Ik geloof niet in het herscheppingsverhaal 15 april 2022

Ik geloof niet in het scheppingsverhaal zoals dat in de Bijbel
aan ons wordt geopenbaard. Dat argument heb ik in mijn jonge
jaren ten lange leste gebruikt toen de predikante van de
protestantse gemeente mij voortdurend vroeg lid te worden
van de kerkenraad. 

Nadat ik haar drie keer had verloochend met druk, druk en druk
zette ik mijn troef in. Ze moest lachen. “ Als jij wel ik het
scheppingsverhaal zou geloven zou je de enige in de kerkenraad
zijn,” zei ze. Ik zwichtte voor God en haar.

Het nadenken over het ontstaan van het heelal heb ik opgegeven.
De aarde is er en de mens, die zichzelf  als meest intelligente soort heeft
uitgeroepen tot artificial intelligence het heeft overgenomen,
moet die bol inrichten. Daar zijn we al een tijdje mee bezig.

De ene groep doet dat sneller en beter dan de andere. Terwijl de
mensen in de lage landen nog in een plaggenhut leefden waren
sommige culturen al bezig met mozaïekvloeren waar wij uit het
westen nog steeds met open mond naar kijken.

Inmiddels proberen wij op dat lapje grond dat Nederland heet
voor iedereen een plekje te maken dat hij of zij thuis kan noemen.
Althans, bijna iedereen, want het aantal bezwaren tegen
het creëren van woonruimte is meestal groot. We zijn met
z’n alleen creatief in het bedenken van die bezwaren.

Het alle grappigste wat ik ooit gehoord heb was het bezwaar
van woonwagenbewoners tegen een woonwijkje in de buurt
van hun kamp. Toen bleek dat ze die strijd tegen pottenkijkers
gingen verliezen hoorde ik één van de woonwagenbewoners
tijdens een bezwarenzitting zeggen: je laat mensen toch niet
naast een woonwagenkamp wonen. Leuker cabaret hebben
we in het lokale dorpshuis  jaren niet meer gehad.

Lokale media geven ruim baan aan bezwaarmakers. In
Eindhoven wordt veel gebouwd dus het zijn toptijden voor de
chroniqueurs van verhalen over het leed dat mensen wordt
aangedaan omdat anderen ook een thuis willen. Het valt
me op dat het in negen van de tien verhalen gaat over gebrek
aan parkeerplaatsen omdat elke nieuwe buur een
autootje meebrengt.

De mens is eeuwig bezig de wereld te herscheppen. Het
uitgangspunt daarbij is dat de auto voor de deur moet staan.
Ook dat herscheppingsverhaal vind ik slecht verzonnen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Automobilisten hebben het ook niet makkelijk 27 februari 2018

Volgens mij staan wij aan de vooravond van een nationaal parkeerprobleem.
Eén van de grootste levensvragen van een Nederlander is de vraag: hoe krijg
ik mijn auto zo dicht mogelijk bij de voordeur. In Den Bosch hadden wij een
parkeervergunning waaraan een parkeerprobleem was gekoppeld. Er was
zelden plek voor de deur dus wij zetten onze auto soms twee straten verder.
Ons maakte dat niks uit maar er waren buurtgenoten die daar een heel
dingetje van maakten. Het was in ieder geval het meest besproken onderwerp
tijdens wijkvergaderingen. Meer nog dan de overlast door de coffeeshop.

Wij hebben één kleine auto. Lekker makkelijk, want die parkeer je overal.
Onze stelling is: er is altijd een gaatje voor een Kaatje. De laatste tijd zie ik dat
steeds meer merken modellen maken die klinken als een SUV. Misschien is
het gezichtsbedrog, maar ze lijken mij groter dan de modelletjes waar de
meeste mensen meer dan genoeg aan hebben. Temeer omdat de tijden dat wij
een gezin met vier kinderen in een Volkswagen Kevertje moesten proppen al
enkele decennia achter ons liggen.

Nu is mij al een paar keer opgevallen dat chauffeurs van zo’n SUV een
parkeerprobleem hebben omdat ze de grootste moeite hebben hun voertuig –
bijvoorbeeld bij de supermarkt – tussen twee gewone gezinswagens te krijgen.
Ik laat ze meestal even stoeien en als ze besluiten dat het niet lukt en
wegrijden, dan stuur ik met een brede glimlach onze auto op de parkeerplaats
waar de SUV-rijder niet in kon.

Ik heb me afgevraagd of het aan de stuurmanskunst van de SUV-rijder ligt
maar dat kan ik met niet voorstellen. SUV-rijders moeten ervaren chauffeurs
zijn want je gaat niet in zo’n bak rijden als je niet minstens 25000 kilometer
per jaar rijdt. Het moet dus aan de maat van de auto liggen en omdat ik er
steeds meer van zie denk ik dat wij binnen afzienbare tijd een nieuw
welvaartsprobleem hebben, namelijk de standaard van onze parkeerplaatsen.
Ik ben bang dat die opgerekt moet worden. Dat zal betekenen dat we minder
parkeerplaatsen krijgen, want die kun je wel oprekken maar de aarde wordt
niet groter. Minder parkeerplaatsen betekent dat de auto nog minder vaak
voor de deur kan staan.

Automobilisten hebben het ook niet makkelijk.

  1. Eric (reply)

    27 februari 2018 at 09:10

    Heel herkenbaar!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *