In de rij bij de kassa van de supermarkt stond een mevrouw. Ze had een zakje
met broodjes op de band gelegd.

De zakjes hebben een doorzichtige voorkant zodat de caissière kan zien wat de
klant er in gedaan heeft.

“Zijn dit ham-kaas of alleen kaascroissants”, vroeg het meisje achter de kassa.

De mevrouw keek haar aan alsof iemand haar had gevraagd in twee woorden
uit te leggen hoe een postduif altijd weer de weg naar huis vindt. De mevrouw
was niet het type waaraan je ingewikkelde vragen stelt.

Omdat de mevrouw het bij de verbaasde blik hield herhaalde het meisje de
vraag.

“Ik weet het niet”, zei de mevrouw. Ze sprak zacht en klonk schuldbewust.

Het meisje keek nog eens door het venstertje van de papieren zak, maar zo
vond ze het antwoord niet.

De mevrouw wilde haar behulpzaam zijn. “Ze zijn in de reclame”,  zei ze tegen
het meisje.

Die deed een paar dingetjes op het schermpje voor haar neus.

“Dat is één euro”,  zei ze.

“Ja”,  zei de mevrouw, “die zijn het”.

“Het maakt ook niks uit want de ham-kaas en kaas kosten evenveel”,  zei het
meisje.

De mevrouw legde een muntje dat ze al die tijd in hand had naast de kassa
en verliet langzaam de winkel. Zichtbaar opgelucht dat de benarde situatie in
haar voordeel was beslecht.

Ik ben benieuwd of ze zich afvraagt waarom haar zoveel vragen werden
gesteld als het in de prijs toch niks uitmaakt. En of ze dan net als ik tot de
conclusie komt dat het misschien met voorraadbeheer heeft waarbij
informatie over verkochte goederen via onzichtbare verbindingen van de
kassa aan een computer wordt gegeven.

Maar zo’n mevrouw leek het me niet. Het leek mij meer een mevrouw die
thuis lekker haar croissantje oppeuzelt en zich dan rijk voelt als blijkt dat het
hamkaas is in plaats van alleen maar kaas. En dat voor één eurootje.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *