(Door Marlies)

Kennudat? Dat je, ééns een zanger, altijd een zanger blijft, ook als je niet meer
echt zingt? Ik val weer eens met de deur in huis, sorry, ik leg het uit.  Ik dacht
deze gedachte deze week toen een van mijn collega’s een opmerking maakte
over klassieke muziek. Op mijn ‘hoofdwerk’ (secretaresse zijn bij een
overheidsorganisatie) worden dat soort opmerkingen niet vaak gemaakt, dus
je moet ze koesteren…

Ik was kaartjes aan het snijden op een snijmachine en onregelmatig maakte
het vlijmscherpe mes een guillotine-achtig geluid. Ik stond al grinnikend aan
de finale van Poulenc’s  ‘Dialogue des Carmelites’ te denken, toen een collega,
eveneens grinnikend, opmerkte, “zeg kan dat niet in de maat… ?” Dat was
mijn opening. Ik vertelde over de bijzonder intrigerende en lugubere finale uit
de enige opera die Francis Poulenc ooit schreef: de zusters uit het klooster
worden een voor een afgevoerd naar de guillotine en Poulenc heeft bijzonder
huiveringwekkend de val van het mes in deze finale verwerkt. Ik hoorde het
stuk ooit terwijl ik in de auto zat en heb de auto stilgezet op een bospad. Ik
kon niet  verder rijden, maar ik kon de radio ook niet uitzetten.

Ik laad een filmpje op waarin de enscenering niet heel erg plastisch is, maar
de val van het blok wel heel duidelijk wordt weergegeven. Er zijn ‘plastischer’
filmpjes, kijk maar op YouTube.

Dat is een lugubere aanleiding tot deze overpeinzingen, meestal zijn de
aanleidingen leuker, dat u zich geen zorgen maakt over mijn geestelijk
welzijn…

Ik kan geen trap oplopen zonder als ik boven ben te denken aan het Laudate
Dominum van Mozart. Het was ooit een oefening: loop een trap op, adem in
op weg naar boven en eenmaal boven aangekomen zing je het begin van dit
prachtige stuk uit de Vespers van Mozart. Als je dat kunt zonder ‘bij te
snappen’, vlak voor ‘Dominum’ ben je een goeie (voetnoot: ik kon het niet;
had altijd ruzie met mijn adem bij Mozart).

 

Ik laad een filmpje op van Cecilia Bartoli, heel veel beter wordt het niet.

In een gebouw waar ik ooit werkte had de lift de twee tonen van een
overmatige kwart (dit is er een voor de muziek-theoretische knagers onder u).
Ik kon het niet laten om de noot die erná komt te zingen als ik de lift in stapte.
Collega’s leerden het af mij er verwonderd over aan te kijken. Ze waren
gewend aan deze ‘gesjeesde sopraan’. Gelukkig heeft de lift in het
appartementencomplex waar ik nu woon maar één toon; hetgeen mij er
overigens niet van weerhoudt om die toon als beginnetje voor ‘welk-lieke-dan-
ook’ te gebruiken…

 

Ik laad een filmpje op met Jose Carreras die ‘Maria’ zingt (uit
West Side Story), daar zit die overmatige kwart namelijk in, let een beetje op
en u herkent ‘m, zelfs als u geen muziektheoretisch knagertje bent. Kijken
naar het filmpje drijft me weer tot tranen. Die aandoenlijke, nog jonge
Carreras en het hoofd van dirigent Bernstein, die beseft dat hij hier iets
geweldigs aan het dirigeren is.

Zo zijn er nog veel meer voorbeelden, als ik er weer eens paar leuke bij elkaar
heb, zal ik u daarvan weer op de hoogte brengen.

Affijn, ik zou mezelf niet tot knettergek verklaren, wel tot prettig gestoord, dat
ik overal, maar dan ook echt overal muziek uit kan halen. Dat heeft vaak
ontroerd op momenten dat dat niet heel goed uitkwam, maar het heeft  me
ook door veel crises gesleept.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *