Vocalies (412) Stockholm 18 augustus 2016

(Door Marlies)

Zo, wat een mooie vier dagen hadden we in Stockholm. Geweldig! Ik ga u niet vermoeien
met praatjes over een geweldig hotel, lekker eten, een vrijwel vlekkeloos verlopen heen- en
terugreis en meer van dat soort dingen, u zou er eens jaloers van kunnen worden… Zelfs
over de geweldige gids zal ik zwijgen; als u ooit naar Stockholm gaat: stuur me een mail
en ik vertel u wie u moet hebben voor de mooie verhalen.

Waar ik u wel mooi over kan vertellen zijn de twee opera’s waar we naartoe geweest zijn. Twee
goeie van Mozart: ‘Cosí fan tutte’ en ‘Don Giovanni’. Over beide opera’s zal ik vast wel eens
geschreven hebben, maar nu heb ik weer nieuwe sappige details en dus een reden om
het er weer eens over te hebben.

Laten we beginnen met Cosí (in Nederland ook wel liefdevol uitgescholden als ‘Koosje van Tutte’).
Mozart componeerde ‘Così fan tutte, ossia La scuola degli amanti’ in 1789. Het is een twee-akter
op teksten van zijn min of meer vaste librettist: Lorenzo da Ponte. De première op 26 januari 1790
in Wenen was een groot succes. Jammer was het dat keizer Jozef II op 20 februari 1790 overleed
en alle theaters tijdelijk werden gesloten. Pas in juni 1790 werd de opera weer opnieuw opgevoerd.

Het thema is volstrekt tijdloos, dat is vast ook een van de redenen waarom-ie zo vaak opgevoerd
wordt. De thema’s: liefde en bedrog, vriendschap en verraad, idealen en desillusies, verleiding
n moraliteit.

Plot:
De jonge officieren Guglielmo en Ferrando scheppen bij hun oudere vriend Don Alfonso op over
de trouw van hun geliefden. Don Alfonso is van mening dat alle vrouwelijke schepsels in de liefde
niet te vertrouwen zijn en wil zijn gelijk bewijzen. De twee officieren willen meewerken aan een
weddenschap om hun verloofden te testen en er wordt een complotje gesmeed: Ferrando en
Guglielmo doen net alsof ze zijn weggeroepen naar het front. De heren worden uitgezwaaid in
een van de mooiste trio’s die Mozart ooit geschreven heeft: ‘Soave sia il vento’: moge de wind en
de wolken u gunstig gezind zijn.

Ze komen terug, vermomd als Albaniërs en doen hun best om Fiordiligi en Dorabella te verleiden.
In eerste instantie lukt het hen niet de dames te verleiden en ze melden zich bij Don Alfonso om
te cashen, ze vinden dat ze de weddenschap gewonnen hebben. Don Alfonso echter is een oudere
man met veel ervaring en hij vindt het nog te vroeg om de weddenschap te beëindigen.

Uiteindelijk krijgen de dames toch een oogje op de Albaniërs en ze beginnen te flirten met de
ermomde verloofden – de één met de verloofde van de ander. Om de test te voltooien wordt zelfs
dubbele bruiloft gepland!

Maar dan houdt de vermomming geen stand onder de druk van al de verleidingen en intriges en de
vier geliefden pakken de draad van het leven weer op.

Resultaat is – vooral volgens Don Alfonso – dat zowel vrouwen als mannen niet in staat zijn om
trouw te blijven aan hun geliefde. Da’s geen reden voor chagrijn, er zit niet één chagrijnige noot
in deze hele opera….

En wat nou zo grappig was: de rectitatieven (en in Don Alfonso’s geval ook delen van de aria’s)
waren in het Zweeds. Het duurde even voordat ik het door had…. de Zweden om mij heen zaten af
en toe te grinniken en de grap ontging mij. Op een gegeven moment had ik het door. Het werd zo
goed en vlot gedaan dat het volkomen organisch leek en ik kan niet beoordelen of er harkerige
vertalingen bij zaten; ik spreek geen Zweeds…

Nog gauw even over de geweldige locatie waar we zaten: Ulriksdals Slottsteater Confidencen is het
oudste Rococo-theater in Zweden en het ligt in een Nationaal Stedelijk Park. Het werd in gebruik
genomen in 1753 en gebruikt door Koning Gustav III en is nu in gebruik als zomertheater voor opera,
ballet en concerten.

Het heet Confidencen omdat de middelste kamer getransformeerd was in een eetkamer met een
“table à confidence”: een tafel die gedekt werd in de kelder en door de vloer heen gehesen werd door
een ingenieus systeem. Zo konden de edelen genieten van hun eten zonder de aanwezigheid van bedienden.

In het filmpje nogmaals het prachtige trio waar de dames afscheid nemen en hun gelieven uitzwaaien.
Deze opname is niet uit Confidencen, maar van het Glyndebourne festival van 2006.

 

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (409) Drottningholm 6 juli 2016

(Door Marlies)

Uit het NRC van 20 juni 2016: ‘Theater Drottningholm uit 1792
eindelijk in de hoofdrol’

Geen onderwerp voor een vocaal klassiek-stukkie lijkt het, maar
dat is niet helemaal waar.

Op de eerste plaats is dit theater een van de twee prachtige theaters
waar ik met gasten van Musico naar toe mag in augustus en op de
tweede plaats…. Nou ja lees maar, ik citeer gedeeltelijk het NRC:

‘Het Slottsteater van koning Gustaaf III is het ook nog het oudste.
Met de jubileumopera ‘The Rococo Machine’  viert het theater
haar 250-jarig bestaan. Deze zomer vinden festiviteiten plaats,
waaronder Mozarts opera Don Giovanni.

Het Drottningholm Slottsteater, opgetrokken uit hout en gedecoreerd
met papier-maché, opende in 1766. Het kende voor die tijd een
geavanceerde toneelmachinerie waarmee alles mogelijk was: een
bewegende kist met rotsblokken veroorzaakt donder, papieren
golven verbeelden de zee, windmachines ruisen en bliksem flitst.
Beschilderde decorstukken roepen paleisinterieurs en
boslandschappen op. Alles perfecte illusie, als een toverdoos.

Filmregisseur Ingmar Bergman was verliefd op het theater,
het inspireerde hem tot de filmversie van Mozart’s Die
Zauberflöte. In 2000 en 2003 regisseerde Pierre Audi er twee
opera’s van Händel, Tamerlano en Alcina , die later in de
Amsterdamse Stadsschouwburg te zien waren, in een exacte
replica van het Zweedse barokdecor.

Met de jubileumopera The Rococo Machine plaatst de Zweedse
componist Jan Sandström het theater in het hart van de uitvoering.
De opera is een hommage aan de ingenieuze machinerie en de
bewogen geschiedenis van het theater.

Voor theatermakers is het theater een sleeping beauty. Na de moord
op de koning in 1792 werd het verlaten. Tot in 1921 ee
theaterhistoricus nietsvermoedend de deuren opende, op zoek
naar Zweedse toneelhistorie, en van de ene verbazing in de andere
viel. Een laag stof van anderhalve meter bedekte zaal en machinerie.
De ruimte was gebruikt als stalling voor koetsen en opslagplaats voor
aardappelen. Alles was intact, alleen de touwen moesten vernieuwd
worden.

Kaarslicht en vuur spelen in ‘The Rococo Machine’ een belangrijke
rol als noodlottige krachten. Een zangeres met brandende kaars
komt op, zij is de ‘kaarsensnuitster’ van vroeger, belast met het
doven van de kaarsen, ’s nachts. Om brand te voorkomen. Ze zingt
een aria over de gloed van kaarslicht in vroeger tijden. En daar
hebben we ons linkje naar vocale klassieke muziek!

Vuur speelt ook in Don Giovanni, de opera waar wij naar toe mogen
in augustus een belangrijke rol: op het laatst wordt hij verzwolgen
door het hellevuur, hopelijk gaan ze daar in Drottningholm prudent
mee om….

Ik zit nu al te kwispelen van plezier over het feit dat ik in augustus
naar dit juweeltje op bezoek mag.

In het filmpje een soort ‘sneak-preview’ door het theatertje….

Hartstikke leuk!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *