Trots op de postbode 4 augustus 2022

Mijn vader was postbode. Dat was in de jaren vijftig en zestig.
Begin jaren zeventig werd hij hoofdbesteller, zeg maar de baas
van de postbodes in Barneveld.

Vandaag las ik dat postbodes een vast contract krijgen. Post NL
wordt daartoe gedwongen omdat er anders geen mens meer
met brieven en pakjes lang de deur wil. In de tijd van mijn vader
was postbode een felbegeerde rijksbetrekking.

Postbode in de tijd van mijn vader was iets anders dan
postbode in de tijd van Bol.com. Mijn vader droeg een keurig
zwart kostuum. Nu realiseer ik me pas dat onze term pospak
geen recht deed aan de broek met  rode biezen langs de pijpen
en een pet met een glimmende klep waarop het koperen
kenmerk PTT was vastgenageld. 
In de schuur hing de poscape die
hij omsloeg als het hard regende. We voelden een zekere trots
bij de goedgeklede man in zijn voorname pak.

Er is een moment geweest dat Tante Pos haar medewerkers
in een lichtgroen zomeruniform hees. Mijn vader durfde er
bijna niet mee over straat.

De oranje pet die postbezorgers nu dragen, zou mijn vader
zelfs op Koninginnedag niet gedragen hebben. Dat lag aan hem,
hij was niet zo uitbundig.

Postbode was je toen voor het leven. Het was een rijksbetrekking
met zekerheid op een vast inkomen en een goed pensioen.
Dankzij het uniform had je een zeker aanzien. Het idee dat
mijn vader in een korte broek brieven zou hebben bezorgd
gaat mijn voorstellingsvermogen ver te boven.

Ruim veertig jaar lang stond mijn vader voor dag en dauw op.
Hij was al weg als wij aan het ontbijt zaten. Tussen de middag
aten we warm, waarna mijn vader de tweede tranche ging doen.
Als wij uit school kwamen deed hij een dutje, dan moesten wij stil
zijn. Het waren de offers die gebracht moesten worden voor een
vaste baan bij de Rijksoverheid.

Toen mijn vader naar Barneveld ging merkte ik opeens dat
postbode zijn ook een bijbaan kon zijn. Er bleken namelijk nogal
wat boeren uit de omgeving ook brieven te bezorgen. Dat konden
ze namelijk uitstekend combineren met hun werk op de boerderij.
Zo verdienden ze aardig wat bij en ze hadden een zekere
bestaanszekerheid.

Mijn autorijles kreeg ik van een collega van mijn vader, die ‘s morgens
post bezorgde en die na zijn middagdutje een autorijschool dreef.

In de loop der decennia is het beroep van postbode veranderd.
De tijd dat er een man in een keurig uniform fluitend door het
dorp fietste en die ‘s avonds bij de boterham de laatste roddels
vertelde die hij onderweg allemaal had opgepikt is verdwenen. 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *