De ingehouden woede van Enexis 17 januari 2020

Soms zou ik vlieg willen zijn in bepaalde kantoorruimtes waar besluiten worden genomen.
Achter al die gesloten deuren waar liters koffie worden weg geslurpt worden dingen gezegd
die vele malen interessanter zijn dan de teksten die communicatiestrategen daarover de
wereld in sturen.  Dat is maar goed ook. Je moet als beslisser vrijuit kunnen spreken.

Ik zou graag de afgelopen weken vlieg geweest willen zijn ten burele van Enexis. Dat is de
club die in mijn stad de stroom- en gasleidingen aanlegt. Wij kregen deze week een brief van
de kabelaar waarin de ingehouden woede van de opsteller vanaf droop.

Wat moet u weten. Anderhalf jaar lang lag de straat waaraan ons appartementencomplex ligt
in delen open. Dat betekende omrijden. Dat was niet erg, zeker niet toen aan het eind van
de hak- en breekperiode bleek dat de straat er enorm op vooruit was gegaan.

Maar nu moet er opnieuw worden gebroken. Enexis stelt de bewoners daarvan door middel
van een brief op de hoogte. De kabelaar gebruikt de eerste alinea om ons twee keer te vertellen
dat er een wettelijke aansluitplicht bestaat als iemand een aanvraag voor een aansluiting doet.

Een deel van de straat moet weer open omdat Enexis na de reconstructie nieuwe aanvragen
heeft ontvangen van nieuwe gebruikers “door herbestemming van een object”.  Opnieuw
wordt ons duidelijk gemaakt dat de wet dan voorschrijft dat Enexis uitrukt en haar plicht doet.
Je voelt aan alles dat ten kantore van Enexis iemand heeft gezegd: hadden ze dat nondeju niet
meteen kunnen zeggen. Eikels!

Maar het houdt niet op. Enexis laat ons nogmaals weten dat de gemeente een reconstructie heeft
uitgevoerd “waarin wij (lees Enexis) nu in moeten gaan graven”. Op kantoor hebben ze op dit
moment waarschijnlijk nog een paar krachttermen gebruikt en zo hard met de vuist op tafel
geslagen dat de koffiekopjes rammelden.

Om te voorkomen dat wij straks tegen die arme gravers van Enexis hatelijke opmerkingen gaan
maken (“hadden jullie dat niet meteen kunnen doen”) schrijft de kabelaar nog maar eens:
“Gemeente Eindhoven en Enexis kunnen niets doen aan het feit dat er een aansluitplicht is, maar
kunnen dit niet tegenhouden”. Het is de derde keer dat de kabelaar zichzelf vrijpleit in een brief
van vijf alinea’s.  Dat vind ik een tricky opmerking, want de vraag dringt zich op of één van de
grootste kabelaars van Nederland van die aansluitplicht af zou willen. Dat is een wel een politiek
dingetje vind ik.

Enexis belooft dat ze er alles aan gaan doen de overlast te beperken en dat de straat weer in de
staat wordt teruggebracht voorafgaand aan de werkzaamheden.

Dat is ze geraden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Stroomstoring 20 februari 2018

Dat er een stroomstoring was in ons appartementencomplex merkte ik toen er
geen klik was tussen mijn afstandsbediening en de deur van onze
parkeerkelder. Gelukkig stond ik buiten. De bevestiging kreeg ik toen ik door
de ramen van de loopdeur keek en zag dat binnen duisternis heerste.

Boven mij stak een buurman zijn hoofd uit het raam. “Wil je naar binnen”,
vroeg hij. Open deur dacht ik. Dat ging niet lukken, zei hij. Stroomstoring. Hij
had Enexis al gebeld.

Even verderop kwam er een vrouw naar buiten. “We zitten zonder stroom”, zei
ze. “Ik hoor net dat het in heel Nederland is”, voegde ze er vrij kalm aan toe.

Heel Nederland, dacht ik. De Russen. Het is begonnen. Op zo’n moment flitst
er van alles door je heen. Bijvoorbeeld dat ik ruim veertig jaar geleden niet de
aanmeldingsformulieren voor een opleiding bij de Bescherming
Burgerbevolking had moeten terugsturen met alleen de opmerking: Ik heb
geen tijd voor deze flauwekul.

“Er zitten twee kinderen vast in de lift”,  zei de vrouw. ”En een hond”.

Ik parkeerde mijn auto in de wijk en begon de lange beklimming naar ons
appartement. Onderweg keek ik op elke verdieping of daar mensen in paniek
waren en probeerden de opgesloten kinderen en de hond te kalmeren. Want
ja, je bent journalist en je wilt toch het begin van een allesomvattende koude
cyberoorlog klein maken voor het publiek. En wat doet het dan beter dan een
verhaal over een hond die het eerste slachtoffer van die oorlog is. Mensen zijn
gek op dierenverhalen.

Ik zag niemand. Aangekomen op onze eigen verdieping zag ik zelfs de lift
alweer voorbij komen. Verder was het nog helemaal donker. Noodaggregaat,
dacht ik. We zijn dus toch goed voorbereid.

In de hal stond mijn buurvrouw, een jonge moeder. “Er is een stroomstoring”,
zei ze. “En in de koeling ligt alle moedermelk. Als die bederft heeft de kleine
geen eten”. Waarom had ik die verrekte formulieren in 1974 niet gewoon
ingevuld. Nu kon ik niets anders voor haar betekenen dan een oudere
buurman die stamelde: “Meestal duurt zo’n storing niet zo lang”.

“Laten we dat dan maar hopen”,  zei ze.

Een half uur later was er weer stroom. Ik hoorde het aan de pling van de
telefoon van mijn vrouw die ze thuis aan de lader had laten liggen, terwijl ze
zelf op haar werk was. Dat zijn natuurlijk fatale fouten in tijden vol dreiging.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *