De gemeente Eindhoven heeft een retailbeleid. De binnenstad is om te
funshoppen, in elk stadsdeel moet een winkelcentrumpje (volgens mij
noemen ze dat in deze oververhitte hightech stad winkelstrip) zijn voor de
eerste levensbehoeften. Dat betekent dus dat funshoppen geen hoger doel
dient dan het in leven houden van neringdoenden die ons spullen
aanbieden waar ons leven niet van afhangt. Wie beleeft er nou fun??

In ons stadsdeel is onlangs zo’n winkelcentrumpje geopend. Dat is fijn, want
wij hebben nu op loopafstand een  Lidl, een AH-winkel, een kleine Turkse
supermarkt  en een hele grote Turkse supermarkt.. Bij die laatste  kopen wij
spullen waarmee wij dankzij de multiculturele samenleving kennis hebben
opgedaan om de geur van spruitjes te  verdrijven.

Alle behoeften om in leven te blijven binnen handbereik. Om ons te kleden is
er ook een Wibra en een schoenenwinkel met een Engelse naam die mij nu
niet te binnen schiet, dat zal dus een keten zijn die op dit moment wordt
leeggezogen door een hedgefund.

Voor onze geestelijke gezondheid is in het winkelcentrum een ouderwetse
boekwinkel gevestigd, maar die zat er al, die is ingepast. Ook de beste slager
van de stad heeft zijn plek behouden.

Vooral de komst van AH is opvallend. Ik heb uitgerekend dat wij nu in een
straal van één kilometer vier AH-winkels hebben, die nu bovendien alle vier
opeens worden beconcurreerd door een Lidl, die in ons stadsdeel node werd
gemist. Wij wonen niet in de goudkust zal ik maar zeggen.

Wij wonen in een buurt waarvan ik het vermoeden heb dat in de meeste
gezinnen om zes uur aardappels, groente en vlees op tafel staan. Voor de
broodnodige variatie zijn er in het nieuwe winkelcentrumpje nu maar liefst
twee vestigingen van verschillende pizza-ketens neergestreken.  Die gaan het
moeilijk krijgen want die moeten concurreren met de beroemdste frietzaak
van de stad die iets verderop in de wijk zit en die rond etenstijd uitpuilt met
die mensen die de warme prak een keer vervangen door snacks met namen
waarin in niets herken dat mij aan voedsel zou moeten herinneren. De
buurman van die snackbar is ook een friettent, daar zie ik nooit iemand.

Kortom, ik probeer het retailbeleid van de gemeente te doorgronden terwijl ik
naar de eeuwenoude slijterij aan de overkant slof waar een lichtreclame aan
de gevel ons vertelt dat ze guldens goedkoper zijn.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *