Programmamaker 6 oktober 2016

Van mijn collega J. zeg ik wel eens dat hij de herenliefde heeft
uitgevonden. Als ik zelf die geaardheid zou hebben, zou ik mij
zeker inspannen J. het hof te maken. Waarop hij dan zegt:
“En denk jij, Jan de Vries, dat ik op jouw avances in zou gaan.
Vergeet het maar knul”.

J. is in alle opzichten een geliefd collega. Dat komt omdat hij
behalve een begenadigd televisiemaker ook een klunzig type
is. Aandoenlijk klunzig. Hij kan er – bij wijze van spreken – met
één aanslag op zijn computer voor zorgen dat het hele studiogebouw
zonder stroom zit.

Als er ergens in het gebouw een eenzame sleutelbos ligt of een
in de steek gelaten portemonnee dan weet iedereen dat hij die bij J.
kan terugbezorgen. Dat doe je dan ook zonder morren, want
je houdt van die man.

J. is één van de programmamakers die verantwoordelijk zijn voor
een TV-serie over het veertigjarig bestaan van Omroep Brabant.
Ik heb hem gisteren omstandig gecomplimenteerd met het
resultaat. En ik was niet de enige. Hoewel J. bekend staat om
zijn bescheidenheid liet hij zich met zichtbaar plezier bewieroken.

In de uitzending van deze week brengt J. een bezoek aan onze
gezamenlijke oud-collega en in het Nederlands taalgebied
wereldberoemde zanger Gerard van Maasakkers.

J. torst een platenspeler met zich mee waar hij de eerste single
van Gerard op gaat draaien. Ik zat thuis met mijn vrouw te kijken.
“Dat gaat mis”, riep ik vanaf de bank. “Dat kan hij niet”. Ik zat
mij een beetje te verkneukelen. Maar het lukte wel.

Uiteraard vertelde ik J. hoezeer ik hem tekort had gedaan. Hij
barstte in een schaterlach uit. “De scene is twee keer gedaan”,
biechtte hij op. “De eerste keer schoot de naald over de plaat.
Ik was vergeten het beschermkapje er af te halen”.

Ik wist het. Ik ken hem.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Chauffeurs 6 oktober 2016

(Door Ab Klaassens)

Onderbetaalde vrachtwagenchauffeurs uit Oost-Europese landen haalden
deze week het vragenuurtje van de Tweede Kamer. Wat doet Melanie Schulz,
minister van Verkeer eraan om Nederlandse truckers te beschermen tegen
oneerlijke concurrentie van collega’s uit landen met lage lonen?

Ik dacht aan een rit over de Duitse autobanen toen Eef en ik terugkeerden
van een bezoek aan  vrienden in de buurtvan Kronach, en even waren
uitgestapt om de benen te strekken.

Uit een reusachtige vrachtwagen klom een kleine man die in een voor ons
onbekende taal de weg vroeg naar Frankfurt. Hij toonde ons een
verfrommeld papiertje waarop geschreven stond wat kennelijk de route was
die hij moest volgen: München -> Nurnberg -> Wurzberg -> Frankfurt.  Daar,
zo duidde een pijltje, moest hij afslaan en zoeken naar een adres dat op het
papiertje stond  vermeld.

Maar we waren al dicht bij Keulen, dus Frankfurt ruimschoots voorbij. Ik
pakte de routekaart om hem uit te leggen waar hij was en wat hij moest doen
om naar Frankfurt te komen. Uit zijn reactie maakte ik op dat hij nog nooit
zo’n kaart onder ogen had gehad. Voor hem was de kaart niets meer dan een
stuk papier vol vreemde tekens.

Zijn wagen was beladen met kratten vol rijpe tomaten.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Televisie 5 oktober 2016

Vroeger hoorde je mensen wel eens klagen dat er “weer niks op
TV” was. Nu we niet meer lineair kijken maar dankzij het ontelbaar
grote aantal zenders en Netflix kunnen kiezen, hoor je die kritiek
zelden meer.

Ondertussen zie ik wel dat bij de nationale publieke omroep
steeds betere programma’s worden gemaakt. Wij werden verwend
met dramaseries als Penoza en Overspel, maar ook op ander gebied
zie ik steeds vaker mooie programma’s.

Zelfs educatieve programma’s hebben een swung gekregen die
het kijken meer dan waard is. Recentelijk genoot ik erg van de
serie “De Strijd” van Erik Dijkstra en Gerdi Verbeet over de
emancipatie van de arbeider. Dijkstra reed op zijn brommertje
kris-kras door Nederland naar plekken waar die emancipatie vorm
had gekregen. Goed gemaakt en informatief. Verheffend op een
goed te pruimen manier. Het kan.

Op dit moment ben ik de ban van het publieke programma
“Het geheim van de meester”.  Een programma waarin een team
deskundigen onder leiding van Jasper Krabbé het werk van
grote Nederlandse schilders bloot legt. Het brommertje van Dijkstra
is vervangen door de motorfiets van Krabbé, maar het is nog
beter gemaakt en minstens zo informatief. Het is een programma
over kunst dat ook nog spannend is gemaakt. Charlotte krijgt
haar opdracht natuurlijk op tijd af, maar je blijft wel tot het
laatste moment in het ongewisse.

En dan heb ik het nog niet over het programma van Eva Jinek
die in een auto door haar geboorteland Amerika rijdt om de
op succesvolle wijze de Amerikaanse ziel bloot te leggen. Ik
had nooit zo veel met Jinek, maar dat is veranderd. Een vakvrouw.

Vergeet ik nog bijna de Hokjesman waarin Michael Schaep te
voet door Nederland gaat om subculturen in beeld te brengen.

Het lijkt al met al wel of de Nederlandse publieke omroep steeds
betere programma’s gaat maken. Ik weet niet of dat voort komt
uit de toenemende concurrentie of omdat er een hele nieuwe
generatie programmamakers is opgestaan, maar fijn is het wel.

O ja en natuurlijk mijn guilty pleasure Heel Holland Bakt. Niet half
zo goed gemaakt als The Great British Bake Off, maar niet minder
vermakelijk.

Als dit zo door gaat heb ik geen tijd meer om naar Netflix te kijken.

  1. Harry Perton (reply)

    5 oktober 2016 at 18:49

    Wat betreft Eva Jinek heb ik precies hetzelfde als jij. Ik vond haar vroeger hard plastic. Ze is zachter, menselijker geworden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Water 3 oktober 2016

(Door Ab Klaassens)

Je komt met een man of zes in een restaurant, krijgt een tafel
aangewezen, laat iedereen een aperitief bestellen en vraagt om
de kaart.

Iedereen bestelt een voor- en een hoofdgerecht. En iedereen wil
wijn.  Rood en wit komt er op tafel en het zullen niet de laatste
flessen zijn. Ik vraag, als de bestelling is genoteerd, een karaf water,
gewoon kraanwater.

Helaas meneer, ik mag u alleen flesjes bronwater serveren. Daarvoor
verschijnen dan bedragen van twee tot vier euro per flesje op de
rekening.

De restauranthouders zeggen dat gratis kraanwater serveren hun
geld kost: de tijd die het personeel eraan moet besteden en de afwas.
Ook zijn er klanten die er misbruik van maken. Die bezetten dan
urenlang  een tafel met een karaf gratis leidingwater zonder iets anders
te bestellen. Volgens de restauranthouders, maar die hebben, wat dat
betreft, meer fantasie dan ik.

Terug naar die tafel van zes: bij zo’n omzet  moet er toch wel een gratis
karaf water af kunnen? Helaas meneer, we kunnen geen uitzonderingen
maken.

Bij een strandtent in Cadzand-bad staat een karaf ‘Drnkwtr met ijs en citroen’
voor twee en een halve euro op de kaart. Daar maken ze er tenminste nog
een grapje van.

  1. marlies (reply)

    4 oktober 2016 at 08:26

    Hartstochtelijk met je eens. Nooit meer naar toe gaan, naar zo’n restaurant. En flink stennis schoppen. Het is je reinste flauwekul. Zo!

  2. Harry Perton (reply)

    5 oktober 2016 at 18:45

    Er zou eigenlijk een lijst van dit soort restaurants moeten komen. Op internet, voor iedereen raadpleegbaar.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Sportlunch: FIFA 2 oktober 2016

Ik heb vanmorgen weer een gesproken column gehad in het radioprogramma
Sportlunch van Omroep Brabant. Uitgangspunt is “de ergernis van . . . .”.

Hieronder de tekst:

Ik had mij heilig voorgenomen mij nooit meer te ergeren aan de FIFA,  u weet wel
de internationale voetbalbond. Die club zetelt op een andere planeet dan wij en
waarom zou ik me ook al gaan ergeren aan een ander universum. Er is tenslotte
genoeg mis op deze planeet om af en toe eens flink uit de slof te schieten.


Maar de voetbalbobo’s zijn er toch weer in geslaagd mijn humeur te bederven. De
meest besloten vriendenclub ter wereld heeft namelijk bedacht de eigen werkgroep
die zich bezig houdt met de strijd tegen racisme in het voetbal op te heffen.

Dat is hun goed recht, maar de argumentatie deugt niet. De taak van de werkgroep is
namelijk volbracht, zegt de FIFA. Onwillekeurig moest ik denken aan Johannes 19 vers 28.
Voor wie het niet weet, we spreken hier over de Bijbel. Jezus sprak de woorden
“het is volbracht” enkele seconden voordat hij de geest gaf. En iedereen die op de planeet
aarde leeft weet dat het werk van Jezus weliswaar was volbracht, maar dat de puinhoop
die wij mensen er daarna van maakten elke eeuw erger wordt.

Nou weet ik wel dat de FIFA zichzelf groter acht dan welke Messias dan ook, maar om te
zeggen dat het werk van een werkgroep tegen racisme is volbracht, grenst aan
heiligschennis in ieder geval is het hoogmoedswaanzin.


Iedereen die wel eens in een stadion komt weet dat racisme nog welig tiert en dat
het werk van een club die daar tegen moet strijden nooit volbracht kan zijn. Sterker nog:
over twee jaar is het WK-voetbal in Rusland. Nou ben ik er niet op uit de Russen te
tackelen, maar als je even googelt op voetbal en racisme dan komt wel opvallend vaak
Rusland boven drijven als een land waar dolle supporters iedereen die een kleurtje heeft
verrot schelden. De meeste zaken zijn niet bestraft.


Dan lijkt mij persoonlijk helemaal niks volbracht. Integendeel dan zou ik er een tandje
bij zetten. En daar sta ik niet alleen in. Eén van de werkgroepleden,
Osasu Obayiuwana,
had ook liever gezien dat hij en zijn makkers door hadden mogen gaan. Hij was graag
geshockeerd geweest door het besluit van de FIFA, maar dat was hij niet. Hij was ook
niet verbaasd. De FIFA dacht er anders over en dat was het dan, zei hij tegen de engelse
krant The Guardian. Als dit bij een bedrijf gebeurt dan zouden wij spreken van een angstcultuur.


Brieven die de heer Obayiuwane aan zijn bazen stuurde werden nooit beantwoord, zegt
hij ook. Misschien zou de FIFA ze wel beantwoord hebben als deze rechtschapen Afrikaan
een blanke Rus was geweest.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Rechtstreex 2 oktober 2016

Kun je twee keer achter elkaar over eten schrijven. Jawel toch?
Dit is geen nieuwsrubriek waar je dan te horen krijgt: dat hebben
we al gedaan. Dit is gewoon een persoonlijke weblog.

Het is wel triest nieuws over eten? Dat kan natuurlijk ook. Geen
zorgen, ik heb geen voedselvergiftiging of allergie opgelopen.
Nee, Rechtstreex stopt er mee. Rechtstreex, zult u zich afvragen.
Dat is nou precies het probleem.

Rechtstreex is een organisatie waar je online etenswaren kunt
bestellen, die vervolgens door de medewerkers bij boeren in de
omgeving worden ingezameld en die je op een bepaald moment
op een bepaald punt in de stad kunt ophalen.

Het is begonnen in Rotterdam en waaierde uit naar Utrecht en
Eindhoven. En laat nou zo’n uitgiftepunt onder in ons
appartementencomplex zitten. Dat was makkelijk.
Maar ze trekken zich nu terug in Rotterdam. Er was in die andere
steden te weinig klandizie. Ik weet niet hoe dat komt,
ik kan me  voorstellen dat de prijs van de artikelen een
struikelblok was. De spullen waren doorgaans duurder dan
biologische artikelen in de supermarkt.

Maar ik vond het initiatief zo leuk. En de gedachte dat je in de
stad woont en toch de boeren in de dorpen ondersteunde, want
stad en platteland zijn hoe dan ook onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Zeker in de metropoolregio waar ik woon. En zo voelde ik
die band met de ommelanden van Eindhoven en dat vind ik leuker
dan anonieme biologische producten van de Appie, waar ik nu weer
op terug moet vallen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Eten 1 oktober 2016

Ik moest gisteren aan mijn oud-collega H. denken. Hij was vanuit
het Hilversumse overgewaaid naar de provincie. Dat was opmerkelijk
want normaal werd alleen de tegenovergestelde weg bewandeld.

H. was toen – wij spreken over eind vorige eeuw –  al een paar
jaartjes ouder dan ik. Hij kwam beneden de rivieren uitbollen in
afwachting van het definitieve einde van zijn loopbaan.  Hij was
verantwoordelijk voor de muziek op onze radiozender. De hele dag
zat hij op zijn kantoortje CD’s te beluisteren. Bij de journalisten die
niet door hadden hoe belangrijk muziek is voor een radiostation
wekte de vredige rust waarin hij werkte wel eens wrevel.

Ik mocht H. wel. Ik luisterde graag naar zijn verhalen, die vooral over
eten gingen. Het was in de tijd dat eten voor mij brandstof was om
uren te kunnen maken.

Hij kon jaloersmakend vertellen over diverse vriendenclubjes die voor
elkaar kookten.  Hij vertelde over buitenshuis eten en noemde gerechten
die ik nog nooit had gegeten.

Ik moest gisteren aan hem denken omdat hij mij een keer vertelde dat hij
met iemand had gegeten en dat er aan het eind van de avond driehonderd
gulden afgetikt moest worden.  Dat deed hij zonder een zweem van
snobisme want zijn verhaal ging over de gerechten die hij had gegeten en
dat die de prijs meer dan waard waren.

Nu, twintig jaar verder, leef ik het leven dat H. toen leefde. Mijn motto is:
het leven is te kort om slecht te eten.

Ter gelegenheid van mijn 61ste verjaardag aten mijn lief  en ik in een nieuw
potentieel sterrenrestaurant in de regio.

Toen ik de rekening kreeg dacht ik dus aan H. want omgerekend in euro’s
kwam ik in de buurt van het bedrag waar ik een jaar of twintig geleden zo
verbaasd over was. Wetend hoe nu de prijzen zijn voor exclusiviteit wist ik
ook meteen dat er iets niet klopte. Ik zag dat een substantieel deel van de
door ons genoten spijs en drank niet op die rekening stond.

Ik heb het opgebiecht. Natuurlijk heb ik het opgebiecht, zo ben ik opgevoed.
Net als H. doe ik dat zonder snobisme want van H. heb ik geleerd dat een
avond culinair uit tot de geneugten van het leven behoren en een prijs
waard zijn.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Piet 1 oktober 2016

(Door Ab Klaassens)

Nou heeft kinderombudsman Margrite Kalverboer de voor de blanke
landgenoten zo verschrikkelijke boodschap ook uitgesproken: Zwarte Piet
moet anders, want niet-blanke kinderen hebben er last van als deze
karikatuur van een gekleurde medemens weer in het openbaar verschijnt.

Mevrouw de Ombudsman is onmiddellijk na publicatie van haar opvatting
via het open riool van de sociale media verrot gescholden en symbolisch
gestenigd.

Ze heeft haar oren te veel laten hangen naar de bezwaren die de gekleurde
medemens heeft. Zwarte mensen moeten zich niet bemoeien met zwarte piet
want zwarte piet is van de blanken.

Nederland was ooit  één van de laatste landen die de slavernij afschaften. Voor
sommige Nederlanders was dat kennelijk te vroeg.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (418) Florence Foster Jenkins 29 september 2016

(Door Marlies)

Toch maar gegaan… naar de film over Florence Foster Jenkins. Ik wist dat ik erom zou lachen,
maar ik wist ook dat ik er op zijn minst melancholisch van zou worden. Maar ik moest er naar
toe van mezelf. Je kunt niet een website voeren met als thema vocale, klassieke muziek en Florence
Foster Jenkins voorbij lopen. Dat kón niet en dat kán niet…

Dus zat ik gisteren met mijn lief en enkele vrienden in de bioscoopzaal. Het was er niet druk.
Schuin achter ons zat een mevrouw die zo onbedaarlijk om ongeveer álles moest lachen dat ik even
wenste dat Theo Maassen er was om haar de deur te wijzen. Ik durfde niet verder te gaan dan een
paar keer ostentatief omkijken. Dat hielp een beetje… even.

Er viel genoeg te lachen trouwens. Maar het was vooral een in-trieste film. En een goeie: Meryl Streep,
degelijk in alles wat ze aanpakt (of je nou een fan van haar bent of niet), moet een Oscar: geweldig! Ze
heeft veel zelf ingezongen en kreeg hier en daar hulp van mensen die het grote talent moeten hebben
voortdurend vals te zingen. Ik zou het niet kunnen. Ik zeg niet dat ikzelf nooit tegen de toon zong, of
dat er noten niet lukten (vooral omdat ik, toen mijn techniek nog niet erg volgroeid was,  er maar een gooi
naar deed) maar zo uit alle toonsoorten zingen en teksten verkrachten…. Ik ben er op zijn minst nèt te
schools voor geworden.

Maar zó leuk was het nou allemaal ook niet en de journalist die Florence uiteindelijk de grond in
schreef (vrij letterlijk trouwens: ze sterft kort nadat ze zijn recensie gelezen heeft) had natuurlijk gelijk:
je kunt en mag zo niet met de klassieke (vocale) muziek omgaan en als je je daarvan niet bewust bent,
moet je er bewust van gemáákt worden. Hij kreeg in de film de zwarte piet nogal nadrukkelijk
toegespeeld, onverdiend.

De grenzeloos naïeve tweede echtgenoot (een geweldige rol van Hugh Grant, die lekker opdroogt, maar
dat terzijde) en al het volk om haar heen dat te slap is om haar op de feiten te wijzen die er naakt en wel
onbarmhartig liggen te zijn) helpen natuurlijk niet mee een objectief beeld te krijgen van eigen presteren.
Bovendien was ze ziek, Florence. Ze had syfilis en daardoor was ze toondoof en ze had – in het ver
gevorderde stadium waarin haar ziekte was – geen goed beeld meer van eigen functioneren en kon dus
niet erg objectief naar zichzelf kijken. Als dirigent en assistent-dirigent van het MET-orkest inderdaad toen
gedaan hebben wat ze in de film deden moeten ze postuum een schop onder hun kont hebben. Schandalig!

Wat me wel raakte was de eenzaamheid die om haar heen hing. Alleen al voor het feit dat ze dát kon
overbrengen moet Meryl Streep die Oscar. Als het goed is zal de film onder zangers en pedagogen  de
discussie aanwakkeren over wat het belangrijkste is voor een vervullende carrière: stemmiddelen of een
scherpe, alerte geest.

U kent Florence Foster Jenkins niet? Dan heel gauw een ultrakort biografietje:

Ze werd geboren in 1868 in Wilkes-Barre, Pennsylvania. Ze wilde naar het buitenland om muziek te studeren.
Haar vermogende vader weigerde en dus ging ze stiekem met Frank Thornton Jenkins (de man die haar syfilis
gaf in hun huwelijksnacht). Ze scheidden weer in 1902 en Florence verdiende de kost als lerares en pianiste
tot haar vaders dood in 1909.

Toen erfde ze het fortuin dat haar in staat stelde om haar zangcarrière op te pakken. Uit opnamen blijkt dat ze
nauwelijks gevoel voor ritme en toonhoogte had en nauwelijks in staat was een noot vast te houden. Maar
populair werd ze op haar eigen manier.

‘Mensen mogen zeggen dat ik niet kan zingen, maar niemand kan zeggen dat ik niet heb gezongen’, was haar
credo aan het einde van haar leven.

Ga kijken als u kunt, de film draait nog wel even. En denk eens na over de zware kant van een solistencarrière,
wellicht helpt het u met het opbrengen van begrip voor de kuren (soms) van solisten en dan bedoel ik echt niet
alleen zangers…

In het filmpje de trailer van de film

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Carnaval 28 september 2016

Voor de supermarkt stonden twee jongens, de puberteit net ontgroeid.  Ze
boden het winkelend publiek drie dagbladen aan. Vroeger zou dat ondenkbaar
zijn, kranten bestreden elkaar op leven en dood. Maar nu het merendeel van
de Nederlandse papieren informatievoorziening in handen is van een Belg
maakt het niet meer uit wat we lezen. Alle inkomsten vloeien in één
portemonee.

Ik sloeg het aanbod van de jongens beleefd af.

“Leest u geen krant”?  vroeg één van hen.

“Jawel”,  zei ik, “ik lees meerdere kranten per dag. En weet je wat het leuke is,
een deel daarvan lees ik beroepshalve, in de tijd en op kosten van de baas”.

“Hoe kan dat dan”? wilde hij weten.

Ik vertelde hem dat ik journalist ben en hij wilde weten of ik dan bij één van
de kranten werkte die hij aanbood. Ik vertelde hem dat ik bij Omroep Brabant
werk.

“Dat vind ik een goeie zender”,  zei hij meteen. “Daar kijk ik altijd naar”.

Ik was aangenaam verrast. Het TV-publiek is doorgaans al wat langer de
puberteit voorbij dan deze jongen. Ik vroeg hem wat hij zoal keek.

“Ik kijk altijd naar de carnavalsuitzendingen”,  zei hij enthousiast. Ik had het
kunnen weten. Vier dagen per jaar zijn wij carnavalszender en dan kijkt
iedereen die zijn ogen nog open kan houden naar onze zender.

“Ik speel zelf in een carnavalsbandje”, vertelde de jongen. “Wij doen ook altijd
de carnavalsmis. Ik vind het wel jammer dat Omroep Brabant die niet
uitzendt. Echt jammer, want dat is mooi”.

“Ik ga de baas vragen om volgend jaar ook de mis uit te zenden”,  zei ik.

Hoewel ik geen krantje had afgenomen liet ik toch een tevreden colporteur
achter.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *