(Door Ab Klaassens)
In het Eindhovens Dagblad las ik een bericht over een tot veertien jaar
gevangenisstraf veroordeelde crimineel die vanuit zijn cel crimineel bezig is.
In zijn cel is apparatuur aangetroffen waarmee hij contact houdt met
criminele relaties. Dat mag niet. De raadsman van de crimineel zegt, volgens
de verslaggever ‘dat er zogenaamde contrabanden een gevangenis
binnenkomen’.
Ik vrees dat de verslaggever de raadsman niet goed heeft begrepen doordat
het woord contrabande ontbrak in haar woordenschat.
Dat kun je twee dingen doen: Je vraagt de raadsman wat hij bedoelt met
‘contrabanden’. Of: Je denkt dat niemand weet wat ‘contrabanden’ zijn zodat
je kunt volstaan met het toevoegsel ‘zogenaamd’.
Zo eenvoudig gaat het toe in de journalistiek.