De donkerpaarse krokodil van Meierijstad 14 februari 2019

Er kwam oude, broze dame de studio van Omroep Meierij binnen schuifelen.
In haar hand had ze een briefje met haar naam en adres er op. Ze wilde een
groene groente-emmer. Die had ik niet.

Het bleek dat ze in een ander deel van het sociaal cultureel centrum moest zijn,
het deel waar de gemeente Meierijstad een dependance heeft. “Daar kom ik net
vandaan”,  zei de vrouw. “Die man zei dat ik hier moest zijn”.  Er bleken behalve
de algemene infobalie in de krochten van het gebouw nog een paar gemeentelijke
loketten die ik nog niet had gezien.

Een collega van mij nam de dame aan de arm en stapte met haar naar die loketten.
Die werden bemand door drie ambtenaren, verder was er in die ruimte niemand.
Mijn collega stapte op het dichtstbijzijnde loket af.

“Heeft u een nummertje”,  was het eerste wat de ambtenaar vroeg.

Mijn collega keek om zich heen in de lege ruimte .

“Waarom moet ik nummertje”,  vroeg ze.

“Zonder nummertje kunnen we u niet helpen”, zei de ambtenaar.

“We willen alleen maar een aanvraag indienen voor een groene afvalcontainer”,
zei mijn collega.

“Moet u aan de infobalie zijn”,  zei de ambtenaar.

De twee vrouwen liepen de grote hal door naar de algemene infobalie.

“Ik wil graag een groene afvalemmer”,  zei de mevrouw opnieuw tegen de man
van infobalie.

“Wij hebben geen emmers”, zei hij. Hij zei nog net niet: dat heb ik u vijf minuten
geleden ook al verteld.

Bij mijn collega viel een kwartje. “Mevrouw bedoelt een groene kliko”.

“Aha”,  zei de ambtenaar, “dat kan wel, moet ik uw naam en adres invullen.”

De oude dame schoof het briefje onder zijn neus. De ambtenaar pakte een formulier.
Mijn collega bleef voor de zekerheid in de buurt.

“U kunt wel gaan hoor”,  zei de ambtenaar,” dit kan ik wel alleen”.

  1. Irene (reply)

    14 februari 2019 at 20:49

    Pff, het lijkt wel de Sovjet-Unie daar.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ambtenaren 28 juli 2017

(Door Ab Klaassens)

Bij  calamiteiten, zoals een stroomstoring,  is het noodnummer 112 niet altijd
te bereiken. Dat meldt NRC/Handelsblad op 27 juli 2017.

Er wervelt op het moment dat ik het lees een stevige bries van overheidsfalen
– lees ambtenarengeknoei – door mijn geheugen. Recentelijk de mislukte
automatisering van de bevolkingsadministratie.

Iets minder recentelijk: het falen van de verbindingssystemen voor de
hulpdiensten. Bijna structureel: het onvermogen van de politie om één
nationaal computernetwerk te bouwen.

Dieper in mijn geheugen:

  • de aankoop van helmen voor de landmacht. Je kon er met peperkoek
    een gat in schieten.
  • de vervaardiging van een nieuw paspoort dat je met een natte vinger kon
    vervalsen.
  • de zoektocht naar een rekeningafschrift waaruit bleek dat Fred
    Teeven,als officier van justitie, een crimineel een deel van diens in
    beslag genomen vermogen terugstuurde in ruil voor informatie.

De rij kan met tientallen voorbeelden worden verlengd maar niettemin zeggen
politici als ze afscheid moeten nemen dat ze bij hun werk altijd hebben
kunnen steunen op een korps van  betrouwbare en deskundige ambtenaren.

  1. pjotr (reply)

    28 juli 2017 at 16:00

    De vraag is, of al die miskleunen een gevolg zijn van klunzig werk van ambtenaren . Het zal zeker voorkomen!
    Maar beslissingen en de aansturing door de verantwoordelijke politici zijn mijns inziens zeker zo vaak de oorzaak.
    Veel politici menen het beter te weten of zijn van mening, dat zij vriendjes en vriendinnetjes de bal moeten toespelen.
    Vaak zijn foute beslissingen eerder een gevolg van politiek gekonkel, waarbij de ambtenaren juist anders hebben geadviseerd. Voorbeelden zijn het HSL-debacle, de Betuwelijn, veel ict-ellende, de verkoop van alle Leopardtanks enz..

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Rangen 18 februari 2017

(Door Ab Klaassens)

In 1953 was ik dienstplichtig soldaat. Op een mededelingenbord in een barak
op de vliegbasis Leeuwarden zag ik een brief hangen waarin het
beroepspersoneel werd uitgenodigd voor iets feestelijks.

De brief was gericht aan:

De  officieren en hun dames

De onderofficieren en hun echtgenotes

De korporaals/manschappen en hun vrouwen

Ongeveer twintig jaar later kreeg ik als verslaggever van Het Deventer
Dagblad de volledige inventarislijst van een nieuw kantoor van de
rijksoverheid in handen. Niet de aard van de werkzaamheden maar de
ambtelijke rangen bleken bepalend voor het aantal bureauladen, de aard
en de maten van de vloerbedekking, de wandversiering en het servies dat de
koffiedames van toen moesten gebruiken op hun rondgang langs de burelen:
mooi porselein voor de hoogste rangen, lomp aardewerk voor het klootjesvolk.

Aan het begin van de jaren zeventig was ik in Eindhoven beland. Daar zag ik,
bij een bezoek aan het politiebureau, dat de agenten ‘halt en front’ moesten
maken als ze in de bureaugangen de hoofdcommissaris zagen aankomen.

Nu, een halve eeuw later, is op internet iedereen ‘jij’.

En Albert Heijn schrijft mij briefjes die beginnen met ‘beste Ab’.

  1. Laurent (reply)

    18 februari 2017 at 20:46

    Tjee, begin jaren zeventig nog, op dat politiebureau??

    Het mooiste vind ik het als men heden ten dage binnen één brief wisselt tussen u en jij 😀

  2. Laurent (reply)

    18 februari 2017 at 20:48

    Ik gaf eind jaren negentig eens computercursus in het gemeentetehuis van Capelle a/d IJssel. De vloer waarop de burgemeester resideerde had een luxere kwaliteit vloerbedekking…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *