De wetenschapper en de journalist 18 maart 2018

Journalisten en wetenschappers, ze hebben elkaar nodig. Een journalist die
zijn artikel kan opkrikken met een uitspraak van een wetenschapper zorgt
doorgaans voor verhoging van de status van dat artikel. Immers, hoogleraren
hebben doorgeleerd, zijn dus deskundig en nog belangrijker: ze zijn objectief.
Wetenschappers kennen een ranking van wie het meest wordt geciteerd.
Geciteerd worden is goed voor je wetenschappelijke status. Tel uit je
gemeenschappelijk belang.

Uit ervaring weet ik dat het soms een hele toer is om een wetenschapper te
vinden die iets wezenlijks toevoegt aan een artikel. Dat ligt overigens niet
altijd aan die wetenschapper. Die wordt namelijk te pas en te onpas om
commentaar gevraagd op kwesties waar hij of zij nog nooit van gehoord heeft.
Soms gebeurt het dat een wetenschapper zegt: sorry, maar dat is mijn
vakgebied niet. Een wetenschapper die gewoon zegt dat hij er de ballen
verstand van heeft ben ik nog nooit tegen gekomen. Soms zegt een
wetenschapper: het is mijn vakgebied maar ik ken de specifieke kwestie niet,
geef mij even de tijd om mij er in te verdiepen. Maar journalisten hebben vaak
geen tijd, dan gaan ze wel op zoek naar een professor die wel fris van de lever
iets wil roepen.

In Helmond wordt na twee jaar justitieel onderzoek oud-wethouder
Tielemans vervolgd. Hij wordt verdacht van onder meer corruptie. Al die tijd
heeft hij gebungeld, want hij had geen idee waar het onderzoek toe zou leiden.
Maar nu is het dan zo ver. De plaatselijke krant, verbaasd over het feit dat
Tielemans zo lang in onzekerheid zat, vroeg een hoogleraar om een reactie.
Zo’n reactie waarvan ik dan denk: zou hij wel geweten hebben dat die
gepubliceerd werd?

Volgens Piet Hein van Kempen, hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de
Radboud Universiteit in Nijmegen, zou die bewering van het OM kunnen
kloppen. ,,Ik ken er de zaak niet goed genoeg voor. Maar als een oud-
wethouder wordt verdacht van corruptie, diefstal en afpersing, dan kan ik
me
voorstellen dat er groot financieel onderzoek moet worden gedaan. En
dat veel
mensen zullen worden ondervraagd. Dat zou de reden kunnen zijn
waarom
het OM nu pas een zaak heeft”, aldus Van Kempen.

  1. Harry Perton (reply)

    18 maart 2018 at 22:31

    Journalisten vragen vaak, zoals nu ook weer in dit geval, naar de bekende weg. Nu komt me een voorbeeld uit de sportjournalistiek voor ogen: atleet heeft net race gewonnen, is helemaal opgetogen en dan vraagt de pipo met microfoon: “Wat gaat er door je heen?” Net of zulks niet te zien is. Het staat ook nog eens op gespannen voet met het narratief principe: Show, don’t tell.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Trainingsbroek 17 oktober 2017

Ik heb de ballen verstand van mode. Als mijn vrouw niet een beetje op mij
lette dan ging ik voor schut over straat.

Zij is zelf van de gilets. De eerste keer dat ik op haar advies een zwart gilet
over een saai wit overhemd aan trok begonnen collega’s onmiddellijk bij
binnenkomst bij mij bier te bestellen. Dat was dus meteen de laatste keer dat
ik mij zo uitdoste.

Naarmate de jaren verstreken luisterde ik vaker naar mijn vrouw. Nu draag ik
zelfs roze, want dat schijnen echte mannen te doen. Bovendien werk ik in een
omgeving met veel mannen die zo’n roze overhemd heel gewoon vinden.

Over damesmode kan ik al helemaal niet meepraten, hoewel ik dat natuurlijk
wel ga doen, daar is zo’n stukkie voor. Er waren twee periodes in de
geschiedenis van de damesmode waarin mijn twijfel over het fenomeen vrouw
wankelde. Dat was toen ze zich massaal in die afzichtelijke tuinbroeken hesen
en toen de legging in zwang raakte.

Momenteel is er weer zo’n periode, nu veel vrouwen broeken dragen met een
streep over de volle lengte van de pijpen . Toen ik dat voor het eerst zag dacht
ik dat de betreffende vrouw een kwetsuur had en daarom noodgedwongen een
makkelijk zittend trainingsbroek droeg. Dat was een denkfout, er was sprake
van een geheel nieuwe modetrend. Nu zie ik ze overal.

Het kan mij niet schelen, maar ik vraag me af waarom iedereen zo’n
trainingsbroek draagt terwijl we al een mensenleven lachen om Helmonders
‘die allemaal in een trainingspak lopen’. Dus: prima die nieuwe mode maar
laten we dan de credits aan de Helmonders geven en deze door mij zeer
gewaardeerde medemensen niet langer belachelijk maken. Want laten we
eerlijk zijn: Helmonders zetten de trend. Half Afrika loopt in kleding van de
Helmondse Vlisco en half Nederland loopt nu in een trainingsbroek.

  1. Laurent (reply)

    18 oktober 2017 at 22:18

    Hahaha, die van dat bier bestellen deed me hardop lachen!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

A270 24 november 2016

Tussen Eindhoven en Helmond ligt een paar kilometer snelweg. Wij noemen
dat de Helmondweg. Officieel is het de A270. Ik heb die weg vaak gereden
toen ik in Helmond woonde en dagelijks naar mijn werk in Eindhoven reed.
Toen was het nog een betonweg. Je stuiterde er overheen. Of zoals mijn vrouw
zei: “Die weg kon zingen”.

Omwonenden konden dat gezang niet waarderen. Zo lang ik me kan
herinneren protesteren ze tegen het lawaai. In de loop der jaren kwamen
er steeds meer laagjes op om de herrie te dempen.

Opeens werd Helmond op de kaart gezet met een automotive campus.
Een plukje bedrijven op het gebied van automobieltechniek dat
zich schaarde rondom een testcentrum van TNO.

TNO gebruikt de A270 als testweg voor snufjes. Daarvoor is het nodig dat
er 130 mag worden gereden, zegt TNO. De provincie vond dat geen probleem.
De automotive campus draagt bij aan het slimme karakter van Zuidoost-
Brabant en is dus heilig.

Omwonenden stonden wederom op omdat al die automobilisten die de
ene grote stad uit kwamen wel even op het gaspedaal wilden voordat
ze een paar kilometer verder weer stil stonden voor de verkeerslichten in de
andere grote stad.

Woensdag wonnen de omwonenden bij de Raad van State hun zaak. Er
mag op de A270 maar 100 kilometer per uur worden gereden. Het welzijn
van de omwonenden weegt zwaarder dan het belang van de provincie of
meer bepaald het belang van de provincie die zo graag pronkt met een
automotive campus.

Toen de uitspraak van de Raad binnen kwam maakte een collega er een
bericht van. Ze vroeg me of ik de uitspraak ook wilde lezen bij wijze
van dubbelcheck. Geen twijfel mogelijk: 100 kilometer per uur zal het
zijn.

Dus de bordjes met 130 kunnen weg. Nee, zegt de provincie wij laten de
uitspraak eerst door advocaten bekijken. Meerdere advocaten dus. Die
kosten – pak ‘m beet – 125 euro per uur. Laten het er eens twee zijn, het
minimale van het meervoud advocaten. Die kunnen net als wij in vijf
minuten de uitspraak lezen. Dat doen ze niet want dan zou hun werk
wel erg eenvoudig lijken. Ze zullen toch minimaal een dag uittrekken
voor een grondige studie. Dat is 2×8=16 uur. 16×125=2000 euro om te
ontdekken dat in de laatste alinea van de uitspraak toch echt staat dat
de bezwaren van omwonenden gegrond zijn.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Communiefeest 30 mei 2016

De wereld verhardt en er is een nieuwe trend die mij verontrust.
Vechtpartijen tijdens of na communiefeesten.

In Helmond zette een pastoor vorige maand beveiligers in het kerkportaal
omdat er vorig jaar tijdens het communiefeest  in zijn kerk ongeregeldheden
waren.

Afgelopen weekend ontaardde een communiefeest in Hooge-Mierde in een
vechtpartij.

Ik ben niet rooms dus ik ging te rade bij mijn vrouw. Zij heeft ooit communie
gedaan. Tot haar uitschrijving uit het kerkelijk register heeft altijd een
moeizame relatie gehad met wat zij het instituut noemt.
Haar herinneringen aan het communiefeest beperken zich tot de volgende:
“wij moesten tijdens de repetitie allemaal knielen in de banken en tegelijk
onze tong zo ver mogelijk uitsteken zodat er een hostie op gelegd kon
worden”. Daar had ze een hekel aan.

En: “tijdens het feest moest ik mijn peetoom bedanken voor de fiets die ik
had gekregen terwijl ik een vreselijke hekel aan die oom had”. Volgens mijn
vrouw was dat wederzijds.

Maar ook: “je kreeg tijdens het communiefeest mooiere cadeau’s dan tijdens
je verjaardag”.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Dat vond ik als voormalig protestant allemaal uiterlijkheden. Mij ging het
er om wat de Heilige Communie doet met een kind. Mijn vrouw vertelde
dat ze achter bleef  met een onvervuld verlangen. Haar was ingeprent dat
ze een bruidje van Jezus zou worden. Ze had er op gerekend dat er iets
magisch zou gebeuren. Dat gebeurde niet.

Nou begrijp ik waarom er tijdens een communiefeest een licht ontvlambare
sfeer is.

  1. Sante (reply)

    30 mei 2016 at 10:41

    Ik ‘deed’ de communie op 7 mei 1947. Ik heb hier nog een plaatje waarop ik te zien ben met een vage grimlach op het gezicht en een bosje lelietjes-van-dalen op de revers van het colbert. Ik had tijdens mijn eerste biecht gelogen dat ik uit de suikerpot had gesnoept (die mogelijkheid was enkele dagen eerder geopperd door andere communicantjes, omdat ik niks beters wist en helemaal niet op de hoogte was van het begrip ‘zonde’. Het was verder een bescheiden feestje, want het speelde zich af in de ‘gemengde’ stad Nijmegen — de betere kringen waren protestants en de arbeiders katholiek, zoals het hoort.

    IUn 1967 verhuisde ik naar Zuid-Limburg en maakte daar enkele maanden later kennis met de echte roomsche manier van communie: enorme cadeau’s, dronken ooms bewusteloos in de goot voor het huis, vechtpartijen zover het oog reikte.

    Ik besloot toen dat mijn kinderen geen communie zouden doen, al betekende dat dat ik hen het gevoel gaf buitengesloten te zijn.

  2. Wieneke (reply)

    1 juni 2016 at 13:10

    Dan is ze dus nooit een écht bruidje van Jezus geweest. Tja, dat is wel heeeeeel sneu 🙂
    Sorry voor dat 🙂 maar ik moet altijd zo lachen om die rare religie toestanden.
    Dolgelukkig ben ik dat ik er nooit mee te maken heb gehad in mijn leven. Altijd verbaasd tot verbijsterd aan de zijlijn gestaan bij een aantal gelegenheden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Slachtoffer 23 mei 2016

Ik ben mijn journalistieke loopbaan begonnen in een gebied waar de mensen
niet met de pers spraken. Zij hadden genoeg aan hun monoloog tot de Heere
HEERE die hun woorden nooit zou verdraaien.

In Brabant – zo is mijn ervaring – was het volk toegankelijker. Loslippiger
ook. Niet per definitie betrouwbaarder.

Ondertussen speelt dankzij internet iedereen journalist. Waar in mijn vorige
standplaats nog slechts één Alwetende was, wil nu niemand meer onwetend
zijn.

Ik herinner mij een interview dat een collega had met een buurtbewoner van
iemand die vermoord was. De buurtbewoner gaf een bloemrijke beschrijving
van het leven dat het slachtoffer leidde. Op de stelling van mijn collega dat zijn
informant de onfortuinlijke buurman dus goed kende, antwoordde de
zelfbenoemde bron: “Nee, ik zag hem alleen af en toe met zijn hondje lopen”.

Het is voor sommige mensen ondenkbaar dat, als zij – eenmaal
doorgedrongen tot aan de rood-witte linten – door een journalist worden
aangesproken moeten antwoorden: ik heb geen flauw idee.

In Helmond is vorige week in het kanaal het lichaam gevonden van Bart
Hillen. Het was in dekens gewikkeld en stak in een grote zak. Zonder twijfel
een misdrijf.

Een vriend van het 67-jarige slachtoffer vertelde tegen het Eindhovens
Dagblad dat de dode een einzelgänger was. Toen de verslaggever vroeg hoe
het slachtoffer betrokken kon zijn geraakt bij een misdrijf haalde de vriend de
schouders op en zei: “Dan zou ik ontzettend gaan speculeren en dat lijkt me
niet verstandig.”

Dat is een echte vriend.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *