Burgerberaad 5 mei 2022

Mijn stadsie Eindhoven krijgt geen Burgerberaad. Er is geen tijd en
geen geld voor zegt het college tegen oud-raadslid Mpanzu Bamenga
van D66. Zijn partij zal desalniettemin het initiatiefvoorstel
van Bamenga indienen.

De keuze van het college om geen Burgerraad in te stellen lijkt
mij legitiem. Ook dat is democratie. De alternatieven vind ik
niet deugen.

Ik ben een fan van David van Reybrouck, die het boek
“Tegen verkiezingen” schreef waarin hij pleitte voor een andere
vorm van democratie. Van Reybrouck schreef daar ooit over op
de website van de Correspondent:

“De massa die zich in de steek gelaten voelt door de klassieke
politieke elite, die dichter bij
de bedrijfswereld dan bij het trailer
park staat, neemt wraak
voor de groeiende ongelijkheid. Terwijl
de elite internationaal
denkt en opereert, leeft het
laagopgeleide proletariaat in
verpauperde buitenwijken of op
het verarmde platteland
zonder een gevoel van politieke
vertegenwoordiging”.

Hoewel sterk aangezet met woorden als laagopgeleide proletariaat
en verpauperde buitenwijken is het wel een beeld dat bij mij
als inwoner van Eindhoven herkenning oproept.

In zijn boek pleit hij voor een Burgerraad die bestaat uit een
dwarsdoorsnede van de bevolking, die bij loting in die raad
terecht komt. In oude beschavingen was dat een gekend systeem.
Het is een ingewikkeld proces, want als je zo’n Burgerraad
instelt moet je nogal wat organiseren. De leden zullen veel
tijd kwijt zijn aan hun rol en wie betaalt dat?

Maar zo’n Burgerberaad is nou bij uitstek een manier om
mensen uit alle lagen van de bevolking met elkaar in gesprek
te laten gaan. Daar kunnen de bijstandsmoeder, de verpleger, de
fabrieksdirecteur en de projectontwikkelaar elk vanuit hun
eigen belevingswereld samen een oplossing zoeken voor een
maatschappelijk probleem.

Daar hebben we een gemeenteraad voor, zou je zeggen.
Gemeenteraadsleden zijn weliswaar door het volk gekozen,
maar ze zitten altijd in het keurslijf van hun partij en zullen
altijd zo moeten acteren dat hun partij de volgende keer
nog meer zetels krijgt. Burgerraadsleden zijn er dankzij
een loting en hebben geen enkele andere band dan die met zichzelf.

Het had mij in een technologische stad wel een mooi experiment
geleken in dit geval terug te grijpen op een oud gebruik, waardoor
de stem van meer mensen kan worden gehoord.

Het college heeft wel alternatieven. Geheel in lijn van de
technologische cultuur die in Eindhoven heerst is er een
nieuwe verordening participatie in de maak waarvoor “digitale
spelvormen en social design worden ingezet”.  Waar ik nou zo
bang voor ben is dat wij als inwoners straks achter de
computer op speelse wijze door middel van meerkeuzevragen
mogen aanvinken wat we ergens van vinden.

Ik snap best dat er op dit moment zoveel op een gemeente
afkomt dat er voor een Burgerraad geen tijd en geld is, maar
ik mag toch hopen dat er een stap wordt gezet om dit plan
in de toekomst een kans te geven.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Burgemeester Eindhoven moet verleidster zijn 23 april 2022

De profielschets voor de nieuwe burgemeester van Eindhoven is klaar.
Als ik het goed heb begrepen is de belangrijkste eis dat het een
vrouw wordt die kan relativeren. Hoewel ik geen uitgesproken voorkeur heb,
heb ik bij de enquête waartoe wij als inwoners van de stad werden
uitgenodigd ingevuld dat er niet weer een liberaal benoemd moet worden.

Belangrijk vind ik dat in een stad die momenteel wordt overspoeld door
welgestelde expats het evenwicht met de minder bedeelde
Eindhovenaren nauwlettend in de gaten gehouden wordt. Volgens
mij kan een socialist dat beter dan een liberaal.

Waar ik een beetje bang voor ben is dat bij de aanstelling de
focus vooral zal liggen op het welbehagen van de stad als
geografische eenheid. Dat zou jammer zijn want Eindhoven maakt
deel uit van een regio. De stad en de twintig omliggende
gemeenten hebben elkaar keihard nodig.

Daar schuilt meteen een probleem, want het wantrouwen in de
dorpen tegen de grote stad is niet gering. Ik denk dat dat in meer
gebieden met één centrale grote stad zo is. De grote stad claimt
al dan niet bewust het leiderschap. In het geval van Eindhoven
is dat twijfelachtig gelet op recente rapporten over de
abominabele stand van het ambtenarenkorps dat niet klaar zou
zijn om die leiderschapsrol op te pakken.

Omdat ik als vogelaar regelmatig vroeg de stad uit rij omdat er op
het platteland meer te zien is dan in de stad, zie ik vanuit alle
omliggende dorpen files richting de stad. Dorpelingen zien de stad
vooral als een werkplek. Hun leven speelt zich af in de beslotenheid
van het dorp. Jongeren uit de dorpen trekken in het weekend
massaal naar stapstraat het Stratumseind in Eindhoven, maar zodra ze
uitgeraasd zijn willen ze huisje-boompje-beestje in het eigen
vertrouwde dorp. Daar houden ze de  stad op afstand. Terwijl de grote
bedrijven Zuidoost-Brabant vooral zien als één grote gemeente
houdt de blik van lokale politici vaak op bij de gemeentegrens,

Iemand die heel veel weet van regionale samenwerking zei
mij laatst: “het feit dat het soms wat moeilijk verloopt met de
samenwerking komt omdat Eindhoven niet in staat is te verleiden”.

Verleidster zou dus ook een kwaliteit van de nieuwe
burgemeester moeten zijn. Maar ja, de tijden zijn er niet naar dat
je dat in een profielschets zet, want leg dat maar eens uit . . .

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ik geloof niet in het herscheppingsverhaal 15 april 2022

Ik geloof niet in het scheppingsverhaal zoals dat in de Bijbel
aan ons wordt geopenbaard. Dat argument heb ik in mijn jonge
jaren ten lange leste gebruikt toen de predikante van de
protestantse gemeente mij voortdurend vroeg lid te worden
van de kerkenraad. 

Nadat ik haar drie keer had verloochend met druk, druk en druk
zette ik mijn troef in. Ze moest lachen. “ Als jij wel ik het
scheppingsverhaal zou geloven zou je de enige in de kerkenraad
zijn,” zei ze. Ik zwichtte voor God en haar.

Het nadenken over het ontstaan van het heelal heb ik opgegeven.
De aarde is er en de mens, die zichzelf  als meest intelligente soort heeft
uitgeroepen tot artificial intelligence het heeft overgenomen,
moet die bol inrichten. Daar zijn we al een tijdje mee bezig.

De ene groep doet dat sneller en beter dan de andere. Terwijl de
mensen in de lage landen nog in een plaggenhut leefden waren
sommige culturen al bezig met mozaïekvloeren waar wij uit het
westen nog steeds met open mond naar kijken.

Inmiddels proberen wij op dat lapje grond dat Nederland heet
voor iedereen een plekje te maken dat hij of zij thuis kan noemen.
Althans, bijna iedereen, want het aantal bezwaren tegen
het creëren van woonruimte is meestal groot. We zijn met
z’n alleen creatief in het bedenken van die bezwaren.

Het alle grappigste wat ik ooit gehoord heb was het bezwaar
van woonwagenbewoners tegen een woonwijkje in de buurt
van hun kamp. Toen bleek dat ze die strijd tegen pottenkijkers
gingen verliezen hoorde ik één van de woonwagenbewoners
tijdens een bezwarenzitting zeggen: je laat mensen toch niet
naast een woonwagenkamp wonen. Leuker cabaret hebben
we in het lokale dorpshuis  jaren niet meer gehad.

Lokale media geven ruim baan aan bezwaarmakers. In
Eindhoven wordt veel gebouwd dus het zijn toptijden voor de
chroniqueurs van verhalen over het leed dat mensen wordt
aangedaan omdat anderen ook een thuis willen. Het valt
me op dat het in negen van de tien verhalen gaat over gebrek
aan parkeerplaatsen omdat elke nieuwe buur een
autootje meebrengt.

De mens is eeuwig bezig de wereld te herscheppen. Het
uitgangspunt daarbij is dat de auto voor de deur moet staan.
Ook dat herscheppingsverhaal vind ik slecht verzonnen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Waarom het verkeer vastloopt 2 december 2020

Eindhoven is een fijne stad, maar omdat het een samenraapsel van een paar dorpen is,
is het verkeerstechnisch een gedrocht. Dat is al honderd jaar zo. Af en toe wordt er
een knelpunt opgelost, maar zolang je een randweg om het centrum hebt waar alle
voormalige toegangswegen uit de voormalige dorpen op uitkomen zullen wij
moeten leven met opstoppingen.

Eén van de belangrijkste knelpunten is de Kennedylaan. Dat is de brede toegangsweg
voor al het verkeer dat van de A50 de stad in komt rijden. Ik rijd er regelmatig.
In de spits is het altijd aanschuiven op de kruising met de Onze Lieve Vrouwestraat.
Je raakt eraan gewend. Kwestie van eerder of later op pad gaan als je daar niet
stil wilt staan.

De gemeente Eindhoven gaat nu met peperdure technologie het kruispunt
monitoren. Want de gemeente wil begrijpen wat er aan de hand is.

Dat zijn van die verhalen in de lokale krant waar ik onbedaarlijk om moet lachen.
Je hebt een brede toegangsweg met veel verkeer die plotseling stuit op verkeerslichten
op een kruising met een andere weg die al net zo druk is. Hoeveel technologie en
tijd heb je nodig om te begrijpen wat er aan de hand is.

Aan de andere kant van de stad heb je een vergelijkbare situatie. Daar komt het
verkeer van de A2 massaal de stad binnen. Daar rijd ik ook regelmatig want dat
is kant waar mijn huis staat. Daar zijn nooit opstoppingen want daar zijn geen
verkeerslichten, er is een grote rotonde met in het midden een fraaie fontein
die altijd in verschillende kleuren is aangelicht. Een lust voor het oog.

Het enige probleem daar is dat voetgangers en fietsers alleen met doodsverachting
aan de overkant kunnen komen. Een paar verkeerslichten zouden helpen, maar
dat wil Eindhoven niet, want dan stropt het autoverkeer.

Het is natuurlijk bizar dat wij onze hele wereld inrichten naar de auto, maar ja,
dat is nou eenmaal het middel van onze vrijheid. Gelukkig begint daar een
kentering in te komen doordat binnensteden autoluw worden gemaakt.

Maar goed, ik hoop dat ik vandaag een steentje bijdraag aan het begrip waarom
het verkeer vastloopt op een drukke kruising met verkeerslichten.

  1. Laurent (reply)

    5 december 2020 at 00:15

    Hahaha, mooie analyse!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Van mij mag Eindhoven hard applaudisseren voor Winy Maas 17 augustus 2020

Soms zie ik in een museum een kunstwerk waarvan ik denk: af-schu-we-lijk!
Hoe krijgt iemand het in z’n botte harses (dat zeiden ze vroeger bij ons in het
dorp als iemand afweek van de norm, die persoon hoefde dan niet per se gek te zijn).

Het zijn die kunstwerken waar ik het langst naar kijk. Moeilijk starend probeer
ik in de hersens van de kunstenaar te kruipen in de hoop dat ik begrijp welke
gedachtekronkel ik moet volgen. Meestal lukt het me niet hetzelfde pad te gaan.

Hoewel ik aldus het kunstwerk niet alsnog mooi ga vinden, krijg ik wel respect voor
de gedachten van de maker.

Dat komt waarschijnlijk omdat het mij aan fantasie ontbreekt om uit het niets iets
te scheppen. Ik ben een waarnemer die verslag doet. In mijn computer zitten twee
hoofdstukken van een boek waar ik ooit aan begonnen ben. Ik ben niet verder
gekomen omdat ik geen enkel idee heb hoe het verhaal verder moet. Ik heb ook
geen plot waar ik naartoe kan werken.

Dit weekend stond Eindhoven op z’n kop. De lokale krant wijdde de voorpagina aan
een verhaal over een woest plan van Winy Maas. Deze architect is door de gemeente
Eindhoven ingevlogen om de stad meer smoel te geven. Maas heeft een plan gemaakt
om de iconische Catharinakerk op te tillen en hem op een torenflat te zetten die wordt
gebouwd op de plek waar de kerk nu staat. Er stond een prachtige illustratie bij. De
gemeente wil laten onderzoeken of het kan.

Op zo’n moment is mijn dag al goed. Hoe krijgt iemand het in zijn botte harses, denk
ik dan. Vervolgens ga ik naar die tekening staren om de gedachtenkronkel te volgen.

Op social media ging het helemaal los. De algemene teneur was dat Maas van zijn
verstand was beroofd. Alle argumenten tegen kwamen langs. De krant zelf schreef er
na het weekend een commentaar over. De commentator maakte zich zorgen over het
geestelijke vermogen van Winy Maas. En dat niet alleen, hij maakte zich ook zorgen
over het geestelijk vermogen van gemeenteraadsleden die erover denken geld uit te
trekken voor een onderzoek.

Ik verwacht net als de krant dat Eindhoven nooit zo’n wereldwonder zal krijgen en het
lijkt mij ook niet verstandig geld uit te trekken dat wellicht beter gebruikt kan worden.

Maar de kritiek op Maas vind ik niet terecht. Dat komt misschien omdat ik als volstrekt
fantasieloze burgerman sommige gedachten op zich al kunst vind. Wat mij betreft mag
de gemeenteraad heel hard applaudisseren voor Winy Maas en zichzelf op de schouder
kloppen dat iemand die zoveel fantasie heeft is aangesteld om onze stad onder handen
te nemen om vervolgens het krediet voor een onderzoek unaniem maar wel met een
glimlach weg te stemmen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De ingehouden woede van Enexis 17 januari 2020

Soms zou ik vlieg willen zijn in bepaalde kantoorruimtes waar besluiten worden genomen.
Achter al die gesloten deuren waar liters koffie worden weg geslurpt worden dingen gezegd
die vele malen interessanter zijn dan de teksten die communicatiestrategen daarover de
wereld in sturen.  Dat is maar goed ook. Je moet als beslisser vrijuit kunnen spreken.

Ik zou graag de afgelopen weken vlieg geweest willen zijn ten burele van Enexis. Dat is de
club die in mijn stad de stroom- en gasleidingen aanlegt. Wij kregen deze week een brief van
de kabelaar waarin de ingehouden woede van de opsteller vanaf droop.

Wat moet u weten. Anderhalf jaar lang lag de straat waaraan ons appartementencomplex ligt
in delen open. Dat betekende omrijden. Dat was niet erg, zeker niet toen aan het eind van
de hak- en breekperiode bleek dat de straat er enorm op vooruit was gegaan.

Maar nu moet er opnieuw worden gebroken. Enexis stelt de bewoners daarvan door middel
van een brief op de hoogte. De kabelaar gebruikt de eerste alinea om ons twee keer te vertellen
dat er een wettelijke aansluitplicht bestaat als iemand een aanvraag voor een aansluiting doet.

Een deel van de straat moet weer open omdat Enexis na de reconstructie nieuwe aanvragen
heeft ontvangen van nieuwe gebruikers “door herbestemming van een object”.  Opnieuw
wordt ons duidelijk gemaakt dat de wet dan voorschrijft dat Enexis uitrukt en haar plicht doet.
Je voelt aan alles dat ten kantore van Enexis iemand heeft gezegd: hadden ze dat nondeju niet
meteen kunnen zeggen. Eikels!

Maar het houdt niet op. Enexis laat ons nogmaals weten dat de gemeente een reconstructie heeft
uitgevoerd “waarin wij (lees Enexis) nu in moeten gaan graven”. Op kantoor hebben ze op dit
moment waarschijnlijk nog een paar krachttermen gebruikt en zo hard met de vuist op tafel
geslagen dat de koffiekopjes rammelden.

Om te voorkomen dat wij straks tegen die arme gravers van Enexis hatelijke opmerkingen gaan
maken (“hadden jullie dat niet meteen kunnen doen”) schrijft de kabelaar nog maar eens:
“Gemeente Eindhoven en Enexis kunnen niets doen aan het feit dat er een aansluitplicht is, maar
kunnen dit niet tegenhouden”. Het is de derde keer dat de kabelaar zichzelf vrijpleit in een brief
van vijf alinea’s.  Dat vind ik een tricky opmerking, want de vraag dringt zich op of één van de
grootste kabelaars van Nederland van die aansluitplicht af zou willen. Dat is een wel een politiek
dingetje vind ik.

Enexis belooft dat ze er alles aan gaan doen de overlast te beperken en dat de straat weer in de
staat wordt teruggebracht voorafgaand aan de werkzaamheden.

Dat is ze geraden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Aast Eindhoven nog steeds op Nuenen? 21 november 2019

Ter promotie van de stad Eindhoven is er weer een kerstfilmpje gemaakt. Een jongeman strandt
op kerstavond in de stad. Hij komt in een vreemd hotel terecht. Achter elke deur ontdekt hij
steeds meer van de stad.

Een bijrol is weggelegd voor burgemeester John Jorritsma, die vooral zichzelf relativeert. Hulde
aan de makers, die hem zo gek hebben gekregen.

De nabespreking van het filmpje focust zich vooral op een rolletje van VVD’er Klaas Dijkhoff, die
openlijk solliciteert naar de baan van burgemeester van Eindhoven. Het is als grapje bedoeld, maar
Jorritsma en Dijkhoff zijn VVD’ers, dus ik doe het nog niet meteen als scherts af.

Ik zag in dat filmpje iets anders dat mij veel meer triggert. De echte hoofdrolspeler, de gestrande
jongeman, kan alle deuren openen, behalve één. De liftboy van het hotel (gemodelleerd naar de
liftboy in het boek Grand Hotel Europa van Ilja Pfeiffer) vertelt hem dat die deur ook niet kàn
worden geopend.  “Dat is de deur van Nuenen. Daar hebben we nog geen sleutel van”, zegt de liftboy.

Eindhoven en Nuenen stonden op de nominatie te fuseren, maar dat plannetje strandde onder
druk van de Nuenenaren. De discussie daarover was de grootste politieke soap van het jaar totdat
het CDA het bestuurspodium betrad. Maar dat is weer een ander verhaal.

De hele crux van die ene zin in dat filmpje zit ‘m in het woord NOG.  “Daar hebben we NOG geen
sleutel van”. Het woord heeft iets van verwachting in zich. We hebben de sleutel op dit moment
nog niet, maar ooit zal het ervan komen.

Als de scriptschrijvers het relativeren van Jorritsma echt tot in de finesses hadden willen doorvoeren
dan hadden ze de liftboy beter kunnen laten zeggen: Daar hebben we geen sleutel van, die is gerold
toen de burgemeester in Den Bosch ging winkelen.

Ach, het zal wel aan mij liggen. Ik moet niet te veel op details letten en gewoon genieten van een
overigens vermakelijk filmpje.

  1. maria (reply)

    24 november 2019 at 12:15

    Dank! Het is mooi gedaan. Kovacs, ontdekking voor mij dit jaar toen ze eind juni een van de treinen naar het westen had genomen;
    muzikaal en veelzijdig. ik mis natuurlijk de typisch Eindhovense knipogen, maar het gevoel komt over.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Eindhoven . . . en wel hierom 22 oktober 2019

We hebben een vriendenclub van zeven en we brengen een deel van onze tijd door met
stevige wandelingen, bier en bitterballen onderweg en een eenvoudige doch voedzame
maaltijd thuis, bereid door één van ons.

Tijdens het bier en de bitterballen is er altijd iemand die een gewetensvraag stelt waarmee
we iets van onszelf moeten blootgeven. Dit keer gaf mijn vrouw de aftrap. Zouden we hetzelfde
beroep kiezen als we ons leven over mochten doen?

De huisarts in ons gezelschap was zeker van zijn zaak: hij zou opnieuw huisarts worden.
De schrijfster/presentatrice was ook duidelijk. Zij zou boerin worden en minimaal vijf
kinderen willen.

Onze vriend met een economisch achtergrond wijdde uit over de kracht en de stilte van de
zee waar hij als kind van een tropisch eiland mee was opgegroeid. Hij zou naar de
zeevaartschool gaan als hij opnieuw mocht beginnen.

Mijn vrouw zou voor een carrière van dierenarts kiezen in plaats van zangeres. Onze
vriendin de historica/universiteitswoordvoerster droomde als kind van een baan als
archeologe maar neigde nu naar een roep waarbij ze in de grond plant dan er uit opgraaft.
De vriendin die werkt als receptioniste zou een studie antropologie gaan doen en daarna
exotische volken gaan bestuderen.

En ik? Ik zou  stedenbouwkundige worden. Tijdens het rondje waarin we onze keuze nader
verklaarden vertelde ik dat ik dat wilde om mensen een fijne woonomgeving te bieden.
Ongeveer vanuit hetzelfde veel te hoog gegrepen verheffingsideaal waarmee ik 43 jaar
geleden de journalistiek binnen sloop.

Welke stad ik als voorbeeld zag, wilden mijn vrienden weten. Nou ja zeg . . .  Eindhoven
natuurlijk. Zes van de zeven wonen in Eindhoven, maar dat bracht niet automatisch alle
handen direct op elkaar. Ik legde het uit. Ik hou van Eindhoven met z’n Philipswijken met
huisjes met rode daken, de stad met z’n naar Rotterdam hunkerende hoogbouw, de stad
met zijn omgebouwde industriecomplexen zoals Strijp-S, de stad met zijn kleurrijke huisjes
in voormalig achterstandsgebied Woensel-West, maar vooral vanwege al het groen. Mijn
stadsie heeft veel parken, kleine en grote bossen op loopafstand en is daarmee de ideale
“grote stad”. Eén van ons bevestigde dat, hij wist zelfs te vertellen dat Eindhoven de
grootste verscheidenheid aan bomen heeft van alle Nederlandse steden.

We dronken onze glazen leeg en vervolgden de wandeling door de stad. Na een half uurtje
liepen we door een klein bosgebied waar het verkeer op 50 meter langs raasde. Daar zag
ik de mooiste collectie paddenstoelen die ik de laatste weken heb gezien.
Midden in de stad.  Eindhoven dus, dacht ik.

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De kapper mag niet veranderen 5 juni 2019

Hoe lang ben ik al niet meer bij de kapper geweest? Twintig jaar? Meer denk ik. Sinds ik afscheid nam
van mijn vette piekhaar, een tondeuse kocht en mijn vrouw de taak van kapper over nam. Die tondeuse,
herinner ik mij, heb ik afgerekend in guldens. Die was toen best duur, maar wel een investering
voor het leven.

Wat ik mij herinner van kapperszaken is dat het plekken waren waar vooral veel werd geouwehoerd. Door
de kapper en de clientèle. Een half uurtje bij de kapper leverde een schat aan informatie op. Vroeger was
het voor een lokale journalist de place to be.

Er werd ook veel geroddeld over de mensen in het dorp. Dat waren de verhalen waar je vroeger niet over
publiceerde. En je las er de bladen. De kapsalon gebruikte je als alibi. “Dat las ik bij de kapper”, is misschien
wel heel lang het meest gebruikte excuus geweest voor politiek correct links.

Zou het nog steeds zo zijn in de kapsalons? Ik denk het wel. Een vriendin van ons had tijdens haar
werkend leven een kapsalon. Na haar pensionering springt ze af en toe bij als haar opvolgster handjes
te kort komt. Nog steeds kan ze fantastisch vertellen over wat ze allemaal hoort als ze met haar handen in
het haar van de dames uit het dorp zit. Ze kan het tegen ons vertellen want het is ver van Eindhoven en
wij kennen niemand. Nou ja, niet persoonlijk dan.

Als ik door de stad fiets zie ik veel kapperszaken die vooral gerund worden door mensen uit een andere
cultuur. Daar klonteren altijd veel mensen samen. Voor die mensen is de kapper een ontmoetingsplek.

En zo hoort het ook. Dat mag niet veranderen.

Vorige week zag ik een nieuwe zaak in onze volkswijk met de naam Knip & Go.  Dat &Go is modern.
Het betekent in alle gevallen dat je snel wordt geholpen en geen tijd verliest. Want tijd verliezen dat
kan anno 2019 niet meer.  Als moet snel, snel, snel. Dat snap ik, maar een kapper die in een
doodnormale Eindhovense buurt zijn zaak Knip & Go noemt heeft het volgens mij niet goed begrepen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

We gaan er als land op vooruit 28 mei 2019

Wie heeft niet die ervaring? Je bent in het buitenland en je wisselt een paar woorden met een inwoner
van dat land. Over het weer of een ander banaal onderwerp waarmee een vluchtige ontmoeting begint.

Ondanks dat je probeert de taal van de gastheer te spreken hoort hij onmiddellijk dat je uit Duitsland
komt, wat jij dan weer moet corrigeren in Nederland. Dan heb je twee kansen. Hij vraagt of je uit
Amsterdam komt of dat je Johan Kroif kent.

In het eerste geval leg je uit dat Nederland groter is dan Amsterdam en dat je in Eindhoven woont.
Eindhoven? Dat is in het zuiden vertel je. Daar waar the Philips factories were. Aaahhhh, Philips.
Van de radio’s. Dat schept een band.

In het tweede geval zeg je dat je Johan Kroif kent van naam en daden. Niet persoonlijk natuurlijk.
Bovendien vertel ik er altijd bij dat ik geen Ajax-fan ben maar een PeeSvee-fan. Als je geluk hebt
kennen ze Romario.

In Ierland raakten we aan de praat met een jongedame. Zij wist van Eindhoven. Niet vanwege the
Philips factories, maar omdat ze er was geweest op weg naar het Belgische festival Graspop.
Eindhoven lag toch vlak bij België, vroeg ze. Op de schaal van Ierland ligt Eindhoven bijna in Belgie,
dus dat hebben we direct toegegeven.

Goh, zei we tegen elkaar, geen Amsterdam en Kroif, maar Graspop. ’t Is weer eens wat anders.

In Fanore troffen we een ouder echtpaar dat ons in Germany plaatste. Nee hoor, zeiden wij, wij
komen uit Nederland en bereidden ons voor op de volgende logische vraag. Fout. Het eerste
wat de man zei was: Aaaahhhh . . . André Rieu.

We gaan er als land op vooruit, merkte mijn vrouw droogjes op.

  1. Eef (reply)

    28 mei 2019 at 10:31

    Gelukkig riepen ze niet ’tulpen uit Amsterdam’!

  2. maria (reply)

    28 mei 2019 at 17:40

    Heerlijk Ierland! inclusief The Burren. Niet zo moeilijk om met een local in gesprek te komen. : ) En als je alleen bent, ook niet zo moeilijk, heb je de (tawny) pipits die je de oren van je hoofd fluiten. Goede herinnerimgenm aan De Pub in Lisdoonvarna (roadside tavern) Heb je nog meer counties bezocht?

    1. Jan de Vries (reply)

      29 mei 2019 at 07:43

      Maria, Wij zijn langs de west- en zuidkust gegaan. Met de auto van A naar B en dan dagen wandelen

  3. maria (reply)

    28 mei 2019 at 17:46

    o ja, die ‘André Rieu-ervaring hadden wij ook. Ik weet niet goed meer wanneer (langer dan 10 jaar terug) en waar: Een vrouw bij een boerderij met bomen langs een karrenspoor… Aan het eind of begin van een wandeling.

Leave a reply to maria Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *