Live 4 april 2017

De meest vervelende journalistieke klus is de live-verslaggeving vanachter
een bureau. Wie niet in het vak zit zal zich nu afvragen: kan dat dan? Ja,
dat kan. Sterker nog, het gebeurt dagelijks.

In mijn wereld komt het vaak voor dat er ergens een incident is (klein of
groot) en dat er direct een begin van een nieuwsbericht wordt geschreven
voor de internetpagina. Je wilt mensen tenslotte zo snel mogelijk informeren.

Voordat er een verslaggever ter plekke is moet je het qua informatie doen
met  social media. Dan kom je in een grijs gebied, want je weet niet
of de mensen die iets roepen betrouwbaar zijn.

Ondertussen wil je je publiek informeren, enerzijds omdat je dat echt wil,
anderzijds omdat datzelfde publiek anders naar een andere website gaat.
Dat laatste wil je in ieder geval niet. Heel vaak gebeurt het dan ook dat je
onzin van Twitter overschrijft met Twitter als bron. Daarmee probeer je
jezelf in te dekken.

Om die reden lees ik zelf bijna nooit live-blogs van gebeurtenissen in de
wereld, ik weet hoe het gaat. Ik wacht wel tot collega’s de feiten hebben
verzameld, dat bespaart me een hoop onzin.

Ik moest hier gisteravond aan denken toen ik De Wereld Draait Door zag.
Matthijs van Nieuwkerk speculeerde met Derk Sauer lustig over de aanslag
in Sint-Petersburg. Waren het de Tsjetsjtenen, was het IS of waren het
stromannetjes van Poetin?

“We mogen alles denken want we weten nog niks”,  hoorde ik Van Nieuwkerk
zeggen. Dan denk ik: je mag wel alles denken, maar als presentator van zo’n
invloedrijk programma op de publieke omroep zou je je misschien moeten
afvragen of je ook alles moet zeggen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Makelaars 31 maart 2017

Droogkoken, het overkomt me wel eens als ik er in de keuken even
de aandacht niet bij heb en de geur van aangebrande piepers mij
er ongenadig op wijst dat multitasking iets voor vrouwen is.

Ik kwam het woord droogkoken vandaag tegen in het Eindhovens
Dagblad. Makelaars blijken droog te koken. Daar had ik nog nooit van
gehoord. Dat is ook niet gek, want het is voor het eerst dat het
gebeurt.

Het is een bijzonder fenomeen. Het woningaanbod is zo krap dat er
niet genoeg huizen zijn om alle makelaars een boterham te laten
verdienen.

Ik heb in mijn leven al enkele malen een huis gekocht en verkocht. Dat
is waarschijnlijk de reden waarom ik het niet zo op makelaars heb. Ik
vind het de autoverkopers onder de witte boorden-sjoemelaars. Hoe
de omstandigheden ook waren, altijd hadden ze wel een verhaal klaar
waarom een huis moeilijk te verkopen was, zelfs toen wij een huis
binnen drie dagen over de kop van de hand deden.

Ik ken ze vooral ook van de gladde praatjes, de gelikte foto’s en de
extra kosten voor elke inspanning die er buiten de kleine lettertjes van de
overeenkomst moet worden verricht.

De oplossing voor het droogkoken is volgens de makelaars meer bouwen.
Als ik zie hoeveel makelaarskantoren er zijn dan denk ik eerder aan
afbouwen. Dat zeg ik niet zo maar, want in hetzelfde artikel zegt een
eindbaas van de makelaars dat in de crisistijd veel makelaarskantoren
moesten inkrimpen. Mensen die in dat vak wegbezuinigd werden gingen
niet omscholen, nee, die begonnen allemaal een eigen kantoortje.

Daar zijn er nu dus heel veel van en die koken allemaal droog.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

ING 24 maart 2017

In onze jonge jaren droomden we wel eens dat onze ouders de
honderdduizend zouden winnen. Wij spreken dan over guldens.
Als je bij de loterij de honderdduizend won dan hoefden onze vaders
nooit meer te werken en kwam ook onze generatie opeens in een
gespreid bedje. Op zo’n bedrag kreeg je toen namelijk tien procent
rente. Dat was dus tienduizend gulden per jaar. Daar kon een gezin
tot in lengte van jaren van leven. Die honderdduizend bleef
onaangeroerd op de bank staan, wachtend op de kinderen die er
verder op konden teren. Dat was in de jaren zestig.

Eén van onze buurkinderen had het loonstrookje van haar vader
gezien. Vader was iets hoogs bij jamfabriek de Betuwe. Althans dat
veronderstelden wij, want hij droeg elke dag een net pak in plaats
van de bij ons in de buurt gebruikelijke overall.

Op dat strookje had ze het bedrag 1100 zien staan. Wij fantaseerden
er op los. Zou die vader elfhonderd gulden per maand verdienen?
Of zou dat per jaar zijn? Per maand kon bijna niet, dat was meer dan
250 gulden per week. Wij hebben dat raadsel nooit opgelost.

Nu lees ik dat ING een deel van haar bazen toch weer perverse
bonussen wil geven. Om te kunnen concurreren met het buitenland.
Dat betekent dat ING fors wil belonen om te voorkomen dat goede
bankiers naar buitenlandse banken gaan die veel meer willen betalen.
Vergelijk het gerust met de parallelle wereld die voetbal heet.

Een van de topmannen van ING verdient nu 1,6 miljoen euro per jaar en
krijgt daarenboven een bonus van 360.000 euro per jaar. Dat is ongeveer
130duizend euro per maand. Omgerekend naar mijn maatstaven zou
ik na twee maanden sparen mijn hypotheek kunnen afbetalen.

Hoe krijg je in hemelsnaam 130duizend euro per maand op, zelfs als
daar nog meer dan de helft belasting af zou gaan? Hoe groot
moet je huis dan zijn? Hoeveel auto’s moet je dan kopen? Hoe vaak
per week moet mevrouw dan naar de PC Hooftstraat? Hoeveel
kinderen in Afrika kun je daarmee van de hongerdood redden?

Als kind konden wij ons al niks voorstellen bij elfhonderd gulden
of de honderdduizend. Laat staan dat ik mij iets kan voorstellen bij
130duizend euro per maand. Wat zijn het voor mensen die naar de
concurrent overstappen als ze nog een miljoentje per jaar meer
kunnen verdienen? Misschien zijn het hele goede ouders die er voor zorgen
dat hun kinderen in een gespreid bedje komen. Dan hoeven die kinderen
daar niet van te dromen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (440) ZingNL 22 maart 2017

(Door Marlies)

Hulde voor Hannah Bossers! Ze heeft het initiatief genomen tot ZingNL.
En dan gaat het niet over ‘Nederlands eerst’ noch over ‘Nederlanders eerst’
(let op het subtiele verschil tussen de woorden!). Nee het gaat over het
zingen van liedjes, in het Nederlands, voor… buitenlanders…!!!

In het persbericht dat onder mijn ogen kwam worden ze ‘Eindhovenaren
met een migratieachtergrond’ genoemd… Weer zo’n term, maar alla, ik
moet er ook wel om grinniken.

Wat zingen ze daar dan zoal? ‘Dan denk ik aan Brabant’, ‘Tulpen uit Amsterdam’
‘Klaar voor de start’ (zegt mij niks, maar schijnt door ‘Kindejen voor kindejen’
vaak gezongen te worden), ‘Zon kom op’ en ‘15 miljoen mensen’ (ijzersterke
tekst!).

De schrijver van het berichtje verwondert zich erover dat muziek en samen
zingen mensen in beweging zet en plezier geeft. Dat verwondert mij helemaal
niks. Da’s namelijk één van de functies van muziek en met name van samen
zingen. Niks zo heerlijk; of het nou in een stadion is, bij een huwelijksdienst,
samen rond het kampvuur of bij een koorrepetitie. Of het repertoire
volksliedjes behelst, of een moeilijke cantate, of een protestlied of een
stadionlied: iedereen gaat altijd – de ene keer georganiseerd, de andere keer
wat minder – uit zijn dak.

Eigenlijk zou iedere flinke stad zo’n initiatief uit de grond moeten stampen.
Moet je eens kijken hoe vlug het afgelopen is met die schreeuwers van ‘Eruit!’.
Die gaan namelijk mee-zingen. Inzingen is geen probleem, dat doe je op
ocalen en op skat-teksten, die zijn zo internationaal dat ze er zelfs in China
geen moeite mee hebben.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Spuigaten 22 maart 2017

(Door Ab Klaassens)

“Dat loopt de spuitgaten uit” zei iemand  op de radio. “Niet iemand met zeebenen”,
dacht ik, want wie hoge golven trotseert weet dat het water dat over het dek van
de oude driemaster golft  via de spuigaten in de verschansing van het dek wegspoelt.

Ook hoorde in iemand zeggen dat de PvdA-politici hun bedoelingen niet goed voor het
voetlicht hebben gebracht.

Het voetlicht is  een rij lampen die de acteurs op het toneel van onderop belichten. Zij
brengen hun teksten over het voetlicht. Ik denk dat het klassieke voetlicht in de
schouwburgen verdwijnt of al is verdwenen. Wat moet je dan nog met de uitdrukking
‘over het voetlicht’?

Zegt iemand nog wel eens: “Hij kijkt of ie z’n laatste oortje heeft versnoept”?

En zo ja, weet de toehoorder dan dat ’t oortje een muntje was?

Ik vrees dat het gebruik van de uitdrukking ‘het laatste oortje’ bij de meeste jongeren
onder de veertig tot groot  onbegrip zal leiden – taal van oude zakken. Maar anderzijds:
ook jongeren hoor ik aan de telefoon zeggen ‘dat ze verkeerd hebben gedraaid’.

En dat ze hebben opgehangen.

Toegegeven: dat zijn wel jongeren van vóór de smartphones.

Maar phones schrijven ze nog wel met ph.

Als ze schrijven.

 

 

 

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Google 21 maart 2017

Boeren zijn over het algemeen slimme mensen. Ze klagen veel, zo
is het beeld, maar ik vind ze vooral ondernemend. Neem nou de
Peel. Daar zijn veel boerderijen verdwenen, maar de boeren zelf
zijn niet bij de pakken neer gaan zitten. Het ene na het andere
recreatieve boerenbedrijf is er uit de grond gestampt.

Daarom konden wij zondag happen en stappen. Dat is een wandeling
van 12 kilometer te beginnen bij de Brabantse Kluis in Aarle Rixtel.
Een schitterend klooster waar nog steeds nonnen in wonen en een
bijbehorende kloosterboerderij die nu een pleisterplaats is waar ze
met de benen buiten hangen.

Aldaar kregen wij voor het bedrag van 27,50 euro per persoon koffie
met gebak en een wandelroute. Voor dezelfde prijs kregen wij op de
tweede locatie (een boer die nu een restaurant en een golfbaan
exploiteert) een voorgerecht. In het volgende restaurant kregen we een
hoofdgerecht en op het eindpunt, opnieuw de Brabantse Kluis, wachtte
ons een voortreffelijke toetje.

Het plan om te gaan  happen en stappen was bedacht door mijn vrouw en een
vriendin toen zij een tijdje geleden bij het restaurant van het hoofdgerecht
samen lunchten. Ze werden op de culinair-recreatieve uitspatting
geattendeerd door de uitbaatster.

Toen wij gedrieën binnenstapten herkende de waardin de dames
direct. “Nou jullie laten er geen gras over groeien”, ze ze. “Het is nog maar
kort geleden dat jullie dat hier aan dezelfde tafel besloten”.

Hoezo Google onthoudt alles??

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (439) 20 maart 2017

(Door Marlies)

Een aantal weken geleden: twee vriendinnen met wie ik regelmatig eet en/of
film kijk zitten met mij aan tafel. Uiterst genoeglijke avonden zijn dat: we
hebben alle drie een liefhebbende echtgenoot waar we – ieder op onze eigen
manier – dol op zijn, maar die ons ook wel eens voor vragen en dilemma’s stelt
(dit statement is overigens op geheel persoonlijke titel hoor, niet dat de
vriendinnen last zouden krijgen van mijn bespiegelingen).

Vriendin 1 kijkt ons, de andere twee, aan: “moeten wij niet eens samen gaan
zingen?” vraagt ze, nogal ‘ins blaue hinein’; we springen wel vaker van hak op
tak, maar deze tak sluit helemaal niet aan bij de vorige hak, als u begrijpt wat
ik bedoel…

Ik schud in eerste instantie mijn hoofd. De stem heeft meer dan vijf jaar niet
meer echt gezongen. En hoewel ik dacht dat ik niet zonder zou kunnen, was
bevrijd zijn van de druk die optreden met zich mee bracht een ware oase;
waarom zou ik mezelf weer onder druk zetten, net nu ik een beetje aan het
leren was dat niet meer te doen… ???

Nádenkend kom ik tot de conclusie dat het de druk was waar ik last van had,
niet het zingen zelf: thuis eens tegen de stofzuiger in zingen en proberen of de
knetter er nog was, bleef lang een heerlijk fenomeen en ik was sinds het
stoppen nooit bang om iemand iets vóór te zingen om een standpunt óver
zingen kracht bij te zetten.

Ik kijk op en zie de twee verwachtingsvol naar mij kijken: áls er gezongen gaat
worden moet ik dat leiden natuurlijk. Een beetje inwendig zuchtend geef ik
toe: laten we eens proberen iets te vinden voor driestemmig vrouwen-
ensemble-met-gemengde-zangervaring. Het moet iets zijn dat ik ken; ik kan
alleen dóórleren wat ik zelf snap en mijn piano verdween mét mijn carrière-
aspiraties, dus thuis studeren kan niet meer.

Kort en goed: het werd ‘Piu non si trovano’ van good old Woolfie Mozart. Een
bedrieglijk simpel deuntje, waar veel van zijn componeerkunst in verstopt zit.
De liefhebbende echtgenoten worden voorlopig even in het ongewisse gelaten
van wat wij aan het uitspoken zijn.  Een eerste avond wijst uit dat de
vriendinnen oren aan hun hoofd hebben, we ‘knetteren’ binnen een kwartier
van zuiverheid en we zakken niet in toonhoogte, twee dingen die sommige
amateurkoren nooit ervaren…

Dat is vooral voor de vriendin met nauwelijks zang-ervaring een groot
compliment. Maar er is ook een minder leuke kant: mijn stem vertikt het die
eerste avond. Niet meer vertoond sinds-ie ergens rond mijn twaalfde het af en
toe af liet weten; toen was-ie aan het breken naar volwassenheid, nu is-ie
zwaar uit training.

Hulpeloos flappert mijn ene stemband een beetje tegen de linkerwand van
mijn strottenhoofd en de andere doet nauwelijks iets. Resultaat: een uiterst
vreemd tremolo en af en toe helemaal geen klank.

Ik blijf er nog kalm onder ook, constateer ik ’s avonds in bed. Vroeger zou ik
binnen twaalf uren bij huisarts, danwel  KNO-arts hebben gezeten, huilend
van ellende. Nu constateer ik grinnikend: “practise what you preach, mevrouw
de (ex)zangpedagoog: stembanden zijn spieren en die dienen opgewarmd te
worden, voorzichtig gebruikt en met mate ingespannen…”

Ik berust, geef de kleine jongens wat rust en na anderhalve dag probeer ik het
thuis nog eens… dit keer doen ze het, eventjes… Na nog eens anderhalve dag
doen ze het wat langer en de eerstvolgende keer dat we weer ‘repeteren’
(bewust tussen aanhalingstekens, want we kletsen ook veel… ) blijven ze het
doen, al klink ik na een uurtje repetitie zwaar ‘verzongen’ . Ook een beetje
omdat ik mijn dragonder van een stem nogal moet inhouden tegen de twee
kleinere stemmen.

De dagen die volgen benut ik momenten dat ik alleen ben om steeds een
beetje verder te gaan en verdomd: vanochtend onder de strijk is het volle
geluid er weer, alsof het nooit weg is geweest. De knetter glanst nog en mijn
lichaam reageert bijna triomfantelijk: ik kan het nog.

Inmiddels zijn de echtgenoten ingelicht over onze escapades met Mozart (ze
zouden eens vermoeden dat we iets ondeugends aan het doen waren) en kan
ik u kond doen van mijn hernieuwde worsteling met mijn stem. Het gaat niks
groots opleveren, misschien wel lol…

Nog maar gauw even een vertalinkie van ‘Piu non si trovano’ van W.A. Mozart.
Kijk uit vóórdat u eraan begint: de noten zitten er gauw genoeg in, maar dan
begint de ellende pas: je kunt het deuntje zingen als een traag op gang
komende trein, of op zijn ‘King’s Singers”:  vol vaart en met veel ‘tongue in
cheek’. Volgens mij bedoelde Woolfie het laatste met zijn compositie.

“Tussen de duizenden geliefden vindt men geen twee mooie zielen meer die
standvastig zijn, terwijl alle spreken over trouw. Maar deze slechte gewoonte
verspreidt zich zozeer dat men de trouw van wie echt bemint naïef noemt.”
(doordenkertje he?)

Ik zoek op YouTube en schrik me te pletter: allemaal van die logge
vertolkingen, nauwelijks zuiver,  ademen midden in woorden (echt! en niet
door de eersten de besten…) en – over het algemeen gesproken – geen fuck
aan… if you pardon my language. Surft u zelf maar eens…

Kortom: de vriendinnen en ik hebben nog wel even werk…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Baudet 20 maart 2017

(Door Ab Klaassens)

Nu Thierry Baudet, verkondiger van nationalisme en verdediger van
mannelijke superioriteit, een groot podium heeft gevonden voor zijn abjecte
ideeën zullen de media hem ongetwijfeld een maatje groter gaan maken. Want
niks is beter voor de kijk- en luistercijfers dan een kamerlid dat in snedige
oneliners de vloer aan veegt met collega-politici die in moeizame betogen de
worsteling aangaan met de de gecompliceerde werkelijkheid van het bestuur.

Baudet wordt het succesnummer van de talkshows, Baudet krijgt de
spaarzame seconden die het NOS-journaal aan de discussies in het parlement
besteedt, Baudet wint bij de volgende kamerverkiezingen zetels “want net als
Fortuyn, net als Wilders zegt hij wat wij alleen maar durven denken.”

Voor Volk en Vaderland: Hou Zee!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (438) Opera op school 18 maart 2017

(Door Marlies)
Sjonge, wie durft er nog te zeggen dat middelbare scholen eigenlijk de
vijanden van de klassieke muziek zijn… wat ik me nou toch las: de
schoolmusical gaat plaats maken voor opera!!! En niet de minste ook: in
Amsterdam wagen ze zich aan Giacomo Puccini’s Turandot. Weliswaar een
aangepaste versie maar toch… je moet maar durven. Ik zou eens voorzichtig
beginnen met ‘Die Zauberflöte’, of een operette, maar nee, hoppa: meteen
Turandot.

Dat kan twee dingen betekenen: óf ze zijn daarna voorgoed genezen, óf ze zijn
voor altijd verkocht en de musical kan het voortaan wel schudden.

Ik heb trouwens niks tegen musical hoor. Alleen dat gebèlt (is vrij vertaald
keihard stijgend zingen tot de stembanden zeggen: “zoek het verder lekker zelf
uit…” en dan de kno-arts bellen…) staat me af en toe tegen, tenzij het goed
gebeurt (slechts weinigen kunnen het echt goed…)

Zelf heb ik goeie herinneringen aan ‘De wonderbaarlijke machine van
professor Knap’ die wij aan het einde van mijn lagere schooltijd uitvoerden. Ik
kreeg er geen prominente rol in. Ik was te ‘eager’ naar de zin van mijn
onderwijzer en mijn stem was al vroeg aan het breken (ja, die van vrouwen
breekt ook, alleen meestal minder prominent) en dus in die tijd niet erg
betrouwbaar)

Ik weet nog dat mijn vader zich moest vasthouden van het lachen toen een van
de jongetjes in mijn klas het vertikte zijn pas gekregen horloge af te doen en
zijn rol als holbewoner dus speelde mét knoert-groot-volwassen-mannen-
horloge. Er is zelfs nog een foto van geloof ik, ergens…

Maar goed, terug naar Turandot. Maar liefst 25 basisscholen in en rond
Amsterdam zullen hun achtste-groepers (vroeger waren dat de zesde-klassers)
afscheid laten nemen met Turandot en ze doen dat in samenwerking met De
Nationale Opera. Top!

Ze schrijven: “Er is voor Turandot gekozen omdat deze opera redelijk
gemakkelijk te zingen en ook nog spannend is.

“Huh….?” denk ik dan, “makkelijk te zingen? Pfoe, dan is er wel erg veel
aangepast”. De rol van Turandot is een legendarische sopranen-killer en wie
kent niet de tenor-aria, die eindigt met “Vincero” op een hoge bes, b, of c,
daar mag ik afwezen…

Mag ik de achtste-groepers-dames aanraden niet voor de rol van Turandot te
kiezen, maar voor die van Liu (als die er niet uitgeschreven is)? Zij heeft de
meest tedere aria (“Signore ascolta!”) . En er is altijd wel een Amsterdams
brammertje á la Ciske de Rat te vinden die “Nessun dorma” getetterd krijgt, ik
verheug me nu al op de gezichten van de ouders bij de voorstelling.

Alle gekheid op een stokje: ik ben blij met het initiatief. Onbekend maakt
namelijk onbemind en ik heb in mijn leven als voorvechtster van het
standpunt “Opera is er voor Jan en alleman” (het credo van Stien Deutekom)
nog nooit meegemaakt dat ik iemand niet binnen gehengeld kreeg voor opera.
Als je het maar goed uitlegt en niet te high-brow doet.

Een mooi initiatief!

Ik besloot u ‘De wonderbaarlijke machine van professor Knap’ maar niet aan
te doen…

Daarom in het filmpje een geweldig zingende Leona Mitchell. Dat is toch een
nuance waar musical niet tegenop kan…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

PvdA 17 maart 2017

Naarmate ik minder toekomst heb denk ik er wel steeds meer over
na. Over de toekomst van deze aarde bijvoorbeeld en over de toekomst
van mijn vak, de journalistiek. Het zijn twee zaken waarvan ik vind dat ze
aandacht verdienen omdat een nieuwe generatie gezond moet kunnen
blijven leven en omdat ik mijn vak te belangrijk vind om te laten sterven
in de schoonheid van een altijd weer verdwijnend snapchatfotootje.

Daarom stemde ik op een politieke partij die de toekomst van onze aarde
hoog in het vaandel heeft staan. Je doet het toch voor de mensen die na
jou komen. Zit ik nota bene met drie van die mensen aan een bureaublok
van wie er twee VVD hebben gestemd en één CDA. Belangrijkste argument:
de regels die Asscher bedacht heeft voor de ZZP’ers. Niets wilden ze meer
weten van de PvdA.

Ik vond het kenmerkend voor de teloorgang van de sociaaldemocraten.
Vroeger was dat een arbeiderspartij. In arbeidersgezinnen ging het
stemgedrag over van vader op zoon. Je stemde PvdA omdat je vader wilde
dat je van een dubbeltje een kwartje werd. Of omdat je één groot familieblok
wilde vormen tegen het Heren van het Grootkapitaal.

Inmiddels is de wereld veranderd. Arbeiders zijn er nog wel, maar doorgaans
is hun positie nu beter geregeld. De arbeiders zoals wij die vroeger kenden
(met een broodtrommeltje onder de snelbinder naar de fabriek) zijn
tegenwoordig Polen, Roemenen, Bulgaren en Litouwers. Die worden gehaald
en gebracht met busjes. Maar vooral: die stemmen niet.

En je hebt de ZZP’er. Mensen die soms moeten sappelen voor beleg op hun
brood. Dat zijn niet de nieuwe arbeiders, dat zijn éénmans BV’tjes die hun
eigen directeur, administrateur, personeelsfunctionaris en werknemer zijn. Ze
zijn niet verenigd en kennen geen groepscultuur, laat staan een partijcultuur.

Mensen die bang zijn voor islamisering kunnen tegenwoordig kiezen uit een
waaier van partijen met voormannen die overtuigender taal spreken
dan Lodewijk Asscher. Zieken, zwakken en misselijken vinden meer gehoor
bij de SP. Mensen die zich zorgen maken over het klimaat en de toekomst
van onze aarde kunnen beter terecht bij GroenLinks.

De PvdA is zijn natuurlijk achterban kwijtgeraakt. De partij heeft decennia
lang goed voor dit land gezorgd. Daar moeten we dankbaar voor zijn,
maar er komt een nieuwe tijd aan met andere mensen en nieuwe
bedreigingen. Een tijd die misschien wel meer dan ooit vraagt om een
partij die opkomt voor mensen die in de verdrukking komen. Dat vraagt
om een sterk links blok. Daarom moet de PvdA zaterdag niet alleen maar
navelstaren maar nadenken over samenwerking. Asscher is niet zo’n
partijdier, misschien kan hij de aanzet geven. De PvdA is geen doel op zich,
het is een middel.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *