Zwaaikom 21 september 2017

(Door Ab Klaassens)

Al jaren geleden is het Eindhovens kanaal –  ooit vaarweg tussen Eindhoven
en Helmond – gesloten voor de scheepvaart.   De bootjes die er nog drijven
zijn van een roeivereniging.

Eens per jaar, in  november,  mag een drijvend iets, als schip vermomd,
ouders met kleuters op de kade verlokken tot het oude lied: “Zie ginds komt
de stoomboot….”

Voor dagelijks gebruik is het kanaal de stortplaats voor ‘geleende’  fietsen,
overbodig geworden huisraad en ongewenste nakomelingen van hond of kat.

Het kanaal heeft een zwaaikom. Het voorafgaande in deze tekst is alleen
bedoeld om uit te komen op dat woord:  zwaaikom.

Het is een woord waar ik onmiddellijk van hield toen ik het voor het eerst
hoorde, zonder kennis van de betekenis. Heerlijk om op een terrasje tegen de
ober te zeggen: “Doe mij maar een zwaaikom.”

“Wablief?”

“Ja, met ijs en zo’n parapluitje”.

Een zwaaikom is een verbreding in een kanaal waar schepen kunnen keren.
Bij de zwaaikom in Eindhoven zijn ooit woningen gebouwd voor mensen
wiens gedrag storend was voor de brave burgers in de stadswijken. De huizen
waren van beton en sober ingericht met stalen deuren.

Toen de winter kwam vroegen de bewoners om nieuwe deuren want die er
waren hadden ze als oud ijzer verkocht. Daardoor heeft ‘de zwaaikom’ een
slechte naam gekregen.

Maar ik hou nog steeds van het woord.

  1. maria (reply)

    6 oktober 2017 at 10:59

    Kom, Zwaai!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Slachtoffer 23 mei 2016

Ik ben mijn journalistieke loopbaan begonnen in een gebied waar de mensen
niet met de pers spraken. Zij hadden genoeg aan hun monoloog tot de Heere
HEERE die hun woorden nooit zou verdraaien.

In Brabant – zo is mijn ervaring – was het volk toegankelijker. Loslippiger
ook. Niet per definitie betrouwbaarder.

Ondertussen speelt dankzij internet iedereen journalist. Waar in mijn vorige
standplaats nog slechts één Alwetende was, wil nu niemand meer onwetend
zijn.

Ik herinner mij een interview dat een collega had met een buurtbewoner van
iemand die vermoord was. De buurtbewoner gaf een bloemrijke beschrijving
van het leven dat het slachtoffer leidde. Op de stelling van mijn collega dat zijn
informant de onfortuinlijke buurman dus goed kende, antwoordde de
zelfbenoemde bron: “Nee, ik zag hem alleen af en toe met zijn hondje lopen”.

Het is voor sommige mensen ondenkbaar dat, als zij – eenmaal
doorgedrongen tot aan de rood-witte linten – door een journalist worden
aangesproken moeten antwoorden: ik heb geen flauw idee.

In Helmond is vorige week in het kanaal het lichaam gevonden van Bart
Hillen. Het was in dekens gewikkeld en stak in een grote zak. Zonder twijfel
een misdrijf.

Een vriend van het 67-jarige slachtoffer vertelde tegen het Eindhovens
Dagblad dat de dode een einzelgänger was. Toen de verslaggever vroeg hoe
het slachtoffer betrokken kon zijn geraakt bij een misdrijf haalde de vriend de
schouders op en zei: “Dan zou ik ontzettend gaan speculeren en dat lijkt me
niet verstandig.”

Dat is een echte vriend.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *