Viruswaanzin, ik kan me er iets bij voorstellen 2 augustus 2020

Je zult mij niet temidden van duizenden mensen zien
protesteren tegen de coronamaatregelen. Ik handhaaf de
maatregelen zoveel ik kan. Is het niet voor mezelf dan voor
anderen. Het heeft ook te maken met solidariteit.

Dat neemt niet weg dat ik denk dat er hier en daar sprake
is van viruswaanzin. Wij logeerden met een bevriend stel in
een vakantiebungalow. Dat gaat prima, je kunt simpel
anderhalve meter afstand bewaren. Laat ik het zo zeggen,
in de supermarkt is het gevaarlijker.

Voor de avond hadden we gereserveerd bij
een restaurant in het dorp waarmee wij tijdens een vorig
samenzijn goede ervaringen hadden opgedaan.

Bij de telefonische reservering werd gevraagd of we familie
waren. Naar eer en geweten antwoordden we nee. Waar we
in andere restaurants al met vieren aan  dezelfde tafel konden
zitten was dit restaurant heel strikt. We kregen twee tafels die
anderhalve meter van elkaar waren gescheiden. 

We probeerden de eigenaresse te vermurwen ons aan een
vierpersoontafel te zetten, maar ze hield voet bij stuk.
We respecteerden haar besluit. Ondertussen schoven achter
ons vijf mannen aan aan dezelfde tafel. We vroegen ons af of die
vijf  samen een huishouden vormden.

Dat was nog niet alles, het tafeltje waaraan onze vrienden
zaten werd door een plantenbakje van nog geen dertig
centimeter gescheiden van een ander tafeltje. Daar werd
een ander stel neergeplant. De afstand tussen hen en onze
vrienden was nog geen 75 centimeter. Daar maakten we een opmerking
over tegen een serveerster. Helaas, de eigenaresse had dit
systeem bedacht en daar werd niet van afgeweken. Ondertussen
bogen de serveersters zich over iedereen heen om de gerechten
op tafel te krijgen.

De volgende dag wandelden we enige tijd door België.  We
wilden neerstrijken op een terras, iemand riep ons al van verre
toe dat we een mondkapje op moesten. Die hadden we
gelukkig bij ons. Nadat mijn vrouw op een formuliertje naam en
telefoonnummer had genoteerd, wees een jongeman – met mondkapje –
ons een tafeltje waar we naar een paar stappen aankwamen.
Eenmaal gezeten mochten de mondkapjes af. Niemand op het
terras droeg een mondkapje.

Het zal allemaal een functie hebben, maar ik kan me
voorstellen dat mensen die ook maar een fractie minder
gezagsgetrouw zijn dan wij optrekken naar het Malieveld.
Desalniettemin blijf ik dat heel dom en vooral heel
egocentrisch vinden. En al helemaal niet solidair.

  1. Ximaar (reply)

    3 augustus 2020 at 08:48

    Als je langer bij elkaar verblijft in een vakantiewoning, dan gaan mondkapjes en anderhalve meter afstand niet werken. De meeste besmetting vindt plaats in de eigen woning (60%). Je moet die woning al scheiden qua santitair, keuken en kamers wil je het niet van iemand anders krijgen. In ziekenhuizen raakte veel zorgpersoneel besmet ondanks alle voorzieningen als mondkapjes. Tijd is een belangrijkere factor dan afstand. Anderhalve meter in een supermarkt heeft vrijwel geen nut. Daar zijn de mensen te kort bij elkaar om voldoende virusdeeltjes voor een virus overdracht te verzamelen. De universiteit van Bonn vond dit al maanden geleden uit in kreis Heinsberg.

    Zelf vind ik het ook raar dat mensen wel bij elkaar in een auto mogen en in een bus of trein een mondkapjesplicht heeft.

    België laat zien dat mondkapjes niet werken. Die mensen zijn te lang opgehokt, waardoor er weinig weerstand wordt opgebouwd en mensen erg vatbaar worden.

    De RIVM en Nederlandse regering willen niet te vaak van mening veranderen om verwarring te voorkomen. Ze zijn daar niet de enigen in, maar een beetje meegaan met voortschreidend inzicht zou wat mij betreft wel mogen. Toch zullen er ook dan weer wat mensen zeuren dat het niet goed is.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Water 3 oktober 2016

(Door Ab Klaassens)

Je komt met een man of zes in een restaurant, krijgt een tafel
aangewezen, laat iedereen een aperitief bestellen en vraagt om
de kaart.

Iedereen bestelt een voor- en een hoofdgerecht. En iedereen wil
wijn.  Rood en wit komt er op tafel en het zullen niet de laatste
flessen zijn. Ik vraag, als de bestelling is genoteerd, een karaf water,
gewoon kraanwater.

Helaas meneer, ik mag u alleen flesjes bronwater serveren. Daarvoor
verschijnen dan bedragen van twee tot vier euro per flesje op de
rekening.

De restauranthouders zeggen dat gratis kraanwater serveren hun
geld kost: de tijd die het personeel eraan moet besteden en de afwas.
Ook zijn er klanten die er misbruik van maken. Die bezetten dan
urenlang  een tafel met een karaf gratis leidingwater zonder iets anders
te bestellen. Volgens de restauranthouders, maar die hebben, wat dat
betreft, meer fantasie dan ik.

Terug naar die tafel van zes: bij zo’n omzet  moet er toch wel een gratis
karaf water af kunnen? Helaas meneer, we kunnen geen uitzonderingen
maken.

Bij een strandtent in Cadzand-bad staat een karaf ‘Drnkwtr met ijs en citroen’
voor twee en een halve euro op de kaart. Daar maken ze er tenminste nog
een grapje van.

  1. marlies (reply)

    4 oktober 2016 at 08:26

    Hartstochtelijk met je eens. Nooit meer naar toe gaan, naar zo’n restaurant. En flink stennis schoppen. Het is je reinste flauwekul. Zo!

  2. Harry Perton (reply)

    5 oktober 2016 at 18:45

    Er zou eigenlijk een lijst van dit soort restaurants moeten komen. Op internet, voor iedereen raadpleegbaar.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Eten 1 oktober 2016

Ik moest gisteren aan mijn oud-collega H. denken. Hij was vanuit
het Hilversumse overgewaaid naar de provincie. Dat was opmerkelijk
want normaal werd alleen de tegenovergestelde weg bewandeld.

H. was toen – wij spreken over eind vorige eeuw –  al een paar
jaartjes ouder dan ik. Hij kwam beneden de rivieren uitbollen in
afwachting van het definitieve einde van zijn loopbaan.  Hij was
verantwoordelijk voor de muziek op onze radiozender. De hele dag
zat hij op zijn kantoortje CD’s te beluisteren. Bij de journalisten die
niet door hadden hoe belangrijk muziek is voor een radiostation
wekte de vredige rust waarin hij werkte wel eens wrevel.

Ik mocht H. wel. Ik luisterde graag naar zijn verhalen, die vooral over
eten gingen. Het was in de tijd dat eten voor mij brandstof was om
uren te kunnen maken.

Hij kon jaloersmakend vertellen over diverse vriendenclubjes die voor
elkaar kookten.  Hij vertelde over buitenshuis eten en noemde gerechten
die ik nog nooit had gegeten.

Ik moest gisteren aan hem denken omdat hij mij een keer vertelde dat hij
met iemand had gegeten en dat er aan het eind van de avond driehonderd
gulden afgetikt moest worden.  Dat deed hij zonder een zweem van
snobisme want zijn verhaal ging over de gerechten die hij had gegeten en
dat die de prijs meer dan waard waren.

Nu, twintig jaar verder, leef ik het leven dat H. toen leefde. Mijn motto is:
het leven is te kort om slecht te eten.

Ter gelegenheid van mijn 61ste verjaardag aten mijn lief  en ik in een nieuw
potentieel sterrenrestaurant in de regio.

Toen ik de rekening kreeg dacht ik dus aan H. want omgerekend in euro’s
kwam ik in de buurt van het bedrag waar ik een jaar of twintig geleden zo
verbaasd over was. Wetend hoe nu de prijzen zijn voor exclusiviteit wist ik
ook meteen dat er iets niet klopte. Ik zag dat een substantieel deel van de
door ons genoten spijs en drank niet op die rekening stond.

Ik heb het opgebiecht. Natuurlijk heb ik het opgebiecht, zo ben ik opgevoed.
Net als H. doe ik dat zonder snobisme want van H. heb ik geleerd dat een
avond culinair uit tot de geneugten van het leven behoren en een prijs
waard zijn.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *