Max 6 november 2016

Ik heb vanmorgen in het Omroep Brabant-programma Sportlunch weer een gesproken
column gehad in de rubriek: “de ergernis van . . .  .”. Hieronder de tekst.

Max Verstappen. Wie ergert zich niet aan onze Formule 1-coureur? Nou ik bijvoorbeeld.
Mijn interesseert autoracen niet, laat staan dat ik mij erger aan Max Verstappen. Sterker nog,
ik heb niet eens een auto. Mijn vrouw heeft een auto, die wij samen gebruiken. Ik ben het
type man dat alleen mee gaat voor de kleur als zij een nieuwe koopt om aldus de autoverkoper
in verwarring te brengen.


Waar ik mij wel aan erger is aan die mensen die Maxje de hand boven het hoofd blijven
houden omdat hij ons land mogelijk weer op de kaart zou kunnen zetten in de wereld van de
autoracerij.

Waar praten we over. Een jochie. Max is negentien. Een leeftijd waarop minder getalenteerde
jong volwassen de ene helft van de week teren op hun laatste kroegfeest en de andere helft
met vrienden snatchappen om af te spreken voor het volgende feest. Max niet. Max moet
edisciplineerd leven. Hij moet zich concentreren op de volgende race. Maar waar die andere
leeftijdgenoten zich in het weekend te buiten gaan aan drank, wil Max op het circuit naast
de post pissen of beter gezegd, naast de baan rijden voor een paar puntjes. Want wij willen
dat hij puntjes pakt. Dat is goed voor onze nationale trots.


Maar moeten we die jongen dan blijven knuffelen zoals de veel ouders hun kinderen in
bescherming nemen. Nee, we moeten hem opvoeden net zoals we in ieder geval proberen onze
eigen kinderen in het gareel te krijgen als ze voor de vijfde keer op maandagmorgen niet uit hun
bed  te trimmen zijn. Je hebt er niks aan om Max te pamperen. Hij moet aangepakt worden. Wij
moeten er straks als natie trots op zijn als hij wint dankzij het feit dat wij hem met z’n alle de
juiste weg hebben laten gaan.


Dan hebben we ook nog het gevalletje Luuk de Jong, de spits van PSV die momenteel geen
deuk in een pakje boter schopt. Hij wordt door de massa verguisd, terwijl hij – in tegenstelling
tot Max – heeft bewezen dat hij wel degelijk een topper is. Luuk is geen 19 meer, maar 26. In
mijn ogen nog steeds een jonge man. Hij ligt ook onder een vergrootglas. Hoeveel mensen van
half twintig leven onder zo’n enorme druk zonder dat ze levenservaring hebben. Hij wordt niet
beter als een heel stadion hem uit fluit.

Zoals we Max af en toe een schop onder z’n kont moeten geven, moeten we Luuk af en toe juist
wel pamperen. Een beetje zoals een opvoeder met zijn kinderen om gaat. Soms moet je ze kastijden,
soms moet je ze een aai over een bol geven. Maar ja opvoeden is oneindig veel moeilijker dan
autoracen en voetballen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *