Je maakt het allemaal mee bij de lokale omroep. Deze week heb ik zelfs
opgetreden als TV-verslaggever. Dat was de eerste keer in mijn leven. Ik kom
wel af en toe op TV, maar dat is altijd live in de studio.
Dat ik bij Omroep Brabant niet als TV-verslaggever op pad ga komt omdat
onze verslaggevers veelal zelf alle apparatuur bedienen en zelf monteren en ik
ben niet zo heel handig met techniek. Ik moet het van mijn hoofd hebben, niet
van mijn handen. Bij de lokale omroep Meierij heb je mannetjes voor
camerawerk en montage. In mijn geval was dat een heel goed mannetje.
Ik interviewde een wethouder over verspilling van voedsel. In het kader van
Brabant Europese regio van de Gastronomie. Waarom ik dat als
hoofdredacteur zelf deed? Omdat er zieken waren en er geen keuze was.
Overigens kan ik het elke hoofdredacteur aanraden af en toe het veld in te
trekken, maar dat terzijde.
We verschenen op een persgesprek met lunch. Wij wilden eigenlijk niet mee
lunchen want druk, druk, druk. Maar we ontkwamen er niet aan want er werd
eerst gegeten en daarna pas gesproken. We hadden ons dus niet opgegeven
voor de dis. Dat was geen probleem. De uitbater van het etablissement waar
we te gast waren schoof twee borden bij.
We aten en we aten en aan het eind was de helft van het voortreffelijke voedsel
nog niet op, zelfs niet met twee gezonde kerels extra. Dat gaf mij te denken.
Een overheid organiseert een lunch die zo overvloedig is dat er nog wel vier
mensen mee hadden kunnen heten. Dat heet Brabantse gastvrijheid. Dat is
goed, dat is gezellig, dat is bourgondisch. Zo zijn de Brabantse overheden.
Gastvrij tot het laatste gaatje in de hongerige magen.
Maar als je praat over verspilling dan weet ik wel waar de overheid winst kan
boeken. Vorige week had het Brabants Dagblad een groot verhaal over de
miljoenen die het provinciebestuur uitgeeft aan voedsel voor gasten. Ik schuif
in het provinciehuis een enkele keer aan. Eerlijk is eerlijk, daar kom je niks
tekort maar het kan wel een tandje minder. Je hoeft je niet te profileren met
enorme hoeveelheden als de kwaliteit maar goed is.
Overigens kan het gekker. Ik ben een aantal keren in België op klus geweest.
Daar word je bij de ingang ontvangen met de mededeling: Awel, hier hebt ge
de persmap en daar vind ge ‘t buffet. En als je dan na de overvloedige spijs en
drank (waaronder diverse soorten wijn) nog iets wilde weten dan moest je
maar iemand aanschieten. Als je na de overdaad tenminste niet zelf al
aangeschoten was.