Vocalies: Wagner onder je huid! 16 april 2019

(Door Marlies)

Wat een avond, zondag . . . pfoe… Heftig en mooi tegelijk, luid, om niet te zeggen zéér luid., humorvol . . .
Waar was je dan, zult u vragen . . .

Ik was in Essen. Ik deed twee dingen die ik zeer zelden doe: ik was voor een ééndaagse reis met Musico
onderweg. Dat komt niet vaak voor, omdat die reizen vaak pas laat in Utrecht weer terug zijn en ik dan
niet meer thuis geraak. En ik ging naar Wagner, doe ik ook al niet vaak, om niet te zeggen: nooit . . .

Maar nu was het zover. ‘’ Tsja, als je dan toch voor Wagner gaat, doe het dan in
één keer goed… . . . Toch?

We hadden een bus (bijna) vol erg aardige gasten en de collega-reisleider deed een lange en zeer
degelijke inleiding.

Wagner schreef zijn ‘Ring des Nibelungen’ tussen 1853 en 1874. Vier grote opera’s: Das Rheingold,
Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung, en een inleiding. Het was bedoeld als ‘Ein Bühnenfestspiel
für 3 Tage und einen Vorabend’, nee dan ben je niet megalomaan… Alles moest ervoor wijken, koningen
en operagebouwen moesten zich maar aanpassen. Dit was het wat de wereld zou gaan veroveren. Think big!

Der Ring is een parabel over macht en beschrijft de vergeefse pogingen van oppergod Wotan om de
macht over de wereld te verwerven. Da’s maar één zin, en het lijkt daardoor alsof het libretto makkelijk
te volgen is. Nou, niets is minder waar.

Sommige dingen moet je misschien niet willen volgen, je moet je overgeven, je moet ze ondergaan.
Niet voor niets zeg ik altijd tegen mijn gasten als we naar een wat ‘rafelige’ voorstelling gaan: stel je
geest open en onderga het en bedenk achteraf op je gemak wat je ervan vindt. Zulke raadgevingen
moet je natuurlijk niet zelf in de wind slaan.

Het was niet moeilijk, dat openstellen en met de stroom mee.

De Duitse komiek Loriot heeft een geheel eigen bewerking van de hele Ring gemaakt: hij schrapte
heel veel muziek, maakte een verhaal met mooie humor erin en liet de mooiste aria’s en muziekstukken
intact. Zo kwam hij uit op een voorstelling van dik drie uur. Zondag ging die voorstelling dus concertant
in Essen. Er was al een zegtocht door Duitsland en het is nog niet af: de voorstelling zal nog vaker
gespeeld worden.

Zal ik u es wat vertellen: ik heb er zelfs erg veel plezier mee gehad. De humor was subtiel en vilein,
precies zoals ik ‘m graag heb; in prachtig Duits, uitgesproken door acteur Jens Winterstein. Het orkest
(op de bühne en nu eens niet in de bak) speelde fantastisch: de bastrombones zaten op mijn ooghoogte
en denderden me af en toe bijna van mijn stoel (Wagner en koper: een tegelijk hemelse en duvelse
combinatie). De solisten doseerden precies goed: doordat er niet scènisch gespeeld werd moesten ze
veel zorgvuldiger doseren en al dat gezwaai met een zwaard en een speer leidt alleen maar af.

Ik had een prachtavond.
Ga ik ooit naar een hele ‘Ring’? Ik denk het niet, maar Wagner kwam een stuk dichterbij. Nét niet
dichtbij genoeg om Verdi en Puccini te verdringen, maar hij zit onder mijn huid en zal daar nog wel
een tijdje blijven…

In het filmpje de trailer, dan weet u wat ik bedoel . . .

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (462) Waanzinnige Lucia 19 december 2017

(Door Marlies)

Nog één opera hebt u van me tegoed voordat ik afreis naar Leipzig met de
kerstdagen en met gasten van MUSICO: Lucia di Lammermoor.

Ik schreef er al eens over, de opera bevat een sopranen-hoofdrol die op zijn
zachtst gezegd nogal ‘Anspruchsvoll’ is. Mooi Duits woord vindt u niet? Ik kan
er zo gauw geen goeie Nederlandse vertaling voor vinden. ‘Veeleisend’ komt
nog het dichtste in de buurt…

Twee grote aria’s heeft Lucia te zingen, en in allebei zit waanzin. De eerste
‘Regnava nel silenzio’ is misschien wel moeilijker dan de eerste, omdat daar
een zekere gelaagdheid in zit: ze is nog niet doorgedraaid, maar de waanzin
ligt op de loer en schemert hier en daar door.

De tweede is qua emotie gemakkelijk: hier is ze inmiddels knettergek, om het
maar eens even onparlementair uit te drukken. Ze heeft haar echtgenoot in
het huwelijksbed doodgestoken en komt met bebloed mes het toneel
opgelopen.

Dame Joan Sutherland deed dat zo bloedstollend dat de eerste twee rijen van
het publiek (in de Stadsschouwburg in Eindhoven, jawel…!)  achteruitweek als
ze met de dolk opgeheven naar voren liep, maar dit is een oud verhaal…

Wat aan de hele rol bloedstollend geváárlijk is, is de omvang ervan en het feit
dat het allemaal spatzuiver moet en zeer, zeer precies getimed. In de tweede
aria is er een heel stuk dat precies gelijk moet met de fluit en je valt
onmiddellijk door de mand als je daar ook maar een fractie van afwijkt. En
doe het maar eens: knettergek spelen en tegelijkertijd als een ijskoude
analytica zorgen dat de stem het houdt en dat alles precies loopt zoals Gaetano
Donizetti het voorgeschreven heeft.

U begrijpt dat ik als een wolvin ga zitten loeren of de hoofdrolspeelster in
Leipzig, Anna Virovlansky zich houdt. Het lijkt niet erg aardig van me, maar ik
denk dat ik niet te enige zal zijn die zit te loeren…  iedereen kent de
legendarische zwaarte van de rol… operapubliek is niet altijd aardig.

Groot zal mijn respect zijn als ze er goed doorheen rolt, zoals ik in tranen was
toen ik Anna Netrebko de rol hoorde zingen. Die nam mij zo mee dat ik op
slag mijn wolvinnengedrag vergat.

Nog maar even heel kort de plot dan?
Lucia di Lammermoor wordt vermorzeld in de vete tussen twee Schotse Clans.
Ze leeft met haar broer Enrico op het onrechtmatig verworven kasteel
Ravenswood. Enrico staat daardoor maatschappelijk onder druk en wil zijn
zuster gunstig uithuwelijken om zijn reputatie aldus te herstellen. Maar Lucia
houdt van de aartsvijand van de familie, Edgardo van Ravenswood. Tijdens
het huwelijksfeest doodt ze haar kersverse echtgenoot in het bruidsbed. Het
gezelschap verklaart haar waanzinnig. Edgardo komt om in een duel; net vóór
hij sterft hoort hij de doodsklok luiden voor de dood van zijn geliefde.

En nog een klein lollig detail?
De begeleidende partij bij de waanzinscène bedacht Donizetti oorspronkelijk
voor een glasharmonica. Hij heeft die bij de door hem geleide voorstellingen
al vervangen door een dwarsfluit. Soms wordt de partij toch op een
glasharmonica uitgevoerd. Lastig instrument en moeilijk om iemand te
vinden die zo’n partij goed kan spelen.

In het filmpje Anna Netrebko op haar best. Ik heb er niks meer aan toe te
voegen, dan: excuus voor de rare ondertiteling, voor een vollediger versie: ga
naar YouTube.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (455) Met MUSICO naar Luik 26 oktober 2017

(Door Marlies)

Wat een geweldige middag hadden we met MUSICO in Luik. Een unieke kans
om een opera mee te maken in een niet zo’n groot theater (en ook niet zo heel
erg bekend) met prachtige solisten in een opera die zo loei-moeilijk te zingen
is, dattie maar weinig uitgevoerd wordt. Als je het namelijk niet goed doet met
deze opera wordt-ie vervelend, langdradig en larmoyant.

De knagers onder u hebben wellicht in de gaten over welke opera ik het heb:
‘Norma’ van Vincenzo Bellini.

Patrizia Ciofi zong de titelrol. Er was van te voren gezegd: je moet even
wennen aan haar geluid en aan haar verschijning en dat klopte: het was net
alsof ze moest warm draaien (‘aangloeien’, zei een van mijn gasten), maar ze
was snel op toeren en kroop met huid en haar in de rol, hier en daar de
colloraturen kracht bijzettend met haar hele lijf.

Oei, dacht ik, als die techniek maar het einde haalt, maar het geluid was aan
het einde nog net zo helder als aan het begin.

Ze kreeg meesterlijk tegenspel van de mezzo die de (ook al zware!) rol van
Adalgisa zong: Josè Maria Lo Monaco. De twee mengden als geen ander stel
dat ik ooit samen hoorde zingen: het stak van zuiverheid en denderde in onze
oren.

Natuurlijk viel er over de productie best wat te zeggen: het koor moest
eigenlijk een schop onder zijn kont hebben (allemaal?); tijdens ‘Casta Diva’
(de wereldberoemde aria!) was het ongelijk en ik boog voorover om de
dirigent te zien en vond zijn gebaar overduidelijk… waarom dan een volle tel
achterlopen?

Het ballet had van mij niet zo gehoeven, leek er met de haren bijgesleept en ik
moest af en toe mijn best doen om me niet te ergeren.

Gregory Kunde zong zijn Pollione zoals hij in een aankondigingsfilmpje zei:
hij probeerde er een ‘gewone’ man van te maken. Zijn vibrato gaat een beetje
naar beneden, maar er was verder op zijn zang niks aan te merken. Zijn
kostuum werkte een beetje op de lachspieren. Ik vond hem net Fred
Flintstone. Als ik hem was, had ik me in een ‘tenor-kuur’ gegooid en geëist dat
ze me een kostuum gaven waarin ik me wel goed kon bewegen en dat er niet
uitzag als een plastic harnas-met-poging-tot-sixpack. Maar allee, ik ben geen
wereldberoemde tenor…

Ik wilde echter genieten en besloot me van de minpunten – klein als ze waren
– niks aan te trekken.

Vooral aan het einde had Norma me te pakken: de aria waarin ze haar vader
om vergeving vraagt, vlak voordat ze de brandstapel op gaat was
hartverscheurend en dreef me – alsnog – de tranen naar de ogen.

Omdat het verhaal kort te vertellen is, hieronder het plot:

De Gallische hoge-priesteres Norma trouwde ooit met een Romein, lees: de
vijand. Pollione is zijn naam en ze heeft twee kinderen met deze man. Als ze
erachter komt dat hij verliefd is op Adalgisa, breekt haar hart. Woedend en
wanhopig overweegt ze haar kinderen te doden, maar haar moeder-instinct
houdt haar tegen. Uiteindelijk moet ze naar de brandstapel en besluit Pollione
haar daar toch te volgen.

Hieronder het filmpje met een kort interview met Ciofi.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (419) 10 oktober 2016

(Door Marlies)

Ik heb een (voor)naamgenote gevonden in de vocale klassieke muziek, jawel!!! En nog een sopraan ook!
Ze heet Marlis Petersen. Goed, het is dan wel een ‘e’ minder dan in mijn voornaam, maar je spreekt het
hetzelfde uit!  Het is een Duitse coloratuursopraan en een goeie ook! In Wenen ga ik haar zien, in november
zingt ze daar de titelrol in Massenet’s ‘Manon’!

Zo Vocalies, kalm, kom uit je wolk en hou op met uitroeptekens strooien. Leg het effe rustig uit. Mijn volgende
reis met Musico zal in november plaatsvinden. Van 15 tot en met 18 november ben ik met gasten in Wenen.
Mocht u nog mee willen dan kan dat nog. Ga naar de website van Musico.

Op 16 november gaat daar in de Staatsoper de opera van Massenet, ‘Manon’. Marlis Petersen zingt er de
hoofdrol in. Ik bereid altijd een soort van lezinkje voor ter inleiding van de opera e kwam daar haar naam tegen.
Ooit wel eens in de verte van gehoord, maar nooit echt dichtbij geweest en dus zocht ik haar op op ons
onvolprezen internet. Pfoe, het is een naamgenote om trots op te zijn.

Kort biografietje dan maar?

Wat zo aardig is aan mijn naamgenote Petersen is het vermogen om haar stem kristalhelder te laten klinken,
te combineren met een alerte presentatie. Deze combinatie stelt haar in staat om zich met al haar rollen compleet
te identificeren. Dat had ik willen zijn en kunnen: ín zo’n rol kruipen, in plaats van als een soort toeschouwer te
blijven kijken naar het drama dat zich afspeelt.

Marlis Petersen werd geboren in Duitsland en studeerde piano en dwarsfluit, voordat ze zich aan zang ging wijden.

Aan het Conservatorium in Stuttgart studeerde ze bij Sylvia Geszty. Maar ze studeerde ook jazz-dance en tap-dans
aan de New York City Dance School in Stuttgart, simpelweg omdat ze een engagement kreeg in de showbusiness.
Ondanks dat bleef ze toch een verbintenis voelen met de klassieke zang  en dus studeerde ze daarin verder.
Dat betaalde zich uit in prijzen!

In 1994 begint haar professionele carrière als zangeres aan de Nürnberg Opera, met eerst wat kleineren rollen,
maar al gauw met de Königin der Nacht en Zerbinetta (in Ariadne auf Naxos).

Tussen 1998 en 2003 zingt ze bij de Deutsche Oper am Rhein in Düsseldorf-Duisburg; de rollen worden groter
en talrijker en ze gaat meer rondreizen. De rol die haar carrière echt heeft meegeholpen is die van Alban Berg´s ‘Lulu’.

Deze Lulu zong ze in 2002 voor het eerst in Wenen, met zeer lovende recensies. Inmiddels kent ze de rol van voor tot
achter en terug, omdat ze hem 18 jaar lang in verschillende ensceneringen gezongen heeft.

Dan is er een hele lijst van titels van rollen en plaatsen waar ze die gezongen heeft. En niet alleen een lijst van
operarollen, maar ook van concerten en CD-opnamen en van namen van dirigenten en ensembles waar ze mee gezonge
heeft.

En ‘Manon’ van Massenet?

Ach, de plot is genoegzaam bekend: de geschiedenis van het meisje Manon, dat de weelde en de vrijheid niet aankon
en berooid en ziek sterft in de armen van haar minnaar.

In het filmpje een mooie opname van de aria van Leonora in Giuseppe Verdi’s La Traviata: ‘E strano’. Op YouTube
is veel moois te vinden. Ik vond de filmpjes van Lulu wat te heftig voor hier en Leonora iets dichter liggen bij wat
Marlis in Wenen gaat doen, dus dat filmpje heb ik voor u opgeladen.

 

 

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (409) Drottningholm 6 juli 2016

(Door Marlies)

Uit het NRC van 20 juni 2016: ‘Theater Drottningholm uit 1792
eindelijk in de hoofdrol’

Geen onderwerp voor een vocaal klassiek-stukkie lijkt het, maar
dat is niet helemaal waar.

Op de eerste plaats is dit theater een van de twee prachtige theaters
waar ik met gasten van Musico naar toe mag in augustus en op de
tweede plaats…. Nou ja lees maar, ik citeer gedeeltelijk het NRC:

‘Het Slottsteater van koning Gustaaf III is het ook nog het oudste.
Met de jubileumopera ‘The Rococo Machine’  viert het theater
haar 250-jarig bestaan. Deze zomer vinden festiviteiten plaats,
waaronder Mozarts opera Don Giovanni.

Het Drottningholm Slottsteater, opgetrokken uit hout en gedecoreerd
met papier-maché, opende in 1766. Het kende voor die tijd een
geavanceerde toneelmachinerie waarmee alles mogelijk was: een
bewegende kist met rotsblokken veroorzaakt donder, papieren
golven verbeelden de zee, windmachines ruisen en bliksem flitst.
Beschilderde decorstukken roepen paleisinterieurs en
boslandschappen op. Alles perfecte illusie, als een toverdoos.

Filmregisseur Ingmar Bergman was verliefd op het theater,
het inspireerde hem tot de filmversie van Mozart’s Die
Zauberflöte. In 2000 en 2003 regisseerde Pierre Audi er twee
opera’s van Händel, Tamerlano en Alcina , die later in de
Amsterdamse Stadsschouwburg te zien waren, in een exacte
replica van het Zweedse barokdecor.

Met de jubileumopera The Rococo Machine plaatst de Zweedse
componist Jan Sandström het theater in het hart van de uitvoering.
De opera is een hommage aan de ingenieuze machinerie en de
bewogen geschiedenis van het theater.

Voor theatermakers is het theater een sleeping beauty. Na de moord
op de koning in 1792 werd het verlaten. Tot in 1921 ee
theaterhistoricus nietsvermoedend de deuren opende, op zoek
naar Zweedse toneelhistorie, en van de ene verbazing in de andere
viel. Een laag stof van anderhalve meter bedekte zaal en machinerie.
De ruimte was gebruikt als stalling voor koetsen en opslagplaats voor
aardappelen. Alles was intact, alleen de touwen moesten vernieuwd
worden.

Kaarslicht en vuur spelen in ‘The Rococo Machine’ een belangrijke
rol als noodlottige krachten. Een zangeres met brandende kaars
komt op, zij is de ‘kaarsensnuitster’ van vroeger, belast met het
doven van de kaarsen, ’s nachts. Om brand te voorkomen. Ze zingt
een aria over de gloed van kaarslicht in vroeger tijden. En daar
hebben we ons linkje naar vocale klassieke muziek!

Vuur speelt ook in Don Giovanni, de opera waar wij naar toe mogen
in augustus een belangrijke rol: op het laatst wordt hij verzwolgen
door het hellevuur, hopelijk gaan ze daar in Drottningholm prudent
mee om….

Ik zit nu al te kwispelen van plezier over het feit dat ik in augustus
naar dit juweeltje op bezoek mag.

In het filmpje een soort ‘sneak-preview’ door het theatertje….

Hartstikke leuk!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (405) Sly 31 mei 2016

(Door Marlies)

Ze is weer terug, uw verslaggeefster van de klassieke vocale muziek, Vocalies.
Een enerverende week was ik met gasten van Musico in Budapest. Vijf opera’s
hebben we gezien en ik zal u in deze contreien daarvan kond doen. Dan kunt u
meegenieten en ik nagenieten: allemaal blij, toch?

Ik begin meteen met voor mij de grootste verrassing: ‘Sly’ van Ermanno
Wolf-Ferrari.

We wisten niet goed wat we ermee aan moesten: zo’n onbekende opera op de
laatste avond van de week. Behalve de heenreis was de week perfect geweest
en je wilt ‘m dan ook goed afsluiten.

Sommige van mijn gasten kozen eieren voor hun geld: ze gingen de Donau op
voor een romantische avond varen… Ik moet u bekennen dat ook ik dacht: het
is dat ik moet, anders ging ik niet… eerlijk is eerlijk…

Met die gemengde gevoelens liep ik het Erkeltheater binnen… Ik kwam eruit
met tranen in de ogen… Wat een opera!

Sly begint als een komedie, maar ontwikkelt zich naar een zorgelijke tragedie.
De muziek heeft de echte Wolf Ferrari kenmerken van zijn Verismo-opera’s,
met ook een sterke verwijzing naar Offenbach’s ‘Les Contes d’Hoffmann’. De
verwijzing naar The Taming of the Shrew die in de aankondiging op de
website van het Erkeltheater stond, heb ik niet terug kunnen vinden.

De eerste acte is tamelijk vrolijk, met als hoogtepunt Sly’s aria over de
dansende beer, een thema dat door de opera heen een paar keer terug komt.
Af en toe denk je dat je naar een slechte operette zit te kijken; hoewel er
uitstekend geacteerd en gezongen werd, was er platte, dronken lol.

Ergens in de tweede acte kantelt het verhaal en het briljante is dat je dat niet
echt in de gaten hebt: ineens realiseer je je dat zich een onafwendbare tragedie
aan het ontrollen is.

Vooral Sly’s dramatische aria tegen het einde “No, io non sono un buffone”,
maakte veel indruk.

Heel kort de inhoud:
De dichter met alcoholproblemen Christophoro Sly zit in de Falcon Tavern in
Londen. Zijn liederen en dichtsels amuseren de andere drinkers in de kroeg.
Als de graaf van Westmoreland ziet dat zijn maîtresse Dolly bij de
bewonderaars staat, besluit hij een grap uit te halen.

Zijn bedienden brengen de lam-gezopen Sly naar het kasteel van de graaf,
verkleden hem (bewusteloos) in mooie kleren en maken hem – als hij bijkomt
– wijs dat hij de graaf is, eindelijk hersteld van een langdurige ziekte. Dolly
doet zich voor als zijn echtgenote. Nadat de verkleedpartij voorbij is en de
ware identiteiten weer onthuld, snijdt Sly zich – totaal van slag en vernederd
– de polsen door in de kelder. Dolly vindt hem daar, te laat. Ze hield echt van
hem…

Tenor László Boldizsár hield ons vanaf het eerste moment dat hij op het toneel
was in zijn greep. Hij is vanaf dat moment nauwelijks weg en dat maakt de rol
tot een loei-zware. Niet alleen voor de stem, ook voor zijn lijf: hij danste en
sprong, er werd met hem gesmeten en de draak gestoken en hij hield stand.
Fantastisch! Deze opera verdient het veel vaker opgevoerd te worden, maar
behalve Boldizsár, wie kan die rol zingen? Levensgevaarlijke rol.

De Donauvaarders hadden uiteindelijk de slechte keuze gemaakt… we hebben
geprobeerd het ze niet al te zeer in te wrijven.

In het filmpje twee korte fragmenten met José Carreras en Isabelle Kabatu, ze
dekken nauwelijks de lading van wat wij gezien hebben, maar er is niet veel
materiaal op YouTube voorhanden. Overigens staat deze versie wel in zijn
geheel op YouTube.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (386) 28 november 2015

(Door Marlies)

Eerst effe: ik heb op mijn eigen website Vocalies weer een nieuwe podcast
gezet.

Foei, wat ging het leven er met me vandoor de afgelopen weken. Allemaal leuk
hoor, wat er zoals gebeurde: fijne wandeltocht gemaakt met vriendin, druk op
het werk, effe op en neer naar jarige zus, gebreid dat het een aard had, naar de
bruiloft van zwager, affijn, het leven in het algemeen za’k maar zeggen.

Een van de leukere dingen die gebeurde was dat ik gevraagd werd niet alleen
met kerst maar ook met oud en nieuw een reis te begeleiden. Het gaat er van
komen: met oud en nieuw zit uw Vocalies in de Scala van Milaan.

Waarschijnlijk kun je me op 4 januari opvegen, maar alla, van leven word je
moe en daarna lonken de Kaapverdische eilanden.

Een van de leuke bijverschijnselen van al deze drukte is dat u mee kunt
genieten van de producties waar ik met de gasten van Musico naar toe mag.
Laten we in deze tijd van sprookjes (de Sint en het kind van Bethlehem)
daarom maar eens beginnen met Hänsel und Gretl van Engelbert
Humperdinck (niet de zanger, de componist, maar dat had u al begrepen).

Humperdinck werd geboren in 1854 in Duitsland. Zijn vader was leraar , zijn
moeder dochter van een dirigent en cantor. Hij studeerde muziek aan de
Rheinische Musikhochschule in Keulen en werkte daar ook korte tijd. In 1876
verhuisde hij naar München en studeerde en werkte daar verder. Met een
gewonnen studiebeurs kon hij in Italië verder studeren.

Hij trok vervolgens zo’n beetje Europa door, was eventjes medewerker van
Richard Wagner. Hänsel und Gretl was zijn bekendste werk, het maakte hem
financieel onafhankelijk.

Ik hoef u het verhaal niet uit te leggen. Het is een variant op het aloude Hans
en Grietje-sprookje dat vooral bij kinderen zeer tot de verbeelding spreekt.

Veertien engelen
Heerlijke rollen om te zingen, vooral die van de Knusperhexe, want die mag
nou eens lekker schel en lelijk (let op: niet vals!) uithalen. Het bekendste
stukkie eruit is het gedichtje dat ook mijn kindertijd domineerde. Ik kan het
nog uit mijn hoofd opschrijven:

’s Avonds als ik slapen ga, volgen mij veertien engelen na
twee aan mijn hoofeind, twee aan mijn voeteind,
twee aan mijn linkerzij, twee aan mijn rechterzij,
twee die mij dekken, twee die mij wekken,
twee die mij wijzen naar ’s hemels paradijzen.

Het is een duet tussen Hans en Grietje en het is van een aandoenlijkheid die
zelfs de meest verstokte cynicus kan laten smelten (vooropgesteld dat hij/zij
erin mee wil gaan natuurlijk).

Hou de website in de gaten, want ik ga al die producties lekker met u
voorbespreken, kunt u een beetje meegenieten van de reizen die ik maak.

André Rieu
Ik laad een filmpje op van een concert van André Rieu ergens in Duitsland.
Hij legt het nog een keer uit en de blik van Hänsel ging bij mij meteen naar
mijn hart. En de komen zo prachtig unisono uit, die twee! En dan het koper:
naar goed-Limburgse traditie spatzuiver en stijlgetrouw. Wie wil schelden op
Rieu doet dat maar ergens anders. Ik bewonder hem zeer en hij zet een
’einwandfreie’ versie van dit schattige duet neer.

 

  1. Wieneke (reply)

    29 november 2015 at 09:24

    Wat zoet, die twee. Ik had het optreden al eens eerder gezien op tv en toen vond ik het ook al zo leuk en mooi.
    Schelden op Rieu??? De man verdient alleen maar lof! Zoveel plezier brengt hij de mensen tijdens de concerten. Ik kijk er graag naar en word met de minuut vrolijker.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *