‘Ik werk het liefst bij gewone mensen’ 14 november 2018

Het voordeel van twee linkerhanden is dat je op gezette tijden vakmensen
in huis hebt die problemen kunnen oplossen en verfraaiingen kunnen
aanbrengen waar jij alleen maar van kunt dromen. Het enige dat jij hoeft
te doen is koffie aanslepen en rekeningen betalen.

Ik ben gek op vakmensen. Ademloos kijk ik hoe zij zaken aanpakken en ik
luister altijd graag naar hun verhalen. Er komt altijd een moment dat ze vragen:
wa doede gij vur werk? Als ik dan vertel dat ik bij Omroep Brabant werk is
de volgende vraag meestal: kende gij dan . . . . ? En dan komt er een naam
van een bekende presentator of verslaggever. Waarop ik dan altijd zeg: tuurlijk
en die mag ik op verjaardagen kussen.

Sommige vakmensen beginnen mij spontaan spannende verhalen op te dissen.
Dat ik niet denk dat ik de enige ben met een beroep dat je op plekken brengt
waar andere mensen nooit zullen komen. Ik vertel nooit dat ik 99,9 procent van
mijn tijd gewoon aan een bureau zit en dagelijks op mijn fietske heen en weer
pendel.

Neem nou de gootsteenontstoppingsmeneer. Die vertelde me een tijd geleden
dat die ene woonwagenbewoner die neergeschoten was en waar Omroep Brabant
zoveel over had geschreven, getrouwd was met een vrouw die de beste vriendin
van zijn vrouw was. Hij kende het slachtoffer goed en vertelde me allerlei saillante
details. Ondertussen dacht ik: dan ben ik vermoedelijke one handshake away van
een misdadiger.

De afgelopen dagen is er in onze woonkamer een nieuwe vloer gelegd. De
vloerenlegger was niet alleen een jaloersmakende vakman, hij was ook nog eens
een onderhoudend causeur. Het ene na het andere verhaal rolde uit zijn
mond tijdens koffiepauzes (het valt me altijd op dat vakmensen tijdens het werk
nooit praten maar keihard doorwerken).

Hij vertelde dat hij regelmatig in miljoenenkostende villa’s honderden vierkante
meters parket moet leggen. Het komt meer dan eens voor dat die moderne kastelen
worden bewoond door louche types.

Op een dag was hij ergens binnen gekomen en zag hij in een kleine slaapkamer
een grote berg contant geld opgestapeld liggen. “Wat doe je dan?” vroeg ik.
“Niks”, zei hij, “gewoon mijn werk doen”.

Een paar maanden nadat hij de klus bij die verzamelaar van bankbiljetten had
geklaard zag hij een foto van de man in de krant. Hij was doodgeschoten.

“Ik werk eigenlijk het liefst bij gewone mensen”, zei de vloerenlegger. We
namen nog een bakkie.

  1. Karin van Raam Open (reply)

    14 november 2018 at 20:39

    Leuk verhaal en herkenbaar. Volgende week komt de rioolmeneer hier weer langs.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Beelden 12 november 2018

(Door Ab Klaassens)

Ooit ging ik op reportage  samen met een free lance fotograaf die per foto werd betaald.
Vaak betekende dat voor hem een  halve dag werk voor de prijs van een doosje sigaren
en een rolletje pepermunt.

De fotograaf had in zijn archief negatieven waarop je grote rookwolken kon zien.
Zo’n negatief gebruikte hij om van een onbeduidend fikkie een grote brand te
maken; dat verkocht.

Schrijver/journalist  Simon Carmiggelt noemde fotograferen ooit ‘liegen met een
stukje glas’. Andere journalisten beweren dat één foto meer kan zeggen dan duizend
woorden.

Ik ben niet zo van de beelden; ik geloof Carmiggelt en hecht daarom  aan het woord
dat zich ook makkelijk laat tegenspreken. Mijn wantrouwen jegens het beeld is
versterkt door wat De Wereld Draait Door vrijdag 9 november liet zien: Donald
Trump sprak met de stem van Matthijs van Nieuwskerk een tekst die niet de zijne
kon zijn.

Doe de TV weg; het is, zoals de gereformeerden al jaren beweren, een leugenkast.

  1. Wieneke (reply)

    13 november 2018 at 11:00

    Nee, we doen hem niet weg, maar we kijken wel steeds selectiever. Dat betekent in de praktijk, dat hij avonden lang niet aan staat. Die rottige huil-hulp-programma’s en praatprogramma’s met BN-ers die niet gehinderd door kennis allerlei meningen hebben…. *gaap*
    Ik spreek wel steeds meer mensen, die aan televisie helemaal niks meer vinden en dan iets anders gaan doen. Ach, alles heeft een einddatum, dus tv ook.

  2. Laurent Bruning (reply)

    13 november 2018 at 19:10

    Ik kijk vrijwel geen TV meer, via internet kun je immers zelf bepalen wat je kijkt of leest op welk tijdstip dan ook, en meestal van een aanzienlijk hoger niveau. Voor het nieuws en opinies heb ik al helemáál andere bronnen dan de TV,

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vervang Sinterklaas door Halloween 11 november 2018

De manier waarop de discussie de laatste jaren in ons land wordt gevoerd
heeft er toe geleid dat ik allergisch ben geworden voor het Zwarte P-woord.

In de tijd dat ik zelf nog aan de discussie deel nam – hoeveel jaar is dat
ondertussen al weer niet geleden?  – concludeerde ik dat voorstanders
vooral bang zijn dat anders gekleurden bezig waren met het verdringen
van alweer een stukje oer-Hollandse traditie. Waarmee ik niet wilde zeggen
dat hier inderdaad sprake is van traditie die zijn wortels heeft in de Hollandse
klei.

De voorstanders die bij het zien van elke Zwarte P tot in het diepst worden
geraakt omdat de figuur herinnert aan de slavernij van hun
voorouders kan ik niet begrijpen. Niet omdat ik dat niet wil maar omdat ik
blank ben. Mijn voorouders werkten zich kapot op het land en in vieze
fabrieken maar voor zover mij bekend kregen ze daar voor betaald en
werden ze niet dagelijks verrot geslagen.

Er komt nu zelfs een kort geding om het nationale feestje de nek om te
draaien. Dat gebeurt natuurlijk niet. Ook na dinsdag zal de strijd tussen
woedende voorstanders en gekwetste tegenstanders onverminderd
doorgaan.

Misschien moeten we er gewoon vanaf, van dat hele Sinterklaasfeest.
Tradities zijn er ook om weer te verdwijnen en plaats te maken voor nieuwe
tradities. Zo’n bisschop op zo’n wit paard omringd door zwarte knechten is
toch niet meer van deze tijd. En wie komt er nou nog met een stoomboot?
Bovendien is het hele verhaal fakenieuws.

Er is een alternatief: het Halloweenfeest. Laatst zag ik dankzij een reportage
bij Omroep Meierij wat een geweldige vlucht dat heeft genomen. Complete
dorpen lopen uit. Dat feest heeft vele voordelen. Het is eng en geeft dus
een enorme thrill en dat is wat de jeugd zoekt. Nachtelijke tochten vragen
om een grondige voorbereiding en begeleiding. Dat schept een band tussen
de ouders. Halloween is in oktober. Dat is tegenwoordig nog bijna in de zomer.
Je hoeft als kind dus niet meer uren te kleumen voordat die stoomboot
ginds eindelijk in zicht kom.

Als je Sinterklaas  verruilt voor Halloween duurt het lang voor het Kerstmis
is. Dat betekent voor jonge ouders dat de stress minder groot is. Kortom: maak
van Halloween een nieuwe nationale traditie.

De enige die zich druk zullen maken over de switch zijn de media. Want waar
moet het in augustus over gaan als er niet al pepernoten in de schappen van
de supermarkten liggen? Ach wie weet springen de mensen in dat gat die
in september aandacht vragen door hun huis in kerstsfeer te brengen.
Sommige tradities moet je gewoon aan de markt overlaten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Fietsen 8 november 2018

(Door Ab Klaassens)

Twee straten verder dan de straat waar ik ben opgegroeid, in de Verbindingsstraat, woonde
en werkte meneer De Jong, fietsenmaker.

Bij hem bezorgden in de Tweede Wereldoorlog de makers van illegale krantjes van
uiteenlopende pluimage hun bescheiden bundeltjs drukwerk in de hoop dat meneer
De Jong voor verdere verspreiding zou zorgen.

Meneer De Jong was van streng gereformeerde huize maar stoorde zich niet aan de
artikelen in sommige verzetskrantjes waarin mensen als hij werden verketterd als
vijanden van het volk.

Eén van de afnemers van de verzetskrantjes was mijn vader, die als atheist en voormalig
anarchist gelovigen meed als de pest omdat ze, volgens hem, niet deden wat de god
die zij aanbaden hen gebood.

Mijn vader hield uit het hoofd de adressen bij waar welk krantje moest worden
bezorgd – geschreven lijstjes waren gevaarlijk – en ik zorgde voor de uitvoering;
de journalistiek is mij met de paplepel ingegoten.

Toen de oorlog voorbij was werden veel van die verzetsblaadjes echte kranten:
Vrij Nederland, Het Parool, Trouw, De Waarheid.

Mijn vader kocht, toen ik veertien werd, twee jaar na het einde van de oorlog
mijn eerste nieuwe jongensfiets. Bij meneer De Jong in de Verbindingsstraat.

  1. jan krosenbrink (reply)

    8 november 2018 at 19:07

    het is een bekend feit dat vooral gereformeerden en communisten, en blijkbaar ook anarchisten in de jaren veertig van de vorige eeuw goed bleven nadenken, en vervolgens georganiseerd handelden.

    Veel babyboomers zijn in de jaren zeventig achteraf nog verzetsstrijders geworden, ook tegenwoordig grijpt men graag terug op die tijd waarin goed en kwaad overzichtelijk was, vooral door de boeken van de hostoricus de Jong. Want nu in deze tijd is zelf nadenken en verantwoordelijkheid nemen ook weer erg lastig voor velen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (487) 8 november 2018

(Door Marlies)

Ik denk wel eens: je begint een ouwe, gesjeesde sopraan te worden, Vocalies, je hebt
eigenlijk allemaal wel een keer meegemaakt nu: goede en slechte concerten, makkelijk
en minder makkelijk toegankelijke muziek, goed en slecht geregisseerde en/of
opera’s, kraaienvals zingende koren, affijn, u krijgt een beetje een beeld…

Maar wat ik gisteren heb gehoord slaat alles: nondepatatten wat een avond!

Ik was met een vriendin bij een uitvoering van ‘November Music’, in de Grote Kerk i
Den Bosch (da’s die met de mooie akoestiek, vlakbij de Sint Jan) .

Sopraan Barbara Hannigan zong (nou ja zóng, ze gebruikte haar hele lijf en
stembanden voor een uitvoering ván… za’k maar zeggen… ) de Nederlandse première
van het stuk ‘Jumalatteret’ van componist John Zorn en een vrouwenkwintet zong
daarna van dezelfde componist ‘The Holy Visions’

De waanzinnig goede begeleider van Hannigan verdiend het om genoemd te worden:
Steve Gosling. Hij was haar rots in de branding. Hij prepareerde kalm en adequaat
de vleugel in anderhalve seconde tussendoor en was steeds op tijd weer bij de toetsen
terug om Barbara ‘te vangen’ . Ik raak altijd ge-emotioneerd als ik merk dat muzikanten
met een blik genoeg hebben om elkaar haarfijn aan te voelen.

Diezelfde emoties waren er ook bij het optreden van het vrouwenkwintet: stemvorkje
geruisloos gebruikt, een simpel handgebaar, één blik en dan een loepzuiver unisono
inzetten (zo ongeveer het allermoeilijkste dat er is, als je allemaal een stem hebt die
ook makkelijk solistisch werk aankan) . Ik noem de vrouwen, al zal zoveel informatie
misschien niet beklijven: Sarah Brailey, Elisabeth Bates, Eliza Bagg, Rachel Calloway
en Kristen Sollek.

De dames zongen een stuk waarin de middeleeuwse mystica Hildegard von Bingen
centraal staat: er klonk jazz-achtige klanken, Gregoriaanse muziek en teksten,
minimal music-achtige klanken, zo dissonant als de pieten en regelrecht naar je hart.
Ik vond het fantastisch.  Terecht dat de New York Times ooit schreef over dit
stuk: “Spookachtig mooi”. Het was éng, zo goed!

En dan die Hannigan: ik kom superlatieven te kort… Voor de vertolking van ‘Jumalatteret’,
een liedcyclus over de godenwereld, zoals vastgelegd in het Finse nationale epos ‘Kalevela’
je hele bereik als sopraan inzetten, alles van je stembanden en je lijf gebruiken om te
vertolken wat de componist heeft bedoeld. Die was trouwens al net zo enthousiast over
de uitvoering als het publiek; zichtbaar aangedaan vielen ze elkaar na de uitvoering in de
armen, de pianist incluis. Ze móeten samen met de componist gerepeteerd hebben, kan
niet anders, hoe weet je anders wat hij wil met zijn partituur (die ik graag eens in zou
zien). Waanzinnig!

Nee, dat had deze oude, gesjeesde sopraan nog nooit meegemaakt, zoiets….

Ik laad een filmpje op met Hannigan waarin ze het stuk ‘I will go out now’ van Hans
Abrahamsen zingt. Ook hier zie je dat magische contact dat alle betrokken musici met
elkaar lijken te hebben. Je hoeft niet echt een liefhebber te zijn van hedendaags
klassiek om dit soort dingen wel te kunnen waarderen.

https://youtu.be/nPqIHjib9xs

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Linda 1 november 2018

(Door Ab Klaassens)

Het VARA/BNN-programma De Wereld Draait Door gaf mevrouw Linda de Mol op woensdag 31 oktober zonder een
grammetje tegenspraak voluit de ruimte voor haar actie ‘Minderen voor kinderen’. Die actie is, zo bleek uit de
toelichting van mevrouw De Mol, een variant op het aloude pannetje soep dat rijke dames vroeger door hun
dienstbodes lieten bezorgen bij mensen die mede door hun toedoen geen nagels hadden om hun kont te krabben.

Mevrouw De Mol wil dat haar rijke vriendinnen even afzien van de aanschaf van dat dure bloesje en het dan
bespaarde geld overmaken naar een fonds waaruit dan minder bedeelden een bloesje kunnen kopen bij de Wibra (en
een dikke trui, voor als ze het koud krijgen in hun koude huizen).

Al kakelend over haar goede bedoelingen wekte mevrouw De Mol bij mij een diepe weerzin op. Mensen als De Mol
hebben hun populariteit – en rijkdom – vooral te danken aan arme laaggeschoolde mensen die hun narigheid
proberen te ontvluchten door even mee te leven in de schijnwereld van het TV-vermaak.

Mensen als De Mol zetten hun kliekjes aan de hekken van hun beveiligde villa’s. Ze delen wel iets mee, maar van
meedelen willen ze niks weten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Rubrieken 31 oktober 2018

(Door Ab Klaassens)

Mijn eerste grote verhaal als leerling-journalist schreef ik in 1956 voor de rubriek ‘In den
Pottenkijker’ van het Vrije Volk, editie Utrecht. De naam van de rubriek was ontleend aa
een straat vlakbij het redactielokaal: de Potterstraat.

Twee jaar later was ik de eenmansredactie van de editie Zwolle, waar ik dagelijks iets moest
verzinnen voor de rubriek ‘Onder de Peperbus’, vernoemd naar de volksnaam van de
grootste kerktoren in het stadscentrum.

Vervolgens moest ik mij bekommeren om een klein-nieuwsrubriek in de Zwolse Courant,
‘kantwerk’ genoemd vanwege de plek aan de rechterzijde van de stadspagina.

Onderin de stadspagina van het Deventer Dagblad spuide ik enkele jaren later mijn
verwondering over het stedelijk gebeuren in een rubriek waarvan ik de naam niet meer weet.

In latere functies is mij het vullen van rubrieken bespaard gebleven, maar ik leef nog
steeds mee met de mensen die dagelijks belast zijn met dat corvee.

Met een mengeling van medeleven en verwondering hoor ik dan ook de namen van de
nieuwsrubrieken op radio één. Tussen de middag komt het nieuws op ‘Nieuws BV’ en
vanaf vier uur op Nieuws en Co’ . In laatst genoemde rubriek worden reportages
uitgezonden vanuit een bus.

Tegen beter weten in hoor ik presentator Lara Rense dan altijd spreken ove
‘Nieuws en Kobus’.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geldt er een omerta in het voetbal?? 30 oktober 2018

Geldt er in het voetbal een omerta? Een zwijgplicht. Het is mij nooit opgevallen. Geen
sport waar zoveel over geluld wordt. Ik vraag het me af omdat ik vanmorgen in het
Eindhovens Dagblad las dat dat volgens een rookpothooligan wel degelijk zo is.

De rookpothooligans waren die mannen die vorig seizoen tijdens de wedstrijd PSV-Ajax
rookpotten aanstaken. Een deel van de tribune zag letterlijk zwart van de rook. Er had maar
zo paniek kunnen uitbreken met gruwelijke gevolgen. Tijdens de rechtszaak tegen de
rookpothooligans werd zelfs het Heizeldrama opgevoerd als scenario waaraan wij zijn
ontsnapt. Tegen de hooligans werden lange celstraffen geëist. Dat vinden zij en hun
advocaten absurd.

Ik was in het stadion op het moment dat het gebeurde. Ik zat aan de overkant dus van de
rook had ik geen last. Om die rook te verdrijven werden de bovenste zijschotten van het
stadion open gezet met als gevolg dat ons vak anderhalf uur in een ijzige koude wind zat.
Om mij heen hoorde ik de verwensingen in de richting van wat later de rookpothooligans
werden. Geloof mij: de maanden cel die zijn geëist zijn een all-inclusive vakantie vergeleken
bij wat andere supporters deze hooligans hadden willen aandoen. Ik ken redelijk wat mensen
in de suppoterswereld, maar ik ben niemand tegengekomen die het voor de rookpothooligans
opneemt. Integendeel.

Tijdens de rechtszaak bleek dat één van de verdachten de rookpotten binnen had gesmokkeld
in opdracht van iemand die natuurlijk buiten schot blijft. De naam van die persoon wil
hij niet noemen. Want, vertelde hij de rechter, het is in het voetbal een ongeschreven wet
dat je elkaar niet verraadt. Verder beriep hij zich op het zwijgrecht.

Een omerta in het voetbal? Ik ben er in principe op tegen mensen te verraden. Dat is iets
anders dan aangifte doen tegen een moordenaar. In die zin begrijp ik de rookpothooligan
wel. Maar als hij spreekt over een ongeschreven wet in het voetbal slaat hij de plank mis.
Op zijn best haalt hij twee dingen door elkaar. Het ontsteken van zulke zware rookpotten
bij het vak waar  families met kinderen zitten heeft namelijk niks te maken met voetbal.
Dat is hooliganisme. Daar moeten die andere 34.996 supporters die in het stadion zaten
helemaal niks van hebben.

  1. Laurent (reply)

    30 oktober 2018 at 20:32

    Kunnen er geen velden buiten de stad worden ingericht waar men elke weekend even volkomen debiel mag doen, en dat de werkelijke voetbalfans dan gewoon rustig hun wedstrijd kunnen zien?

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ziekenhuis 29 oktober 2018

(Door Ab Klaassens)

Een ziekenhuis is eigenlijk een bedrijfs-verzamelgebouw. In dat gebouw huizen diverse ondernemingen, te weten de
specialisten die niet in loondienst van het ziekenhuis zijn, maar als zelfstandige ondernemers, al dan niet verenigd in
maatschappen, gebruik maken van de faciliteiten die het ziekenhuis te bieden heeft.

De specialisten huren operatiekamers en het gebruik van allerlei apparatuur, een laboratorium en bloedonderzoek
en betalen mee aan onderhoud, reiniging en beveiliging. Het ziekenhuis zorgt voor bedden en voeding.

De ziektekostenverzekeraars onderhandelen met de ziekenhuizen over de tarieven voor de te leveren zorg, terwijl ze
de omvang van die zorg niet zelf kunnen bepalen, want dat doen hun huurders, de specialisten.

Dat leidt allemaal tot verwarring in het financiële verkeer.

En tot ongelukken.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verloederde vakantieparken? Vertel mij wat . . . 26 oktober 2018

Deze week vertelde iemand mij dat hij knipselkranten had doorgebladerd. Een verzameling artikelen die 25 jaar
geleden waren geschreven. Er werd toen geschreven dat Nuenen bij Eindhoven gevoegd zou moeten worden.
Vandaag praten Provinciale Staten van Brabant over die fusie. Niks nieuws onder de zon.

In de knipsels, vertelde mijn gesprekspartner, vond hij ook een stuk over de aanpak van mestoverschot in Brabant.
Een kwart eeuw later nog steeds een actueel onderwerp. Nog steeds niks nieuws onder de zon.

Deze week verscheen er een rapport waarin staat dat één op de drie vakantieparken in Brabant dreigt te veranderen
in een broeinest van criminelen.

Toen ik halverwege de jaren zeventig in de journalistiek ging, werkte ik op de Veluwe. Het grote verhaal van die tijd
was dat de vakantieparken in dat gebied dreigden te verloederen . . . . .

Een groot deel van die parken werd toen al – tegen alle regels in – permanent bewoond. Dat was zo’n hardnekkig
probleem dat de overheid weg keek of gedoogde. Typisch Nederlands.

Vakantieparken zijn altijd vrijplaatsen geweest. Weggestopt in de bossen, achter een slagboom, kun je dingen doen
die niet direct in het oog lopen. En er zijn nogal wat vakantieparken in Nederland. Er was namelijk een tijd dat de
hardwerkende mens graag een weekje in een huisje in de bossen vertoefde om bij te tanken. We konden toen nog
niet voor twee tientjes naar de Spaanse kust vliegen.

De eisen van de toerist gingen steeds verder, we wilden geen vakantieparken maar leisure centra waar we van de
vroege ochtend tot de late avond worden vermaakt. Vakantieparken die niet meegroeiden kwamen in de problemen
en verdienen nu hun geld met de huisvesting van arbeidsmigranten en asielzoekers.

De verloedering van de vakantieparken kun je alleen maar aanpakken met sloop anders blijft het een constante in
het nieuws. Probleem is nu, veertig jaar later, waar laat je al die asielzoekers en arbeidsmigranten waarvoor geen
alternatief is? Kortom: het probleem zal altijd blijven bestaan, de oplossing wordt steeds moeilijker.

  1. Villasappho (reply)

    27 oktober 2018 at 06:40

    Speelt dat allemaal al zo lang? Voor asielzoekers moeten de regels aangepast worden. Daar moeten grote kampen voor komen met alle voorzieningen en duidelijkheid over terugkeer. Arbeiders dat is anders hier werken maar geen recht op welke subsidie op uitkering dan ook. Als je kijkt naar de kosten van zo’n huisje in het bos dan verbaas je je toch niet dat die parken failliet gaan?

  2. Wieneke (reply)

    28 oktober 2018 at 17:07

    Dat heb ik heel vaak bij nieuwsberichten. Een soort déjà vu kun je het noemen. Sommige zaken worden dus gewoonweg nooit opgelost. Of men wil niet of men kan niet of men vindt het zo wel prima. Ik geloof eigenlijk meer het laatste 😉

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *