PSV is nog lang geen Brainport 6 februari 2022

Toen ik dertig jaar geleden in Brabant ging wonen viel mij iets
op bij mijn journalistieke collega’s. Het underdoggevoel. Er gebeurden
in het wingewest belangrijke zaken, maar in “Hilversum’ was alleen
aandacht voor wat er in de Randstad gebeurde. De blik van Den Haag
reikte volgens mijn nieuwe collega’s ook niet verder dan de
Moerdijkbrug. Brabant was een onderschoven kindje.

Ik kwam uit Barneveld, ook niet bepaalt een gebied waar de
reportagewagens van Hilversum dagelijks door de straat reden. Maar
dat underdoggevoel dat ik in Eindhoven tegenkwam kende ik niet.

In die dertig jaar heb ik dat zien verdwijnen. Het grote keerpunt
kwam toen Philips uit de Lichtstad vertrok, nota bene naar
vijandelijk gebied. Velen dachten dat het definitief gedaan was
met Brabant, maar het tegendeel gebeurde. Dankzij moedige
politici, een ondernemersnetwerk van goede zakenmensen en
onderwijsinstellingen groeide Zuidoost-Brabant uit tot Brainport
en werd het één van de belangrijkste economische regio’s van
ons land. Hier lachen ze nu om de Randstad.

Het gebied is doordesemd van trots. Behalve op die ene vierkante
kilometer aan de Frederiklaan in Eindhoven. Dat is de plek waar
PSV domicilie heeft. Wat ik daar zie heeft nog steeds iets van
het oude Brabant. Daar wordt nog steeds met angst en beven
naar Amsterdam (en een beetje naar Rotterdam) gekeken. Ajax
heeft meer geld, dus kunnen ze betere spelers halen. PSV moet
vooral slim inkopen. In de praktijk betekent het een voortdurende
jacht op voordeeltjes. Zo’n sfeer.

Wat me ook opvalt is dat PSV zich profileert als een warme
familieclub met allemaal lieve mensen. Spelers komen er in
een warm bad. Brabantse gemoedelijkheid. Aan de ene kant is
dat goed, niemand houdt van gedoe, want gedoe beïnvloed de
prestaties sowieso. Maar wat ik mis is het lef, de flair, de brutaliteit
die buiten de Frederiklaan uitgroeide tot Brainport. Dat kon
omdat mensen erin geloofden, hun nek uitstaken en soms zelf
bluften als Amsterdammers. Een deel van de hoofdsponsors stond
aan de basis van die transformatie. Ze prijken nu met Brainport
en Metropoolregio op het shirt van PSV. Misschien moeten ze
voor iedereen aan de Frederiklaan een keer colleges gaan verzorgen
over hoe je je schroom afwerpt en met lef hogerop komt.

  1. Laurent (reply)

    6 februari 2022 at 20:19

    Ik kwam veertig jaar geleden in Eindhoven te wonen, als student. Wat mij het meeste opvalt is hoe internationaal het is geworden. In het centrum lijkt de helft van de mensen tegenwoordig wel van Aziatische afkomst, waarschijnlijk veelverdienende ingenieurs van ASML. Mijn eigen bedrijf, HERE (in de Kennedytoren), draagt daar in bescheiden mate ook aan bij. Jarenlang was ik het enige Nederlandse lid in mijn team. Ik spreek 90% van de tijd Engels.

    Op zichzelf vind ik dat mooi en interessant. Alleen heeft het als gevolg van het neo-liberale (gebrek aan) huisvestingsbeleid wel tot onbetaalbare woninge geleid in deze regio.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De dozenschuivers en het maatwerk 4 februari 2022

Volgens sommige mensen van boven de rivieren houden Brabanders
zich per definitie niet aan regels. Ik zeg altijd: in de biblebelt
(waar ik de helft van mijn leven heb gewoond) hebben grote groepen
mensen extra zelfbedachte regels, die aan de hele maatschappij
worden opgelegd, maar die niet de maat der dingen zijn. Dus over
welke regels hebben we het?

Het is ook niet waar dat Brabant de boel maar laat waaien. Integendeel.
Jaren geleden legde de provincie de boeren regels op die veel
strenger waren dan in andere provincies. Dat leidde tot veel
protesten. Er groeit nu een hele generatie op die, als ze een tractor
op het land ziet, stomverbaasd is te zien dat je daar ook aardappels
mee kunt rooien.

Deze week bedacht Brabant de aller strengste regels van Nederland
om die grote XXL-distributiecentra te weren. Chinezen die een hal
willen bouwen louter en alleen om er dozen te schuiven zullen hun
heil voortaan ergens anders moeten zoeken. Alleen als zo’n pakhuis
iets toevoegt aan de lokale economie mag het wel.

En dan zie je Brabant. Op vragen van ons journalisten wanneer er
sprake is van toegevoegde waarde, kwam geen antwoord. Dat wordt
per keer bekeken, er wordt maatwerk geleverd. Maatwerk is het
nieuwe toverwoord in bestuurlijk Nederland. Je roept iets heel
stoers en als je in de praktijk moet inbinden, noem je het maatwerk.

De reden om een halt toe te roepen aan de blokkendozen is
tweeledig: lokale bedrijven hebben geen grond meer om uit te
breiden en ze zien er niet uit. Veel mensen klagen over
landschapsvervuiling.

Dat is wel onze eigen schuld. Wij consumeren ons suf en omdat
we onze spullen zo goedkoop mogelijk willen hebben worden ze
van ver gehaald omdat arbeiders daar genoegen nemen met een
habbekrats. Die goederen moeten allemaal ergens centraal
worden opgeslagen. Nederland ligt aan zee en heeft een wereldhaven,
dus wij zijn distributieland.

Ik weet niet helemaal zeker of onze economie daar ook echt beter
van wordt. Uit mijn nabije omgeving hoor ik dat de werknemers
van die XXL-dozen vooral uit Letland, Estland, Litouwen,
Roemenië, Bulgarije en nu ook uit Belarus komen. Die sturen hun
geld naar huis. Wij Nederlanders bestellen, bestellen, bestellen, maar
wij gaan echt niet zelf dozen stapelen en we houden al helemaal niet
van die blokkendozen die ons het zicht op de velden met engels
raaigras ontnemen. En we willen ook niet dat die buitenlanders
bij ons in de wijk wonen.

En nu mogen er geen dozenschuivers meer naar Brabant komen.
Ze moeten ergens anders in Nederland een plekje zoeken.
Het kabinet moet maar bedenken hoe het dat probleem in de rest
van het koninkrijk oplost. De blauwdruk van Brabant wordt gratis
ter beschikking gesteld.

Ondertussen denkt Brabant na hoe de regels kunnen worden
opgerekt om toch carnaval te kunnen vieren. En oprekken van regels
is iets anders dan je er niet aan houden. Dat is maatwerk.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blijf, blijf . . . . zeg ik 28 januari 2022

“Blijf, blijf, blijf,  zeg ik.”

“Wat zeg ik nou? Blijf!”

“Zo ja . . . “

“Nou eens kijken wat erin zit. Het zal wel weer niks zijn.”

“Hé . . . er zit iets in. ’t Zal mijn benieuwen. Het is al een wonder
dat er iets in zit”.

“Wat is is dit? Aardappelen. Nou ja . . .”

Op de stoep van het buurtinfowinkeltje op de hoek staat sinds
kort Harry. Harry is de buurtkoelkast. Als je iets over hebt kun je
het daarin doen voor de minderbedeelde buurtgenoten. Op de
koelkast hangt een reglement waarop staat wat je wel en niet
mag aanbieden.

Voor de deur van de buurtinfowinkel staan ook de ondergrondse
vuilstortkokers waar wij ons restvuil in kwijt kunnen. Ze zitten
nogal eens verstopt. Niet iedereen die met een volle vuilniszak
naar de stortkokers is gelopen neemt die weer mee als er niet
gestort kan worden. Daardoor moet Harry nogal eens aanzien dat
voor zijn deur zich een  stinkende hoop vuilnis opstapelt terwijl hij
de restjes van de goedbedoelende buren probeert vers te houden.

Blijf, blijf, zei de vrouw tegen haar fiets. Ze probeerde die
tegen de gevel van de buurtinfowinkel te parkeren. De fiets
was zwaarbeladen. Tassen aan het stuur, een mand achterop
(ik dacht aanvankelijk dat daar een hond in zat tegen wie ze
sprak, maar in de mand stond ook een grote tas) waardoor de
fiets uit het lood ging en moeilijk te stallen was. De fiets bleek
uiteindelijk toch gevoelig voor haar commando’s.

Daarna slofte ze al mopperend en zonder enig vertrouwen naar Harry,
waar ze dus tot haar verrassing toch een bakje met aardappelen vond.

Ondertussen had ik mijn vuilniszak in de koker gestort en
liep ik terug. Achter mij hoorde ik de vrouw klagen over het
geringe aanbod in de buurtkoelkast.

Vanavond krijgen we vrienden te eten en maak ik knien in ’t zoer.
Als er iets overblijft breng ik het naar Harry. Alle dagen
aardappelen is ook zo wat.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De mens is mij het meest tegengevallen 26 januari 2022

Iemand vroeg laatst wat mij het meest was tegengevallen in
coronatijd. Hoewel ik het nog te vroeg vind voor een evaluatie kwam
mijn antwoord er toch per kerende post uit: de mens.

Ik zag een zekere schrik in het gezicht van de man tegenover mij.
Misschien was het omdat hij bang was dat ik mijzelf een
wereldbeeld had gevormd dat in aanleg tot depressie zou kunnen leiden
en waarmee hij geen raad zou weten.

Zo erg is het niet. Toen de pandemie uitbrak werkte ik als hoofdredacteur
van de lokale omroep in Meierijstad. Ik zag wat daar aan
medemenselijkheid ontstond en raakte geroerd door de berenactie,
de inzameling van puzzels, de DJ die in de kou optrad voor mensen die
opgesloten zaten in een verzorgingshuis. Dat was allemaal in het begin,
toen niemand nog kon vermoeden dat het tot nu toe twee moeilijke
jaren zouden worden.

Want er gebeurden ook dingen die maakten dat ik op die vraag
hierboven het antwoord gaf dat ik gaf. Je kreeg de idioten met hun
complottheorieën. Je kreeg de wappies. Er ontstonden
avondklokrellen waarbij mensen aan het plunderen sloegen. In de
Tweede Kamer kwamen krachten vrij die ik schaar onder het
hoofdstuk fascisme.

Allerlei idioten leefden zich uit op gezagsdragers. Er werd gescholden,
gevochten of met fakkels aan de deur van ministers gerammeld.

Als ik in de supermarkt loop zie ik dat mensen geen mondkapjes
dragen. Ik kan niet beoordelen of dat om medische redenen is, zo niet
dan zie ik veel mensen die schijt hebben aan hun medemensen.

In de schaarse weken dat we de afgelopen jaren wel buiten de
deur mochten merkte ik dat mij maar zelden naar een vaccinatiebewijs
werd gevraagd. Ze geloofden het wel. De enige plek waar de controle
consequent was, was bij het voetbalstadion. Over het algemeen
hoorde je toch: “wij zijn geen politieagenten”.

En nu komen er versoepelingen. Premier Rutte heeft een
klemmend beroep gedaan op iedereen om de regels te handhaven
en zorgzaam te zijn voor elkaar. Hij heeft een beroep gedaan
op de mens.

De mens, die mij van alles in de coronatijd het meest is
tegengevallen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Een golf van medelijden 25 januari 2022

Soms word ik overvallen door een golf van medelijden. Het overkwam
me met de man die onze badkamer opnieuw heeft gekit.

Het was een vrolijke frans die vijf kwartier in een uur ouwehoerde.
Na zijn tweede bakje koffie voelde het alsof er een oude vriend
aan tafel zat. Hij gaf ons een brief met waardevolle tips over hoe
wij het best de badkamer konden reinigen. In tegenstelling tot andere
werklieden die wel eens over de vloer zijn geweest had hij geen
mening over politiek of coronamaatregelen. Dat vond ik ook een
pluspunt, want het is al eens gebeurd dat een discussie ongemakkelijk
werd en ik spijt had dat we koffie hadden gezet.

Toen onze kitter klaar was had hij heel wat materiaal terug te
brengen naar zijn auto. Ik stak een handje toe. Voor de deur stond
een gloednieuwe bus. Achterop stond in stijlvolle letters Zijn Naam & Zoon.

Omdat ik de leeftijd van de man niet helemaal kon inschatten
(volgens mijn vrouw leek hij door zijn helblauwe ogen jonger dan hij was)
vroeg ik of hij de vader of de zoon was.

“Ik ben de vader, mijn zoon heb ik buiten geschopt”, zei hij terwijl hij
zijn materiaal in de bus in rij en gelid zette.

“Ooohhh . . .,” zei ik. Ik denk dat het schaapachtig klonk.

“Ik had niks aan die jongen. Hij kwam nooit op tijd en liet me soms
helemaal zitten. Nou kit hij bij een ander. Hij wil nog wel op zaterdag
met mij mee omdat het dan extra verdient. Maar hij bekijkt het maar.
Hij woont ook weer bij zijn moeder,” zei de vader.

Ik keek nog eens naar de mooie letters op de bus en dacht: er is een
moment geweest dat deze vader dacht dat hij samen met zijn zoon iets
kon opbouwen. Om dat te onderstrepen kwam er achter zijn naam & Zoon
te staan. Waarschijnlijk hebben de kitter en zijn kid samen trots naar
de belettering gekeken. Misschien hebben ze elkaar op de schouder
geslagen en zijn ze lachend op weg gegaan naar hun eerste klus.

Nu rijdt de vader alleen rond. Toen ik dat allemaal bedacht kwam
die golf van medelijden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het defecte klepje in het mannenhoofd 22 januari 2022

Na Hugo de Jonge mag nu John de Mol een poosje de nationale
doornenkroon op. De bedenker van The Voice wist niet wat er
misging op de werkvloer en dat gelooft niemand. Je zou denken
dat een baas niet alles kan weten, zeker niet als het middenkader
voorkomt dat hem het slechte nieuws bereikt.

De andere kant van het verhaal is dat De Mol bekend staat als
iemand die zich met elke komma bemoeit. Ik weet niet of dat ooit
door iemand is bedacht en dat het daarna door de knipselmappia
voortdurend wordt rondgepompt of dat het echt zo is.

Het goede nieuws is dat ik zie dat mensen zich nu beginnen af te
vragen: kan het in mijn bedrijf gebeuren zonder dat ik het merk?
Ik maak me geen illusie. Volgens mij zijn er heel veel topmannen
die de wijnvoorkeur van elke aandeelhouder kennen, maar die geen
idee hebben wat er achter de fietsenstalling van hun bedrijf gebeurt.

In mijn werkend leven ben ik twee keer geconfronteerd geweest
met zaken die nu onder het hoofdstuk metoo vallen. De eerste keer
was voordat het internet en de mobiele telefoon er waren. Een
vrouwelijke collega werd regelmatig ’s avonds en ook ’s nachts
gebeld door een mannelijke collega die schunnige opmerkingen
maakte. Hij deed dat anoniem maar ze herkende zijn stem.
Ze schreef een brief aan de bedrijfsleiding, waar ik toen deel van
uitmaakte, en de directeur riep de mannelijke collega op het matje.
Die ontkende. Na dat gesprek is de vrouwelijke collega nooit meer
lastiggevallen.

Jaren later nam een vrouwelijke eindredacteur mij eens apart
omdat ze een kwestie wilde bespreken. Vrouwelijke collega’s hadden
geklaagd over een mannelijke collega wiens tweede natuur het was
om voortdurend seksueel getinte grappen te maken. Hij deed dat
nooit tegen individuele vrouwen, maar altijd in het algemeen. Hij
raakte ook nooit een vrouw aan. De eindredactrice hoorde dat
natuurlijk ook, maar ook zij negeerde ze. Nu enkele vrouwen
hadden geklaagd over de voortdurende dubbelzinnigheid waren
haar de schellen van de ogen gevallen en wilde ze van mij
weten hoe mannen dat zagen.

Ik vertelde haar dat het hier een aimabele collega betrof, die
afgezien van de schunnige opmerkingen alom werd gewaardeerd
en zelfs geliefd was. De ene helft van de mannen moest altijd lachen
om zijn opmerkingen, de andere helft negeerde die. Ze hoorden bij
de man. Ik moest bekennen dat in die lacherige sfeer het mij nooit
was opgevallen dat vrouwen zich er zo aan stoorden dat ze nu aan
de bel hadden getrokken.

Ik vertelde haar ook dat ik de mannelijke collega wel eens had
gevraagd waarom hij dat altijd deed. “Kijk,” zei hij toen, “jij, ik, alle
mannen denken de hele dag aan seks. Wij hebben allemaal in ons
hoofd een klepje dat voorkomt dat onze gedachten er via onze mond
uit gaan. Bij mij zit dat klepje los. Om mij nou te verwijten dat ik
schunnige praat verkoop, is hypocriet”.

Kortom: wat we nodig hebben is een monteur die de defecte klepjes
in mannenhoofden repareert.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Tijd dat eenzamen weer naar kantoor kunnen 18 januari 2022

Klagen over social media vind ik niet zo zinvol. Er zijn veel mensen die
social media misbruiken, die krijg je nooit meer terug in de fles. Je moet
die media voor je plezier gebruiken. Als gebruiker van Twitter zie ik regelmatig
tips voor interessante artikelen die ik anders zou missen.

Er zijn ook grappige twitteraars waar ik om moet lachen. En er komen
mooie foto’s voorbij. Dat ik er voornamelijk plezier aan beleef komt
omdat ik zo goed en zo kwaad als dat gaat mijn eigen bubbel maak.

Daar zitten veel journalisten in dus dankzij hun tweets kom ik (soms tot
mijn leedwezen) ook dingen te weten die geheel buiten mijn
persoonlijke belangstellingssfeer vallen. Als het echt te gek wordt kan
ik iemand ontvolgen. Blokkeren heb ik nog nooit gedaan.

Zelf ben ik jaren geleden één keer geblokkeerd door een journalist die
fakenews doorstuurde over prinses Amalia. Toen ik opmerkte dat
hij beter niet had kunnen retweeten omdat hij feitelijk meewerkte aan
verspreiding van datzelfde fakenews werd ik onmiddellijk geblokkeerd. Ook
onder journalisten zijn er die geen kritiek dulden.

Ik weet niet of het met coronatijd te maken heeft en mensen zich
vervelen, maar de laatste tijd zie ik op mijn tijdlijn steeds vaker mensen
die iets vragen. Of ik vroeger naar Swiebertje keek? Of ik bij mist vergeet
zijn autolampen te ontsteken? Wat mijn lievelingsmuziek is? Welke
pannenkoek ik het lekkerst vind?

Nou begrijp ik wel dat die vragen niet aan mij persoonlijk
gericht zijn omdat de stellers mij niet kennen, maar dan blijf ik toch
met een vraag zitten. Waarom willen mensen antwoord op die vragen.
Wat doe je met de informatie dat 56 mensen vroeger naar
Swiebertje keken.

Ik denk dat die vragenstellers eenzaam zijn. Vroeger deed je smalltalk
bij de koffieautomaat of tijdens de lunch in de kantine. Dan haalde je
herinneringen op aan Swiebertje, Malle Pietje, Juffrouw Saartje,
Bromsnor en de burgemeester (ik heb gekeken, zoals je merkt). Dan
lachte je samen om anekdotes die iedereen opduikelde. Na twee
minuten ging je weer aan het werk. Dat was leuk. Maar wat is er leuk
als je op je vraag alleen maar een hartje krijgt.

Ik denk niet dat social media de koffiehoek kunnen vervangen.
Alleen al daarom hoop ik van ganser harte voor al die vragenstellers
dat ze snel weer op kantoor met collega’s over TV-series, muziek, boeken
en pannenkoeken kunnen praten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

‘Wil je nog meer dooien weten?’ 16 januari 2022

Mijn vrouw heeft een tante met wie ze een aantal keren per jaar
in steeds hetzelfde Italiaanse restaurant eet. Daarnaast appen ze
regelmatig.

Tante heeft de tachtig al aangetikt, maar verder is zij de
verpersoonlijking van  de tekst die mensen nu gebruiken omdat
het alsmaar niet lukt het verjongingsmiddel uit te vinden: tachtig is
het nieuwe zestig. Tante lijkt geen dag ouder dan zestig.

Eenmaal per jaar, op de verjaardag van mijn vrouw, komt ze bij
ons op bezoek. Het zou belachelijk zijn als ik zeg dat ze
nog zelf autorijdt. Natuurlijk rijdt ze nog zelf auto.

Ze komt vaak in ons stadsdeel omdat ze mantelzorg doet voor een
schoonzus die bij ons in de buurt woont. Tantes onder elkaar. Tijdens
die bezoeken legt Tante altijd aan bij de Turkse supermarkt omdat
ze daar groente en fruit per stuk kan kopen in plaats van dat
voorverpakte spul in de supermarkt in haar dorp.

Tante is in dat dorp de spil van de mantelzorg. Ze werkt als
vrijwilliger bij een grote zorginstelling en onderhoudt namens die
organisatie de contacten met alle mantelzorgers in het werkgebied.
In coronatijd betekent dat dat ze regelmatig met iedereen belt om
te vragen hoe het gaat en daar waar nodig extra aandacht van
professionals regelt. Als er iemand van schrijnende
gevallen weet is zij het.

Tijdens haar bezoek praten wij ook over het gezamenlijk verleden
van haar en mijn vrouw. Dat verleden omvat sinds vorige week
63 jaar. Het gaat dan over die en die en weet je nog . . .  Mijn vrouw
vroeg op enig moment hoe lang die en die eigenlijk al dood is.

Tante wist het niet. “Dat zoek ik op,” zei ze. Ze dook in haar tas,
pakte haar smartphone en begon te zoeken. “Ik heb namelijk de
sterfdata van iedereen op een lijstje gezet, want ik kan dat niet meer
allemaal onthouden,” zei Tante. Binnen een halve minuut lepelde
ze de gevraagde sterfdatum op.

“Wil je nog meer dooien weten?” vroeg ze.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Een loze kreet . . . 11 januari 2022

In mijn huiskamer staat de televisie meestal alleen aan ter verstrooiing.
Ik ben een fan van programma’s over eten (Hairy Bikers), andere werelden
(Metropolis), natuur (Vroege Vogels) en documentaires (bijvoorbeeld
over architect Bjarke Ingels). Talkshows vind ik niet zo boeiend.
Te oppervlakkig, te veel van hetzelfde.

Voor nieuws en achtergronden lees ik. Ik ben altijd een lezer
geweest en hoop dat te blijven tot mijn ogen het begeven. Maandagavond
keek ik wel naar de presentatie van ons nieuwe kabinet. Het nadeel van
alleen maar lezen over politiek is dat je er geen koppies bij ziet. Vooral
toen het kabinet Rutte III dezelfde wisselregels ging toepassen als die van
de KNVB, waren er momenten dat ik over een bewindspersoon las
zonder dat ik er een gezicht bij had. Vroeger stond er nog wel eens een
fotootje van zo iemand bij een artikel, maar ook de geschreven en online
media weten gelukkig al jaren dat fotografie heel belangrijk is en dat een
plaatje van een hoofd uit de tijd is.

Ik zag maandag de ministers in groepjes langs komen. Het moest
allemaal snel, snel. Korte vragen, korte antwoorden. De presentatoren
wekten soms de indruk dat de eindredacteur had gedreigd met zweepslagen
als ze niet het hoge tempo zouden vasthouden.

De staatssecretarissen werden buiten in de kou ontvangen met als
compensatie een warm bakkie koffie. Zo’n programma moet natuurlijk
wel een zekere speelsheid houden. Er is in de beleving van de
eindredacteuren niemand die uren naar alleen maar mensen achter een
desk kijkt, zelfs niet als die worden opgejaagd als een kudde schapen
door een wolf.

De reportages met de staatssecretarissen waren kort. Een paar bijdehante
vragen en weer door. Daar zag ik Christophe van der Maat, staatssecretaris
van defensie. Ik had een beetje met hem te doen. Als gedeputeerde in
Brabant en VVD-baas was hij de belangrijkste politicus in één van de
grootste en economisch belangrijkste provincies van ons land. Hij was
de laatste jaren verantwoordelijk voor financiën en infrastructuur. Nu
gaat hij over kazernes en MOB-complexen. De eerste vraag (nou ja vraag,
tegenwoordig krijg je als geïnterviewde een opmerking naar je hoofd
geslingerd waar je dan maar op moet reageren) ging er over dat hij
bekend staat als Whatsapp-koning. Van der Maat antwoordde beleefd.

Ik vraag me af wat hij erbij dacht. In het Brabantse parlement kwam
hij altijd goed voorbereid voor de dag. Hij ging geen discussie uit de weg,
maar als er een loze kreet kwam kon hij die wel eens pareren met de
opmerking: ik heb geen vraag gehoord, dus daar kan ik aan voorbij gaan.
Dat vond ik altijd wel stoer.

Zijn vertrek naar Den Haag kwam niet als een verrassing. De portefeuille
wel. Hoeveel eer is er te behalen aan het staatssecretarisschap van defensie?
Ik kan me dan ook niet aan de indruk onttrekken dat hij op die plek de
kans krijgt te wennen aan de Haagse mores, zodat hij in de volgende ronde
opschuift in de pikorde en uiteindelijk minister van Infrastructuur wordt.

Ik kan niet wachten op het moment dat een dan inmiddels doorgewinterde
Van der Maat  aan de NOS-desk staat in plaats van bij een koffiekarretje
en dat een opgedraaide presentator hem een loze kreet toewerpt.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Italiaanse toestanden?? 7 januari 2022

Daar waren ze weer: de Italiaanse toestanden. Dit keer uit de mond
van Thomas Bruning secretaris van de Nederlandse Vereniging van
Journalisten. Hij sprak ze uit na het voorval op de A2 waar journalist
John van den Heuvel werd bedreigd. Van den Heuvel  werd in zijn
gepantserde wagen achtervolgd waarna zijn beveiligers ingrepen
en iemand arresteerden.

Italiaanse toestanden, zei Bruning. Ik vraag me altijd af wat dat
zijn. Hij zal wel doelen op de maffia die er niet voor terugschrikt
tegenstanders uit de weg te ruimen. Als eenvoudige toerist die in
de pre-coronatijd regelmatig in Italië verbleef, gingen dat soort
zaken gelukkig aan mij voorbij.

Waar ik wel iets van merk is wat er in Nederland gebeurt.
Wat ik me dan afvraag is hoe lang wij zaken die in ons land
plaatvinden nog Italiaanse toestanden kunnen noemen. Wij zijn
een enorme doorvoerhaven voor cocaïne, Brabant is de XTC-fabriek
van Europa, in ons land worden politici vermoord (Pim Fortuyn en
Els Borst) door eenzame idioten. Dat soort types staat in ons land
ook met brandende fakkels voor de deur van andere politici. Er
worden een advocaat en een misdaadjournalist op straat doodgeschoten.

Ons land is een belastingparadijs. Onze overheid maakt gezinnen
kapot omdat het wantrouwen bij de belastingdienst door beslissingen
van de Tweede Kamer buitenproportioneel is gevoed. Wij gaan
massaal naar België om daar het coronavirus te verspreiden.

In ons Parlement zit een partij die dreigt met tribunalen en die daarbuiten
het volk ophitst en waarvan elk weldenkend mens nu wel in ziet dat
de lijn tussen Forum en het fascisme flinterdun is.

Misschien is het goed dat we op toestanden een ander labeltje
plakken, want als dit zo doorgaat dan kan ik straks niet meer met goed
fatsoen naar Italië.

PS: Misschien kunnen we ook stoppen de goede Nederlandse speelfilms
die in ons land worden gemaakt “onnederlands” te noemen.

  1. Laurent (reply)

    5 februari 2022 at 23:57

    Nederlandse toestanden worden wellicht een begrip in Europa. Wat die films betreft, ik word er wel nog steeds door verrast hoe goed die ineens kunnen zijn tegenwoordig. De Slag om de Schelde bijvoorbeeld. Ik ben nog steeds getraumatiseerd door de dramatisch slechte jaren zeventig wat dat betreft, neem ik aan.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *