Het is weer hommeles in de Brabantse politiek. Ik schreef er weer iets over voor Omroep
Brabant.
Het CDA in Provinciale Staten wil dat de deadline waarop boeren hun vergunning voor
een milieuvriendelijke stal moeten inleveren alsnog van tafel gaat. Die ligt nu op 1 april 2020.
Vorige eek besloot een meerderheid van Provinciale Staten nog dat voor een aantal boeren
een uitzondering gaat gelden. Het CDA ging daarmee akkoord. De fractie wil nu toch dat
er uitstel voor alle boeren komt.
Met deze opmerkelijke stap legt het CDA voor de tweede keer in een paar weken een
bom onder de coalitie. De eerste keer slaagden de coalitiegenoten er nog in die bom
onschadelijke te maken door het vuur te doven voordat het bij het lontje kwam. Dit keer
heeft het CDA het lont in brand gestoken en is het wachten op de politieke klap.
Waar het CDA vorige week nog redelijk standvastig mee ging met de coalitiepartners is er nu
de ommezwaai. Dat komt omdat de CDA-afdelingsvoorzitters zich hebben geroerd.
Die vonden het resultaat dat de fractie uit het vuur sleepte veel te mager. Ze hebben zelfs
voor zaterdag een bijeenkomst uitgeschreven om daar over te praten. De boerenactiegroep
Farmers Defence Force heeft al aangekondigd met de tractor voor de deur van die
vergadering te gaan staan.
De druk van de partijvoorzitters en de lokale CDA-fractievoorzitters heeft er voor gezorgd
dat nu ook de provinciale fractie door de knieën is gegaan. Dat de lokale christen-democraten
dat deden is te begrijpen. Zij staan dicht bij hun leden van wie een groot deel boer is en die
ze in het dorp voortdurend tegen komen.
Provinciale bestuurders spelen doorgaans in een ander krachtenveld dan het dorp. Zij
hebben te maken met een coalitie waarmee compromissen zijn gesloten. Het CDA in
Provinciale Staten heeft er voor de boeren uitgesleept wat eruit te slepen was, ook al is dat
minimaal. Nu de fractie toch weer teruggrijpt op verlenging van de deadline is een kans op een
politieke crisis groot. Al was het alleen maar omdat nu blijkt dat je met de christen-democraten
geen zaken kunt doen. In de politiek heet dat: een onbetrouwbare partner.
Hoe nu verder? Stel dat het CDA een voorstel maakt waarin staat dat de deadline wordt opgeschoven.
Dan moeten Provinciale Staten daar over stemmen. Daar zullen PVV en FvD voor stemmen en ook
een aantal kleinere partijen zullen er in mee gaan. De vraag is welke partijen de hele kwestie een
politieke crisis waard vinden. Afhankelijk daarvan wordt het spannend of er voor zo’n voorstel en
meerderheid komt. En dan is er dus crisis.
De coalitiepartijen GroenLinks, D66, VVD en D66 zullen niet toegeven. Daarvoor zitten ze te
geharnast in deze strijd. GL en D66 zijn er heilig van overtuigd dat de natuur gered moet worden,
de VVD wil wegen aanleggen en de PvdA wil huizen bouwen en daarvoor moet de stikstofuitstoot
teruggedrongen worden te beginnen bij de boeren.
Als er een politieke crisis ontstaat die leidt tot het vertrek van het CDA uit de coalitie, verliezen
de boeren een bondgenoot en zal er opnieuw over samenwerking onderhandeld moeten worden.
Nieuwe verkiezingen kan staatsrechtelijk niet. Dat worden lange onderhandelingen in een tijd
waarin er zulke belangrijke beslissingen moeten worden genomen over de toekomst van de boeren.
Een politieke crisis op dit cruciale moment zou heel slecht zijn. De vraag is of de lokale
CDA-bestuurders zich daar voldoende van bewust zijn.