Vocalies (406) Macbeth 7 juni 2016

(Door Marlies)

U hebt nog één Budapest-verhaal van me tegoed: onze bezoeken aan de Verdi-
opera’s Macbeth en Otello.

Over Otello schreef ik al eens. Ik was vorig jaar in de stad en zag toen met
mijn echtgenoot dezelfde enscenering. Het lichtplan is niet aangepast sinds
mijn opmerkingen daarover, beetje flauw om niet naar Vocalies te luisteren
vindt u niet? Grapje, lezers, grapje…

Goed, blijft over Macbeth, oftewel Macbetto; het is altijd een beetje
vervreemdend om de Engelse, Shakespeariaanse namen te horen
‘ver-italiaansen’, maar het went vlug, kan ik u verzekeren.

De uitvoering was er een zoals opera moet zijn: een tamelijk traditionele
enscenering met moderne vondsten die het verhaal dienden en niet uit zijn
voegen haalden. (Een gast formuleerde ooit, tijdens een eerdere reis een
enscenering ‘zoals die moet zijn’ als: “het was een echte opera: pruiken, jurken
en aan het einde iedereen dood”).

Lady Macbeth had een stem als een dragonder, haar ijzige karakter van
manipulator kwam niet helemaal uit de verf, daarvoor sloeg het vibrato teveel
naar beneden en was haar acteren te ‘fladderig’, ik kan het niet anders
formuleren. Dat ze een slechte vrouw was, kwam uit de verf: pfoe wat een
volume… Ik zou de rol graag eens zingen, kan ik lekker al mijn duistere kanten
aanspreken, maar ik zou proberen een ijzig, Turandot-achtig koud blauw
geluid ‘aan te zetten’ en uiterst terughoudend acteren.

Macebth was geen groot acteur, wel een uitstekend zanger en zijn slotscene,
als hij dodelijk gewond terugkeert op het toneel en de bloedvlek op zijn hemd
steeds groter wordt (een van die technische vondsten die het verhaal
dienden…) en hij vervolgens dood dóór het toneel zakt, had mij bij de strot: ik
kreeg met hem te doen, toch, ondanks de moordenaar die hij was…

De heksen aan het begin (eindelijk mag een vrouwenkoor schel en lelijk
zingen, bijna kakelen!) waren fenomenaal en genoten zichtbaar van hun rol.
Bloedstollend was de scène waarbij de witte ‘spookhoezen’ van hun hoofden
getrokken werden en hoog in de coulissen bleven hangen, ik zat als bevroren
in mijn stoel. Alle bijrollen waren uitstekend bezet, ook al een compliment
waard!

Deze regisseur kon een toneelplaatje maken, bijna overal zonder de vaart van
de opera in gevaar te brengen: geweldig.

En er was nog iets fascinerends: men had een enorme dia-projectie op de
achterwand van het toneel gemaakt van de verrichtingen van een
zandkunstenaar. In een handomdraai wist hij van de weergave van het profiel
van een kasteel een doodskop te maken, met op zijn hoofd als kroon datzelfde
kasteel. Bloedstollend en buitengewoon artistiek.

Het verhaal van Macbeth is niet in een handomdraai uit te leggen: er gebeurt
heel veel; ik las ergens dat Verdi buitengewoon genoten zou hebben van het
componeren van bovennatuurlijke scènes, nou dat is hoorbaar.

Weet u wat: zoekt u zelf op YouTube.: er is een zeer goed te pruimen film
gemaakt, ergens in 1986 als ik het goed heb. Ik laad in de tussentijd uit
diezelfde film de laatste aria van Lady Macbeth op, gezongen door Shirley
Verrett: de combinatie van haar uitstekend vakmanschap als actrice en als
zangeres, gecombineerd met haar speciale timbre zorgen hier voor kippenvel.
En die laatste toon: als je bereid bent het risico te nemen heeft die hoge c een
bloedstollend effect.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (405) West Side Story 2 juni 2016

(Door Marlies)

I Capuleti e I Montecchi – Otello – West Side Story – Macbeth – Sly. Als u dat
rijtje ziet, naar welke opera zou u gaan? Maakt u zich niet druk: het is een
retorische vraag, ik verwacht geen antwoord. Ik zal u mijn antwoord geven:
naar alle vijf.

Na twee van die zware jongens tijdens onze week in Budapest leek de avond
West Side Story een welkome afwisseling. Niet dat die opera níet slecht
afloopt, maar de tempo’s zijn wat opzwepender en er gebeurt veel op het
toneel en de toon is wat lichter…

Nou, dat werd een beetje een teleurstelling. Een overvraagd ballet (nergens
had het ballet de peper die West Side Story zo hard nodig heeft… en zo
uitbundig biedt), zangers die de partijen overschat hebben, niet gewend waren
dit repertoire te zingen en naar de ritmes – bij Bernstein tamelijk complex –
maar een gooi deden.

Zo waren de solo’s van Tony gewoon veel te snel, omdat hij probeerde te
compenseren dat hij het ritme van ‘Something’s coming’ niet aankon (net zo
min als Carreras destijds in de prachtige documentaire) en hij het bij ‘Maria’
niet haalde met zijn ademtechniek.

‘Mambo’ en ‘America’ waren ook te snel, met ietskes tempo terugnemen krijgt
deze muziek namelijk veel meer swing dan met het gehaast dat hier gebeurde.

De verbindende teksten in het Hongaars (ja, u leest het goed! tenslotte waren
we in Budapest), zonder boventiteling hielp ook al niet, hoe goed we het
verhaal ook kenden.

De muziekteksten waren in het Engels, nou ja… Engels, het Engels dat de
Hongaren, met nou eenmaal anders ingerichte oren, Engels in de oren klonk.
Het Hongaars behoort tot de Finoegrische talen (ik heb het opgezocht!). Dat
ligt mijlenver van het Engels af en dan krijg je al gauw uitspraken waarbij je je
als West-Europeaan afvraagt waar ze dát nou vandaan hebben gehaald.

Kortom: het was niet echt goed; het orkest was eigenlijk nog het beste en ik
neem mijn petje af voor de dirigent die alles bij elkaar wist te houden.

Een Amerikaan liep achter mij bij het verlaten van de zaal voor de pauze. Ik
zei hem: “This must be a weird experience for you…” “It’s one of the worst
things I’ve ever had to sit through in my life…” zei hij snibbig.

Ik realiseerde me ineens hoe verschrikkelijk Amerikááns West Side Story
eigenlijk is. Ik heb hem na de pauze niet meer terug gezien…

Daarom: voor alle gasten van Musico die mee waren, voor die éne Amerikaan
en voor iedereen eigenlijk, die een liefhebber is van de film nog één keer een
uitvoering van ‘America’ waar de vonken wél vanaf vliegen.

https://youtube.com/watch?v=YhSKk-cvblc%26qut

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (405) Sly 31 mei 2016

(Door Marlies)

Ze is weer terug, uw verslaggeefster van de klassieke vocale muziek, Vocalies.
Een enerverende week was ik met gasten van Musico in Budapest. Vijf opera’s
hebben we gezien en ik zal u in deze contreien daarvan kond doen. Dan kunt u
meegenieten en ik nagenieten: allemaal blij, toch?

Ik begin meteen met voor mij de grootste verrassing: ‘Sly’ van Ermanno
Wolf-Ferrari.

We wisten niet goed wat we ermee aan moesten: zo’n onbekende opera op de
laatste avond van de week. Behalve de heenreis was de week perfect geweest
en je wilt ‘m dan ook goed afsluiten.

Sommige van mijn gasten kozen eieren voor hun geld: ze gingen de Donau op
voor een romantische avond varen… Ik moet u bekennen dat ook ik dacht: het
is dat ik moet, anders ging ik niet… eerlijk is eerlijk…

Met die gemengde gevoelens liep ik het Erkeltheater binnen… Ik kwam eruit
met tranen in de ogen… Wat een opera!

Sly begint als een komedie, maar ontwikkelt zich naar een zorgelijke tragedie.
De muziek heeft de echte Wolf Ferrari kenmerken van zijn Verismo-opera’s,
met ook een sterke verwijzing naar Offenbach’s ‘Les Contes d’Hoffmann’. De
verwijzing naar The Taming of the Shrew die in de aankondiging op de
website van het Erkeltheater stond, heb ik niet terug kunnen vinden.

De eerste acte is tamelijk vrolijk, met als hoogtepunt Sly’s aria over de
dansende beer, een thema dat door de opera heen een paar keer terug komt.
Af en toe denk je dat je naar een slechte operette zit te kijken; hoewel er
uitstekend geacteerd en gezongen werd, was er platte, dronken lol.

Ergens in de tweede acte kantelt het verhaal en het briljante is dat je dat niet
echt in de gaten hebt: ineens realiseer je je dat zich een onafwendbare tragedie
aan het ontrollen is.

Vooral Sly’s dramatische aria tegen het einde “No, io non sono un buffone”,
maakte veel indruk.

Heel kort de inhoud:
De dichter met alcoholproblemen Christophoro Sly zit in de Falcon Tavern in
Londen. Zijn liederen en dichtsels amuseren de andere drinkers in de kroeg.
Als de graaf van Westmoreland ziet dat zijn maîtresse Dolly bij de
bewonderaars staat, besluit hij een grap uit te halen.

Zijn bedienden brengen de lam-gezopen Sly naar het kasteel van de graaf,
verkleden hem (bewusteloos) in mooie kleren en maken hem – als hij bijkomt
– wijs dat hij de graaf is, eindelijk hersteld van een langdurige ziekte. Dolly
doet zich voor als zijn echtgenote. Nadat de verkleedpartij voorbij is en de
ware identiteiten weer onthuld, snijdt Sly zich – totaal van slag en vernederd
– de polsen door in de kelder. Dolly vindt hem daar, te laat. Ze hield echt van
hem…

Tenor László Boldizsár hield ons vanaf het eerste moment dat hij op het toneel
was in zijn greep. Hij is vanaf dat moment nauwelijks weg en dat maakt de rol
tot een loei-zware. Niet alleen voor de stem, ook voor zijn lijf: hij danste en
sprong, er werd met hem gesmeten en de draak gestoken en hij hield stand.
Fantastisch! Deze opera verdient het veel vaker opgevoerd te worden, maar
behalve Boldizsár, wie kan die rol zingen? Levensgevaarlijke rol.

De Donauvaarders hadden uiteindelijk de slechte keuze gemaakt… we hebben
geprobeerd het ze niet al te zeer in te wrijven.

In het filmpje twee korte fragmenten met José Carreras en Isabelle Kabatu, ze
dekken nauwelijks de lading van wat wij gezien hebben, maar er is niet veel
materiaal op YouTube voorhanden. Overigens staat deze versie wel in zijn
geheel op YouTube.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *