In Eindhoven is vrijdag een monument onthuld ter nagedachtenis aan
de slachtoffers van de Herculesramp Het is twintig jaar geleden dat het
militaire Herculesvliegtuig neerstortte op vliegbasis Eindhoven. Er kwamen
32 mensen bij om.
Iedereen heeft zo z’n eigen herinneringen. Ik was net thuis en zat aan de
avonddis toen de telefoon ging. Een gewone telefoon want we hadden nog
geen mobieltjes. Een collega meldde dat er een vliegtuig was gecrasht.
Meer gegevens waren er niet. Ik ging terug naar de redactie waar ik de hele
avond aan het bureau werkte. We zonden live uit, alleen op radio want we
maakten nog geen televisie. Live was bijzonder want dat deden we
’s avonds niet.
We hadden verslaggevers geposteerd op verschillende plekken. Desondanks
konden we niet dicht bij de plek van de ramp komen. We probeerden onze
luisteraars zo goed mogelijk te informeren met de schaarse informatie die
fragmentarisch binnen kwam.
In het vliegtuig zaten leden van een militair muziekgezelschap hoorden
we. Er gingen getallen rond over aantallen inzittenden (meer dan dertig),
maar hun lot bleef onzeker.
Op een bepaald belde onze verslaggeefster die bij de balie van het
ziekenhuis stond. Ze vertelde dat ze twee artsen had gezien die terug kwamen
van de vliegbasis. Ze had die twee tegen een andere arts horen zeggen dat
ze niets meer konden doen. Dat iedereen dood was.
Het moment dat mijn collega dat aan ons vertelde is me het meest bijgebleven.
Wij moesten op dat moment beslissen of we haar dat in de live-uitzending
zouden laten vertellen. Nu zou daar geen discussie meer over zijn, toen wel.
We hebben het haar laten vertellen. Het was te groot om niet te doen.
Groter dan wij konden bevatten.