(Door Ab Klaassens)

Ik kom ze steeds vaker tegen in de media: de schrijvers en sprekers die
zichzelf  afficheren als ‘opiniemaker’ of ‘publicist’.

Ze  voelen zich verheven boven de man of vrouw die wel eens iets instuurt
voor de brievenrubriek van een krant of meedoet in het gedrang om een paar
seconden aandacht in een radiouitzending-met-inspraak.

Zij, de opiniemakers en publicisten, zijn vaste gasten op de opiniepagina’s van
de kranten en mogen ook vaak meedoen aan programma’s op radio en TV
waarvan de presentatoren behoefte hebben aan ‘iemand met een mening’.

Er is kennelijk een markt voor meningen.

Een website als  Geen Stijl heeft zich gespecialiseerd in meningen die meestal
een aanval zijn op personen, soms zo fel en onredelijk dat je kunt spreken van
een geestelijke lynchpartij.

Vaak zijn die aanvallen seksistisch van aard.  Een groep vrouwen heeft
bedrijven en overheidsinstanties daarom gevraagd niet  meer op de site van
Geen Stijl te adverteren. En dat noemen de opiniemakers en de publicisten nu
‘aantasting van de vrijheid van meningsuiting’.

Er wordt, bij minder advertenties, geen vrijheid van meningsuiting aangetast.
De meningsuiters kunnen hun gang blijven gaan.  Ze worden alleen beperkt in
hun bestedingsruimte bij de drankwinkel.

,

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *