De perceptie van de NOS op een ernstig natuurprobleem 14 oktober 2018

Journalistiek was ooit een ernstige aangelegenheid. Hoewel ik niet uitsluit dat ik mijn vak al decennia serieuzer
neem dan het ooit geweest is.

Vanaf het moment dat  informatievoorziening en entertainment klonterden tot infotainment ben ik dolend in mijn
eigen vakgebied. Er zijn momenten dat ik aan alles en vooral mijzelf twijfel.

Thuisgekomen van vakantie heb ik wat bijgelezen. Mijn oog viel op een artikel op de website van de NOS. Voor de
meeste mensen is hun achtuurjournaal nog steeds de belangrijkste informatiebron, dus wij spreken hier over een
instituut.

Het instituut had een verontrustend artikel over het feit dat de aanhoudende droogte er voor zorgt dat in Nederland
heel veel vennen droog staan. Vertel mij wat. Voor een vogelaar zijn vennen plaatsen waar doorgaans veel te beleven
valt. Ik breng dus in mijn vrije tijd veel uren door aan vennen en weet dat de situatie op de meeste plekken
schrikbarend is. Complete vennen zijn verdwenen.

Me dunkt dat hier sprake is van een zeer ernstige situatie. Dus terecht dat de “koninklijke” NOS daar aandacht aan
besteedt. De eerste alinea is dan ook alarmerend: “Vennen staan droog, de bodem is keihard, natuurgebieden
snakken naar water”.  De ernstige mens in mij in het algemeen en de vogelaar in het bijzonder lezen verder op zoek
naar herkenning.

Maar daar moet ik even geduld voor hebben. De NOS schrijft nu eerst dat er warmterecords zijn gebroken. Oké, die
alinea pik ik mee, want ik weet dat meer mensen zich daarin herkennen dan in de verontrustende situatie in de
natuur. Net op het moment dat ik weet dat het de warmste oktoberdag is – of zoiets – komt er een alinea waarin ik
word opgeroepen een leuke foto van deze nazomerdag in te zenden. Ik ben dan de sombermans die zich afvraagt wat
er leuk is aan droge vennen, keiharde bodems en naar water snakkende natuurgebieden.

Je blijft lezen, want je wilt toch de lading waarvan je hoopt dat die door de kop wordt gedekt. Dat gebeurt nadat mij
is meegedeeld dat het heel mooi weer is voor terrasliefhebbers.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Koninklijk Huis 19 november 2016

Als journalist balanceer je altijd op een slap koord. Je kunt – al dan niet
onbedoeld – zomaar iets schrijven waardoor je hele volksstammen beledigt of
opruit. Dat wil niet zeggen dat je je daarom maar moet inhouden. De waarheid
is belangrijker dan de lange tenen van mensen.

Maar omdat journalistiek steeds vaker wordt bedreven op websites die niet de
waarheidsvinding tot doel hebben, maar zichzelf, is de kans op belediging
sterk toegenomen. Bij van oudsher gerenommeerde media is de scheidslijn
tussen feiten en commentaar ook steeds dunner geworden.

Als je een krant leest weet je doorgaans wel uit welke politieke of culturele
hoek de wind waait. Bij websites is het meestal nog duidelijker. Iedereen
begrijpt dat GeenStijl niet is voortgekomen uit de burelen van NRC
Handelsblad.

Ondertussen is duidelijk geworden dat Facebook fake-nieuws en
flagrante leugens één-op-één door plaatst en zich – tot voor kort – niks
aantrekt van het feit dat mensen alles voor zoete koek aannemen. Waarmee
Facebook voor mij van één van de meest boeiende ontwikkelingen op
mediagebied is verworden tot één van de meest gevaarlijke.

Onze eigen staatszender de NOS wil ook mee in de vaart der volkeren en
probeert publiek vast te houden met jolige zomerkollumpies. Vandaag staat er
een artikel op hun site over het feit dat onze protestantse koninklijke familie
steeds vaker omgaat – en zelfs huwt – met katholieken. Het feit dat prinses
Beatrix  bij de opening van een Rembrandt-tentoonstelling in het Vaticaan zal
zijn.

Je moet maar een aanleiding hebben om te schrijven dat sommige leden van
het koninklijk huis getrouwd zijn met katholieken en dat ze in tegenstelling tot
hun voorvaderen tegenwoordig wel de hand drukken van pausen.

Mij kan het allemaal niet schelen wat ze doen. Waar ik voor verbaasd over
was, was de laatste alinea van het artikel.

De vraag dringt zich op of en wanneer, na katholieken, ook moslims
doordringen tot de Oranjefamilie. Ons land telt zowat een miljoen moslims.
De voorzitter van de Tweede Kamer en de burgemeester van Rotterdam zijn
moslim.
Een islamitische Oranje lijkt niet langer ondenkbaar.

Het zit hem vooral in het woorden dringt zich op en  doordringen. Het heeft
voor mij een negatieve klank. Opdringen komt van opdringerig en
doordringen betekent dat je met moeite ergens binnen komt. Om dat te
kunnen moet je sluw zijn of over bovenaardse krachten beschikken. En dan
dat laatste zinnetje: Een islamitisch Oranje lijkt niet langer ondenkbaar.

Dan begin je toch terug te verlangen naar het aloude scheiden van feiten en
meningen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *