Kappers
(Door Ab Klaassens)
Doordat ik in mijn vroege jeugd gemarteld ben door kappers met botte
handkrachtgedreven tondeuses stel ik kappersbezoek uit tot mijn
levenspartner vraagt of ik een vlechtje wil.
De laatste jaren ga ik dan maar naar een haarsnijder die mij voor twee
tientjes verlost van overbodige groeisels. Hij hanteert zijn elektrische
tondeuse als een schaapscheerder maar is dan ook in tien minuten
met mij klaar.
Recentelijk is de buurt verrijkt met een nieuwe salon, bemand door een
vluchteling uit Irak.
Ik was snel aan de beurt. De kapper hanteerde alleen een schaar die hij
razendsnel rond mijn hoofd liet dansen. “Mooie haar”zei hij.
“Melkboerenhondenhaar” gaf ik terug, Op zijn verzoek om uitleg
moest ik passen.
Onder zijn handen werd ik – althans zijn spiegel – twintig jaar jonger. Hij
haalde haren uit mijn neus en oren, modelleerde mijn wenkbrauwen,
epileerde pijnloos ongewenste haargroei op andere plaatsen, voorzag mijn
gelaat met verkoelende zalfjes en poetste als toegift mijn brillenglazen.
Hij rekende tien euro.