Een week geleden stond er in de krant een interview met een vrolijke treinconducteur.
Het was niet zo dat hij tijdens dat interview zo vrolijk was. Nee, hij is tijdens zijn werk
altijd zo opvallend vrolijk dat de krant hem daarom interviewde.

Aangezien er in de krant meestal dingen staan die afwijken van het dagelijkse is een
vrolijke conducteur schijnbaar heel bijzonder. Hij wilde overigens niet met naam
en toenaam in de krant.

Ik heb veertien jaar dagelijks met de trein gependeld tussen mijn woonplaats en de plaats
waar ik werk. Eerlijk is eerlijk, het aantal vertragingen en ander ongenoegens was in
die jaren zo gering dat het, afgezet tegen het aantal reisdagen, te verwaarlozen is.
Je hebt mij zelden over de NS horen klagen.

Het enige dat mij altijd opviel was dat de conducteurs doorgaans weinig toegankelijke
mensen waren, die het liefst zwijgzaam langs de tweedeklasreizigers snelden om lekker
languit in de eersteklasstoelen te kunnen gaan zitten klessebessen met collega’s.

Ik vond dat niet erg, want je kunt veel van mij zeggen, maar niet dat ik indertijd een vrolijke
frans was, die zat te wachten op een praatje met een conducteur. Nu wel? Mwah . . . mensen
die mij kennen zeggen dat ik veranderd ben.

Afgelopen weekend reisde ik weer eens met de trein. En verdomd, ik had ook een
vrolijke conducteur.

Eerst lulde hij ons door de intercom de oren van het hoofd over stationnetjes die zo waren
aangelegd dat wij daar allemaal langs zouden komen. Zijn hoogtepunt had hij toen hij vertelde
dat het eindpunt Den Haag was. Voor wie daar doelloos naar toe ging – hij zei niet kansloos,
wat meer voor de hand had gelegen – had hij een tip. In Den Haag kon je altijd deelnemen
aan een demonstratie.

Toen hij mijn OV-kaart scande (ik hoopte vurig dat hij mij niet, zoals veel chagrijnige
treinreizigers, belachelijk zou maken omdat ik een keuzedag had ingewisseld)  en hij door de
schommeling van de trein uit zijn evenwicht raakte, zei hij:  “Zat ik toch bijna bij u op schoot”.

Ik stapte uit en zag alle medereizigers met een hele grote glimlach op het gezicht. Aanvankelijk
vond ik de vrolijke conducteur een klein beetje over de top (het feit dat ik me niet kapot
ergerde aan “die aansteller”, bewijst al dat ik milder ben geworden), maar als je zoveel mensen
met een glimlach aan de dag laat beginnen dan ben je een held. Al helemaal als de
eindbestemming Den Haag is.

,

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *