Vocalies (456) Lucio Scilla en een onzingbare Mozart? 1 november 2017

(Door Marlies)

Als u een beetje opschiet kunt u haar nog horen: sopraan Lenneke Ruiten in
de Muntopera in Brussel (‘Opera La Monnaie’ klinkt zoveel sjieker vindt u ook
niet?). Ze zingt nog tot 15 november 2017 de loeimoeilijke rol van Giunia uit
Mozart’s opera Lucio Scilla. Er zit een aria in die opera die onzingbaar zou
zijn. “Ah se il crudel periglio”  is de titel. “Oh, als het wrede gevaar…”;
grappige woordspeling, als je de moeilijkheidsgraad en het gevaar voor je
stembanden in ogenschouw neemt.

In het stuk dat ik erover las schrijft Flip Feyten dat het misschien Mozart’s
onervarenheid met opera was, of dat Mozart misschien overambitieus geweest
is met deze aria.

Ja, het was me er eentje, onze Woolfie… In tegenstelling tot een heleboel
andere componisten hield hij geen rekening met zangers. Hij behandelde de
stem zoals hij een klavier behandeld zou hebben. Ademen en het instrument
klaar zetten om een toon te produceren? Beje gek, moet de zanger zelf maar
uitzoeken…

Ik leg het uit, het is een van mijn stokpaardjes, moet u weten. Als je voor een
klavier zit en je slaat een toets aan, is er onmiddellijk geluid, de hamer tikt
tegen de snaren en huppekee, daar is je toon. Als je aan een snaar van een
gitaar plukt krijg je hetzelfde effect: er is meteen een toon. Met een
trommelstok op een strak gespannen vel meppen… Affijn, die hoef ik niet uit
te leggen.

Bij strijkers is er al een soort vertraging: het aanzetten van een strijkstok op
een stel snaren kost tijd.  Bij blazers en zangers is er nog meer tijd nodig. Daar
moet ingeademd worden, voor een zekere ademsteun gezorgd (hoewel je dat
laatste niet zou zeggen als je ziet hoe schielijk sommige pop-zangers een toon
produceren). Een toon dient gestuurd, geplaatst te worden en stembandjes
zijn spieren, ook daar is aanlooptijd nodig.

Een blazer heeft te maken met lucht en lipspanning (mooi woord daarvoor:
‘embouchure’)  en ventielen, een zanger tekst, om over emotie die er mee moet
klinken nog maar te zwijgen.

Er zijn componisten die – sommigen minder, anderen meer – rekening houden
met het feit dat er een mini-procesje aan een toon vooraf gaat: Verdi
bijvoorbeeld was met een sopraan getrouwd. Die werd wel gecorrigeerd als hij
onzingbaars schreef. Ik zie in gedachten Giuseppina al hoofdschuddend
wijzen op de gekrabbelde noten die op de vleugel liggen: “Dat gaat zo niet niet,
caro mio ben, dat moet anders…”

(Ik weet het, ik weet het, Mozart’s echtgenote Constance kon ook zingen, maar
die was volgens mij niet zo bewust met de composities van haar man bezig…).

Gevolg: uw Vocalies had nooit moeite met Verdi en altijd met Mozart (en nog
meer met Bach). En Lenneke en ik hebben dezelfde (uitstekende!) docent
gehad: bariton Meinard Kraak en ik vermoed zijn invloed bij de opmerking in
het interview met Lenneke: hier en daar een toon weglaten en in plaats
daarvan ademen. Pragmaticus als hij is, zal Meinard haar dat ongetwijfeld
geadviseerd hebben. Want dat deed hij mij ook: “mens, adem bij als het nodig
is en doe dat georganiseerd en op een plek waar het kan. En vooral: kijk erbij
alsof het zo moet…”  Heerlijk!

Ga kijken naar Lucio Scilla als u kunt; de kans dat u in de komende tien jaren
deze aria nog een keer live kunt horen is uitermate klein en  Lenneke Ruiten
weet er weg mee als geen ander.

Natuurlijk was er nog niks van die prachtige aria te horen op YouTube. ‘La
Monnaie’ houdt het kruit droog, dat kan ik begrijpen. Dus laad ik een
aandoenlijk filmpje in met assistent-dirigent Giancarlo Rizzi, die in heerlijk
Frans (geen nood: er zijn ondertitels!)  en lekker direct de opera uitlegt.

Ik vond het net opera-cabaret… Geweldig!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (427) Lenneke Ruiten 23 januari 2017

(Door Marlies)

Kort geleden, toen ik in een ver buitenland was en er dus even niks over kon
vinden, ging ‘Die Entführung aus dem Serail’ van Wolfgang Amadeus Mozart
in première. De laatste tijd tikken de jongens van de Nationale Opera steeds
maar spijkers op hun kop met hun producties. Je kunt over de keuzes die de
regisseurs maken van mening verschillen (een pak cornflakes dat over het
toneel kantelt en een pedofiele heks is nou niet my cup of tea) maar de
producties stáán er. Ze moeten wel, willen ze mee in de vaart der volkeren,
maar ze dóen het dan ook, en met verve.

Deze jongste productie, kortweg ‘Die Entführung’ is in onze tijd gezet en met
succes. Mozart-opera’s lenen zich daar overigens in de regel goed voor. Je
moet het alleen wel organisch houden en wat ik van de productie aan leaders
en trailers gezien heb, is dat ook gelukt.

Een beetje een rode draad in deze producties is sopraan Lenneke Ruiten. Ik
noem haar wel eens  met enig gevoel voor overdrijving “mijn collega-sopraan”.
Ze is een heel stuk jonger dan ik – meer bepaald in de kracht van haar zingend
leven – en ze heeft het veel en veel verder geschopt als zangeres dan ik ooit,
maar we hadden een tijd lang dezelfde hoofdvakdocent en zoiets schept een
band.

Lenneke Ruiten gaat als een dolle… de start was langzaam (maar goed ook:
veel beter voor de stem). Ze begon als fluitiste haar conservatoriumopleiding.
Na haar opleiding ging ze verder met een intensieve zangstudie. In haar tijd in
Den Haag hadden we dus dezelfde docent:  Meinard Kraak. Na het
conservatorium in den Haag volgde ze de operaopleiding aan de
Musikhochschule in München. Zij volgde masterclasses bij Elly Ameling,
Hans Hotter, Robert Holl, Walter Berry en Rudolf Jansen. In 2002 won ze vijf
prijzen aan het Internationaal Vocalisten Concours in ‘s-Hertogenbosch.

Ze werkt met orkesten als de Wiener Philharmoniker, het Orkest van de 18e
eeuw, het Radio Kamer Orkest, het Nederlands Kamerorkest, het Residentie
Orkest, de NDR Radiophilharmonie en de Akademie für Alte Musik Berlin. Ze
werd daarbij gedirigeerd door onder andere John Eliot Gardiner, Frans
Brüggen, Christoph Eschenbach, Marc Minkowski en Ed Spanjaard.

Heel kort het plot van Die Entführung , geplukt van de website van de
Nationale opera, ik zeg het eerlijk.

Edelman Belmonte wil zijn verloofde Konstanze bevrijden uit de harem van
Bassa Selim. De Bassa houdt oprecht van haar en wil haar genegenheid alleen
op vrijwillige basis. Regelmatig betuigt hij haar zijn gevoelens. In Konstanzes
gezelschap bevinden zich haar dienstmeisje Blonde en de geliefde van Blonde,
Pedrillo. Belmonte weet met hulp van Pedrillo het paleis binnen te komen
door zich als bouwmeester aan Bassa Selim te laten voorstellen.

Bassa Selim verklaart weer zijn liefde aan Konstanze, die hem weer afwijst.
Pedrillo vertelt Blonde dat Belmonte in het paleis is om haar en Konstanze te
bevrijden. Na het drinken van een fles wijn zakt Osmin weg in een diepe roes.
De laatste voorbereidingen voor de ontsnapping worden getroffen.

Het viertal wordt betrapt door Osmin, die alarm slaat. Belmonte zegt dat zijn
vader een hoog losgeld voor hem en Konstanze zal betalen. Die vader had
echter in het verleden Bassa Selim in het ongeluk gestort. Nu lijkt het laatste
uur voor Belmonte en Konstanze te hebben geslagen, maar dan verklaart de
Bassa zich niet te verlagen tot het niveau van zijn oude vijand. Hij schenkt hun
grootmoedig de vrijheid. Alleen Osmin is daar bepaald niet blij mee.

In het filmpje de trailer van de opera, met een leuke uitleg van regisseur
Johan Simons, niet de eerste de beste, geen wonder dat de regie zo goed is!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *