(Door Marlies)
Wat een vreselijke week, wat een uitermate erge, afschuwelijke, vreselijke
week… gauw effe evalueren en vervolgens verder met het leven…
Het begon er al mee dat ik een ‘Madrileens griepje’ meekreeg met
buitengewoon gemene bijverschijnselen, en buitengewoon hardnekkig ook. Ik
moest iets doen wat echt een dingetjes is voor mij (NOT!): de handdoek in de
ring gooien.
Kennu die van die reisleidster die naar Keulen ging (met Musico)? Nou die
ging dus niet. Collega Susan, die de reis ook voorbereidde, nam ‘m over en zit
nu in Keulen. Het is maar goed ook, want stel je voor dat ik de gasten met dit
had aangestoken, ik zou het mezelf nooit vergeven hebben.
Maar ja: een paar voorbeeldjes: geen Matthäus, geen opera, geen ballet, geen
boeiende gesprekken, stadswandelingen, musea en lekker eten. Eerlijk
gezegd: ik moest er niet aan denken. Mijn hele lijf deed zeer, tot aan de
wortels van mijn tanden toe, ik klonk als een overjarige bas en ik wilde alleen
maar slapen, slapen en nog eens slapen…
Vervolgens gaan er bommen af in Brussel en wordt de hele wereld weer in een
neergaande spiraal gedwongen waar we met zijn allen nou al decennia lang in
zitten en waar niemand de weg uit weet en dan gaat ook Johan Cruijff nog
eens dood, iemand waarvan je dacht dat-ie onsterfelijk was… kortom: een
vreselijke week…
Maar ja, alles gaat voorbij en ik heb net weer een rondje gelopen en ik hoest
niet eens meer zo heel erg…
Ik had beloofd u te vertellen naar welke voorstellingen ik was geweest en dat
doe ik nu dan maar min of meer virtueel.
Eerlijk gezegd dat ik blij dat de Tsunami aan Matthäussen tot stilstand is
gekomen, als zal ik het tot in de dood ontkennen als u het tegen me gebruikt…
Er is genoeg (zo niet teveel) over geschreven in alle media, dus ik laat het
daarbij.
Donderdagavond zou ik naar ‘Die Kluge’ gegaan zijn met een deel van mijn
gasten. Tamelijk onbekende, korte opera van Carl Orff, in zijn tijd net zo
succesvol als zijn Carmina Burana, las ik ergens.
Het verhaal:
Een boer brengt een gouden vijzel, zonder stamper mee naar huis. Hij heeft
hem gevonden op het land van de koning. Hij wil de vijzel naar de koning
terugbrengen en verwacht dat hij daarvoor een beloning zal ontvangen. Zijn
dochter waarschuwt hem: de koning zal waarschijnlijk ook graag de stamper
terug hebben. Haar vader loopt het risico dat de koning hem ervan gaat
verdenken de stamper te hebben gestolen.
Haar voorspelling komt uit: de boer wordt gevangen gezet. Hij roept daar
steeds in vertwijfeling: “Och had ik mijn dochter maar geloofd!” Met deze
kreet begint Orff’s opera.
De hartenkreet wordt de koning verteld en hij wil de dochter van de boer zien.
Als de dochter drie raadsels die de koning haar opgeeft kan oplossen, zal de
koning haar vader vrij laten en haar (zijnde ‘de kluge Frau’) trouwen. Dat lukt
en ze trouwen
Het gaat in het begin goed, maar dan komt de (nu) dochter/koningin de
bezitter van een ezel tegen, die door de koning onrechtvaardig is behandeld.
Ze wil de man helpen, maar de koning wordt boos en stuurt haar weg. Ze
mag echter meenemen waar haar hart het meeste naar verlangt. Ze kiest de
koning (alweer slim!), die ze eerst met een drankje in slaap heeft gebracht. Als
de koning in de boerderij wakker wordt realiseert hij zich hoeveel zijn vrouw
van hem houdt. Zo lukt het haar (toch!) zichzelf, haar vader, en de ezelbezitter
te redden en de heerserige koning aan zich te onderwerpen.
In het filmpje een buitengewoon geestige versie van de scène waarin de
koning zijn drie raadsels opgeeft. Echt Orff, qua ritmiek, bezetting. Goed
geregisseerd! De gasten zullen genoten hebben
PS:
Ter vertroosthinghe ende vermaeck: er staat ook weer een nieuwe podcast op mijn eigen site! Zie de grote icoon hiernaast