(Door Ab Klaassens)
Van Hans Alders, beroepsvergaderaar, zei men ooit dat hij tot commissaris van de koningin in
Groningen was benoemd omdat hij zo trouw de tassen van Wim Kok had gedragen. En zich
– goed betaald – liet benoemen tot voorzitter van talloze commissies die oplossingen moesten
bedenken voor problemen die door de leden van die commissies waren veroorzaakt.
Toen ik bij de Zwolsche Courant werkte (1960-67) was ik een keer deelnemer aan een discussie-weekend
in een congrescentrum op het platteland waar het functioneren van het provinciebestuur werd
besproken. Na het avond-eten zat ik naast de commissaris van de koningin bij de open haard. Hij liet
steeds maar weer een glas wodka aanrukken dat hij vervolgens ledigde in het haardvuur, ‘want dat gaf
zulke leuke vlammetjes’.
Nadat Dries van Agt als minister-president terzijde was geschoven kreeg hij als troostprijs de
hoogste functie in de provincie Noord-Brabant. Als snel klaagde hij dat hij als commissaris van
de koningin bar weinig te doen en te vertellen had. Hij noemde zichzelf beklagenswaardig en vertrok
zodra hij de kans kreeg naar een andere goed betaalde nutteloze functie als ambassadeur van
iets onduidelijks in Japan.
De commissaris van de koning is de baas van een lege doos.