Ik geniet van VPRO’s Zomergasten. Dit jaar meer dan ooit. Dat komt omdat ik de gasten
interessante mensen vind en ik hou van de manier waarop Janine Abbring ons
door de avond loodst.

Meer dan anders geven de gasten mij stof tot nadenken mee. Nog
gaan de woorden van viroloog Jaap Goudsmit door mijn hoofd toen hij sprak over
het herkennen van de geschiedenis.

Goudsmit is een paar jaar ouder dan ik, maar wij zijn van dezelfde generatie. Daarmee
houdt meteen alle vergelijking op.

Hij sprak over de opgaande lijn die onze generatie meemaakte. We zijn gezonder, we
worden gemiddeld ouder dan ooit. Daar is nu wel een kentering in gekomen. De
levensverwachting in sommige delen van Amerika gaat omlaag. Goudsmit zei dat onze
generatie niet gewoon is dat dingen ook achteruit kunnen gaan.

Vooral die laatste woorden spelen door mijn hoofd. Onze generatie (ook wel
boomers genoemd) kent als groep inderdaad alleen maar een opgaande de lijn. Wij zijn
de eerste generatie (althans in Nederland) van wie de meesten niet in armoede
opgroeien. Wij hebben hier te lande geen oorlogen meegemaakt. Wat mij betreft is
het trefwoord voor deze generatie: vanzelfsprekendheid. Groei van de welvaart is
vanzelfsprekend. Ziekenhuizen waar mensen voor ons klaar staan zijn vanzelfsprekend.
Water uit de kraan is vanzelfsprekend.

Maar hoe kijken mensen over honderd jaar terug op dit deel van de geschiedenis
waar wij deel van uitmaken. De situatie kan dan totaal anders zijn. Ik denk dat die
anders is. Er waren tijdens mijn leven een paar dingen die ik als bepalend heb ervaren.
De oliecrisis, die mij deed beseffen hoe afhankelijk wij zijn. De val van de Berlijnse
Muur die een einde maakte aan de gedachte waarmee ik ben opgevoed, namelijk dat
er elk moment een Rus in onze achtertuin kon staan. En de aanslag op de Twin Towers
die mij deed beseffen hoe kwetsbaar we zijn en die een nieuwe angst veroorzaakte
en een tweedeling in de wereld bloot legde.

Ondertussen ging mijn leven gewoon door. Nu is er het coronavirus dat de wereld
op z’n kop zet en die voor onzekerheid zorgt, maar nog steeds komt er water uit de
kraan en stort de baas elke maand geld op mijn rekening.

Maar ondertussen wordt het wel steeds warmer en droger. Ondertussen stromen er
– meer dan eigenlijk al vijfhonderd jaar gebeurt – mensen uit andere landen ons land
binnen in de hoop hier een beter bestaan op te bouwen. We moeten proberen onze welvaart
te delen, terwijl een grote groep mensen vindt dat wij er bij dat delen als verliezers uitspringen.

We hebben een stikstofprobleem dat moet worden opgelost. En hoe lang stroomt
dat water voor bijna niks nog uit de kraan?

We zitten midden in een ingewikkelde periode die over honderd jaar geschiedenis
is die met de kennis van dan beschouwd kan worden. Je zou willen dat je dan kon zien waar
dat stukje wereldgeschiedenis waar je een ademtocht deel van uitmaakt toe heeft geleid.

Na het zien van Zomergasten met Jaap Goudsmit zei ik tegen mijn vrouw: “Misschien
zijn wij wel de enige generatie die op ons sterfbed kan zeggen dat we er als groep
zonder al te grote kleerscheuren doorheen zijn gerold”.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *