Namen
(Door Ab Klaassens)
Altijd als ik de heer Kuzu van de Turks-Nederlandse partij Denk door de
vergaderzaal van de Tweede Kamer zie banjeren word ik bekropen door het
vermoeden dat de geachte afgevaardigde op weg is om iemand een pak
rammel te geven.
In zijn houding en gestalte zit iets dreigends, maar z’n naam is daarentegen
vol van tederheid. Kuzu = lammetje.
Rond de eeuwwisseling hadden we een minister-president die op uitnodiging
van de Amerikaanse president Bill Clinton naar het Witte Huis kwam om
daar ons poldermodel uit teleggen. Het uitspreken van zijn naam zorgde soms
voor hilariteit bij de Amerikanen, want Wim Kok werd verstaan als Wim Cocq.
En cocq is volkstaal voor penis.
Intussen hebben ook de Fransen iets om te lachen, want duizenden Nederlanders
zien ene meneer Baudet als de man die ze komt verlossen uit de doffe ellende
van vele jaren wanbeleid door de gevestigde politieke partijen. Een baudet is,
volgens de woordenboeken, een ezel.