Boef
Rapper Boef ligt weer eens onder vuur. Hij heeft vrouwen die hem een lift
wilden geven omdat zijn auto een lekke band had, op social media uitgemaakt
voor kech en dat is straattaal voor hoer.
Boef heeft meerdere malen laten blijken dat hij vrouwen zodanig minacht dat
hij zelfs te ver gaat voor zwartekousenouderlingen en bejaarde
djellabamoslims. Desondanks kan de door Boef gepleegde geestelijke
aanranding van vrouwen op grote bijval van jongeren rekenen. Ik hou mijn
hart vast voor de toekomst van een land vol boevianen op de apenrots.
Omdat Boef zo’n invloed heeft besteden ook gerenommeerde kranten
aandacht aan zijn walgelijke gedrag. Ieder op zijn eigen manier natuurlijk.
NRC duidde de herkomst van kech en andere woorden die schijnbaar
tegenwoordig gebruikt worden om vrouwen te benoemen. Ik zag in dat rijtje
ook mokkel en wijffie staan.
Die woorden kende ik, die werden in mijn jeugd al gebruikt in het stadje waar
ik opgeroeide. Mokkel was geen positief woord. Meestal werd dat
voorafgegaan door het woord gekke of achterlijke. Als ik er aan terugdenk wie
indertijd een achterlijk mokkel werden genoemd dan doemen toch vooral die
vrouwen op die zich niet aan toen geldende mores hielden. Ze traden buiten
de gebaande paden, bijvoorbeeld door zich anders te kleden dan anderen in
hun sociale klasse. Vandaag denk ik dat die vrouwen niet zo achterlijk waren
maar het slachtoffer van normatief gedrag van hun omgeving. Het woord
werd vooral door jaloerse vrouwen gebruikt.
Mokkeltje is een ander verhaal. Dat woord altijd voorafgegaan door een
bijvoeglijk naamwoord en wel lekker. Het waren natuurlijk mannen die dat
woord gebruikten. In mijn herinneringen waren dat vooral de mannen die
uitgekeken waren op de seksloze schorten van hun eigen vrouwen.
Het woord wijffie werd in mijn jeugd vooral gebruikt door de tantes uit de
Randstad. Als die op bezoek kwamen begroetten ze andere tantes en de
nichtjes altijd met een langgerekt: halllooooo wijffie . . . In tegenstelling tot
het verschrikkelijke woord wijf – wat ik alleen maar gebruik in deze context –
was wijffie een en al goedmoedigheid.
Er was in die tijd wel een woord waar ik als kind het schaamrood van op de
kaken kreeg. De ooms die op bezoek kwamen begroeten ons altijd met: Hè
pikkie . . . . .