Vocalies (443) Rigoletto 1 juni 2017

(Door Marlies)

Wat was het warm in Parijs, wat zeg ik, warm? Het was bloedheet in Parijs! Ik
kan me niet herinneren eerder in mijn leven zó ongelooflijk getranspireerd te
hebben. Het was heerlijk er weer eens te zijn en andermaal heb ik kunnen
constateren hoe elegant Parijs eigenlijk is, vergeleken bij andere grote
Europese steden. We (we, dat zijn de gasten van Musico en ik) reden bij een
stadsrondrit een flink stuk langs de Seine en de wat stugge buschauffeur
ontdooide en wees mij op de plekken waar de Parijzenaars zélf gaan
recreëren: op de oevers aan de overkant, nét weg van de meeste toeristen en
aan de voet van het ene mooie gebouw na het andere. Aan het water met een
flesje en een stokbroodje, wat wil je meer…

Wij kregen meer in de vorm van twee opera’s en een ballet. De opera’s horen
bij het beste van wat ik toe nu toe gezien heb: Rigoletto en Yevgeni Onegin.

Laat ik maar bij Rigoletto beginnen, Onegin was zo goed dat ik daar een apart
blogje aan wijd.

Soms schiet ik aan het begin van een opera vol. Ik ben dan zo blij dat ik
iedereen weer in één stuk naar de plaats van bestemming heb gekregen en dat
ikzelf mee mag; ik heb namelijk de leukste bijbaan ter wereld, al is die niet
altijd makkelijk…

Dit keer kwamen de tranen pas na de laatste noot: de collectieve ontlading van
emotie die door de Opera Bastille schalde aan het einde van Rigoletto dreef
mij de tranen naar de ogen. En net toen ik ze weer een beetje
weg-georganiseerd had kwamen ze weer, toen de zangersrol Rigoletto
opkwam met de spelersrol Rigoletto en de twee mannen elkaar omhelsden. De
regisseur had geweldige vondsten, ze klopten allemaal, voelden als volstrekt
organisch. In zijn versie is Rigoletto na de dood van zijn geliefde dochter Gilda
aan lager wal geraakt. Hij (de spelersrol Rigoletto) sjouwt met nog één
kartonnen doos aan bezittingen rond, aan het eind van zijn Latijn. Hij laat het
publiek in de ouverture zien wat er nog in die doos zit: het bebloede jurkje van
zijn dochter. Hij breekt vervolgens boven die kartonnen doos en dan begint
het verhaal vanaf het begin: met de nar Rigoletto (de zangersrol), die fel en
tamelijk hufterig de edelen van het hof van de hertog van Mantua te kakken
zet en een soort dubbelleven leidt als liefhebbende vader van een dochter die
hij tot in het absurde probeert af te schermen tegen de buitenwereld. Dat gaat
natuurlijk helemaal fout en zijn Gilda eindigt in een juten zak in een bootje,
doodgebloed, doordat ze – bewust –  in de dolk van Sparafucile gelopen is. Ze
wil met haar actie haar geliefde beschermen (de hertog van Mantua). Die is
zich totaal onbewust van de ellende die hij in dat jonge meisjeshart
veroorzaakt heeft en hoert en snoert er lustig verder op los.

Geweldige rollen: Željko Lučić (ik hoef me lekker niet meer druk te maken
over hoe je dat uitspreekt; hij is een Serviër) als Rigoletto, Vittorio Grigolo,
(geknipt voor de rol van Mantua – hij is een lekker menneke en dat weet-ie…)
en snel rijzende ster Nadine Sierra in de rol van Gilda. Wat een avond.

In het filmpje een concertante opname van de beroemdste aria van Rigoletto:
‘Cortigiani, Vil Razza Dannata’, de aria waarin hij begint met dreigen en
eindigt met smeken. Het is dan wel een concertante versie maar let op hoe
Lučić de ‘Rigoletto-knop’ als het ware aanzet en hij doet dat zo goed dat je
meteen met hem mee gaat. Heer en meester over het repertoire!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gieren 31 mei 2017

(Door Ab Klaassens)

Vogelaars hebben in Drenthe, in de buurt van Dwingelo, de vale gier
gespot. Niet één vale gier, maar een vlucht van minstens zestig. Ze hebben,
zoals het gieren betaamt, de nacht doorgebracht op de dorre takken van een
dode boom, daar in een natuurgebied in de buurt van de radio-telescoop die
ooit de grootste van de wereld was.

Ze zijn met de zuidenwind gekomen en free-wheelend op de thermiek tot
grote gestegen en met de noordenwind in de rug terug gegaan naar
Zuid-Europa, vermoedelijk Spanje. Daar vonden deze aas-eters tot voor kort
hun voedsel: dode schapen, geiten en runderen door hun herders
achtergelaten in de bergen.

Maar kadavers laten liggen mag niet  meer van ‘Brussel’, vanwege de strijd
tegen de BSE, de gekkekoeienziekte.

Daarom hebben de gieren maar eens verkend of er hogerop iets te besnavelen
zou kunnen zijn. Maar helaas voor de gieren: zo slecht is ons   bejaardenbeleid nou ook weer niet.

  1. Wieneke (reply)

    1 juni 2017 at 09:51

    Nee, ze moeten toch nog even wachten…… maar dan wordt het smikkelen en smullen op de heide en zandverstuivingen 🙂

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meisje 31 mei 2017

Ik stond op het fietspad te wachten voor een verkeerslicht. Het was rustig. De
appende horde scholieren wacht thuis, op het strand of tijdens een
vakantiebaantje op de uitslag van examens. De minder fortuinlijken proberen
in de blessuretijd de gaten in hun kennis op te vullen zodat ze het herexamen
wel halen.

Het is nu een stuk veiliger op de fietspaden in de stad. Geen meisjes meer die
van links naar rechts slingeren terwijl ze vriendjes en vriendinnetjes appen,
dan wel het laatste nieuws checken dat Facebook in hun bubbel blaast of dat
via Instagram en Snapchat wordt aangereikt. Je kunt hier en daar een rood
licht en een woedende automobilist missen, maar niet de laatste foto’s van je
vrienden.

Aan de overkant van de weg waar ik stond te wachten stond een meisje met
een Aziatisch uiterlijk tegen de paal van een verkeerslicht geleund. Haar
leeftijd was moeilijk te schatten. In mijn stad stikt het van de jong uitziende
Aziatische meisjes die allemaal expats zijn bij bedrijven die een rol op de
wereldmarkt spelen. Hoogopgeleide vrouwen met goede functies, dus geen
tienermeisjes meer. Ze zijn klein en rijden allemaal op kinderfietsen, dat
maakt het helemaal lastig te raden wat hun leeftijd is.

Het meisje of de vrouw aan de overkant was te voet. Zij wachtte net als ik op
groen. En ze leunde dus tegen de paal. Haar hoofd was naar voren gebogen, de
karakteristieke houding van meisjes van wie het leven zich afspeelt op de
pakweg vijftig vierkante centimeter die hun smartphone groot is.  Maar dit
was anders, dit meisje had geen smartphone in haar hand. Ze las een boek . . . .

  1. Wieneke (reply)

    31 mei 2017 at 10:10

    Je zou bijna op het meisje af stappen en haar warm de hand drukken 🙂

  2. Eef (reply)

    1 juni 2017 at 09:29

    Of een knuffel

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schippers 30 mei 2017

Het is Edith Schippers niet gelukt een nieuw kabinet te formeren. Ze
is er niet in geslaagd partijen zover te krijgen dat ze net genoeg water
bij de wijn deden om samen met anderen dit land te kunnen regeren.

Aanvankelijk was iedereen enthousiast over het feit dat Schippers de kar
mocht gaan trekken. Het was voor het eerst dat een vrouw in haar eentje
voor deze taak werd gesteld. Een taak die vele malen ingewikkelder was
dan voorgaande keren omdat de kiezers ons land hebben versplinterd.

Het was ook voor het eerst dat de politiek iemand koos en niet de
koning, dat vond ons parlement een paar jaar geleden namelijk erg
ouderwets. Een nieuwe frisse start, dat was de aanstelling van Edith
Schippers.

Uiteindelijk bleef er weinig van de glans over. Tijdens het laatste
onderonsje waarbij D66 binnen enkele uren de CU aan de kant zette
heeft Schippers volgens cynische insiders alleen thee geschonken.

Nu gaat de oude heer Tjeenk Willink het proberen. Hij is 75. Wie zegt dat
de ouderen geen economisch nut meer hebben? De voortgang van ons
land ligt in zijn handen. Hij moet het hebben van zijn gezag. Hij wordt niet
voor niets de onderkoning van Nederland genoemd.

Zo zijn we via een omweg toch weer daar waar we een paar jaar geleden
waren. Een oudere heer met nauwe banden met het koningshuis moet het
gaan opknappen.

Is een relatief jonge vrouw niet geschikt? Ik denk van wel, op het moment
dat zij moet werken met een groep die een afspiegeling is van onze
samenleving in plaats van het in toom houden van een groep mannen met
haantjesgedrag.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Winkels 24 mei 2017

De gemeente Eindhoven heeft een retailbeleid. De binnenstad is om te
funshoppen, in elk stadsdeel moet een winkelcentrumpje (volgens mij
noemen ze dat in deze oververhitte hightech stad winkelstrip) zijn voor de
eerste levensbehoeften. Dat betekent dus dat funshoppen geen hoger doel
dient dan het in leven houden van neringdoenden die ons spullen
aanbieden waar ons leven niet van afhangt. Wie beleeft er nou fun??

In ons stadsdeel is onlangs zo’n winkelcentrumpje geopend. Dat is fijn, want
wij hebben nu op loopafstand een  Lidl, een AH-winkel, een kleine Turkse
supermarkt  en een hele grote Turkse supermarkt.. Bij die laatste  kopen wij
spullen waarmee wij dankzij de multiculturele samenleving kennis hebben
opgedaan om de geur van spruitjes te  verdrijven.

Alle behoeften om in leven te blijven binnen handbereik. Om ons te kleden is
er ook een Wibra en een schoenenwinkel met een Engelse naam die mij nu
niet te binnen schiet, dat zal dus een keten zijn die op dit moment wordt
leeggezogen door een hedgefund.

Voor onze geestelijke gezondheid is in het winkelcentrum een ouderwetse
boekwinkel gevestigd, maar die zat er al, die is ingepast. Ook de beste slager
van de stad heeft zijn plek behouden.

Vooral de komst van AH is opvallend. Ik heb uitgerekend dat wij nu in een
straal van één kilometer vier AH-winkels hebben, die nu bovendien alle vier
opeens worden beconcurreerd door een Lidl, die in ons stadsdeel node werd
gemist. Wij wonen niet in de goudkust zal ik maar zeggen.

Wij wonen in een buurt waarvan ik het vermoeden heb dat in de meeste
gezinnen om zes uur aardappels, groente en vlees op tafel staan. Voor de
broodnodige variatie zijn er in het nieuwe winkelcentrumpje nu maar liefst
twee vestigingen van verschillende pizza-ketens neergestreken.  Die gaan het
moeilijk krijgen want die moeten concurreren met de beroemdste frietzaak
van de stad die iets verderop in de wijk zit en die rond etenstijd uitpuilt met
die mensen die de warme prak een keer vervangen door snacks met namen
waarin in niets herken dat mij aan voedsel zou moeten herinneren. De
buurman van die snackbar is ook een friettent, daar zie ik nooit iemand.

Kortom, ik probeer het retailbeleid van de gemeente te doorgronden terwijl ik
naar de eeuwenoude slijterij aan de overkant slof waar een lichtreclame aan
de gevel ons vertelt dat ze guldens goedkoper zijn.

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geert 22 mei 2017

(Door Ab Klaassens)

Geert Wilders klaagt dat ‘de elite’ zijn bijna 1,4 miljoen kiezers buitensluit bij
de vorming van een nieuwe regering. Wilders is een zeer ervaren lid van het
parlement. Daarom weet hij  dat in Nederland met zijn versplinterd politieke
landschap elk kabinet berust op een kleine meerderheid, zodat er altijd een
grote minderheid buiten de boot valt.

In 1977 werd zelfs de partij die als grootste uit de verkiezingen was gekomen
buiten de regering gehouden. Dat was de Partij van de Arbeid. Die had een
forse verkiezingswinst – tien zetels – graag beloond willen zien met de
vorming van een tweede kabinet Den Uyl, maar een drammerige achterban
stelde zo hoge eisen aan het CDA dat partijleider Dries van Agt het op een
akkoordje gooide met de VVD van Hans Wiegel.

Gevolg: 2,9 miljoen PvdA kiezers niet vertegenwoordigd in de regering. Maar
ook voordat de christelijke partijen zich verenigden in het CDA wisselden zij
geregeld van regeringspartner. De ene keer mocht de VVD meedoen, de
andere keer de Pvda. En telkens werd dan  een groot deel van het kiezersvolk
niet vertegenwoordigd in de regering.

De door Geert Wilders zo bewonderde Donald Trump is niet gekozen door de
meerderheid van het volk. Hij had drie miljoen minder kiezers dan zijn
concurrent Hillary Clinton. Doordat in sommige kiesdistricten de stemmen
van plattelanders zwaarder wogen dan die van stedelingen kreeg Trump de
eerste prijs.

“Het moet niet gekker worden” is één van de favorieten in de woordenschat
van Wilders. Ik ben het met hem eens.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maffia 21 mei 2017

Zolang ik mij herinner ben ik al gefascineerd geweest door de maffia.
Niet zozeer door het geweld, maar vooral door de vraag hoe het
bestaat dat de onderwereld zo ver heeft kunnen doordringen in de
bovenwereld. Hoe het kan dat de maffia in sommige delen van Italië
een parallelle economie heeft kunnen stichten die niet meer uit te
roeien is zonder massawerkloosheid.

Boeken vol zijn er over het fenomeen geschreven, een aantal daarvan
heb ik gelezen. Het begon eigenlijk allemaal met onderdrukking door
centrale overheden. Die hadden rentmeesters in dienst die hun macht
misbruikten en anderen afhankelijk maakten. De families van die
rentmeesters werden steeds rijker en machtiger. Uiteindelijk waanden ze
zich onaantastbaar.

De basis voor de maffia werd gelegd in een andere tijd, in een andere
wereld, totdat ik vanmorgen het interview las dat NOS-correspondent
Rop Zoutberg had met de 82-jarige fotografe Letizia Battaglia uit Palermo.
Zij fotografeerde in de jaren tachtig de maffiamoorden op Sicilië.

In het verhaal vertelt ze dat de situatie in Palermo niet altijd zo is geweest.
In de jaren vijftig was het een vriendelijke stad met beleefde mensen.
Toen kwam de verandering vertelt ze:

De grote verandering kwam toen een van de grote maffiafamilies, de
clan dei Corleonesi, zich in Palermo vestigde. En met de clan de heroïne.
“Alles raakte onder de invloed van de criminelen en de afrekeningen
begonnen. Politieagenten werden gedood, rechters, onderzoekers, vrouwen,

kinderen. De maffia wilde de staat worden. Wie zich verzette werd
vermoord.”

Ik moest denken aan interview dat ik onlangs las in de NRC en ik vroeg me
op deze zonnige zondagochtend af hoe wij over twintig jaar terugkijken
op ontwikkelingen die zich nu in mijn gemoedelijke provincie voltrekken.
Een stukje uit dat interview.

“In het zuiden woekert zoveel misdaad dat ze niet overal kunnen snoeien,
vertellen politiemannen Rienk de Groot en Henrie Jozee. Ze wijzen erop dat
er in Brabant al jaren enkele families actief zijn in de criminaliteit. „Het zijn
familienetwerken die steeds groter zijn geworden”, zegt De Groot. Hij is chef
van de recherche in de regio Zeeland-West-Brabant. Jozee is chef van
Oost-Brabant. „Er is geïnvesteerd: jaren geleden begonnen ze met het plegen
van inbraken”, zegt De Groot. „Daarna gingen ze over op de drugs. Nu is het
echt crimineel ondernemerschap. Het zijn families die zich onaantastbaar
voelen, die zo professioneel zijn dat ze het gevoel hebben dat niemand ze iets

kan maken.”

Wie later terug wil blikken op de ontwikkelingen in onze vriendelijke
provincie met beleefde mensen kan nu het beste beginnen met het lezen van
de boeken “De achterkant van Nederland” van Jan Tromp en Pieter Tops en
“We regelen het zelf wel” van Bram Endedijk.

Er zijn vast mensen die vinden dat ik overdrijf. Voor die mensen citeer ik
Letizia Battaglia. Over de moorden in Palermo zegt ze: “Iedereen keek
roerloos toe. Wat was het? Berusting?”

  1. Gerben (reply)

    21 mei 2017 at 10:54

    Scherpe analyse Jan.
    Wat is de vraag achter de vraag? Hoe komt het mensen zich aangetrokken voelen tot criminele?
    Is dit angst, gebrek aan moraal? Waarom is Trump gekozen, hoort die in fit rijtje thuis?

  2. Jordi (reply)

    21 mei 2017 at 14:37

    Ik vind niet dat je overdrijft. Hier waarschuwen we juist voor. En we hebben iedereen nodig om die boodschap te delen. Goed begin Jan!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Feestje 16 mei 2017

(Door Ab Klaassens)

Ze kwam het keurig en tijdig melden, de 16-jarige dochter van de buren:
zaterdag  gaf ze een feestje, veertig meisjes kwamen de lente vieren. Het zou
wat geluidoverlast kunnen veroorzaken, maar om half één moest iedereen
naar huis.

Vader maakte de garage leeg,  bouwde een tent op de oprit en installeerde een
geluidsinstallatie met toegang voor op smartphone meegebrachte muziek.

Wat – voor ons, de buren –  met vrolijk gekwetter van jonge meisjes begon
veranderde  spoedig in een harde confrontatie met een cultuur die we niet
meer kunnen meebeleven, maar wel moeten ondergaan. De volumeknop van
de geluidsinstallatie ging open voor een reeks van composities in de éénklank:
boemkeboemkeboemboem met af en toe een diepe zucht uit het diepste van
wat er op bas-gebied te bassen is.

Er is geen spoor van melodie; chagrijn en vreugdeloosheid slaan je als
onvrijwillig luisteraar om de oren, de diepe bassen zijn gehoorbeschadigend
en doen mij pijn.

Ik vraag me wel eens af of mensen bang aan het worden zijn voor harmonie en
melodie.

  1. Laurent (reply)

    16 mei 2017 at 22:13

    Dat gaat aan mij als 53-jarige muzikant ook volkomen voorbij, dat soort muziek.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meningsuiting 14 mei 2017

(Door Ab Klaassens)

Ik kom ze steeds vaker tegen in de media: de schrijvers en sprekers die
zichzelf  afficheren als ‘opiniemaker’ of ‘publicist’.

Ze  voelen zich verheven boven de man of vrouw die wel eens iets instuurt
voor de brievenrubriek van een krant of meedoet in het gedrang om een paar
seconden aandacht in een radiouitzending-met-inspraak.

Zij, de opiniemakers en publicisten, zijn vaste gasten op de opiniepagina’s van
de kranten en mogen ook vaak meedoen aan programma’s op radio en TV
waarvan de presentatoren behoefte hebben aan ‘iemand met een mening’.

Er is kennelijk een markt voor meningen.

Een website als  Geen Stijl heeft zich gespecialiseerd in meningen die meestal
een aanval zijn op personen, soms zo fel en onredelijk dat je kunt spreken van
een geestelijke lynchpartij.

Vaak zijn die aanvallen seksistisch van aard.  Een groep vrouwen heeft
bedrijven en overheidsinstanties daarom gevraagd niet  meer op de site van
Geen Stijl te adverteren. En dat noemen de opiniemakers en de publicisten nu
‘aantasting van de vrijheid van meningsuiting’.

Er wordt, bij minder advertenties, geen vrijheid van meningsuiting aangetast.
De meningsuiters kunnen hun gang blijven gaan.  Ze worden alleen beperkt in
hun bestedingsruimte bij de drankwinkel.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (442) Teatro San Carlo 13 mei 2017

(Door Marlies)

Er staat een nieuwe podcast op mijn eigen website!

Wat een geweldige dagen hadden we in Napels! Geweldig weer, mooie
voorstellingen, lekker eten, goed gezelschap. Echtgenoot en ik zwaaiden de
gasten op 1 mei uit en toen hun vliegtuig eenmaal in de lucht was, gingen wij
terug de stad in en daags erna dóór naar Zuid-Italië.

We liepen er een geweldige wandeltocht van zes dagen langs de kust. Hilariteit
toen er een appje binnen kwam van Vodaphone: ‘Welkom in Griekenland’ . De
kust van Albanië konden we op wandeldag één zien, die van Griekenland lag
toch echt wat verder weg, maar nou ook weer niet héél ver weg, zoals ik later
thuis op mijn wereldbol zag. Het voelde als vakantie en dat was het ook,
heerlijk!

In Napels waren we in het geweldige Teatro San Carlo (vindt u het ook mooier
dan La Scala en durft u dat ook niet hardop te zeggen?)  de eerste avond bij
een concert door het orkest van het Teatro. Het weinig gehoorde pianoconcert
van Martucci en de Boléro van Ravel vormden die avond de ijkpunten.

Van het pianoconcert van Martucci begrijp ik nu dat het niet veel gespeeld
wordt:  het was vooral luid en het eist een pianist met een ijzeren conditie en
eigenlijk  vier handen (er wordt wel heel veel in octaven gespeeld). Persoonlijk
vond ik de toegiften van de pianist – die het verdient hier met naam genoemd
te worden: Giuseppe Albanese – mooier en subtieler dan die hele Martucci;
hier op Vocalies kan ik dat hardop zeggen.

De Boléro stal de harten, altijd een geheid succes, ook al speelde het orkest
niet erg gelijk onder de wat weke slag van Maestro Boncompagni (de naam
vertaal ik vrij met ‘Goedgezelschap’ en dat wás-ie) .

Ik ben maar effe praktisch: volgens mij moet je het orkest vooral strak houden
tijdens zo’n sterk ritmisch stuk en dan speelt het bijna zichzelf, maar
misschien ben ik naïef. Hulde voor de twee slagwerkers die het strakke
‘onderritme’ van de Boléro uiterst precies bleven slaan en daardoor het zaakje
aan de touwen hielden. Ik krijg altijd rillingen van de laatste maten van de
Boléro, welke geest verzint zulke snijdende, scheurende akkoorden… Ravel!

De tweede avond ‘ging’ mijn geliefde La Traviata. Die heb ik nu wel in zo’n 8 à
9 verschillende uitvoeringen gezien en meestal – als het geheel maar een
béétje goed gedaan wordt – ben ik aan het eind in tranen. Nu ook, al was de
uitvoering wel heel erg traditioneel. De regisseur wilde de psychologie achter
de opera beter benadrukken en verplaatste het geheel naar het Parijs van
1910.

Een en ander kwam voor mij niet helemaal uit de verf. Het was een zeer, zeer
traditioneel gezette uitvoering. Niks, maar dan ook niks op de regie aan te
merken, maar ik merkte wel dat mijn smaak zich aan het ontwikkelen is: het
mag best wat schuren af en toe en dit schuurde helemaal niet…

De zaal smulde: Violetta (Mariangela Sicilia) zong de sterren van de hemel
(loei-zware rol trouwens!)  en was daarbij ook nog eens een plaatje om naar te
kijken. Alfredo was bepaald geen acteur, maar zong zeer verdienstelijk en als
altijd had Giorgio Germont de meeste sympathie van het publiek: de
ontwikkeling die hij doormaakt – van on-sociale hooibaal tot liefhebbende
(schoon)vader (helaas wel pas als het te laat is) – is veruit de interessantste
ontwikkeling van de opera.

De rol van Germont is een bariton-killer: hoog en zeer ge-emotioneerd. Ook
deze Germont leed daaronder: twee keer moest hij octaveren omdat hij té
vroeg té veel wilde van zijn stem. Ik leek de enige te zijn die het gehoord had
en heb niemand de emotie van de avond afgenomen door hen erop te
attenderen, ook de lieve, opera-onervaren Vlamingen die bij me in de loge
zaten niet. Je moet blij zijn als je mensen binnen hengelt in het genre; waarom
ze pedant op missers gaan attenderen als ze daar niets van gemerkt hebben.

Ergens in juni ben ik met echtgenoot en goed vriendin in Covent Garden en
krijgt La Traviata weer een kans. Ik verheug me er nu al op.

Ik surfte wat op YouTube, kwam langs Dmitri Hvorostovsky – die de rol wel
erg zwaar en bassig aanzet – langs Domingo – die ooit tenor was en daar bij
deze rol plezier van heeft – maar koos uiteindelijk toch voor Thomas Hampson
in zijn rol van Giorgio Germont. Hij is meester!

Deze opname is mooi close zodat u zijn geweldige dictie ook in zijn gezicht
kunt zien. Hij heeft geen grote stem, Hampson, maar hij vult moeiteloos de
zaal (Festspielhaus Salzburg!). Alleen met zo’n ijzeren techniek ‘haal’ je
Germont (en als het nodig is meerdere dagen achter elkaar). Nooit de motor
oversturen, zei bariton Meinard Kraak ooit. Wat had hij gelijk!

Let trouwens ook effe op het geweldige stille tegenspel dat Hampson van
‘mupke’ Villazon krijgt…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *