand kiest heet dat downdaten. Gelukkig voor de downdaters is er
een wetenschapper (dus WO-opleiding!) die zegt dat andere eigenschappen
het lagere opleidingsniveau kunnen compenseren.

Tortelduifjes
Hoor en wederhoor toepassend voert de auteur van het artikel de altijd spraakzame
demograaf Jan Latten op die zegt dat, zodra stellen twee stapjes overslaan
in het opleidingsniveau, “de tortelduifjes in de gevarenzone komen”.

Daar schrik ik behoorlijk van. Mijn lief heeft aan het conservatorium gestudeerd
en dat is een Hbo-opleiding. Ik heb het nooit verder geschopt dat MAVO.
Tussen MAVO en HBO zit nog de HAVO. Om bij HBO te komen zijn twee stapjes nodig.

Nondepie, ik zit in de gevarenzone. “Vaak komen stelletjes er pas achter dat ze niet goed
bij elkaar passen wanneer de verliefdheid wegebt”, wrijft Jan Latten in.

Nu mijn relatie afstevent op een zilveren jubileum kan ik maar één ding concluderen.
De verliefdheid is nog niet weggeëbd.  Voor ná die tijd heeft mijn stuudje altijd de stelling
paraat: “Uiteindelijk blijft de vriendschap over”. Kijk, daarom ben ik zo blij dat die
van mèn hèt doorgeleerd.

 

  1. Marlies (reply)

    12 november 2015 at 12:09

    ‘Het stuudje’ wischt sich de ooghen af ende gaeth verdere met den orden van den dagh… Luv joe!

  2. Corné (reply)

    12 november 2015 at 18:10

    Sinds wanneer geldt een diploma als hét teken van het bereikte niveau qua opleiding? Ik ken mensen die zelfs met een VMBO-t diploma het nog verrekte ver hebben geschopt in de journalistiek en van tijd tot tijd behoorlijk zinnig kunnen lullen over politiek en maatschappij. En daarbij nog buitengewoon kunnen koken ook.
    Hoogachtend,
    dr.ir.Ikke

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (385) 12 november 2015

(Door Marlies)

Maar liefst twee opera’s heb ik u te melden en alle twee toppers:
Opera Zuid opent haar (jubileum)seizoen met ‘Rigoletto’ van Giuseppe Verdi
en de Nationale Opera speelt ‘Le Dialogue des Carmélites’ van Francis Poulenc

Rigoletto heeft voor elk wat wils, zo schrijft Opera Zuid zelf: liefde, haat, wraak,
antihelden, schurken, noodlottige wendingen, machtsmisbruik, immoraliteit,
familieperikelen plus … een crime passionel.

Het verhaal is waarschijnlijk bekend, Rigoletto hoort bij de meest bekende opera’s
wereldwijd. De hertog van Mantua is een foute womanizer. Op een bal komt
graaf Monterone verhaal halen omdat de hertog zijn dochter schaamteloos
behandeld heeft; hij krijgt slechts de spot van Rigoletto over zich heen. Monterone is
razend en spreekt een vloek uit over beide mannen.

Rigoletto heeft een dochter, Gilda. Ook zij wordt verleid door de hertog en ze wordt
obsessief verliefd op de man. Rigoletto is wanhopig. Hij zweert wraak en schakelt
huurmoordenaar Sparafucile in om de hertog te vermoorden. Maar het plan van
Rigoletto mislukt en dan wordt de vloek van graaf Monterone toch werkelijkheid…

Moeilijkste en mooiste kwartetten ooit
In Rigoletto zit een van de moeilijkste en mooiste kwartetten ooit: onder zangers
bekend als ‘het Bella Figlia-kwartet’. Dit kwartet is ook onderwerp voor de film ‘Quartet’
waarin een stel oude operaknarren (en die term bedoel ik liefdevol…) elkaar na
jaren tegenkomen en besluiten het kwartet nog eens te zingen.
Hartverwarmende film waarin vooral Maggie Smith die nu schittert in het
laatste seizoen van de topper ‘Downton Abby’ een geweldige rol speelt.

De speellijst voor Rigoletto:
vrijdag 13 november, Maastricht, Theater aan het Vrijthof, première
zondag 15 november, Maastricht, Theater aan het Vrijthof
dinsdag 17 november, Groningen, Stadsschouwburg
donderdag 19 november, Eindhoven, Parktheater
zaterdag 21 november, Terneuzen, Scheldetheater
dinsdag 24 november, Zwolle, Odeon De Spiegel
donderdag 26 november, Breda, Chassé Theater
zaterdag 28 november, Den Haag, Zuiderstrandtheater

En in december speelt-ie ook nog, mag u zelf gaan opzoeken….

Sterke zenuwen
Le Dialogues des Carmélites is de enige opera die Francis Poulenc schreef, maar wat
voor een…. Alleen al voor de finale zou ik gaan, maar die vergt dan ook sterke zenuwen.
Ik hoorde die finale ooit in de auto en heb toen fluks op een zandpad geparkeerd en
de finale uitgeluisterd, fatsoenlijk autorijden was niet mogelijk met op de radio de
steeds vallende hakbijl van de guillotine. Razend knap bedacht van Poulenc en met
het vorderen van die finale word je als toehoorder steeds ongemakkelijker;
ik vond het bloedstollend.

Ook hier kort het verhaal:
Tijdens de Franse Revolutie zoekt Blanche als karmelietes bescherming in het klooster,
uit angst voor het harde leven. Het kloosterbestaan blijkt echter geen veiligheid te bieden;
daar overheerst juist de angst voor de dood. Blanche vlucht naar haar ouderlijk huis.
Als de nonnen naar de guillotine worden gestuurd, voegt ze zich, inmiddels gesterkt
door haar geloof, vrijwillig bij hen.

Speellijst: 7, 11, 13, 17, 19, 22, 24, 26, 29 november, Amsterdam (dus…)

Tsja, veel plezier zou ik zeggen, maar dat lijkt hier een beetje misplaatst…
maar als u kunt: gaan!

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Memphis Depay 11 november 2015

Een Siciliaan die in Duitsland geld had verdiend en op zijn geboortegrond een
paardenfokkerij was begonnen, vertelde ons ooit het volgende verhaal. “Ik heb geen last
van de maffia maar als ik in de rij sta voor het loket van het postkantoor en er komt
er zo eentje met een hoed binnen, laat ik hem voor gaan. Als ik dat niet doe krijg
ik mijn volgende bouwvergunning niet”.

De hoed als symbool van macht. Onze stervoetballer Memphis draagt tegenwoordig
een hoed. Nu hij sportief in een dipje zit is de hoed van Memphis voor sommige
sportjournalisten onderwerp van hoon. Vooral bij types als Bert Maalderink die
kritische journalistiek verwart met entertainment om de vaste lasten te
kunnen betalen.

De hoed valt uit de toon in een wereld waar de baseballpet domineert. En alles wat
afwijkt is nieuws. Vooral als je het teken van de macht draagt maar op het veld
eventjes onmachtig bent.

Ik vind de hoed van Memphis prachtig. Ik heb zelf ook een hoed (gekocht op het
pleintje bij de Trevifontein in Rome) maar ik draag hem te weinig.

Een hoed is van oudsher een hoofddeksel dat door mensen in hogere kringen
werd gedragen. Arbeiders droegen een platte pet. Tegenwoordig dragen alleen
hipsters en linedancers nog een hoed.

Mijn hoed heeft lang in de kast gelegen nadat ik in Den Bosch een keer ben
nageroepen door puistenkoppen met  witte petjes die hangend uit een
VW Golfje schreeuwden: hé kojboj . . . .

Toch vind ik mijn hoed heel mooi en ik heb me voorgenomen hem vaker
te gaan dragen. En als sportjournalist Bert Maalderink dan zegt: “De buitenwereld
denkt dan: wat doet die man met een hoed?” Dan zeg je net als
Memphis: “Nou gewoon, die zet hij op.”

 

 

 

  1. els (reply)

    11 november 2015 at 13:19

    Op zwart/wit-foto´s van vroeger kun je bij afbeeldingen van voetbalpubliek
    goed zien wie bij het hoedenvolk hoorde en wie bij jan met de pet moest
    worden ingedeeld. Jan met de hoed is dan toch een twijfelgeval!

  2. Harry Perton (reply)

    11 november 2015 at 19:03

    Die Maalderink stelt zich tentoon als ongelofeloos benepen knurft door het dragen van een hoed als “flamboyant” te betitelen. Uit protest koop ik me een nieuwe:
    https://www.youtube.com/watch?v=pfLxWjmqBUc

  3. ab klaassens (reply)

    11 november 2015 at 20:16

    Je moet die kinderen niet beoordelen op hun speeltjes, maar op hun spel.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Sesamstraat 9 november 2015

Zendercoördinatoren van de NPO in Hilversum hebben het ook niet
makkelijk. Ze moeten op televisie zo programmeren dat de kijkcijfers
’s morgens bij de koffie geen reden zijn voor programmamakers de
koppies te laten hangen.

Dat is een hele klus, want het aantal concurrerende TV-zenders is enorm.
Niet alleen via de kabel, ook via internet. Je kunt tegenwoordig naar
programma’s kijken waar en wanneer je maar wilt.

Zendercoördinatoren wringen zich in allerlei bochten om mensen
te trekken. Ze ruilen bijvoorbeeld Sesamstraat in voor een
bejaardenprogramma. Zelden heb ik zoveel ophef in de media meegemaakt
als bij die mededeling. Ons halve kabinet bemoeide zich er tegenaan.

Vervolgens probeerde iedereen een verklaring te vinden voor deze
stormachtige morele verontwaardiging. Nostalgie was in dit verband
een veel gehoord woord. Dat is mij te simpel.

Aanklacht tegen individualisering
Het schijnt dat vooral grootouders zich opwinden. Waarom die opwinding
van ouderen? Ik denk dat het komt omdat Sesamstraat het laatst
overgebleven programma is dat jong en oud tot elkaar brengt.

Zo rond een uur of half zes kunnen opa en oma, net voordat pappa of
mamma de kroost komt ophalen, even samen met de kleinkinderen
praten over taal, rekenen en alle zielenroerselen die Tommie en Pino
aansnijden.

Dat verdwijnt straks dankzij al die kinderen die in hun eentje op de
iPad naar Sesamstraat kijken. Volgens mij zit ‘m daar de kneep van de
verontwaardiging. Die is een aanklacht tegen de individualisering.

En de zendercoördinatoren? Die gaan met de tijdgeest mee, en die wordt
bepaald door hun publiek.

  1. ab klaassens (reply)

    9 november 2015 at 20:36

    Als ik het goed begrijp verdwijnt een programma dat opa en oma graag samen met
    hun kleinkinderen bekijken om plaats te maken voor een programma voor oma’s en opa’s.
    Het is een wonderlijke wereld, daar in Hilversum.
    Als ik nog kleuter was zou ik me daar toch wel even aan ergeren.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Referendum 8 november 2015

(Door Ab Klaassens)

De Volkskrant van 6 november bouwt voor Geert Wilders maar weer eens
een podium waarop hij tekeer kan gaan tegen de elite die niet doet
dat het volk wil.

Ik weet niet wat het volk wil, maar ben wel tegen wat Geert wil.
Dus ben ik van de elite.

Geert beweert dat je voor de echte volksdemocratie naar Zwitserland moet.
Daar heeft het volk de gelegenheid gekregen om zich uit te spreken tegen
de komst van immigranten. Dat heeft het volk ook gedaan, maar het volk
wil wel dat er mensen zijn om schoenen te poetsen en het reine landschap
rein te houden. Daarom mag een beetje immigranten wel.

Tijdelijke migranten, politici uit Afrika en Azië, die met een regeringsvliegtuig
komen om hun van het volk gejatte kapitalen op Zwitserse banken
te stallen mogen ook.

Wilders heeft het maar steeds over wat het volk wil. Een vertaling ten
behoeve van Duitse lezers levert nare herinneringen op. ‘Het volk’ bestaat
niet, tenzij een gehaaide volksmenner erin slaagt het beeld te wekken
dat ’t er wel degelijk is.

Ik ben van het volk als Epke Zonderland goud wint in Rio.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *