Supporters 11 mei 2016

Er is ophef ontstaan over een anti-joods liedje dat PSV-supporters
maandagavond hebben gezongen. Ik kende de tekst, op onze voetbaltrips naar
het buitenland hoor ik het wel eens. De tekst is te gruwelijk voor woorden.
Jammer want de oorspronkelijk tekst van het liedjes is grappig.

Mijn vader die werkt bij Philips, Mijn moeder die werkt op Strijp-S
En samen maken ze daar lampen, Van Philips die branden het best!

De ophef is ontstaan omdat er op internet een filmpje rond gaat waarop de
zangers van het anti-joodse liedje te zien zijn. Tot nu toe bleef hun gehoor
beperkt tot de supporters rondom hen.

Mijn ervaring is dat de regels van het liedje meestal maar één keer worden
gezongen, daarna duiken er altijd wel een paar mensen op om de zangers te
vertellen dat ze dat niet kunnen maken. De schaamte bij de anderen wint het
altijd van de lol van de zangers.

De zangers die ik heb gezien waren meestal jochies die ’s morgens slecht
hadden ontbeten waardoor ze geen bodem hadden voor de sloten bier die ze
op zo’n wedstrijddag nuttigen. En dan heb ik het nog niet over hun
uitpuilende ogen.

Het vervelende van die gastjes is, dat ik aan mijn vrienden moet uitleggen
waarom ik toch zoveel lol beleef aan het supporteren van PSV. Ik heb ook al
moeten uitleggen dat ik (en 99,9 procent van de supporters met mij) niet tot
die groep ééncelligen behoor die bij het zien van een vrouw onmiddellijk
schreeuwen dat daar een piemel in moet.

Net als in andere groepen heb je in de supportersgroepen mensen die
ontsporen of niet sporen. Ik durf wel op te schrijven dat hun brandstof bier
is. Als ze de volgende dag met een knetterende koppijn opstaan hebben ze al
spijt van hun wangedrag. Waarmee ik dat natuurlijk niet goed wil praten.
Integendeel.

De leiding van PSV heeft de zaakjes op dit moment sportief en technisch goed
voor elkaar. Ik denk dat het een illusie is om de ongrijpbare
supportersschare onder controle te krijgen. Je kunt die massa niet opvoeden.
Je kunt wel de rotte appels er uit snijden met stadionverboden. Dan bedoel ik
niet voor een half jaar, maar voor hele lange tijd. En met een meldplicht, drie
uur voor de wedstrijd, want de meeste van die gasten gaat het om het
indrinken en zo’n wedstrijd kunnen ze ook in de kroeg kijken in plaats van
het stadion.

Daarmee voorkom je niet dat die amoeben niet meer met de
supportersgroepen optrekken. Je kunt dan als voetbalclub tenminste wel
zeggen dat het niet jouw supporters waren. Doorpakken is het enige wat helpt.
Al was het maar om te voorkomen dat alle goedwillende supporters na
thuiskomst uit Madrid (een tripje dat best een aardige cent kost) niet alleen
maar hoeven uit te leggen dat zij geen muntjes naar bedelaars hebben
gegooid.

 

 

  1. Wieneke (reply)

    11 mei 2016 at 12:50

    Ik snap nooit hoe die lui aan zoveel geld komen. Van een uitkerinkje kan dat toch niet? En als je werk hebt….. moet je toch zorgen dat je het houdt, want voor jou heeft de baas tientallen anderen in de rij staan. Ik neem aan dat een werknemer met kater en uitpuilende ogen toch niet fris en fruitig in de werkplaats staat te sleutelen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ziggo 10 mei 2016

Ik ben een fan van Ziggo. Dat weet iedereen die mij kent. Dat betekent dat ik af en toe deze
geliefde kan kastijden.

De Ziggowinkel, dat is een vreemd fenomeen. Ik wilde een extra Wifi-punt. Dat is niet iets
met slagroom maar dat zijn twee kastjes. Omdat ik een beetje klaar ben met dingen
bestellen via internet die altijd worden bezorgd als jij niet thuis bent, besloot ik naar de
Ziggo-winkel te gaan. Bovendien kijk ik bij de aanschaf van elektronica graag in de
ogen van een verkoper die je ook nog eens aanvullende vragen kunt stellen.

De aankoop bleek niet zo eenvoudig. Het meisje in de winkel was blijkbaar nog
niet ingewijd in het computersysteem. Ze belde om hulp. Zij hoefde net zes minuten
in de wacht, ze kreeg ze helemaal niemand aan de lijn. Ze vermoedde dat haar collega
aan het lunchen was. Of ik even wilde wachten.

Ik ben een geduldig mens geworden, maar wachten op een Ziggomeisje dat aan
het lunchen is dat is echt te veel gevraagd. Dus ik bedankte de verkoopster voor de
moeite en maakte aanstalten de winkel te verlaten. Toen, ploep, werkte het systeem.

Tien minuten later, het aanschaffen van een Wifi-punt in een Ziggo-winkel blijkt vooral
de vorming van een virtueel dossier te zijn, verliet ik de winkel met twee apparaatjes
in een doos.

Thuis werkte het niet. Dat ligt dan weer niet aan Ziggo maar aan het elektrische systeem
in ons huis. Dat werkt op een computer. Heel fijn als het werkt, een ramp als er iets mis is.
In ieder geval is dat allemaal niet compatible met het Wifipunt.

Ik terug naar de winkel, blij dat ik het apparaat zonder gedoe met opsturen kon inleveren.

“Nee meneer”,  zei de verkoper, “wij kunnen niets innemen. U moet naar Ziggo bellen,
dan krijgt een terugstuurdoos toegestuurd”.

Een terugstuurdoos. Met een beetje zieke geest denk je dan toch onwillekeurig aan
een Thaise vrouw die niet bevalt.

  1. Wieneke (reply)

    10 mei 2016 at 14:31

    Wat een idioterie, zeg. Als je iets terugbrengt, dan pakken ze dat in die winkel aan en geven je je geld terug. Punt!
    Je krijgt een terugstuurdoos toegestuurd. Je bedenkt het toch niet? Liggen ze in een krijsdeuk aan die vergadertafels als ze dit
    verzinnen of zit iedereen er ernstig bij?

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

PSV 9 mei 2016

Gewoon op de bank. Ik keek op de bank.
Aanvankelijk was ik dat helemaal niet van plan.
Ik was een ongelovige. Waarom kijken?
Struisvogelpolitiek.

Op de bank. Zappend. PEC-Zwolle-PSV.
De Graafschap-Ajax. Stiekem hopend.
Ik steek een sigaartje op. Stress.

Zestiende minuut. 1-0 Ajax. Zie je wel.
Ik dacht het wel.

PEC Zwolle scoort. Dat wordt dus weer zo’n
wedstrijd.

55ste minuut. Het wonder van Doetinchem wordt
met luid klaroengeschal aangekondigd. Ik
ben een dove ongelovige.

Nog vijf minuten. Ik durf niet meer naar de
asbak te kijken. Struisvogelpolitiek.

Nog twee minuten. Wedden dat er in die
laatste minuut . . .

Nog tien seconden. Eindelijk ben ik een gelovige.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Buitenaards 8 mei 2016

(Door Ab Klaassens)

De Volkskrant vertelde me onlangs dat Belgische sterrenkundigen
planeten hebben ontdekt die geschikt zijn voor leven. Zoals onze aarde  rond
‘onze’ zon draait, zo draaien die planeten rond een ster, maar dat zou dan een
extreem koud dwergsterretje zijn.

Wat mij bij berichten over mogelijke levensvormen op andere planeten altijd
verwondert is dat het dan altijd gaat om leven dat wij met onze aardse
zintuigen kunnen waarnemen en om leven dat alleen gedijt  onder de
condities die ons leven op aarde mogelijk maken.

Zouden er geen andere zintuigen kunnen zijn dan die van ons, aardbewoners?
Zouden we met onze zintuigen wel kunnen waarnemen dat er andere
levensvormen zijn? Misschien bestaan er wel vormen van leven zonder water
en zuurstof, niet waarneembaar voor onze ogen, oren, neuzen en tastende
handen.

Genesis is door de samenstellers van de Bijbel aangewezen als het hoofdstuk
dat het voor miljarden christenen heilige boek opent met de zin: “In den
beginne schiep God de hemel  en de aarde.” Ik vind dat de schrijver daar waar
hij de hemel noemt iets meer details had moeten prijsgeven.

Als er al leven is op de door de Belgen gevonden planeten moet u even niet
denken aan een theevisite, want met de nu beschikbare vervoermiddelen
duurt een ruimtereis naar de genoemde planeten volgens de
wetenschapsredacteur van de Volkskrant honderdduizenden jaren.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wandelen in Eindhoven 4 mei 2016

Eén van de leukste boekjes die ik de afgelopen jaren heb aangeschaft is het
boekje “Wandelen buiten de binnenstad van Eindhoven” van Kees Volkers.
Het is een boekje met wandelingen tussen de tien en de twintig kilometer. We
hebben er al een paar gelopen.

Dan denk je dat je zo’n stad kent. Ik woon er nu een jaar maar ik heb er al
eens drie jaar gewoond en sinds 1988 werk ik er. Ik heb er in de tijd dat ik
radioverslaggeving deed vele kilometers door de stad gemaakt.

Eindhoven is mijn stad. Ik fiets nu elke dag van het zuidelijkste puntje naar
het noordelijkste puntje. Twaalf kilometer dwars door de stad en elk dag denk
ik: dit is mijn stad. Verliefdheid hou ik voor Marlies met wie ik vandaag op de
kop af twaalf jaar getrouwd ben, maar Eindhoven heeft ook een grote plek in
mijn hart.

Al fietsend door de stad valt het me steeds weer op hoe groen die is. Overal
parken en parkjes. Brede wegen worden veelal gescheiden door brede groene
middenbermen.

Nu we de wandelingen uit het boekje van Kees Volkers lopen ontdekken we
nog veel meer. Ik heb inmiddels twee fraaie begraafplaatsen ontdekt waarvan
ik het bestaan niet kende. Aan de rand van het centrum ligt een pad langs de
Dommel waar diverse vogelsoorten hun territorium hebben.

Zelfs achter een bedrijventerrein tussen Eindhoven en Geldrop liggen stukjes
groen waar volgens mij een vogelaar wel een ochtendje zoet kan brengen.
Allemaal ontdekt dankzij dat boekje.

Ik kan nog wel even door gaan maar ik u al roepen: maar jij bent verliefd op
die stad. Ik stel voor dat iedereen die in Eindhoven woont en beetje sportief is
dat boekje aanschaft. Dan gaat verliefdheid vanzelf over in houden van.

wandelen

  1. Laurent (reply)

    6 mei 2016 at 22:50

    Vooral de directe omgeving van Eindhoven is een heel aantrekkelijk landelijk gebied. Ergens tussen Geldrop en Nuenen waan je je vèr buiten bewoond gebied, zo stil en landelijk is het er.

  2. maria (reply)

    8 mei 2016 at 18:06

    En sinds de 49e minuut , voor jou, nog weer een reden om van Eindhoven te houden. Gefeliciteerd

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (403) Van der Vlugt en co 3 mei 2016

(Door Marlies)

Wat een heerlijke dag hadden we zondag! Juiste plek: Amsterdam in de
lente. Juiste gezelschap: vier jonge honden, een niet meer zo jonge hond,
collega’s van echtgenoot, en echtgenoot zelf. Juiste muziek: The Tallis
Scholars in het Concertgebouw, met op het programma het Miserere mei
van Gregori Allegri, een gegarandeerde hit.

Over dit Miserere Mei schreef ik al eens. Het is wonderschone muziek,
echt therapeutisch: als er ooit tranen vast zitten: draai dit stuk en
het komt los.

De echte ontroering zat ‘m voor mij in de ‘bijvangst’ van het
Zondagochtendconcert: we waren op tijd in het Concertgebouw om
‘Van der Vlugt en co’ nog te horen spreken en musiceren in het programma
Spiegelzaal (het populaire ‘voorprogramma’  voor het ZondagOchtendConcert,
vanuit – u raadt het al – de Spiegelzaal van het Concertgebouw,
al eeuwenlang gepresenteerd door Hans van den Boom, mijn favoriete
Radio4-presentator.

‘Van der Vlugt en co’ bestaat uit Bram van der Vlugt, spreker, zijn zoon
en dochter en een ‘vriend van de familie’ (zo noemde hij hem zelf),
die respectievelijk alle soorten sax, viool en contrabas spelen.

Bram van der Vlugt is nadat hij staf en mijter aan de wilgen hing allerminst
uitgewerkt, in tegendeel zou ik bijna zeggen: nu is er kans voor nieuwe dingen.
Als je op je tachtigste die nog aanpakt is er niks aan de hand met je geest
ouderdoms-wise gesproken…

Ik werd geraakt door het gemak waarmee Bram de teksten (voor het
grootste deel uit het hoofd) voordroeg en door zijn prefecte Nederlands
(ja, ja, mensen: met een zachte g en een mooie, niet te hard rollende r). De
stem heeft iets volstrekt tijdloos, maar klinkt ook als van een wijs man en
hij hanteert het tongue-in-cheek-principe met een feilloze timing. Ik moest
erg lachen om zijn gedicht ‘De drie-tenige luiaard’. Hij leek volkomen op zijn
gemak, effortless, zonder een spoor van zenuwen (daar zal Sinterklaas hem
wel bij geholpen hebben…), hij genoot.

Vanuit het Concertgebouw gingen ze gevieren op weg naar Arnhem, alwaar
in de middag het hele programma gesproken en gespeeld zou worden.
Als mijn gezelschap niet zo leuk geweest was, was ik hen nagereisd. En een
van de jonge honden zei: “alleen dit optredentje was de treinreis al waard!”.
Ik kon het volmondig beamen.

Op de website van het programma Spiegelzaal vindt u vast wel de (het zijn
niet zoveel denk ik) speeldata van dit aparte en charmante programma.

Hieronder in het filmpje een deeltje eruit.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Netflix 2 mei 2016

Begin jaren tachtig werd ik – als journalist – gestalkt door
een man. Ik heb het verhaal vast als eens verteld. Hij kwam
de redactie op lopen en beweerde dat hij technicus was
bij de TV. In Hilversum. Hij was er uit getrapt omdat hij niet
wilde meewerken aan een project.

Hij moest met het TV-signaal een extra signaal meesturen
dat mensen thuis zou beïnvloeden. Mensen zouden dan
dingen gaan doen die de verzenders bedachten. Slechte
dingen.

Ik vond de man tamelijk gestoord en noemde hem in
gedachten Roodbaard vanwege dat zichtbare uiterlijke
kenmerk van hem.

Ik scheepte hem af met de opmerking dat hij schriftelijk
bewijs moest overleggen. De weken daarna kwam hij steeds
terug met zijn verhaal, maar zonder het gevraagde bewijs.

Op een dag kwam hij triomfantelijk binnen met een pak
papier.  Het bleken vellen vol autokentekens van bezoekers
aan een CDA-congres. Het bewijs van een samenzwering.
Ik heb hem onvriendelijk gevraagd mij met rust te laten.
Daarna heb ik hem nooit meer gezien.

Welke idioot bedenkt nu dat door de ether iemand jou
in je veilige huiskamer kan bereiken.

De jaren daarna dacht ik af en toe aan Roodbaard als ik
reclamespotjes zag. Signalen die mensen aanzetten tot
soms slechte dingen.

Afgelopen weekend popte Roodbaard weer op in mijn hoofd.
Ons Netflix vloog er uit.

Ik deed alles wat ik in mijn leven van heldeskmedewerkers
heb geleerd. Apparaten uit. Stroom er af. Opnieuw inloggen.
Tevergeefs. Ik belde de helpdesk van Netflix en ik werd
geholpen door een uiterst vriendelijke man, die uiteindelijk
mijn probleem oploste.

So far so good. Tot hij zei: zo nu kunt u weer verder kijken
naar Better call Saul. Dat wist hij niet van mij . . . .

  1. Laurent (reply)

    2 mei 2016 at 12:29

    Ja, inmiddels zijn we wel degelijk zo ver…

  2. Laurent (reply)

    2 mei 2016 at 12:32

    In de paar maanden die ik op een computerhelpdesk werkte kreeg ik eens een man aan de lijn die aanvankelijk heel verstandig en normaal klonk, maar gaandeweg het erover begon te hebben dat hij gehacked was door de CIA en dat daarom zijn internet niet goed werkte. Later kreeg ik hem nog wel eens aan de lijn, weet niet meer hoe ik hem afgewimpeld heb.

  3. ab klaassens (reply)

    2 mei 2016 at 13:41

    Het raadsel van Jan is niet zo groot: Op de kabel is verkeer in twee richtingen.
    De man van de helpdesk kan zien wat de klant met zijn instructies doet.

  4. Irene (reply)

    3 mei 2016 at 21:15

    Maar hij had je er oorspronkelijk toch niet toe bewogen om Better call Saul te gaan bekijken? Dat hoop ik tenminste 😉

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Suiker 30 april 2016

(Door Ab Klaassens)

Met een diep bord en een vork demonstreerde topkok
Robert Kranenburg enkele jaren geleden op een
vmbo-school in Flevoland hoe je mayonaise maakt.

Eidooier met een likje mosterd los roeren, zout en peper
er bij, olie druppelsgewijs al roerend toevoegen en zowaar
daar is de binding, daar is de mayonaise.

Teleurstelling voor Robert Kranenburg: de leerlingen
vonden de mayonaise uit een fabriekspotje lekkerder.
Het verschil: suiker.

Ook enkele jaren geleden boden Eef en ik onze buren
een flensjesmaaltijd aan met zoete en hartige vullingen.

De drie dochters van onze buren konden onze flensjes
niet waarderen. Ze waren gewend aan flensjes van de
supermarkt. Het verschil: suiker.

Bekijk de samenstelling van de diverse woksauzen voor
Aziatische gerechten. Allemaal met suiker, soms vermomd
als melasse of fructose, terwijl die zoetigheid zelden
voorkomt in de originele recepten uit de kookboeken.
Geen toegevoegde suiker roepen sommige potten jam.
Maar er zit dan wel veel ingedikt vruchtensap in en
dat is ook suiker.

In de jaren dertig van de vorige eeuw zong de revue-artiest
Lou Bandy tijdens de mobilisatie van de Nederlandse
dienstplichtigen:

Wie heeft er suiker in de erwtensoep gedaan?
Wie heeft dan gedaan, wie heeft dan gedaan?
De hele compagnie die heeft z’n eten laten staan
Wie heeft er suiker in de erwtensoep gedaan?

In de  supermarkt bekeek ik de ingrediëntenlijst
van een blik erwtensoep.

Inderdaad:  de levensmiddelenindustrie houdt
ons zoet.

 

  1. Wieneke (reply)

    2 mei 2016 at 09:44

    Daarom geen potjes, pakjes en zakjes in mijn huis. Ik krijg steeds meer de pest aan die voedingsmiddelen maffia.

  2. Laurent (reply)

    7 mei 2016 at 12:02

    Onder andere daarom wordt iedereen in de westerse wereld, de VS voorop, ook steeds dikker.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Digitaal lezen 29 april 2016

Ik ben een boekenlezer, altijd geweest. Als kind was ik vaak te vinden in de oude bibliotheek
van Tiel. Later wilde ik boeken hebben en kocht ik ze. Toen wij vorig jaar een ander huis
zochten had ik me neergelegd bij de gedachte dat een deel van onze (mijn vrouw is ook een lezer)
boekencollectie naar de Vincentiusvereniging zou gaan.

Gelukkig vonden we een huis met een enorme kamer, we konden zelfs een extra boekenkast
op maat laten maken.

Ik vul die kast niet meer, want ik lees alleen nog maar e-boeken. Ik ben eigenlijk volledig
gedigitaliseerd.  Ik vind het prettig lezen op een iPad. Ik kan de letters groter maken (fijn als je
ouder wordt) en ik kan heel veel boeken tegelijk meenemen op vakantie.

Lezen, zegen verstokte lezers, is fijn want je kunt zelf de beelden invullen. Daar ben ik het mee
eens, maar ik ben aan het zondigen geslagen tegen die regel.

Het begon met het boek “Aquarium” van David Vann. De hoofdpersoon, het meisje dat het
verhaal vertelt, loopt vaak dezelfde weg van haar huis naar het zeeaquarium waar zij een speciale
band met de vissen heeft. Die tocht wordt redelijk gedetailleerd beschreven.

Opeens dacht ik: zouden die straten en wegen waarover ze loopt of met haar moeder rijdt echt
bestaan? Ik wist wel dat Vann dat niet had verzonnen, maar opeens had ik toch behoefte aan een
overzichtskaart. En foto’s van het Aquarium. Ik ben op Google Maps gaan zoeken. De
beschrijvingen klopten feilloos.

nora

Vorige week las ik “Nora” van  Colm Tóibín. Dat speelt zich af in het zuidoosten van Ierland.
Opnieuw kreeg ik de onbedwingbare neiging om Google Maps aan te klikken. Die app zit op dezelfde
iPad, makkelijk zat.

Zo ontdekte ik hoe al die plaatsjes die worden beschreven ten opzichte van elkaar liggen. Dat vond ik
wel een verrijking van mijn leesplezier.

Ik heb er over nagedacht en ik vind dat het verantwoord is. Kijk, als je “Het tumult van de tijd” van
Julian Barnes leest weet je ook hoe hoofdpersoon Sjostakovitsj er uit zag.

Tenslotte kun je bij fictie altijd nog zelf de beelden van de hoofdpersonen maken. Digitalisering
is mooi maar één van de belangrijkste geneugten van lezen – zelf beelden maken – is net iets mooier.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ebru Umar 28 april 2016

NRC Handelsblad deed dinsdag op de voorpagina een moedige
poging uit te leggen dat premier Rutte en onze minister van
buitenlandse zaken Koenders het wel hebben opgenomen voor
Ebru Umar.

Deze Nederlandse columniste werd in Turkije gearresteerd omdat
ze zich de toorn van Erdogan op de hals had gehaald.

Als ik alle emoties en de verontwaardiging over deze kwestie
uitschakel  denk ik onwillekeurig aan de woorden die Rutte en
Koenders in de beslotenheid van het torentje werkelijk  tegen elkaar
gesproken zouden kunnen hebben.

Iemand noemde Umar, een leerling van Theo van Gogh, iemand
die van kwetsen haar beroep heeft gemaakt. Ik vermoed dat een
zwijgende meerderheid vindt dat iemand die zo haar geld verdient
– geen emotie geen verontwaardiging! – niet moet zeuren als je in een
leeuwenkooi stapt, de leeuw uitdaagt en vervolgens een kras
oploopt als de leeuw zijn klauw uit slaat.

Het lijkt mij dat onze bewindslieden tot die groep behoren maar
doen wat ze moeten doen: opkomen voor een bedreigde staatsburger.

Maar zou het zo kunnen zijn dat ze in de veilige omgeving van
een ministerskamer  tegen elkaar hebben gezegd: had dat mens
in Turkije niet gewoon vakantie kunnen vieren en haar werk van
kwetsende columnist even los kunnen laten. Turkije is een prachtig
land waar je volop kunt genieten van een eeuwenoude cultuur.

Nu moeten die bewindslieden volop aan de bak om de immer
verontwaardigde oppositie tevreden te stellen. Doen
ze wel genoeg  om Ebru Umar uit de leeuwenkooi te redden
waar ze vrijwillig in is gestapt? En zo ja, kunnen ze dat dan in een
minstens tien kantjes tellende kamerbrief uit de doeken doen?

Als Umar terugkeert in Nederland zullen de talkshowredacties zich
op haar storten als een troep leeuwen, die haar dit keer niet willen
verscheuren maar als een heldin door de arena willen leiden.
Redacties die er naar snakken met Umar zelf te  spreken omdat
heel Nederland nu wel weet wat Fidan Ekiz er van vindt.

Misschien zullen ze premier Rutte of minister Koenders ook aan
tafel willen hebben. En dat die twee elkaar dan aankijken. “Wij
moeten naar Brussel”,  hoor ik Rutte dan zeggen. En dat Koenders
dan zegt: “Naar Brussel? Vanavond? Och ja natuurlijk wij moeten
naar Brussel“.  Hun woordvoerders bellen de redacties af.

Maar het kan ook heel anders toe gegaan zijn in de beslotenheid
van het torentje. We kunnen niet in de hoofden van ministers
kijken tot ze over dertig jaarhun memoires schrijven of een
filmmaker een gedramatiseerde versie maakt van de recente
gebeurtenissen.

Mits we op dat moment niet bezet zijn door Turkije, weet dan
niemand meer wie Ebru Umar was.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *