Zebrapad
(Door Ab Klaassens)
Lang geleden stond ik als verslaggever in een provinciehoofdstad bij
een met brede witte strepen gedecoreerd stuk asfalt. Een hoge piet
van de politie presenteerde het aan de pers als een VOP, een Voetgangers
Oversteek Plaats, met bijbehorende ‘knipperbol’, een lamp met een roodachtig
kleurtje die de automobilisten erop moest attenderen dat ze even rekening
moesten houden met de traagste deelnemers aan het verkeer, te weten de
voetgangers.
De politiefunctionaris legde uit dat de VOP bedoeld was als een vorm van
overleg tussen de trage en de snelle verkeersdeelnemer. De automobilist moest,
gewaarschuwd door de knipperbol, rekening gaan houden met overstekende
voetgangers en de voetgangers moesten niet altijd op hun (zebra)strepen
gaan staan als er een gemotoriseerde lotgenoot naderde.
Heden ten dage is een stap op een zebrapad een vorm van Russisch roulette.
Je weet nooit wie er stopt en wie niet. Als er iemand stopt is het meestal een
Belg of een Duitser want die hebben thuis of op school nog iets van
mededogen meegekregen.
In mijn woonplaats heeft de gemeente als alternatief voor de zebrapaden
wegversmallingen aangelegd met halverwege een vluchtstrook. Sommige
automobilisten stoppen, maar fietsers en scooterrijders doen daar niet aan mee.
Nadat je beleefd je pet hebt gelicht voor een stoppende automobilist word je
alsnog onder het asfalt geschoffeld door een snotneus op zo’n race-plee.